6.4
x 32 = 204.800
CALV. (opmerking rechtbank: Calv. Is de afkorting van [bijnaam verdachte] , zijnde de
Spaanse vorm van ‘ [bijnaam verdachte] ’ waarmee [verdachte] wordt bedoeld).
2 x 28 = 56.000
De politie geeft aan dat de 30 en 31 waar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] over spreken groothandelsprijzen per kilo cocaïne zijn (30.000 en 31.000). (Voetnoot 230) De rechtbank concludeert, gelet op de reactie van [medeverdachte 1] op een opmerking van [persoon 10] dat er ‘meer in omloop is’ tijdens een OVC gesprek met [persoon 10] van 6 juni 2012 in relatie tot de prijs van de ‘blokken’ ‘dat er in de Randstad 7.000 is binnengekomen’, in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen in het dossier dat de door [medeverdachte 1] genoemde ‘31’ duidt op de kiloprijs van cocaïne.
Dat de prijs van cocaïne in die periode teleurstellend was blijkt ook uit de hierna aangehaalde OVC gesprekken tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] van 28 januari 2013, waarin ze aangeven dat de prijs nu rond de 33, 34 ligt en dat ze dan een leuke winst kunnen maken, want de vorige keer was het met 28, 29 weinig heel weinig. (Voetnoot 231) De genoemde bedragen sporen met de bedragen aangetroffen op de notitieblaadjes in de woning van [medeverdachte 9] .
Hieruit volgt dat de 50 blokken die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] aan een contact van [persoon 10] ter verkoop aanboden een partij van (minimaal) 50 kilo cocaïne betrof. Ook de sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] van 7 juni tot en met 10 juni 2012 (het ruilen van 3 slechte wit ingepakte Toyota’s voor goede zwart ingepakte “Cro’) duidt op de handel in cocaïne, te meer daar verdachten daar waar ze documenten voor het inklaren van de container bedoelen, het hebben over ‘originele papieren voor auto’s’.
De rechtbank concludeert voorts dat deze cocaïne in Nederland is ingevoerd door middel van (een van de) hierboven genoemde containers ( [nummer] en [nummer] ) afkomstig uit de Dominicaanse Republiek, bij welke invoer en verdere doorlevering c.q. handel betrokken was een crimineel samenwerkingsverband bestaande uit in ieder geval: [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 9] , [verdachte] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 5] . De rechtbank merkt daarbij op dat de haven van Antwerpen voor een zeeschip slechts bereikbaar is via het binnen de grenzen van Nederland gelegen gedeelte van de Westerschelde. Ook in een container te Antwerpen verborgen cocaïne geldt daardoor als ingevoerd in Nederland.
Voorbereiding nieuw transport
Uit onderstaande blijkt dat de groepering weer afspraken maakt voor een ontmoeting op 11 juni 2012. Voor deze ontmoeting moest een locatie worden afgesproken waar men niet al te veel zou opvallen. Na deze ontmoeting is er sms-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] waaruit blijkt dat er voorbereidingen worden getroffen voor een nieuw transport.
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] zitten op 9 juni 2012 samen in de VW Polo [kenteken 4] . Er wordt gesproken over een afspraak maandagmorgen en de locatie waar die afspraak moet plaatsvinden. [medeverdachte 3] zegt: “Als je bij Ikea gaat zitten met zoveel man he. Dan komt die [bijnaam medeverdachte 9] met die vriend van hem. [medeverdachte 10] , die [bijnaam verdachte] en wij twee. Dan zitten we met zes man daar, en dat valt ook op. En in het [twee namen] , ja daar ziet niemand je, en daar zijn we al een tijdje niet meer geweest. (Voetnoot 232) [medeverdachte 3] geeft aan dat hij ook de [bijnaam verdachte] een berichtje zal sturen ‘elf uur [twee namen] ’. [medeverdachte 1] vraagt zich hardop af ‘waar die ons nou weer voor nodig heeft’. [medeverdachte 3] : ‘Die wil nu kijken of het verder kan. Voor een tweede keer gedaan’. [medeverdachte 1] ‘Ja maar dan moet toch alles verkocht zijn eerst’. (Voetnoot 233)
Uit het peilbaken van de VW Polo [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] blijkt dat deze op 11 juni 2012 rond 12 uur aanwezig is geweest in Valkenswaard in de nabijheid van de twee horecagelegenheden die door de groepering aangeduid worden met ‘ [twee namen] ’ (Restaria [naam] en hotel [naam] ). (Voetnoot 234) Deze ontmoeting is geobserveerd. Aanwezig waren [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 10] , [verdachte] , [medeverdachte 9] en een onbekend gebleven persoon (Voetnoot 235).
