4
Beoordeling4.1 M+ Teleservices heeft allereerst bezwaar gemaakt tegen het feit dat de gemachtigde van
[verweerder] op het allerlaatste moment nog enkele producties heeft overgelegd. Het gaat hierbij om productie 8 toegezonden per fax om 17.48 uur op de dag voor de mondelinge behandeling en productie 9 en 10 toegezonden enkele uren voor de mondelinge behandeling.De kantonrechter zal productie 9 en 10 buiten beschouwing laten, omdat M+ Teleservices voldoende heeft onderbouwd dat zij deze niet tijdig heeft ontvangen om daarop inhoudelijk te kunnen reageren.
[verweerder] heeft niet voldoende onderbouwd waarom deze producties niet eerder konden worden overgelegd. De kantonrechter acht het in strijd met de goede procesorde om de producties wel bij de zaak te betrekken. Productie 8 zal de kantonrechter wel bij zijn beoordeling betrekken. Deze productie bevat een rapportage van 20 mei 2021van een door
[verweerder] ingeschakelde bedrijfsarts. M+ Teleservices heeft hierop inhoudelijk kunnen reageren. Dat deze reactie gezien de korte termijn waarmee zij met de rapportage bekend was slechts beperkt kon zijn, zal de kantonrechter ook meewegen.4.2
[verweerder] heeft gesteld dat hij steeds arbeidsongeschikt is geweest en dat sprake is van een opzegverbod.M+ Teleservices heeft gesteld dat de bedrijfsarts
[verweerder] per 11 maart 2021 volledig arbeidsgeschikt heeft geacht en dat hij dus arbeidsgeschikt was op het moment van het indienen van het verzoekschrift, zodat het opzegverbod geen rol speelt in deze zaak.4.3 De kantonrechter is van oordeel dat het opzegverbod in het onderhavige geval niet geldt, althans het verzoek geen verband houdt met het opzegverbod wegens ziekte.4.4 Tussen partijen staat op zich niet ter discussie dat de bedrijfsarts van M+ Teleservices
[verweerder] arbeidsgeschikt heeft geacht per 11 maart 2021. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is binnengekomen op deze datum. Op grond van artikel 7:671b lid 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geldt het opzegverbod niet indien de ziekte een aanvang heeft genomen nadat het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen. Het enkele feit dat de bedrijfsarts van M+ Teleservices relatief kort na 11 maart 2021, namelijk op 30 maart 2021, heeft geoordeeld dat
[verweerder] opnieuw arbeidsongeschikt is geworden maakt nog niet dat de genoemde bepaling buiten toepassing dient te blijven.4.5
[verweerder] heeft op grond van het door hem overgelegde medisch advies van 12 mei 2021 (productie 5) en een rapportage van een door hem ingeschakelde bedrijfsarts van 20 mei 2021 (productie 8) betoogd dat de bedrijfsarts van M+ Teleservices ten onrechte hem per 11 maart 2021 arbeidsgeschikt heeft bevonden.De kantonrechter is met M+ Teleservices van oordeel dat de conclusie dat de bedrijfsarts ten onrechte
[verweerder] per 11 maart arbeidsongeschikt heeft verklaard niet, althans onvoldoende kan worden getrokken uit de door
[verweerder] overgelegde rapportages. Het medisch advies van 12 mei 2021 is grotendeels gebaseerd op een verdenking van de huisarts dat
[verweerder] een bipolaire stoornis heeft. De psychiater waar
[verweerder] in het verleden bij in behandeling is geweest heeft echter aangegeven dat er niet evident een bipolaire stoornis is en heeft dit destijds niet verder onderzocht, althans kunnen onderzoeken. In het medisch advies wordt verondersteld dat de bedrijfsarts de hersteldmelding onvoldoende heeft onderzocht. De kantonrechter acht deze conclusie onvoldoende onderbouwd, althans voorbarig. Niet is gebleken dat de medisch adviseur contact heeft gehad met de bedrijfsarts om dit te toetsen. Uit de door M+ Teleservices overgelegde brief van de medisch directeur van de arbodienst (productie 31) wordt naar voren gebracht, na overleg met de bedrijfsarts, dat het medisch dossier logisch, consistent en navolgbaar is. Tevens wordt gesteld dat de stappen in het bepalen van belastbaarheid worden onderbouwd door de op dat moment bekende medische informatie. Anders gezegd: de arbodienst handhaaft de rapportages en beoordelingen van de bedrijfsarts.De door
