Rechtbank Den Haag, bodemzaak arbeidsrecht

ECLI:NL:RBDHA:2021:6001

Op 22 June 2021 heeft de Rechtbank Den Haag een bodemzaak procedure behandeld op het gebied van arbeidsrecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 9092772/EJ VERZ 21-82416, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBDHA:2021:6001. De plaats van zitting was Gouda.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
9092772/EJ VERZ 21-82416
Datum uitspraak:
22 June 2021
Datum publicatie:
11 June 2021
Formele relaties:

Indicatie

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever wegens een verstoorde arbeidsverhouding met toekenning transitievergoeding. Onvoldoende verband tussen verzoek tot ontbinding en opzegverbod. Geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Gouda

PF

Zaaknr.: 9092772/ EJ VERZ 21-82416

Uitspraakdatum: 22 juni 2021

Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

M+ Teleservices B.V.,

gevestigd te Alphen aan den Rijn ,

verzoekende partij,

gemachtigde: mr. A.H. Arts,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verwerende partij,

gemachtigde: mr. W.H.J.W. de Brouwer.

Partijen worden aangeduid als “M+ Teleservices” en “ [verweerder] ”.

Procesverloop

1
Procesverloop

De werkgever heeft de kantonrechter bij verzoekschrift, bij de griffie ingekomen op 11 maart 2021, verzocht de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. De werknemer heeft een verweerschrift ingediend. Op 21 mei 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling hebben partijen nog producties toegezonden. Door de gemachtigden zijn pleitnotities overgelegd.