Na die ontmoeting is er de volgende sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] : (Voetnoot 236)
[medeverdachte 9] : ‘Ik kan pass de 10jun binnen zijn. moet je vragen of dat nog lukt anders moeten we wachten tot sept. Gr.’
‘En hoe snel kan je me aanwordt geven aub. gr’
[verdachte] : ‘Je boedelt juli waarschijnlijk. Je schijft juni. Dat is veel te laat. 2 juli max binnen. Gr’
‘moet voor 2 juli’
[medeverdachte 9] : ‘nee ik bedoel juli maar vertrek 24 dus kom pass voor de 10 aan’
‘kijken of hun toch voor de 10de aan kunnen. Gr’
[verdachte] : ‘Moet uiterlijk op 2 juli’
[medeverdachte 9] : ‘Ok zal doorgeven. Gr.’
‘is er al een tijd bekend? Gr.’
Later die dag rond, 19.00-20.00 uur, is de VW Polo [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] nabij de woning van [medeverdachte 9] in de [adres 5] te Nijmegen. (Voetnoot 237)
Uit een sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] van 14 juni 2012 blijkt voorts dat zij een afspraak maken voor die dag. [verdachte] geeft aan dat hij [medeverdachte 9] met spoed moet zien. (Voetnoot 238)
Op 7 juli 2012 is er een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] : (Voetnoot 239)
[medeverdachte 1] : “Nou en voor de rest nog nieuws?”
[medeverdachte 3] : “Eigenlijk nog niet, want ik krijg die [bijnaam medeverdachte 9] maar niet te pakken die is even weg.”
[medeverdachte 1] : “Ja dat weet ik.”
[medeverdachte 3] : “Je weet toch die vriend van ons uit eind. De [bijnaam verdachte] . Die moet hem eigenlijk dringend hebben, maar die krijgt hem ook niet te pakken.”
[medeverdachte 1] : “Die moet hem dringend hebben. Weet je waarvoor?”
[medeverdachte 3] : “Nee eigenlijk niet. Ik heb afgesproken met ze voor dinsdag dus dan hoor ik het wel.”
[medeverdachte 1] : “Vraag dat in ieder geval want uhh, niks achter de rug om he.”
[medeverdachte 3] : “Nee, nee, doen we zo wie zo niet.”
Op 10 juli 2012 wordt geobserveerd dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 10] , [verdachte] en [medeverdachte 5] samen aan een tafel zaten in Restaria [naam] te Valkenswaard. (Voetnoot 240)
Zaaksdossier 2: de invoer van 550 kg cocaïne en de criminele organisatie
( [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 11] en [persoon 2] .)
Op de bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 9] inbeslaggenomen BlackBerry
is, voor zover van belang, de volgende emailwisseling van 5 oktober 2012 tussen [medeverdachte 9]
en [verdachte] aangetroffen (Voetnoot 241):
[verdachte] De oude firma gaan we niet meer geb
[verdachte] Hey dit is mn nieuwe bb. Ik heb je gister er zelf een bezorgd. Oude bb is weg. Die was kapot. Dus deze even opslaan in contacten.
[medeverdachte 9] Dag vriend vergeet niet om die fot en nog belangrijker de info van ons eigen want dat moet ik hebben zo snel mogelijk. Gr.
[verdachte] Wordt vandaag later. Geef je tijd door. Kan je om 1745 uden zijn?
[verdachte] Ok. Mijn vriend komt usb enz brengen. Jij kent hem wel. Wij zien elkaar maandag voor instructies. Ok? Hij zit in frituur. Alles ontvangen? Ik leg je de usb stick nog uit.
[medeverdachte 9] Ok ja heb hem al gezien dan zie ik je maandag voor uitleggen goie weekend.
Voorts volgt uit een berichtenwisseling in de BlackBerry van [medeverdachte 9] dat er een ontmoeting is tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] op 9 oktober 2012. (Voetnoot 242)
Vervolgens is op 15 november 2012 tussen 8.54 uur en 10.18 uur een ontmoeting geobserveerd in de woning van [medeverdachte 10] tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] (Voetnoot 243).
