Rechtbank Limburg, eerste aanleg - enkelvoudig insolventierecht

ECLI:NL:RBLIM:2025:2378

Op 4 March 2025 heeft de Rechtbank Limburg een eerste aanleg - enkelvoudig procedure behandeld op het gebied van insolventierecht, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is C/03/21/85 R, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBLIM:2025:2378. De plaats van zitting was Maastricht.

Soort procedure:
Instantie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
C/03/21/85 R
Datum uitspraak:
4 March 2025
Datum publicatie:
14 March 2025

Indicatie

Schuldsanering, ontneming schone lei, benadeling schuldeisers.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht ontneming schone lei

Toezicht / insolventies

insolventienummer: C/03/21/85 R

Bij vonnis van deze rechtbank van 28 september 2021 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van

[saniet] ,

geboren op [geboortedatum] -1970 te [geboorteplaats] ,

wonende: [adres] , [woonplaats] ,

gemachtigde: mr. J.M. van der Linden.

1
Het verdere verloop van de procedure
1.1.

Bij vonnis van 1 oktober 2024 is aan [saniet] de schone lei verleend.

1.2.

Bij bericht van 2 januari 2025 heeft de voormalig bewindvoerder (hierna: bewindvoerder) na signalen van de beschermingsbewindvoerder van [saniet] een onderzoek ingesteld. Zij heeft daarvoor de ING-rekening met rekeningnummer [rekeningnummer 1] opgevraagd over de periode 1 augustus 2024 tot en met 11 december 2024. Naar aanleiding van die bevindingen is door de voormalige rechter-commissaris op 16 januari 2025 een voordracht gedaan aan de rechtbank om op grond van artikel 358a van de Faillissementswet (Fw) de schone lei van [saniet] te ontnemen op de volgende gronden:

1. Saniet heeft meerdere bankrekeningen niet gemeld bij de bewindvoerder.

Het betreft, voor zover nu bekend, de volgende bankrekeningen:

- [rekeningnummer 1] (ING),

- [rekeningnummer 2] (Revolut),

- [rekeningnummer 3] (Bulgaarse bankrekening).

2. Saniet heeft gelden van derden ontvangen die evenmin zijn gemeld bij de bewindvoerder.

Uit de bankafschriften van de ING-rekening blijkt dat er onder andere bedragen werden ontvangen van [naam 1] , [naam 2] (moeder van saniet), [naam 3] (o.v.v. Jij bent een fijne handelaar top), [naam 4] (o.v.v. sloffen) en Unlimitedkm (o.v.v. benzine geld). Ook vinden er cash-stortingen via de geldmaat plaats, zoals € 200,- op 7 augustus 2024.

3. Saniet heeft een krediet bij Trust Krediet Beheer B.V. afgesloten zonder dit bij de bewindvoerder te melden en is hiermee een nieuwe schuld aangegaan, terwijl het in de schuldsaneringsregeling niet is toegestaan nieuwe schulden te maken. Er is ook een lening aangegaan met [naam 5] en [naam 6] .

4. Er is op 8 augustus 2024 een Volvo V70 diesel met kenteken [kenteken] aanbetaald voor een bedrag van € 450,-. Saniet betaalt ook de wegenbelasting en de autoverzekering voor deze auto. Het bezit van de auto is ook niet bij de bewindvoerder gemeld.

5. Saniet heeft inkomsten verzwegen.

Uit de bankafschriften van de ING-rekening blijkt dat saniet inkomsten heeft ontvangen van Vish Design + Develop en Mediahuis Distributie B.V.

6. Saniet heeft de hele schuldsaneringsregeling beweerd dat hij maximaal 20 uur per week kon werken. Uit de bankafschriften van de ING-rekening blijkt echter, zoals onder punt 5 vermeld, dat saniet enige tijd (twee) banen heeft gehad naast zijn baan van 20 uur per week. Hierdoor is aannemelijk geworden dat saniet op enig moment meer dan 20 uur per week kon werken. Door dit niet te doen heeft saniet niet voldaan aan zijn arbeids- en sollicitatieplicht en zijn de schuldeisers benadeeld.

1.3.

Ter zitting van 18 februari 2025 zijn verschenen [saniet] . bijgestaan door zijn gemachtigde, en [naam voormalig bewindvoerder] , de voormalige bewindvoerder

Overwegingen

2
De beoordeling
2.1.

Op grond van artikel 358a Fw kan de schone lei worden ontnomen als na de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling blijkt dat zich voordien feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die grond zouden hebben opgeleverd voor de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling op de voet van artikel 350, derde lid, onder e Fw, te weten een poging de schuldeisers te benadelen.

2.2.

De rechtbank oordeelt dat niet duidelijk is op grond waarvan het maken van de nieuwe schulden, bedoeld onder 3 van de voordracht, kan worden aangemerkt als een poging [saniet] ’ schuldeisers te benadelen. Hetzelfde geldt voor de aanschaf van een auto, bedoeld onder 4 van de voordracht. De gronden 3 en 4 kunnen dan ook niet bijdragen aan toewijzing van het verzoek. Voor de overige gronden geldt dat echter wél.