2
2. FeitenDe kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.2.1 [verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1978, is sinds 17 oktober 2010 in dienst bij M+ Teleservices, laatstelijk in de functie van Operation Manager tegen een salaris van € 5.950,00 bruto per maand exclusief vakantietoeslag.2.2 [leidinggevende] , hierna te noemen [leidinggevende] , is de direct leidinggevende van [verweerder] en is tevens (mede) bestuurder en (mede) aandeelhouder van M+ Teleservices.2.3 Bij e-mail van 18 september 2019 heeft [verweerder] aan [leidinggevende] bericht dat hij er doorheen zit. Hij wil graag weten welke rol M+ Teleservices nog voor hem ziet.2.4 In oktober 2019 heeft [verweerder] zich bij M+ Teleservices ziekgemeld.2.5 Op 19 juni 2020 heeft [verweerder] aan [leidinggevende] een e-mail gestuurd, waarin hij onder meer bericht dat het bestaansrecht van M+ Teleservices op fraude was gebaseerd en dat hij het zat is dat hij harder moet lopen dan een ander. M+ Teleservices voelt voor hem als een gevangenis.2.6 [leidinggevende] heeft daarop aan [verweerder] voorgesteld om alles met elkaar te bespreken en te overwegen om een derde (mediator) te vragen om te helpen bij het gesprek.2.7 Op 20 augustus 2020 heeft er een arbeidsdeskundig onderzoek plaatsgevonden. In het opgestelde rapport wordt gesteld dat [verweerder] nog niet kan re-integreren in passende werkzaamheden bij M+ Teleservices. Geadviseerd wordt om een gesprek plaats te laten vinden om de mogelijke verstoringen in de arbeidsrelatie, voor zover die er zijn, weg te nemen. [verweerder] vindt volgens het rapport niet dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, maar voor hij weer aan de slag kan, zal er een goed gesprek moeten plaatsvinden over de wederzijdse verwachtingen naar de toekomst toe. Voor [verweerder] is het van belang om zijn mogelijkheden binnen M+ Teleservices helder te krijgen, zodat hij op basis hiervan bewuste keuzes kan maken.2.8 Bij e-mail van 15 september 2020 heeft [verweerder] verzocht mee te delen of M+ Teleservices van plan was haar toezeggingen over een leaseauto, salarisverhoging, een andere functie en aandeelhouderschap na te komen.2.9 Op 18 september 2020 heeft M+ Teleservices [verweerder] geïnformeerd dat hij met ingang van het tweede ziektejaar 70% van zijn salaris zal ontvangen.2.10 [verweerder] heeft gereageerd dat hij dit oneerlijk en onterecht vindt.2.11 Bij e-mail van 23 september 2020 heeft [leidinggevende] aan [verweerder] meegedeeld dat tussen partijen wel was gesproken over mogelijkheden en kansen, maar dat er geen toezeggingen waren gedaan.2.12 Bij e-mail van 28 september 2020 heeft [verweerder] [leidinggevende] onder meer bericht dat hij liegt. Voorts vond hij het ongekend dat het bedrijf dat hem ziek had gemaakt, hem na enige tijd ook nog eens geld afhandig maakt. Het beetje draagvlak wat er was om tot een oplossing te komen, was op deze wijze behoorlijk ver weggezakt.2.13 Op 30 september 2020 heeft [leidinggevende] aan [verweerder] voorgesteld om een afspraak te maken, waarbij hij een concreet voorstel aan [verweerder] zou doen.2.14 Op 2 oktober 2020 heeft tussen partijen een gesprek plaatsgevonden en is een aantal mogelijkheden besproken. Op 7 oktober 2020 heeft [verweerder] bericht dat hij geen van de mogelijkheden verder wil onderzoeken en zo snel mogelijk weer aan de slag wil. [leidinggevende] heeft daarop bericht dat dan in overleg met de bedrijfsarts de re-integratie moet worden voortgezet.2.15 Op 13 oktober 2020 heeft de bedrijfsarts gemeld dat er voor twee uur per week mogelijkheden zijn voor re-integratie. Voorts heeft de bedrijfsarts voor de werkgerelateerde problemen mediation geadviseerd.2.16 Op 2 november 2020 heeft er onder leiding van een mediator een gesprek tussen [leidinggevende] en [verweerder] plaatsgevonden.2.17 Op 4 november 2020 heeft M+ Teleservices [verweerder] een officiële waarschuwing gegeven, omdat hij heeft gehandeld in strijd met de afspraken in het kader van re-integratie, onrust heeft veroorzaakt in de interne organisatie en jegens zijn leidinggevenden een toon aanslaat die niet door de beugel kan.2.18 Op 5 november 2020 heeft M+ Teleservices [verweerder] aangeschreven vanwege het (ten onrechte) downloaden van documenten uit