Art. 5 lid 1 Wet Bopz (oud) bepaalde onder meer dat het onderzoek moet zijn verricht door een psychiater die niet bij de behandeling betrokken was. In de rechtspraak van de Hoge Raad (Voetnoot 3) is deze bepaling als volgt uitgelegd:
“Art. 5 lid 1 Wet Bopz, voor zover thans van belang inhoudende dat het onderzoek moet zijn
verricht door een psychiater die niet bij de behandeling betrokken was, strekt ertoe de
waarborgen rond de (voortzetting van) gedwongen opname te versterken door het eisen van een
onafhankelijk oordeel ter advisering van de rechter. Bij de beantwoording van de vraag of een
psychiater die ten tijde van het onderzoek niet bij de behandeling betrokken is, maar zulks in het
verleden wel is geweest, als onafhankelijk kan worden aangemerkt, is niet alleen van belang het
tijdsverloop sinds het beëindigen van de behandelrelatie, maar ook de duur en de intensiteit van
de behandelrelatie. Het is aan de feitenrechter voorbehouden aan de hand van de
omstandigheden van het geval telkens het onderlinge gewicht van deze factoren te bepalen. Echter, gelet op het belang van het onderhavige voorschrift en ter wille van de in zaken als deze geboden duidelijkheid zal in het algemeen moeten worden aangenomen dat, indien ten tijde van het ten behoeve van de verklaring verrichte onderzoek nog geen jaar was verlopen sinds de psychiater die het onderzoek heeft verricht voor het laatst behandelcontact met de betrokkene heeft gehad, deze psychiater niet kan gelden als ‘niet bij de behandeling betrokken’ als bedoeld in art. 5 lid 1 Wet Bopz.”