Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 april 2024 te 's-Gravenhage, ter uitvoering van het doorverdachte voorgenomen misdrijf om [naam] opzettelijk van het leven teberoven, deze [naam] (gedurende enige tijd) heeft belet in zijn ademhaling doordeze [naam] (met kracht) met zijn, verdachtes, arm(en) in een (wurg)greep om denek, hals en/of het lichaam (vast) te houden, terwijl de uitvoering van datvoorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 april 2024 te 's-Gravenhage, ter uitvoering van het doorverdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam] opzettelijk zwaar lichamelijkletsel toe te brengen, deze [naam] (gedurende enige tijd) heeft belet in zijnademhaling door deze [naam] (met kracht) met zijn, verdachtes, arm(en) in een(wurg)greep om de nek, hals en/of het lichaam (vast) te houden,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht ofzou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 april 2024 te 's-Gravenhage, [naam] heeft mishandelddoor die [naam] tegen het lichaam te stompen en/of slaan en/of die [naam](gedurende enige tijd) te beletten in zijn ademhaling door die [naam] (met kracht)met zijn, verdachtes, arm(en) in een (wurg)greep om de nek, de hals en/of hetlichaam (vast) te houden.
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van subsidiair:
poging tot zware mishandeling;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 90 (NEGENTIG) DAGEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 47 (ZEVENENVEERTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op drie jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen drie werkdagen (tussen 09.00 en 12.00 uur) na het ingaan van de proeftijd meldt bij Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, Weesperzijde 70 te Amsterdam, op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich gedurende de proeftijd laat behandelen door GGZ Inforsa of een soortgelijke forensische zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt, waarbij de veroordeelde zich houdt aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, waaronder – gelet op de problematiek – ook het innemen van medicijnen kan vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- gedurende de proeftijd verblijft in een forensische instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, waarbij het verblijf zo lang duurt als de reclassering nodig vindt en de veroordeelde zich houdt aan de huisregels en aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- zich gedurende de proeftijd inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur, waarbij de dagbesteding bijdraagt aan het voorkomen van delictgedrag;
- gedurende de proeftijd meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij de veroordeelde de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden;
geeft opdracht aan Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een taakstraf voor de tijd van 120 (HONDERDTWINTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 60 (ZESTIG) DAGEN;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
gelast in plaats van een last tot tenuitvoerlegging te geven van de straf, voorwaardelijk opgelegd bij voormeld vonnis van de rechtbank te Amsterdam d.d. 30 juni 2024, gewezen onder parketnummer 13/071194-23, te weten een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden:
een taakstraf voor de duur van 200 (TWEEHONDERD) UREN, subsidiair 90 (NEGENTIG) DAGEN vervangende hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M.A. de Koning, voorzitter,
mr. E.C. Kole, rechter,
mr. T.A.B. Mentink, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. H.A.F. Tromp, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 oktober 2024.