Raad van State, bestuursrecht overig

ECLI:NL:RVS:2024:3245

Op 13 August 2024 heeft de Raad van State een procedure behandeld op het gebied van bestuursrecht overig, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 202302874/2/R1, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RVS:2024:3245.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
202302874/2/R1
Datum uitspraak:
13 August 2024
Datum publicatie:
9 August 2024

Indicatie

Het college heeft de vertrouwelijke versie van het advies van het Landelijk Bureau Bibob met de bijbehorende bijlagen overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft dit verzoek nader gemotiveerd. De zaak gaat over een afwijzing van een aanvraag van CA Properties voor een omgevingsvergunning voor het veranderen, vergroten en gedeeltelijk vernieuwen van het gebouw Keizersgracht 410 voor drie woningen, bergingen en kantoorruimte. Het college heeft deze aanvraag afgewezen op grond van artikel 2:20 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gelezen in samenhang met artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Uitspraak

202302874/2/R1.

Datum beslissing: 13 augustus 2024

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het hoger beroep van:

CA Properties B.V., gevestigd in Amsterdam,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2023 in zaak nr. 22/2069 in het geding tussen:

CA Properties

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Procesverloop

CA Properties heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.

Het college heeft de vertrouwelijke versie van het advies van het Landelijk Bureau Bibob met de bijbehorende bijlagen (hierna: het Bibob-advies) overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk. Het college heeft dit verzoek nader gemotiveerd.

CA Properties heeft gereageerd op het nader gemotiveerde verzoek.

Overwegingen

1.       De zaak gaat over een afwijzing van een aanvraag van CA Properties voor een omgevingsvergunning voor het veranderen, vergroten en gedeeltelijk vernieuwen van het gebouw Keizersgracht 410 voor drie woningen, bergingen en kantoorruimte. Het college heeft deze aanvraag afgewezen op grond van artikel 2:20 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gelezen in samenhang met artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob).

2.       Het college heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het Bibob-advies kennis zal nemen. Volgens het college is geheimhouding daarvan namelijk verplicht op grond van artikel 28 van de Wet Bibob.

3.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het hoger beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.

4.       De Afdeling acht het verzoek tot beperkte kennisneming niet gerechtvaardigd en wijst het verzoek daarom af. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar beslissing van 10 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1367, onder 14, betekent de enkele omstandigheid dat voor (gegevens uit) het stuk een bijzondere geheimhoudingsregeling geldt, zoals in dit geval, niet dat sprake is van gewichtige redenen. In zo’n geval zal bij de beoordeling van het verzoek om beperkte kennisneming een nadere afweging moeten plaatsvinden. Als regel zal een verzoek om beperkte kennisneming niet worden toegewezen als het stuk bij de andere partij(en) bekend is (vergelijk de beslissing van de Afdeling van 15 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1177). Dat is in deze zaak ook het geval. CA Properties en het college zijn de enige partijen in de hoger beroepsprocedure. Het college heeft toegelicht dat CA Properties in de besluitvormingsfase de beschikking heeft gekregen over het Bibob-advies. CA Properties heeft dit bevestigd. Daarom valt niet in te zien waarom gewichtige redenen zich verzetten tegen kennisneming van het Bibob-advies door CA Properties.

5.       De Afdeling bepaalt dat het Bibob-advies wordt teruggezonden aan het college.

6.       Indien het college geen gehoor geeft aan het in dictumonderdeel II. aangeduide verzoek om een ongeschoonde versie van het Bibob-advies toe te sturen, kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        wijst het verzoek af;

II.       verzoekt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam binnen 14 dagen na heden een ongeschoonde versie van het Bibob-advies met de bijbehorende bijlagen aan de Afdeling en CA Properties toe te sturen.

Aldus vastgesteld door mr. N.H. van den Biggelaar, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.

w.g. Van den Biggelaar

lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer

w.g. Van Driel Kluit

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 13 augustus 2024