Centrale Raad van Beroep, hoger beroep socialezekerheidsrecht

ECLI:NL:CRVB:2024:2094

Op 6 November 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep een hoger beroep procedure behandeld op het gebied van socialezekerheidsrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 23/2987 WLZ, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:CRVB:2024:2094.

Soort procedure:
Zaaknummer(s):
23/2987 WLZ
Datum uitspraak:
6 November 2024
Datum publicatie:
7 November 2024

Indicatie

Afwijzing aanvraag Wlz-zorg. De Raad is het met de rechtbank eens dat geen sprake is van een medische noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Het CIZ heeft afdoende gemotiveerd dat appellante voldoende regie en oordeelsvermogen heeft om op de juiste momenten hulp in te roepen, eventueel met hulpmiddelen of alarmering.

Uitspraak

23/2987 WLZ

Datum uitspraak: 6 november 2024

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 4 september 2023, 23/352 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellante] te [woonplaats] (appellante)

het CIZ

SAMENVATTING

Deze uitspraak gaat over de vraag of het CIZ de aanvraag van appellante voor zorg op grond van de Wlz terecht heeft afgewezen. De Raad beantwoordt deze vraag bevestigend.

Procesverloop

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. J. van de Wiel, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het CIZ heeft een verweerschrift ingediend.

De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 10 oktober 2024. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Van de Wiel. Het CIZ heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I.C.J.G. van Maris-Kindt.

Overwegingen

OVERWEGINGEN
Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.

1.1.

Appellante, geboren in 1975, is bekend met psychische klachten. In verband hiermee heeft zij een aanvraag gedaan voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).

1.2.

Bij besluit van 21 juli 2022, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 12 december 2022 (bestreden besluit), heeft het CIZ deze aanvraag afgewezen. Daaraan heeft het CIZ, op basis van een medisch advies van 17 november 2022 en een aanvullend medisch advies van 5 december 2022, het volgende ten grondslag gelegd. Niet kan worden onderbouwd dat de zorgbehoefte van appellante onvoldoende ondervangen kan worden met geplande zorg en zorg op afroep. Er is geen medische noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Het ernstig nadeel is niet medisch geobjectiveerd. Appellante heeft voldoende regie en oordeelsvermogen om de hulp op de juiste momenten in te roepen, eventueel met hulpmiddelen of alarmering. De zorg die appellante nodig heeft kan ambulant worden geboden.

Uitspraak van de rechtbank

2. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank heeft daartoe – samengevat – overwogen dat het medisch advies van het CIZ op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. De informatie die appellante heeft overgelegd doet niet af aan het medisch advies. Uit het medisch advies volgt dat appellante kan alarmeren en de hulp kan afwachten. Appellante heeft niet met medische informatie onderbouwd dat zij dit niet zou kunnen en dat 24 uur per dag zorg in de nabijheid noodzakelijk is.

Het standpunt van appellante

3. Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Appellante heeft aangevoerd dat het medisch onderzoek van het CIZ niet betrouwbaar en niet concludent is. De medisch adviseur heeft de psychische problematiek onderschat en de door de psycholoog gestelde diagnoses van tafel geveegd. Appellante heeft de Raad daarom verzocht een medisch deskundige in te schakelen. Daarnaast heeft appellante aangevoerd dat zij blijvend 24 uur per dag iemand in de nabijheid nodig heeft en dat sprake is van ernstig nadeel als zij op begeleiding moet wachten. Appellante raakt namelijk verlamd als gevolg van paniek- en angstaanvallen, die erger worden indien zij niet direct hulp ontvangt. Tijdens de aanvallen kan zij geen hulp inroepen. Verder heeft zij begeleiding nodig bij onder meer het huishouden en om te voorkomen dat zij zichzelf verwaarloost. De begeleiding die zij tot voor kort op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) ontving was ontoereikend om in haar zorgbehoefte te kunnen voorzien.

Het oordeel van de Raad

4. De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het bestreden besluit in stand heeft gelaten aan de hand van wat appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt. De wettelijke regels die voor de beoordeling van het hoger beroep belangrijk zijn, zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.

4.1.

De vraag die voorligt is of bij appellante, omdat zij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen, sprake is van een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel voor zichzelf te voorkomen. (Voetnoot 1) De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat dit niet het geval is. Het CIZ heeft afdoende gemotiveerd dat appellante voldoende regie en oordeelsvermogen heeft om op de juiste momenten hulp in te roepen, eventueel met hulpmiddelen of alarmering. Hierbij heeft het CIZ zich mogen baseren op de medische adviezen. Appellante heeft niet met medische informatie onderbouwd dat zij tijdens angst- en paniekaanvallen niet in staat is om adequaat hulp in te roepen en om deze hulp af te wachten. Ook uit medische informatie die appellante zelf heeft ingebracht, zoals de brief van de arts [naam arts] van 28 maart 2023, volgt dat zij ambulante begeleiding – en geen Wlz-zorg – nodig heeft. Het CIZ heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat appellante niet is aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

4.2.

Dit oordeel neemt niet weg dat, zo staat tussen partijen niet ter discussie, appellante zorg nodig heeft, en mogelijk ook meer dan de drie uren per week begeleiding die zij tot voor kort op grond van de Wmo 2015 ontving.

4.3.

Het voorgaande betekent dat de overige beroepsgronden geen bespreking meer behoeven. De Raad ziet gelet op het voorgaande ook geen aanleiding om een onafhankelijk medisch deskundige te benoemen.

Conclusie en gevolgen
4.4.

Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.

5. Appellante krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en krijgt ook het betaalde griffierecht niet terug.

Beslissing

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.

Deze uitspraak is gedaan door J.J. Janssen, in tegenwoordigheid van E.P.J.M. Claerhoudt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 november 2024.

(getekend) J.J. Janssen

(getekend) E.P.J.M. Claerhoudt

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels

Artikel 3.2.1, eerste en tweede lid, van de Wet langdurige zorg

1. Een verzekerde heeft recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking, een psychische stoornis of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:

permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of

24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hemzelf te voorkomen,

1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of

2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.

2. In het eerste lid wordt verstaan onder:

blijvend: van niet voorbijgaande aard;

permanent toezicht: onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen;

ernstig nadeel voor de verzekerde: een situatie waarin de verzekerde:

1°. zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;

2°. zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;

3°. ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;

4°. ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt;

d. zelfzorg: de uitvoering van algemene dagelijkse levensverrichtingen waaronder de persoonlijke verzorging en hygiëne en, zo nodig, de verpleegkundige zorg;

e. regieproblemen: beperkingen in het vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties op het gebied van sociale redzaamheid, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen en oriëntatie.

Voetnoot

Voetnoot 1

Zie artikel 3.2.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wlz.