[verweerder] overgelegde rapportage van de door hem ingeschakelde bedrijfsarts bouwt voor een belangrijk deel voort op het medisch advies. De bedrijfsarts stelt dat er sprake is van doorlopend verzuim, omdat betrokkene binnen 4 weken na hersteldatum wederom is uitgevallen. Naar het oordeel van de kantonrechter sluit dit echter niet uit dat
[verweerder] was hersteld, maar vervolgens toch opnieuw arbeidsongeschikt is geraakt.4.6 Voor de volledigheid merkt de kantonrechter nog op dat zelfs indien geoordeeld zou worden dat
[verweerder] ten tijde van het indienen van het verzoekschrift arbeidsongeschikt was, naar het oordeel van de kantonrechter het verzoek geen verband houdt met deze arbeidsongeschiktheid. Anders dan het medisch advies neemt de kantonrechter daarbij niet tot uitgangspunt dat
[verweerder] een bipolaire stoornis heeft. Dat is immers niet, althans onvoldoende vastgesteld. Met M+ Teleservices is de kantonrechter van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat er een relatie bestaat tussen de gezondheidsklachten van
[verweerder] en de beschuldigingen van fraude, het niet accepteren van een officiële waarschuwing, het onrechtmatig downloaden van persoonlijke informatie en het uiten van diverse verwijten. Deze omstandigheden liggen ten grondslag aan het verzoek en staan los van de arbeidsongeschiktheid van
[verweerder] .4.7 Naar het oordeel van de kantonrechter is voorts voldoende aannemelijk dat de arbeidsverhouding duurzaam en ernstig is verstoord. Uit de feiten blijkt dat al geruime tijd sprake is van verwijten van de zijde van
[verweerder] aan M+ Teleservices. M+ Teleservices heeft in september 2020 aan
[verweerder] meegedeeld dat er geen toezeggingen zijn gedaan. In zoverre heeft M+ Teleservices duidelijkheid verschaft, maar
[verweerder] heeft dit niet geaccepteerd. Integendeel
[verweerder] bleef verwijten maken. Daardoor is de arbeidsverhouding verder verstoord geraakt. Ondanks gesprekken en mediation is er geen toenadering of oplossing bereikt. De kantonrechter verwerpt het standpunt van
[verweerder] dat M+ Teleservices bewust deze verstoring van de arbeidsverhouding zou hebben veroorzaakt. Het is meer de handelwijze en het gedrag van
[verweerder] geweest dat als de oorzaak hiervan kan worden aangewezen. Er is daarom ook geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van M+ Teleservices. Een herplaatsing in een andere functie ligt niet in de rede, omdat M+ Teleservices voldoende heeft onderbouwd dat de verstoorde arbeidsrelatie ook dan een rol zal spelen.4.8 Het voorgaande brengt mee dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen zal worden ontbonden en wel, gelet op het bepaalde in artikel 7:671b lid 9, sub a BW, per 1 augustus 2021. De kantonrechter zal bepalen dat
[verweerder] aanspraak heeft op een transitievergoeding van € 23.108,87 bruto.
[verweerder] heeft geen aanspraak op een billijke vergoeding. M+ Teleservices behoeft gelet hierop ook niet in de gelegenheid te worden gesteld het verzoek in te trekken.4.9 De kantonrechter ziet aanleiding de proceskosten in die zin te compenseren dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.