Rechtbank Den Haag, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.

De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 1 tenlastegelegde bepleit en heeft zich met betrekking tot het onder 2 tenlastegelegde op het standpunt gesteld dat de verdachte van dit feit deels moet worden vrijgesproken.

Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het BVH-nummer 2023156093, van de politie eenheid Rotterdam, Dienst Regionale Recherche, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 204).

Ten aanzien van feit 1

[medeverdachte] zei tegen mij dat ik seks met die mannen moest hebben. [medeverdachte] had twee weken ervoor tegen mij gezegd dat er een gangbang zou plaatsvinden met mij en dat daar ook geld voor betaald zou worden. [medeverdachte] vertelde mij dat ik er iets aan zou verdienen maar ik weet niet meer hoeveel geld ik zou krijgen. [medeverdachte] vertelde mij ook dat er ergens een advertentie geplaatst zou worden. Ik heb ook niet mijn legitimatie hoeven af te geven. Het was gewoon een mededeling van [medeverdachte] dat ik seks met mannen zou hebben. [medeverdachte] heeft mij van te voren verder geen bijzonderheden over die gangbang verteld. Deze gangbangs vonden plaats in 2017 of 2018 en toen was ik 16 of 17 jaar oud. Op het moment dat die mannen in die woning kwamen was ik al geheel uitgekleed, dat moest ik doen van [medeverdachte] . Ik werd tijdens deze gangbang of tijdens de andere gangbang in die woning van de fotograaf ook een keer tegelijkertijd geneukt door [medeverdachte] en die fotograaf. De fotograaf deed altijd mee tijdens die gangbangs. Ik wist dat er vooraf betaald moest worden omdat de fotograaf zelf ook meedeed met de gangbangs en die mannen weggingen nadat zij waren klaargekomen. Ik wist van het betalen omdat [medeverdachte] mij daarover verteld had en omdat ik ook geld van [medeverdachte] kreeg voor deze gangbang.

0: Wij tonen de aangeefster een politiefoto PL 1590:09:00729 en de foto van een identiteitskaart uit 2016

V: Herken jij deze persoon?

A: Ja, dat is hem. Dat is de fotograaf waarover ik zojuist verklaarde. Op beide foto’s herken ik hem.

Ik moest mijzelf anders noemen. Ik weet dat de mannen moesten betalen aan [de verdachte] . [de verdachte] gaf daarvan een deel aan [medeverdachte] en ik kreeg daar dan weer een deel van. Ik kreeg het allebei de keren in de auto in een envelop. Ik zou een bedrag krijgen. Die mannen moesten [de verdachte] geld geven, daar ging kamerverhuur vanaf. Dat ging dan naar [de verdachte] . Daarvan kreeg ik weer een gedeelte. Het is mij uitgelegd.

Ik zag dat ' [de verdachte] . Eigen nummer' op 25 augustus 2017 aan ' [bijnaam] ' stuurde dat iedereen Chlamydia heeft opgelopen bij 'het blondje'. Ik zag dat er in het gesprek werd gesproken over twee vrouwen: ' [naam 2] ' en 'die kleine die stille' en dat ' [de verdachte] . Eigen nummer' antibioticapillen kan regelen via een apotheker. In de aangifte van 31 mei 2022 verklaarde aangeefster [naam 1] dat zij van 'de fotograaf een Chlamydiapil kreeg na de gangbang waar zij samen met [medeverdachte] aanwezig was geweest.

Op 25 mei 2023 is er onderzoek gedaan naar de in beslag genomen telefoon van

verdachte [de verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1956 te 's-Gravenhage. Tijdens dit onderzoek is er een WhatsApp gesprek aangetroffen tussen ' [de verdachte] . Eigen nummer', behorend bij het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en [bijnaam] , behorend bij het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] is gekoppeld aan de in beslag genomen telefoon van de verdachte [de verdachte] . Uit onderzoek bleek dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 3] 1970

te 's-Gravenhage is.

