Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken arbeidsrecht

ECLI:NL:HR:2024:1540

Op 25 October 2024 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van arbeidsrecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 24/00803, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2024:1540.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
24/00803
Datum uitspraak:
25 October 2024
Datum publicatie:
24 October 2024
Advocaat:
S.F. Sagel

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Opzegtermijn. Klachten over uitleg CAO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 24/00803

Datum 25 oktober 2024

BESCHIKKING

In de zaak van

[verzoeker],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

hierna: [verzoeker],

advocaat: S.F. Sagel,

tegen

HOLLAND GEBOUW ONDERHOUDSGROEP B.V.,

gevestigd te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland,

VERWEERSTER in cassatie,

hierna: HGO,

niet verschenen.

Procesverloop

1
Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de beschikking in de zaak 9957571 VZ VERZ 22-8689 van de rechtbank Rotterdam van 13 oktober 2022;

b. de beschikking in de zaak 200.320.463/01 van het gerechtshof Den Haag van 12 december 2023.

[verzoeker] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.

HGO heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaat van [verzoeker] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Beslissing

3
Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het beroep;

- veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van HGO begroot op nihil.

Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 25 oktober 2024.