Binnen een uur nadat [medeverdachte 3] wegreed bij het huis van [medeverdachte 10] vond er bij de Ikea te Son en Breugel een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 10] , [verdachte] en [medeverdachte 9] (Voetnoot 244). Tijdens deze ontmoeting bij Ikea is onder meer het volgende besproken (Voetnoot 245):
[medeverdachte 9] Die man, die man, with the stift, begrijp je wat ik bedoel met de stift, tegels, sorry. Die man, wie heeft er daar… mee,.. [naam] .
[medeverdachte 10] Ja, ja, ja, moeten poetsen.
[…]
[verdachte] Vijfhonderd.
[medeverdachte 9] Ja. Niet dat ik.. uh… niet moet bijbetalen.
[…]
[medeverdachte 9] en dan ga ik weg, weg, daarheen. Vijftiende kan je sturen.
[medeverdachte 10] Ik zou er scheel op slaan, als het allemaal weer verpest wordt.
Op 14 december 2012 is, voor zover van belang, het volgende OVC-gesprek afgeluisterd in de BMW van [verdachte] , waarbij het woord enkel wordt gevoerd door [verdachte] (Voetnoot 246):
“Ik zal jou eens wat vertellen ik geloof helemaal niet dat er een Petje is.. ik denk dat het dat ie wel wat kan.. [bijnaam medeverdachte 11] kan wel wat maar niet met een petje er bij.. hmm.. nee. Kijk die twee boxen die wij hebben gedaan daar zat geen controle op.. dinges dat was gewoon invoer dus kon dus gewoon doorgaan.. hoeven niet door de scanner niks.. kan gewoon doorgaan.. hij met een verhaal van de twee Paultjes iemand aan de praten.. het is gewoon.. het is gewoon bullshit. Het is gewoon.. Zo werkt het niet.. nee.. zo werkt het namelijk niet nee.. dus wat ik dadelijk aan het doen ben is vrienden van mij gek maken om te betalen omdat Petje ontevreden is omdat er een hele club om Petje heen hangt.. en dat is de case niet dat is de zaak niet nee. Hij moet met Petje praten. Kijk weet je wat die vriend van mij zegt die lange zei.. die zegt ja das lekker.. die mensen zijn de enige die verdienen.. is de enige die verdienen.. kijk dat werkt niet.. wordt toch niks.. Apro.. vertel jij hem.. ja.”
Vervolgens is op 30 december 2012 een OVC-gesprek afgeluisterd tussen [verdachte] en [medeverdachte 12] , in of in de directe nabijheid van de auto van [verdachte] (Voetnoot 247). Onderweg naar deze ontmoeting vraagt [verdachte] zich het volgende hardop af:
”Zou [bijnaam medeverdachte 11] een menselijke fout zijn, wat een mietje. [bijnaam medeverdachte 11] je bent niet eerlijk.. [bijnaam medeverdachte 11] jij bent niet eerlijk. Ik maak geen meter meer, die overmaat moeten we nog regelen.
Tijdens dit gesprek met [medeverdachte 12] is, onder meer, het volgende besproken:
[…] [verdachte] geeft twee flessen champagne aan [medeverdachte 12] om hem alvast gelukkig nieuwjaar te wensen.
[verdachte] “Ja, hebben we nog geluk mee hoor, dit jaar, maar d’r kan in ieder geval 1 persoon blij gemaakt worden, wie niet blij gemaakt zal worden, want dat zal niet gebeuren denk ik, dat is Petje. Ik ga nou, ik ben aan het wachten. Je moet 1 ding tegen [bijnaam medeverdachte 11] zeggen, eh.. dat het eigenlijk door [bijnaam medeverdachte 11] ’s eigen schuld is dat we een beetje ook in de problemen zitten, hij dan met Petje he.. als hij zijn zaken goed had gedaan.. maar goed, dat maakt niks uit, maar dat moet jij maar uit mijn mond tegen hem zeggen.. ik doe mijn best wel hoor.”
[medeverdachte 12] “Ja, wat wij moeten doen nou…”
[verdachte] “Dit is 2 [medeverdachte 4] , briefjes van 100, 2 [medeverdachte 4] .”
[medeverdachte 12] “Kan je misschien morgen die andere geven of niet?”
[verdachte] “Denk het niet, eerlijk gezegd denk het niet, wordt pas woensdag. Ja, ik kan er niks van zeggen, op het moment dat er bij mij geld binnenkomt.. van morgenvroeg is er bij geld gebracht, dat heb jij nou. Ik heb toch echt een beetje druk gezet hoor, maar morgen weet ik niet, morgen laatste dag van het jaar, het is moeilijk [medeverdachte 12] , het is moeilijk.”