Omdat mogelijk [naam 1] [naam 2] genoemd wordt door [de verdachte] en [medeverdachte] deed ik verder onderzoek naar voornoemd WhatsApp gesprek en zag de volgende conversatie op 16 november 2017 tussen 15:24 uur en 16:47 uur.

[bijnaam] ; "Vriend woensdag 29 nov van 13u tot 15u kom ik met geile [naam 2] ! Maar ze wil alles met condoom dit keer en wil met niemand zoenen... minstens zelfde geld als de eerste keer als vergoeding ok. Is dat ok?" en "Redje een man of 3 a 4 op woensdagmiddag???"

" [de verdachte] . Eigen nummer" antwoordt; "De 2 afspraken staan in de agenda. Zie je woensdag."

Op 25 mei 2023 is er onderzoek gedaan naar de in beslag genomen telefoon van verdachte [de verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1956 te 's-Gravenhage. Op 1 juni 2023 deed ik, verbalisant, verder onderzoek naar bovengenoemd chatgesprek. Ik zag dat in dit chatgesprek [bijnaam] op 24 september 2017 vraagt; _) "Goedemorgen vriend, kan je mij eens een paar van je geile foto's doorsturen! Ze zijn bij mij veilig en ) vertrouwd he! Even een paar van die leuke geile meisjes en kan ik gelijk aan die kleine laten zien zodat ze ook shoot wil doen Ok". [de verdachte] . Eigen Nummer antwoordt; "Hoi [naam 3] . Heb je een mailadres voor me. Dan stuur ik een paar foto’s. Weet je al wanneer je weer komt met die kleine komt. Groet." [bijnaam] antwoordt; " [e-mail adres] ".

Ik heb binnen diverse sociale media platformen gezocht naar de gebruikersnaam en/of weergavenaam " [gebruikersnaam] ". Ik zag hierdoor dat er een Kik account bestond met de gebruikersnaam " [gebruikersnaam] " en weergavenaam " [naam 2] ". In de zichtbare profielfoto van het Kik account zag ik een gedeelte van een gezicht. Om dit gezicht heen zag ik blonde haren. Omdat er slechts een deel van een gezicht te zien was, vond ik het lastig om een vergelijking te maken. Wel zag ik direct enige overeenkomsten met het gezicht van aangeefster [naam 1] ; ter vergelijking heb ik de RDW-foto van [naam 1] in het systeem opgezocht. Zo zag ik overeenkomsten in de smalle vorm van het gezicht, de ronde vorm van de kin, de afstand van de onderlip tot de kin en onder meer de smalle vorm van de neus en de dunne lippen. Deze overeenkomsten wekten bij mij wel het vermoeden op dat de persoon zichtbaar in de profielfoto van het Kik account, mogelijk aangeefster [naam 1] zou kunnen zijn.

Het was eind augustus 2017 dat ik samen met [naam 1] aanwezig was bij een gangbang. Dit was dus een paar maanden nadat ik [naam 1] heb leren kennen. Na die 2e keer hebben er geen gangbangs meer plaatsgevonden waar wij samen bij zijn geweest.

In de periode tussen november 2017 en januari 2018 heb ik haar uitgelegd hoe dat werkte met die gangbangs. Ik heb haar verteld dat de mannen 150 Euro p/p moeten betalen. Dat een deel naar [de verdachte] ging en een deel naar de dame.

V: Wie regelde die betalingen van de mannen die naar de gangbang kwamen?

A: [de verdachte] .

V: Heb jij ook wel eens een advertentie gemaakt op die site Sexjobs?

A: [de verdachte] deed dat.

V: [naam 1] verklaarde over de advertentie en over jou onder andere het volgende:

"Toen had [medeverdachte] contact met iets van een fotograaf ofzo en die zou dan een advertentie van mij online zetten of in een krant of wat dan ook. Daarbij zei hij ook dat de fotograaf een advertentie of iets van mij online zou zetten om die mannen te regelen. Dat was dan bij de fotograaf thuis of iets." 1 Wat kan jij hier over verklaren?