personeelsdossiers.2.19 Op 9 november 2020 heeft de partner van [verweerder] meegedeeld dat de officiële waarschuwing niet wordt geaccepteerd. Dit wordt op 29 januari 2021 door [verweerder] herhaald. [verweerder] heeft voorts meegedeeld dat hij de waarschuwing als zeer dreigend ervaart.2.20 Op 4 februari 2021 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat [verweerder] voor 50% belastbaar is voor zijn eigen werk. De bedrijfsarts heeft voorts aangeraden om de mediation voort te zetten.2.21 Vervolgens hebben drie gesprekken plaatsgevonden met een mediator. Op 4 maart 2021 heeft de mediator de mediation beëindigd.2.22 Op 25 februari 2021 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat [verweerder] per 11 maart 2021 volledig hersteld is.2.23 Op 30 maart 2021 heeft de bedrijfsarts [verweerder] opnieuw beoordeeld naar aanleiding van klachten van [verweerder] . De bedrijfsarts heeft geoordeeld dat hij op dat moment voor 50% arbeidsgeschikt is.
3
Geschil3.1 M+ Teleservices verzoekt om de arbeidsovereenkomst tussen partijen op een zo kort mogelijke termijn te ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding.3.2 M+ Teleservices legt, samengevat, het volgende aan haar verzoek ten grondslag. Er bestaat een fundamenteel verschil van inzicht over de toekomst van [verweerder] bij M+ Teleservices. [verweerder] meent dat er toezeggingen zijn gedaan en stelt op grond daarvan eisen. M+ Teleservices betwist dat. [verweerder] maakt M+ Teleservices verwijten en uit dit binnen de organisatie van M+ Teleservices. Er is een onwerkbare situatie ontstaan. [verweerder] toont geen enkele sensitiviteit voor de hiërarchische verhoudingen en ondermijnt zijn leidinggevenden. Naar mate de tijd vorderde, raakten de verhoudingen ernstiger verstoord. Mediation heeft geen oplossing kunnen bieden. Er is sprake van een ernstige en duurzame verstoring. Herplaatsing ligt niet in de rede. Er is geen werkbare situatie mogelijk waarbij de problemen tussen partijen geen rol spelen. M+ Teleservices is bereid een transitievergoeding te betalen aan [verweerder] . Bij een ontbinding per 1 mei 2021 bedraagt deze € 22.579,03 bruto.3.3 [verweerder] heeft, samengevat, het volgende als verweer gevoerd. De gedragingen die M+ Teleservices ten grondslag legt aan haar verzoek komen allemaal voort uit het ziektebeeld van [verweerder] . Zij vinden hun oorsprong in de sterke behoefte van [verweerder] aan duidelijkheid. Het gebrek aan duidelijkheid heeft hem veel spanning en stress bezorgd. Een medisch adviseur die zijn medisch dossier heeft bekeken acht het aannemelijk dat zijn gedragingen verband houden met zijn ziekte. Bovendien heeft de bedrijfsarts onzorgvuldig gehandeld en ten onrechte geoordeeld dat [verweerder] arbeidsgeschikt kon worden geacht per 11 maart 2021. [verweerder] is nimmer arbeidsgeschikt geweest. M+ Teleservices heeft ondanks dat zij kennis heeft genomen van dit medisch advies haar verzoek niet ingetrokken. Er is sprake van een opzegverbod. Bovendien is geen sprake van een ernstige en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. [verweerder] heeft enkel behoefte aan duidelijkheid. Als M+ Teleservices die verschaft, staat niets aan werkhervatting in de weg. M+ Teleservices heeft geen maatregelen genomen om de relatie te herstellen. M+ Teleservices heeft bovendien herplaatsing niet onderzocht. Subsidiair stelt [verweerder] zich op het standpunt dat M+ Teleservices ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. M+ Teleservices heeft ten onrechte haar verzoek tot ontbinding gehandhaafd. Een eventuele verstoring van de arbeidsverhouding is uitsluitend te wijten aan het handelen dan wel nalaten van M+ Teleservices. Door geen duidelijkheid aan [verweerder] te verschaffen heeft M+ Teleservices de ziekte van [verweerder] verergerd. Voorts heeft M+ Teleservices geen reële poging tot verbetering van de arbeidsrelatie gedaan. Er bestaat aanleiding aan M+ Teleservices een billijke vergoeding van € 154.224,00 toe te kennen. Dit is gelijk aan twee bruto jaarsalarissen. Het is gelet op de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] zeer onaannemelijk dat hij op korte termijn een dienstverband elders zal vinden. De transitievergoeding bedraagt bij een ontbinding per 15 juli 2021 € 23.018,19 bruto.