2.3

Waar het betreft de feiten en omstandigheden in de voordracht betwist [saniet] alleen het bezit van de auto. Gezien het onder 2.2. overwogene is dat evenwel irrelevant.

Het algemene verweer van [saniet] is dat de beschermingsbewindvoerder zijn werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. Hij stelt dat hij de beschermingsbewindvoerder alle relevante informatie heeft gegeven en dat hij er van uit is gegaan dat het diens taak was om alle informatie aan de bewindvoerder door te geven. De beschermingsbewindvoerder regelt immers de financiën en dient daarom alle informatie te verstrekken.

2.4

Dit verweer wordt verworpen, aangezien [saniet] zelf verantwoordelijk was voor het informeren van de bewindvoerder. (Voetnoot 1) In dit verband overweegt de rechtbank dat de regels van de schuldsaneringsregeling bij [saniet] ’ oproeping voor de toelatingszitting op 27 augustus 2021 zijn meegestuurd en dat die regels bij die zitting zijn besproken en door hem zijn ondertekend. In die regels is over de nakoming van de informatieplicht vermeld:

Ik zal uit mijzelf de schuldsaneringsbewindvoerder over alles informeren wat voor hem of haar van belang kan zijn voor de uitvoering van zijn of haar taak. Dit geldt ook als er sprake is van een postblokkade. Ik zal de schuldsaneringsbewindvoerder ook onmiddellijk informeren als deze daarom vraagt. De informatieplicht geldt in ieder geval voor onder-werpen als nieuw of ander werk, ontslag, verhuizing, wijziging van telefoonnummer of e-mailadres, extra inkomsten, wijziging van huurlasten en/of ziektekostenpremie, gewonnen prijzen en het openvallen van een erfenis. Als ik wil verhuizen of als ik een (andere) auto op mijn naam wil zetten, zal ik vooraf overleggen met de schuldsaneringsbewindvoerder.

en:

Ook als er sprake is van budgetbeheer of beschermingsbewind, ik zelf verantwoordelijk ben voor het nakomen van al mijn plichten en ik mij dus in principe niet kan verschuilen achter de budgetbeheerder of beschermingsbewindvoerder.

2.5

Deze regels zijn ook nog eens tijdens het huisbezoek van de bewindvoerder besproken en vermeld in de waarschuwingsbrief van 24 mei 2024. Daarnaast had [saniet] uit de verslagen dienen af te leiden dat de bewindvoerder niet op de hoogte was van de in de voordracht genoemde feiten en omstandigheden en had hij in het kader van zijn (spontane) informatieplicht de bewindvoerder hier alsnog over dienen te informeren.

[saniet] was dus zelf verantwoordelijk voor het informeren van de bewindvoerder over (in elk geval) de drie bankrekeningen, bedoeld onder 1 van de voordracht, over de aard van de betalingen, bedoeld onder 2 van de voordracht, over de extra inkomsten, bedoeld onder 5 van de voordracht en over zijn grotere verdiencapaciteit, bedoeld onder 6 van de voordracht.. Hij was ook verplicht om conform die grotere verdiencapaciteit te werken en dus meer inkomsten te vergaren.

2.7

De rechtbank merkt deze nalatigheden aan als een poging tot benadeling van de schuldeisers. De verzwegen bedragen en het niet verdiende loon zijn hierdoor immers niet ten goede gekomen aan de schuldeisers.

De aard en omvang van deze tekortkomingen – die nota bene aan het licht zijn gekomen na een beperkt nader onderzoek (Voetnoot 2) - zijn naar het oordeel van de rechtbank zodanig ernstig dat aan de saniet de schone lei moet worden ontnomen. Bepaald zal daarom worden dat art. 358 lid 1 Fw, - op grond waarvan de vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn - verder geen toepassing vindt.

Beslissing

3
De beslissing

De rechtbank

3.1.

stelt vast dat [saniet] gedurende de toepassing van zijn schuldsaneringsregeling heeft getracht zijn schuldeisers te benadelen;

3.2.

bepaalt dat artikel 358 lid 1 van de Faillissementswet verder geen toepassing vindt.

Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.F. Gerard, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 maart 2025 in tegenwoordigheid van N.W.M. Clement, griffier.

Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen.

Voetnoot

Voetnoot 1

En dus nog los van het gegeven dat [saniet] ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat, zoals hij suggereert, de beschermingsbewindvoerder “alles” – met name ook wat hem in de voordracht verweten wordt – wist. Het ontslagverzoek van de beschermingsbewindvoerder doet juist vermoeden dat [saniet] ook de beschermingsbewindvoerder niet naar behoren informeerde.

Voetnoot 2

De rechter-commissaris heeft de voordracht immers gedaan op basis van een onderzoek naar transacties op de ING-rekening van [saniet] over de periode 1 augustus 2024-28 september 2024.