A: [naam 1] heeft daar bij mij naar gevraagd. Ik heb haar toen uitgelegd hoe dat ging. De fotograaf is [de verdachte] .

Ten aanzien van feit 2

Op 25 mei 2023 heb ik onderzoek gedaan in de data van de telefoon van verdachte [de verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1956 te [geboorteplaats] . Dit toestel was

in beslag genomen tijdens het onderzoek Marshalleilanden van Eenheid Den Haag. Ik zag dat er op de telefoon een 'user account' was op WhatsApp met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en dat dit nummer stond opgeslagen onder de naam ' [de verdachte] . Eigen nummer'. Ik zag ook dat er met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] een sms werd verzonden op 25 november 2021 met als afzender ' [de verdachte] '. In het verdachtenverhoor van 10 mei 2023 in onderzoek Marshalleilanden zag ik dat [de verdachte] het telefoonnummer [telefoonnummer 1] noemde als het telefoonnummer dat hij in gebruik heeft.

Op 28 september 2017 stuurde ' [bijnaam] ' foto IMG-20170928-WA0002.jpg naar ' [de verdachte] . Eigen nummer'. Ik zag op deze foto een blonde vrouw die een donkergroen jasje droeg en een stijve piemel in haar mond had. Ik zag dat de vrouw in de camera keek en herkende deze vrouw als aangeefster [naam 1] . Ik zag dat ' [bijnaam] ' twee foto's en twee filmpjes stuurde naar ' [de verdachte] . Eigen nummer'. Op foto IMG-20170928-WA0006.jpg zag ik een vrouw die gelijkenissen vertoonde met aangeefster [naam 1] . Ik zag dat deze vrouw dezelfde kleur blonde haren had en dat het schaamhaar overeenkwam met foto IMG-20170928-WA0003.jpg. Ik zag op deze foto een deel van het gezicht van de vrouw, haar borsten en vulva. Ik zag dat de vrouw op een man zat en dat zijn piemel in haar vagina ging. Ik herkende op foto IMG-20170928-WA0007.jpg aangeefster [naam 1] . Ik zag op de foto dat aangeefster [naam 1] in de camera keek en op haar ellenbogen en knieën zat. Ik zag dat zij vanaf de achterzijde gepenetreerd werd door een man met een grote tatoeage op zijn linker bovenarm. Bij het gezicht van aangeefster [naam 1] zag ik een stijve piemel van een andere man. Deze man houdt haar haar vast boven op haar hoofd. Ik zag dat aangeefster [naam 1] haar mond open had en de eikel van de piemel deels in haar mond had.

Op afbeelding IMG-20170929-WA0002.jpg is te zien dat aangeefster [naam 1] een stijve penis in haar mond heeft. [naam 1] kijkt hierbij in de camera en ik kan duidelijk het gezicht zien. Ik herken [naam 1] voor de volledige honderd procent. De foto is naar [de verdachte] verstuurd op 28 september 2017 door [medeverdachte] . Op dat moment was [naam 1] 16 jaar oud en dus minderjarig. Op afbeelding IMG-20170928-WA0006.jpg is [naam 1] te zien met een penis in haar vagina. Het gezicht van [naam 1] is niet volledig te zien, maar tot halverwege haar neus. Ik herken [naam 1] in deze afbeelding. De foto is naar [de verdachte] verstuurd op 28 september 2017 door [medeverdachte] . Op dat moment was [naam 1] 16 jaar oud en dus minderjarig. Op afbeelding IMG-20170928-WA0007.jpg wordt [naam 1] gepenetreerd door [de verdachte] en houdt ze haar mond tegen een stijve piemel. Haar hoofd en haar wordt vastgehouden door vermoedelijk de maker van de foto. [naam 1] haar gezicht staat volledig op de foto. Ik herken [naam 1] voor de volledige honderd procent. De foto is naar [de verdachte] verstuurd op 28 september 2017 door [medeverdachte] . Op dat moment was [naam 1] 16 jaar oud en dus minderjarig.