[medeverdachte 12] “Morgen niet en dinsdag ook niet.”
[verdachte] “Dinsdag januari, nee nooit, 1 januari nooit, nooit. Laten we in ieder geval voor woensdag afspreken, heb ik ook een beetje meer lucht en het is toch afhankelijk van wat de verkoop is, daar is het afhankelijk van. Nou ok in ieder geval, beter iets dan niets voor Petje. Maar [bijnaam medeverdachte 11] geeft weer niks aan Petje. Je moet slim zijn, moet goed opletten. Maar je tegen [bijnaam medeverdachte 11] zeggen, [bijnaam medeverdachte 11] heeft ook een aandeel in dat iets niet heeft gelopen he? En ik vraag ook geen geld van [bijnaam medeverdachte 11] , snap je? Een beetje, hoe noem je dat, een beetje ja meeleven met een ander moet [bijnaam medeverdachte 11] ook een beetje doen.”
Voorts blijkt uit opgenomen vertrouwelijke communicatie en afgeluisterde telefoongesprekken dat [medeverdachte 9] van medio december 2012 tot medio januari 2013 in Spanje en de Dominicaanse Republiek heeft verbleven. (Voetnoot 248)
Bij het beluisteren van een OVC gesprek op 27 januari 2013 in of naast de Opel Astra
(kenteken [kenteken 5] ) is tussen [medeverdachte 9] en een onbekend gebleven vrouw (Voetnoot 249) onder
meer het volgende besproken:
[medeverdachte 9] “Ik moet daar om half elf zijn… Nou, we hebben elkaar een maand niet gezien. Dus zij willen weten wat ik van daarginds voor hen heb meegenomen.”
Op 28 januari 2013 is rond 13.50 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] bij de [naam] te Ekkersrijt. (Voetnoot 250) Beiden rijden erna weg in de Opel Astra van [medeverdachte 9] . Tijdens deze autorit is onder meer (vanaf 13.55 uur) het volgende besproken: (Voetnoot 251)
[medeverdachte 9] “Ik was daar toch in ons land”
[medeverdachte 3] “Ik ben al 2, 3 weekenden hier gebleven omdat er van alles weer te doen is.”
[medeverdachte 9] “Ja natuurlijk. Ik contacteer die ouwe met bril, die [bijnaam verdachte] .”
(…)
[medeverdachte 9] “Die [bijnaam verdachte] heb ik gesproken via dat apparaatje. Dus jij zegt om twee uur. Dan jou om half twee dan kunnen we samen.”
[medeverdachte 3] “Hij weet toch dat ik erbij ben?”
[medeverdachte 9] “nee”
(en vanaf 14.08 uur)
[medeverdachte 9] “Hoe moet die met die papieren. Als alles weg is dan hebben wij geen hoofdpijn, snap je. Dat is voor een keer.”
[medeverdachte 3] “Staat alles wel klaar?”
[medeverdachte 9] “Bijna”
[medeverdachte 3] “Ja maar ze zijn nu allemaal veel aan het verkopen. Ze zitten nu rond de 3, 34.”
[medeverdachte 9] “Lekker”
[medeverdachte 3] “Ja het werd tijd he. Het heeft lang genoeg geduurd. Zoals de laatste keer 29, 28.”
[medeverdachte 9] “Niet normaal he.”
[medeverdachte 3] “Hoofdpijn.”
Op 28 januari 2013 wordt er omstreeks 14.24 een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] en [verdachte] in een horecagelegenheid te Uden. Door een van de leden van het observatieteam werd gehoord dat [verdachte] zei: ”iets verifiëren” en ”moeten we nakijken”. Daarna rijden [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] weer weg in de Opel Astra. (Voetnoot 252)
Daarna op 28 januari 2013 (vanaf 15.05 uur) heeft in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 5] een gesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] (Voetnoot 253). Tijdens dit gesprek is onder meer het volgende besproken:
[medeverdachte 9] Die [bijnaam verdachte] is wel goed hoor. Die [bijnaam verdachte] .. hij heeft een paar jongens die altijd bij hem. Heb je hem gezien af en toe die donkere jongen. Hij heeft een paar jongens die altijd voor hem klusjes doen en zo.
[medeverdachte 3] Ja
[medeverdachte 9] Die die hebben wel goed met die [bijnaam verdachte] .
[medeverdachte 3] Oh maar hij is wel in orde.
