Rechtbank Amsterdam, raadkamer materieel strafrecht

ECLI:NL:RBAMS:2024:328

Op 25 January 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een raadkamer procedure behandeld op het gebied van materieel strafrecht, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 23-022962, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBAMS:2024:328. De plaats van zitting was Amsterdam.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
23-022962
Datum uitspraak:
25 January 2024
Datum publicatie:
24 January 2024

Indicatie

Klaagschrift ex art. 552a Sv: inbeslaggenomen fatbike met gashendel. Officier van justitie verzet zich niet tegen teruggave. Beklag gegrond verklaard en teruggave gelast.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht

Zittingsplaats Amsterdam

raadkamernummer : 23-022962

datum : 25 januari 2024

beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager] ,

geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),

wonende op het [adres klager] ,

hierna te noemen: de klager, tevens beslagene.

Feiten

Uit de kennisgeving van inbeslagname op grond van artikel 94 Sv blijkt dat op 11 juli 2023 onder de klager een elektrische fiets, merk Ouxi Fav8t Bike (de rechtbank begrijpt: Ouxi V8 Fatbike), in beslag is genomen.

Procedure

Het klaagschrift is op 11 september 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.

Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.

De rechtbank heeft op 11 januari 2024 het klaagschrift in openbare raadkamer behandeld.

De rechtbank heeft de officier van justitie op zitting gehoord.

De klager is, hoewel daartoe goed opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

Beklag

Het beklag strekt tot teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten: een elektrische fiets, merk Ouxi V8 FatbBike

In het klaagschrift is door de klager aangevoerd dat hij niet wist dat het verboden was een gashendel te hebben op een elektrische fiets. De klager reed niet op gas toen hij werd aangehouden, de kabel was niet aangesloten.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich niet tegen teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan de klager en heeft daartoe als volgt overwogen. Uit het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie blijkt dat tegen de klager tweemaal eerder proces-verbaal is opgemaakt wegens het rijden op een fatbike met gashendel op de openbare weg, te weten op 9 april en 11 juli 2023. Deze zaken zijn nog niet beoordeeld. Op 29 juli 2023 is de klager wederom aangehouden op de fatbike en is deze in beslag genomen ter verbeurdverklaring. De officier van justitie heeft in raadkamer toegelicht dat sprake is van een grijs gebied. Dat het verboden is te rijden op een fatbike met een gashendel staat niet zwart op wit, je mag je alleen niet voortbewegen zonder te trappen. Dit is moeilijk te controleren. Er is geen dossier beschikbaar, alleen een kennisgeving van inbeslagneming, en het is niet te verwachten dat er nog een dossier beschikbaar komt. De officier van justitie acht het niet aannemelijk dat de klager op grond van de thans voorhanden stukken zal worden gedagvaard. Daarom acht zij het hoogst onwaarschijnlijk dat een verbeurdverklaring zal volgen.

Overwegingen

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd.

Het beklag is schriftelijk gedaan en tijdig ingediend. De klager is daarom ontvankelijk in het beklag.

De rechtbank is aan de hand van de haar ter beschikking staande gegevens nagegaan of een ander dan klager als belanghebbende moet worden aangemerkt. Hiervan is de rechtbank niet gebleken.

In geval van een beklag tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank eerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Als het strafvorderlijk belang voortduring van het beslag vordert, wordt geen teruggave gelast.

Als er geen strafvorderlijk belang aan teruggave in de weg staat, vindt teruggave plaats aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.

Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave als het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer dat voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen, -ook in een zaak betreffende een ander dan de klager-, wanneer dat voorwerp kan dienen om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen of indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer van dat voorwerp zal bevelen.

Uit hetgeen de officier van justitie in raadkamer naar voren heeft gebracht is het aannemelijk dat de klager niet gedagvaard zal worden. Een verbeurdverklaring zal dan ook niet volgen. Het strafvorderlijk belang verzet zich volgens de officier van justitie niet langer tegen opheffing van het beslag.

Hoofdregel is dat hetgeen in beslag is genomen wordt teruggegeven aan de beslagene.

De rechtbank acht voorts voldoende aannemelijk geworden dat het inbeslaggenomen voorwerp aan de klager toebehoort. De rechtbank zal het beklag gegrond verklaren en teruggave aan de klager gelasten.

Beslissing

Beslissing

De rechtbank verklaart het beklag gegrond en gelast de teruggave aan de klager van een elektrische fiets, merk Ouxi V8 Fat Bike.

Deze beslissing is gegeven door

mr. C.P.E. Meewisse, rechter,

in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,

en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2024.

Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na dagtekening van deze beslissing.