Op 5 juni 2023 heb ik op verzoek van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel te Rotterdam naar aanleiding van twee door hen opgemaakte processen-verbaal onder documentcode 230510750.AMB en 2305301315.AMB de afbeeldingen, waarop een meisje te zien is, beoordeeld.

Ik heb deze afbeeldingen bekeken en beoordeeld als zijnde kinderpornografisch materiaal, omdat uit de hierboven genoemde processen-verbaal opgemaakt kan worden dat de identiteit van het meisje op de afbeeldingen bekend is en zij ten tijde van het maken/versturen van de afbeeldingen in de WhatsApp-chat 16 jaar oud was. Ook zag ik dat de beschrijving van deze afbeeldingen in de hierboven genoemde processen-verbaal overeenkwam met wat er op die afbeeldingen te zien was.

Juridisch kader mensenhandel

De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of de verdachte zich tezamen en in vereniging met een ander schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel door aangeefster seks te laten hebben met anderen dan de verdachte en haar mee te laten doen aan (betaalde) gangbangs.

Doelstelling

Mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f Sr. De strafbaarstelling is gericht op het tegengaan van uitbuiting van personen. Zowel uit de wetsgeschiedenis als uit de jurisprudentie blijkt dat het begrip uitbuiting daarbij ruim moet worden uitgelegd. Het belang van het individu staat voorop; dat belang is het behoud van de lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid van personen.

De tenlastelegging is geënt op de delictsomschrijving van artikel 273f, eerste lid, onderdelen 2, 5 en 8 Sr. Die bepalingen zien op de bescherming van minderjarigen tegen (seksuele) uitbuiting door anderen en het profiteren daarvan.

In artikel 273f, eerste lid, sub 2 Sr ziet onder meer op het werven, huisvesten en opnemen van een minderjarige, met het oogmerk van uitbuiting.

Het in artikel 273f, eerste lid, sub 5 Sr bepaalde ziet op het strafbaar stellen van, voor zover hier van belang, het ertoe brengen van een minderjarige om zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.

Artikel 273f, eerste lid, sub 8 betreft het opzettelijk voordeel trekken uit seksuele handelingen van minderjarigen met derden tegen betaling.

Dwang en leeftijd

Voor het brengen van een minderjarige tot prostitutie geldt een breed beschermingsbereik. In het tweede en vijfde onderdeel van dit artikel ontbreekt de eis van het gebruik van dwangmiddelen. De overtuiging van de wetgever is dat aan de exploitatie van minderjarigen ‘misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’ inherent is.

Daarnaast is het niet van belang of een verdachte bekend is met de minderjarigheid van het slachtoffer, aangezien de minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel is. Hetzelfde geldt voor artikel 273f, eerste lid, sub 8 Sr.

Gelet op het voorgaande is het voor een beoordeling van de strafbaarheid van het handelen van de verdachte dan ook niet van belang dat de verdachte al dan niet op de hoogte was van de minderjarigheid van aangeefster. Evenmin is van belang dat hij haar nooit ergens toe heeft gedwongen, of dat een en ander in de visie van de verdachte (mede) op verzoek van aangeefster heeft plaatsgevonden en/of dat alles in overleg ging. De bescherming van de minderjarige, en de kwetsbare positie waarin een minderjarige zich bevindt, gaat hier voor.

Uitbuiting Door het tewerkstellen van minderjarigen in de prostitutie is er in het algemeen sprake van een grote inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de minderjarige. Reeds indien bewezen kan worden dat verdachte de ten laste gelegde gedragingen heeft verricht ten opzichte van een minderjarige, waarbij in het algemeen aan de exploitatie van prostitutie van minderjarigen misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht inherent is, is sprake van uitbuiting. Het begrip ‘uitbuiting’ moet dan ook niet als bestanddeel in artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 5 en 8 Sr, worden ingelezen en afzonderlijk worden bewezen (vgl. HR 2 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1823).