[medeverdachte 9] jawel.
[medeverdachte 3] Hij is in orde. Die andere is was nerveus die met die bril.
[medeverdachte 9] Die is een beetje para. Maar zulke mensen moet je ook hebben he… Die houden jou ook een beetje eh eh…
[medeverdachte 3] Alert
[medeverdachte 9] Ja alert.
Wij moeten zowiezo zien te krijgen van hun ok.. (ntv) want dan kunnen we goed verdienen.
[medeverdachte 9] Ik heb met die [bijnaam verdachte] afgesproken dat ik ook hun deel krijg. Om te verkopen. Dus die krijgen wij ook voor een jongen… als het goed is kunnen wij van tevoren of een paar dagen van te voren die die jongen die Albanees op de hoogte.
[medeverdachte 3] Ja ja die zie ik nou ook geregeld. Die kunnen wij nou alles verkopen voor 33 weet ik zeker.
[medeverdachte 9] Stel je voor dat die [bijnaam verdachte] … dat wij aan die [bijnaam verdachte] 32 betalen. Dan hebben wij ook aan hun verdiend. […] Plus die andere van daar plus die vijf procent snap je?.
[medeverdachte 3] Ja.
[medeverdachte 9] Dan hebben we leuke winst. Vorige keer was weinig, heel weinig.
[medeverdachte 3] Alle begin is moeilijk
[medeverdachte 9] Ja ja. Dan hebben we die plan van daar gezien dat het kan. En deze kant het ook gezien dat het daar ook kan snap je.
[…]
[medeverdachte 9] [persoon 8]
[medeverdachte 3]
[medeverdachte 9] Maar is die altijd zo geweest of… want normaal gesproken was die gewoon goed.
[medeverdachte 3] Ja nee hij altijd zo geweest.
[medeverdachte 9] Hij wil altijd meer trekken naar zijn kant.
[medeverdachte 3] Ja ja. En ze zijn er nu achter dat die eh.. vaker zo’n dingen gedaan heeft. Daarom is sterk ook niet meer zo blij met hem.
[medeverdachte 9] Dat is niet netjes want je moet altijd eerlijk zijn snap je. Of tenminste iedereen moet verdienen wat die moet verdienen. Niet dat jij gewoon gaat pikken of wat dan ook.
[medeverdachte 3] Iedereen moet hetzelfde.
[medeverdachte 3] Die op de uitkijk staat moet net zoveel krijgen als die wat naar binnen loopt. Vind ik. Want die heb ik net zo hard nodig. Want als die daar niet staat ga ik niet naar binnen.
[medeverdachte 9] Nee plus als problemen gebeuren gaat die dezelfde straf krijgen als die van ons.. jou…
Vanuit Uden, waar [verdachte] de afspraak met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] had, rijdt [verdachte] 28 januari 2013 om 15.00 uur naar [naam] in Valkenswaard, alwaar hij een ontmoeting heeft met [medeverdachte 12] (Voetnoot 254). Tijdens deze ontmoeting is onder andere het volgende besproken: (Voetnoot 255).
[verdachte] “Ok, ik kan je Bill ophalen en de vraag is of dat het morgen is. […]
Hmm weet je wie ik vandaag gezien heb? Dormingro. Ja met hem heb ik gegeten. Nu net, kom ik net vandaan.”
[medeverdachte 12] “Ow?”
[verdachte] “Die hebben, die zijn ook klaar. Die hebben, drie honderd, in hun handen, stuks. Ze moeten nog twee honderd innen om te krijgen, dit weekend, ze staan in containers, alles klaar, en ze zweren dat ze vertrekken aanstaande week tussen 1 en 7 februari.”
Op 29 januari 2013 treffen [verdachte] en [medeverdachte 12] elkaar wederom bij restaurant [naam]
in Valkenswaard. Ook [medeverdachte 7] is aanwezig. Het volgende wordt besproken: (Voetnoot 256)
[verdachte] “Hier, maar je komt wel voor 500.. onverstaanbaar.. heb ik verstuurd.”
[medeverdachte 12] “Ja.”
[verdachte] “We kunnen wel blijven zeuren dat er 300 misschien 300.. Hij zei gisteren wel 320.. onverstaanbaar.. 200 bij hebben, 180.. officieel..”
[medeverdachte 12] “Ja.. moeten we op zoek.”
[verdachte] “Maar maar maar kijk ook naar 500 of 520 want dat… is vrij stuk dus… uh..”
[medeverdachte 7] “Want?”