Overwegingen

4
Beoordeling4.1 M+ Teleservices heeft allereerst bezwaar gemaakt tegen het feit dat de gemachtigde van [verweerder] op het allerlaatste moment nog enkele producties heeft overgelegd. Het gaat hierbij om productie 8 toegezonden per fax om 17.48 uur op de dag voor de mondelinge behandeling en productie 9 en 10 toegezonden enkele uren voor de mondelinge behandeling.De kantonrechter zal productie 9 en 10 buiten beschouwing laten, omdat M+ Teleservices voldoende heeft onderbouwd dat zij deze niet tijdig heeft ontvangen om daarop inhoudelijk te kunnen reageren. [verweerder] heeft niet voldoende onderbouwd waarom deze producties niet eerder konden worden overgelegd. De kantonrechter acht het in strijd met de goede procesorde om de producties wel bij de zaak te betrekken. Productie 8 zal de kantonrechter wel bij zijn beoordeling betrekken. Deze productie bevat een rapportage van 20 mei 2021van een door [verweerder] ingeschakelde bedrijfsarts. M+ Teleservices heeft hierop inhoudelijk kunnen reageren. Dat deze reactie gezien de korte termijn waarmee zij met de rapportage bekend was slechts beperkt kon zijn, zal de kantonrechter ook meewegen.4.2 [verweerder] heeft gesteld dat hij steeds arbeidsongeschikt is geweest en dat sprake is van een opzegverbod.M+ Teleservices heeft gesteld dat de bedrijfsarts [verweerder] per 11 maart 2021 volledig arbeidsgeschikt heeft geacht en dat hij dus arbeidsgeschikt was op het moment van het indienen van het verzoekschrift, zodat het opzegverbod geen rol speelt in deze zaak.4.3 De kantonrechter is van oordeel dat het opzegverbod in het onderhavige geval niet geldt, althans het verzoek geen verband houdt met het opzegverbod wegens ziekte.4.4 Tussen partijen staat op zich niet ter discussie dat de bedrijfsarts van M+ Teleservices [verweerder] arbeidsgeschikt heeft geacht per 11 maart 2021. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is binnengekomen op deze datum. Op grond van artikel 7:671b lid 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geldt het opzegverbod niet indien de ziekte een aanvang heeft genomen nadat het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen. Het enkele feit dat de bedrijfsarts van M+ Teleservices relatief kort na 11 maart 2021, namelijk op 30 maart 2021, heeft geoordeeld dat [verweerder] opnieuw arbeidsongeschikt is geworden maakt nog niet dat de genoemde bepaling buiten toepassing dient te blijven.4.5 [verweerder] heeft op grond van het door hem overgelegde medisch advies van 12 mei 2021 (productie 5) en een rapportage van een door hem ingeschakelde bedrijfsarts van 20 mei 2021 (productie 8) betoogd dat de bedrijfsarts van M+ Teleservices ten onrechte hem per 11 maart 2021 arbeidsgeschikt heeft bevonden.De kantonrechter is met M+ Teleservices van oordeel dat de conclusie dat de bedrijfsarts ten onrechte [verweerder] per 11 maart arbeidsongeschikt heeft verklaard niet, althans onvoldoende kan worden getrokken uit de door [verweerder] overgelegde rapportages. Het medisch advies van 12 mei 2021 is grotendeels gebaseerd op een verdenking van de huisarts dat [verweerder] een bipolaire stoornis heeft. De psychiater waar [verweerder] in het verleden bij in behandeling is geweest heeft echter aangegeven dat er niet evident een bipolaire stoornis is en heeft dit destijds niet verder onderzocht, althans kunnen onderzoeken. In het medisch advies wordt verondersteld dat de bedrijfsarts de hersteldmelding onvoldoende heeft onderzocht. De kantonrechter acht deze conclusie onvoldoende onderbouwd, althans voorbarig. Niet is gebleken dat de medisch adviseur contact heeft gehad met de bedrijfsarts om dit te toetsen. Uit de door M+ Teleservices overgelegde brief van de medisch directeur van de arbodienst (productie 31) wordt naar voren gebracht, na overleg met de bedrijfsarts, dat het medisch dossier logisch, consistent en navolgbaar is. Tevens wordt gesteld dat de stappen in het bepalen van belastbaarheid worden onderbouwd door de op dat moment bekende medische informatie. Anders gezegd: de arbodienst handhaaft de rapportages en beoordelingen van de bedrijfsarts.De door [verweerder] overgelegde rapportage van de door hem ingeschakelde bedrijfsarts bouwt voor een belangrijk deel voort op het medisch advies. De bedrijfsarts stelt dat er sprake is van doorlopend verzuim, omdat betrokkene binnen 4 weken na hersteldatum wederom is uitgevallen. Naar het oordeel van de kantonrechter sluit dit echter niet uit dat [verweerder] was hersteld, maar vervolgens toch opnieuw arbeidsongeschikt is geraakt.4.6 Voor de volledigheid merkt de kantonrechter nog op dat zelfs indien geoordeeld zou worden dat [verweerder] ten tijde van het indienen van het verzoekschrift arbeidsongeschikt was, naar het oordeel van de kantonrechter het verzoek geen verband houdt met deze arbeidsongeschiktheid. Anders dan het medisch advies neemt de kantonrechter daarbij niet tot uitgangspunt dat [verweerder] een bipolaire stoornis heeft. Dat is immers niet, althans onvoldoende vastgesteld. Met M+ Teleservices is de kantonrechter van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat er een relatie bestaat tussen de gezondheidsklachten van [verweerder] en de beschuldigingen van fraude, het niet accepteren van een officiële waarschuwing, het onrechtmatig downloaden van persoonlijke informatie en het uiten van diverse verwijten. Deze omstandigheden liggen ten grondslag aan het verzoek en staan los van de arbeidsongeschiktheid van [verweerder] .4.7 Naar het oordeel van de kantonrechter is voorts voldoende aannemelijk dat de arbeidsverhouding duurzaam en ernstig is verstoord. Uit de feiten blijkt dat al geruime tijd sprake is van verwijten van de zijde van [verweerder] aan M+ Teleservices. M+ Teleservices heeft in september 2020 aan [verweerder] meegedeeld dat er geen toezeggingen zijn gedaan. In zoverre heeft M+ Teleservices duidelijkheid verschaft, maar [verweerder] heeft dit niet geaccepteerd. Integendeel [verweerder] bleef verwijten maken. Daardoor is de arbeidsverhouding verder verstoord geraakt. Ondanks gesprekken en mediation is er geen toenadering of oplossing bereikt. De kantonrechter verwerpt het standpunt van [verweerder] dat M+ Teleservices bewust deze verstoring van de arbeidsverhouding zou hebben veroorzaakt. Het is meer de handelwijze en het gedrag van [verweerder] geweest dat als de oorzaak hiervan kan worden aangewezen. Er is daarom ook geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van M+ Teleservices. Een herplaatsing in een andere functie ligt niet in de rede, omdat M+ Teleservices voldoende heeft onderbouwd dat de verstoorde arbeidsrelatie ook dan een rol zal spelen.4.8 Het voorgaande brengt mee dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen zal worden ontbonden en wel, gelet op het bepaalde in artikel 7:671b lid 9, sub a BW, per 1 augustus 2021. De kantonrechter zal bepalen dat [verweerder] aanspraak heeft op een transitievergoeding van € 23.108,87 bruto. [verweerder] heeft geen aanspraak op een billijke vergoeding. M+ Teleservices behoeft gelet hierop ook niet in de gelegenheid te worden gesteld het verzoek in te trekken.4.9 De kantonrechter ziet aanleiding de proceskosten in die zin te compenseren dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.

Beslissing

5
BeslissingDe kantonrechter:

- ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 augustus 2021;

- bepaalt dat [verweerder] aanspraak heeft op een transitievergoeding van € 23.108,87 bruto;

- compenseert de proceskosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;

- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

- wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. P.M. Frinking en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 juni 2021.