Medeplegen van artikel 273f lid 1, sub 2, 5 en 8 Sr

De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.

Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.

De aangeefster was minderjarig ten tijde van het plegen van de feiten. Zij heeft verklaard dat zij door de medeverdachte [medeverdachte] is gevraagd of zij mee wilde doen aan een gangbang waar zij geld aan kon verdienen. De medeverdachte heeft vervolgens contact opgenomen met de verdachte. Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte vervolgens een advertentie online heeft gezet om op die manier betalende klanten uit te nodigen om deel te nemen aan deze gangbang. Uit de bewijsmiddelen blijkt ook dat de verdachte zijn woning beschikbaar heeft gesteld voor deze gangbangs en dat hij samen met de medeverdachte afspraken heeft gemaakt over wanneer de aangeefster aanwezig zou zijn.

Er staat vast dat de medeverdachte de aangeefster tot twee keer toe heeft meegenomen naar een gangbang waaraan zij beiden hebben deelgenomen. Uit de bewijsmiddelen volgt ook dat de verdachte tot twee keer toe heeft deelgenomen aan deze gangbangs. De verdachte wist dat de aangeefster zich tijdens deze gangbangs beschikbaar zou stellen voor seksuele handelingen met verschillende mannen, aangezien hij hierover contact heeft gehad met de medeverdachte en zelf de advertenties online heeft gezet.

Op basis van de bewijsmiddelen staat ook vast dat de klanten die deelnamen aan deze twee gangbangs een bedrag van € 150,- per keer moesten betalen aan de verdachte. Aangeefster kreeg vervolgens een gering bedrag als vergoeding. De verdachte heeft zelf niet hoeven betalen voor de gangbangs waaraan de aangeefster deelnam. De verdachte heeft daarmee voordeel getrokken uit de seksuele handelingen die aangeefster met anderen en met hem heeft verricht.

Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.

Rol van de verdachte

De rechtbank oordeelt dat de verdachte een cruciale rol heeft gespeeld, aangezien hij heeft opgetreden als organisator van de gangbangs. Hij heeft een advertentie online geplaatst om zo betalende klanten te regelen voor de gangbangs met de aangeefster. Vervolgens heeft hij de tijd en plaats van de gangbangs bepaald en zijn woning daartoe beschikbaar gesteld. Daarnaast heeft hij het geld, dat de betreffende klanten voor de gangbangs moesten betalen, geïnd. Naast de rol als organisator heeft de verdachte zelf ook actief deelgenomen aan deze gangbangs.

Oogmerk op uitbuiting?

Omtrent het oogmerk van uitbuiting overweegt de rechtbank dat de verdachte het oogmerk heeft gehad om te profiteren van de prostitutie van de minderjarige. Hij was een belangrijke schakel, hij inde het geld van de klanten, en nam zelf ook actief deel aan de gangbangs.

Conclusie

Bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ex artikel 273f, eerste lid, onder sub 2, 5 en 8 Sr tenlastegelegde en derhalve aan mensenhandel. Verdachte heeft de minderjarige samen met een ander geworven, vervoerd en overgebracht naar zijn woning, met het oogmerk om haar daar beschikbaar te stellen voor prostitutiewerk en met het oogmerk daarvan te profiteren. Het oogmerk van de verdachte is dan ook op uitbuiting in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef onder 2, Sr gericht geweest en hij heeft voordeel getrokken uit de seksuele handelingen, in de zin van artikel 273f, eerste lid, aanhef onder 8, Sr.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 2: kinderporno

In de telefoon van de verdachte zijn afbeeldingen aangetroffen die door een deskundige zijn aan de merken als kinderpornografisch. De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen.

De rechtbank is met betrekking tot de tenlastegelegde feiten van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen. De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:

Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.