Raad van State, hoger beroep omgevingsrecht

ECLI:NL:RVS:2023:2015

Op 24 May 2023 heeft de Raad van State een hoger beroep procedure behandeld op het gebied van omgevingsrecht, wat onderdeel is van het bestuursrecht. Het zaaknummer is 202202247/1/R1, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RVS:2023:2015.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
202202247/1/R1
Datum uitspraak:
24 May 2023
Datum publicatie:
24 May 2023

Indicatie

Bij besluit van 30 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen geweigerd aan Move2Balance een omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een sportschool aan de Schweitzerlaan 30 te Amstelveen. Ampals is eigenaar van het pand op het perceel waar sportschool Move2Balance is gevestigd. Voor het perceel geldt op grond van het bestemmingsplan "Amstelveen Zuid-West 2014", zoals vastgesteld op 26 maart 2015, de bestemming "Gemengd 3". De hiervoor aangewezen gronden zijn ingevolge artikel 9.1 van de planregels onder meer bestemd voor activiteiten van bedrijven die behoren tot de categorieën 1 en 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen. Op 11 september 2020 heeft Move2Balance een aanvraag ingediend om een omgevingsvergunning

Uitspraak

202202247/1/R1.

Datum uitspraak: 24 mei 2023

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

1.       Ampals B.V., gevestigd te Amstelveen,

2.       Move2Balance Gym Amstelveen - Zuid B.V. (hierna: Move2Balance), gevestigd te Amstelveen,

appellanten,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 maart 2022 in zaak nr. 21/2481 in het geding tussen:

Move2Balance

en

het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen.

Procesverloop

Bij besluit van 30 november 2020 heeft het college geweigerd aan Move2Balance een omgevingsvergunning te verlenen voor het oprichten van een sportschool aan de Schweitzerlaan 30 te Amstelveen (hierna: het perceel).

Bij besluit van 19 maart 2021 heeft het college het door Move2Balance daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 15 maart 2022 heeft de rechtbank het door daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Ampals hoger beroep ingesteld.

Move2Balance heeft te kennen gegeven incidenteel hoger beroep in te stellen.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Ampals, Move2Balance en het college hebben nadere stukken ingediend.

Desgevraagd hebben Ampals en Move2Balance toestemming verleend, als bedoeld in artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), om in het geding uitspraak te doen zonder zitting. Derde-belanghebbende [naam derde-belanghebbende] heeft niet binnen de door de Afdeling aan hem gestelde termijn laten weten gebruik te willen maken van het recht om op de zitting te worden gehoord. Vervolgens heeft de Afdeling bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb gesloten.

Overwegingen

Inleiding

1.       Ampals is eigenaar van het pand op het perceel waar sportschool Move2Balance is gevestigd. Voor het perceel geldt op grond van het bestemmingsplan "Amstelveen Zuid-West 2014", zoals vastgesteld op 26 maart 2015, de bestemming "Gemengd 3". De hiervoor aangewezen gronden zijn ingevolge artikel 9.1 van de planregels onder meer bestemd voor activiteiten van bedrijven die behoren tot de categorieën 1 en 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen.

Op 11 september 2020 heeft Move2Balance een aanvraag ingediend om een omgevingsvergunning voor het legaliseren van een sportschool op het perceel. Bij besluit van 30 november 2021, in stand gelaten bij het besluit op bezwaar van 19 maart 2021, heeft het college geweigerd om een omgevingsvergunning te verlenen vanwege strijd met artikel 9.1, onder a tot en met c, van de planregels in samenhang gelezen met artikel 9.3.1, onder b, van de planregels. Het college heeft hieraan ten grondslag gelegd dat het exploiteren van een commerciële sportschool geen bedrijfsactiviteit betreft die behoort tot de categorieën 1 en 2 uit de van de bestemmingsplanregels deel uitmakende "Staat van Bedrijfsactiviteiten", zoals toegestaan op grond van artikel 9.1, onder a, van de planregels. Het gebruik van het perceel is daarom strijdig met de hierop rustende bestemming. Daarnaast zijn bedrijfsmatige sportdoeleinden expliciet uitgesloten bij het begrip "bedrijf", als bedoeld in artikel 1.14 van de planregels, zo stelt het college. Verder heeft het college aan de weigering ten grondslag gelegd dat een commerciële sportschool geen dienstverlening of maatschappelijke voorziening betreft als bedoeld in artikel 1.88 van de planregels. Het college wenst bovendien niet af te wijken van het bestemmingsplan vanwege ruimtelijke motieven. Het stelt zich op het standpunt dat het perceel onderdeel uitmaakt van het kleinschalige bedrijventerrein Westwijk, dat bestemd is voor kleinere bedrijven waarvan weinig tot geen (geluid)overlast voor omwonenden is te verwachten, en als zodanig goed functioneert. Het college acht het daarom wenselijk om dit bedrijventerrein in de huidige vorm te behouden en wil geen functiemenging toestaan, mede omdat er binnen de gemeente Amstelveen voldoende bedrijventerreinen aanwezig zijn waar sportscholen wel zijn toegestaan.

