3 December 2015
De politie trof op 20 augustus van dit jaar een in werking zijnde hennepknipperij aan in een loods in Veghel. In totaal lagen er ruim 13 kilo niet-gedroogde henneptoppen en ruim 20 kilo henneptakken die nog niet waren geknipt. De burgemeester van de gemeente Veghel besloot daarop dat het pand met ingang van 9 december voor een jaar zou worden gesloten. De eigenaar van de loods maakte hiertegen bezwaar en vroeg de rechter een voorlopige voorziening te treffen.
Volgens de eigenaar wisten hij en zijn huurders niet dat er een hennepknipperij in het pand aanwezig was. Bovendien zegt hij er alles aan te doen zijn pand te beschermen tegen gebruik dat in strijd is met de wet. Zo heeft hij meerdere camera’s aan de gevels bevestigd, die continu opnamen maken van wat zich rondom het pand afspeelt. Volgens de eigenaar heeft hij met onder meer dit cameratoezicht in voldoende mate invulling gegeven aan de op hem rustende zorgplicht. Daarnaast stelt de eigenaar dat de burgemeester niet zijn hele pand had hoeven sluiten, omdat slechts een deel in gebruik was als hennepknipperij. Verder stelt de eigenaar dat de loods niet bekend stond als drugspand. De openbare orde is volgens hem dan ook op geen enkele wijze gediend met de sluiting van het pand. Hij vindt de sluiting bovendien te lang en stelt dat de burgemeester willekeurig handelt, omdat zij bij de vondst van drugs niet altijd overgaat tot sluiting.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de gehele loods mag worden gesloten. De ruimte waarin de hennepknipperij werd aangetroffen en de overige ruimten behoren tot hetzelfde pand. Bovendien vormen de verschillende delen van de loods een functionele eenheid. De persoonlijke verwijtbaarheid van de eigenaar speelt geen rol bij de boordeling of zich een situatie voordoet die een sluiting noodzakelijk maakt. Kort gezegd is de eigenaar verantwoordelijk voor de gang van zaken in zijn pand. Nu in de loods een handelshoeveelheid softdrugs is aangetroffen, heeft de eigenaar, ook al zegt hij dit wel te hebben gedaan, klaarblijkelijk niet afdoende maatregelen getroffen. De burgemeester hoeft in dit geval geen aanleiding hoeven zien om van het beleid af te wijken. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Lees het volledige artikel bij de bron