Ontvankelijkheid

Het hoger beroep van Ampals

2.       In artikel 8:104, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb is bepaald dat een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep in kunnen stellen tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:66, eerste lid, van de Awb.

3.       Een belanghebbende is in de eerste plaats de belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, derhalve degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij het in beroep in eerste aanleg bestreden besluit. Daarnaast is belanghebbende bij het instellen van hoger beroep degene wiens belang pas rechtstreeks wordt geraakt door de in hoger beroep aangevallen rechtbankuitspraak, omdat hij pas door die rechtbankuitspraak in een ongunstiger positie is komen te verkeren (zie de uitspraak van de Afdeling van 25 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2819).

3.1.    De Afdeling stelt vast dat de rechtbank in de aangevallen uitspraak uitsluitend uitspraak heeft gedaan op het beroep van Move2Balance. De Afdeling stelt verder vast dat Ampals geen bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 30 november 2020 en geen beroep heeft ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit op bezwaar van 19 maart 2021. Niet is gebleken dat Ampals pas in een ongunstiger positie is komen te verkeren als gevolg van de aangevallen uitspraak. Onder deze omstandigheden is Ampals bij de aangevallen uitspraak geen belanghebbende als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, van de Awb, nog daargelaten dat artikel 6:13 van de Awb, gelezen in verbinding met artikel 6:24, zich er in een geval als dit tegen verzet dat hoger beroep wordt ingesteld door iemand die niet eerst beroep heeft ingesteld. Het hoger beroep van Ampals is niet-ontvankelijk.

Het incidenteel hoger beroep van Move2Balance

4.       Move2Balance heeft op 30 mei 2022 beoogd incidenteel hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechtbank van 15 maart 2022. Zij betoogt in incidenteel hoger beroep hoofdzakelijk dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het exploiteren van een sportschool op het perceel in strijd is met het bestemmingsplan.

4.1.    Ingevolge artikel 8:110, eerste lid, van de Awb kan, indien hoger beroep is ingesteld, degene die ook hoger beroep had kunnen instellen, incidenteel hoger beroep instellen. Voor de vraag of sprake is van een incidenteel hoger beroep als bedoeld in artikel 8:110 van de Awb is niet beslissend hoe het stuk zelf is aangeduid. Als met hetzelfde doel wordt opgekomen tegen dezelfde overwegingen die in het principaal hoger beroep zijn bestreden, gaat het om een ondersteuning van het principaal hoger beroep en niet om een incidenteel hoger beroep.

4.2.    Move2Balance heeft gronden aangevoerd die aansluiten op de gronden van het hoger beroep van Ampals. Deze gronden van Move2Balance strekken er slechts toe om instemming te betuigen aan de gronden van Ampals. Dat Move2Balance in geval van vernietiging van de rechtbankuitspraak in een gunstiger positie zou komen te verkeren ten opzichte van de positie waarin zij na de uitspraak van de rechtbank verkeerde, is een gevolg dat ook zou zijn ontstaan zonder het instellen van incidenteel hoger beroep. Dat het hoger beroep van Ampals niet-ontvankelijk is, maakt dit niet anders. Met het instellen van incidenteel hoger beroep wordt de processuele positie van Move2Balance in hoger beroep immers niet beïnvloed. Gelet hierop kan de brief van Move2Balance, daterend van 30 mei 2022, niet worden aangemerkt als een incidenteel hoger beroepschrift in de zin van artikel 8:110, eerste lid, van de Awb.

De brief van de Move2Balance van 30 mei 2022 dient daarom als een principaal hoger beroepschrift te worden aangemerkt. De termijn voor het instellen van het hoger beroep is aangevangen op 17 maart 2022 en op 28 april 2022 geëindigd. Gelet hierop is het hoger beroep, dat is verstuurd op 30 mei 2022, niet tijdig ingediend. Move2Balance heeft geen feiten of omstandigheden gesteld in verband waarmee redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat zij in verzuim is geweest. De Afdeling zal het hoger beroep van Move2Balance daarom niet-ontvankelijk verklaren.

Slotoverwegingen

5.       Het hoger beroep van Ampals en het hoger beroep van Move2Balance zijn niet-ontvankelijk.

6.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart de hoger beroepen niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, voorzitter, en mr. P.H.A. Knol en mr. G.O. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, griffier.

w.g. Ten Veen

voorzitter

w.g. Montagne

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2023

374-996