[verdachte] “Maar dat is niet het belangrijkste. Hun zeggen alweer met gemak.. uh.. 12 mei begint zeg maar in juli dat is nu februari he, dat is ook alweer juni, is in januari, afblijven.”
[medeverdachte 12] “Ja?”
[verdachte] “We hebben geld.”
[verdachte] “Kijk en hij zei gisteren gewoon… zitten 4200 stuks in de Dom.. jaren op pad. En daarna is nog eens een keer 8 miljoen twintig gulden.”
[…]
[verdachte] “Nee nee nee nee, niemand praat over Blackberry, niemand praat over de onze.”
In een OVC gesprek gehouden in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 5]
op 30 januari 2013 is door [medeverdachte 9] onder meer (omstreeks 14.02 uur) het volgende
gezegd. [medeverdachte 9] is daarbij onderweg naar een bespreking met [verdachte] en [medeverdachte 10]
en bereidt [nummer] deze bespreking voor: (Voetnoot 257)
“Dit hebben zij, pap!... Dit komen wij tekort, pap!.... Dus ik ga nu naar deze man toe, want dat is onze man vandaag, die is net… hierheen gekomen… Hij heb, om die 350… achter mij om 50 erbij gebracht, plus hij is nu… ntv… met andere mensen om de tafel… Maar ik wil zo snel mogelijk dus ik moet naar deze man… Met hem om de tafel komen, dat hij gewoon die 150 die ik tekort kom erbij gooit.. klaar! Dan moet ik daar naartoe gaan… Hij kan het niet eerder dan na het weekend doen… veel tijd. Het moet van mij deze week afgerond zijn… Klaar!... Snappie?!... “
Uit de vergelijking van de peilbakengegevens van de Opel Astra van [medeverdachte 9] , de VW Polo [kenteken 6] in gebruik bij [verdachte] en de Audi A6 [kenteken 7] in gebruik bij [medeverdachte 10] is af te leiden dat er die dag rond 14.30 uur een ontmoeting is geweest tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] op de Leeuweriksweg te Uden en dat vervolgens [medeverdachte 9] bij [verdachte] in de auto is gestapt en dat ze in de VW Polo van [verdachte] naar de Kornetstraat te Uden zijn gereden, alwaar een ontmoeting heeft plaatsgevonden met [medeverdachte 10] . (Voetnoot 258)
Later die dag (omstreeks 18.55 uur), voeren [verdachte] en [medeverdachte 9] , in de Opel Astra een gesprek, waarbij onder meer het volgende wordt besproken: (Voetnoot 259)
[verdachte] “Je moet die man een ding zeggen want we hebben er nog even over zitten praten… met die 500… ik wil echt niet moeilijk doen… maar als het zo is dat we… dat hij er bijvoorbeeld maar 350 doet…“
[medeverdachte 9] “Nee nee nee ik…”
[verdachte] “Of dat er iets gebeurt waardoor dat er toch…”
[medeverdachte 9] “Nee neen nee.”
[verdachte] “Dan willen we gewoon op basis van 500 25%. Dat is gewoon een extra waarschuwing van doe het goed.”
[medeverdachte 9] “Nee ik heb dit heb ik allang gezegd.”
[verdachte] “Ok ok ok.”
[medeverdachte 9] “Dat wat je nu zegt heb ik al lang gezegd. Doe er vijf want zij rekenen toch van vijf…”
[…]
[verdachte] “Je moet echt 500, […]…
Ja ja ja maar weet je wat je doet je gaat eerst naar daar. Je doet afspraken maken wat je doet en je komt terug, toch?”
[medeverdachte 9] “Ja ja”
[verdachte] “Je komt hier terug”
[medeverdachte 9] “Maandag ben ik terug. Maandag spreken, zitten we gewoon weer met koffie te drinken.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is een bericht van [verdachte] van 30 januari 2013 aangetroffen waarin [verdachte] [medeverdachte 9] een goede reis wenst. [medeverdachte 9] bericht terug: ‘Mandaag of uitstelijk dinsdag maar ik neem bb mee om je op de hoogte te houden’. (Voetnoot 260)
Op 6 februari 2013 is een ontmoeting geobserveerd tussen [verdachte] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9]
bij [naam] te Uden (Voetnoot 261), waarbij onder andere het volgende is besproken (Voetnoot 262):
[medeverdachte 9] “Woensdag komt ie aan..”
[…]
[verdachte] “Dus 26, tussen 26ste en 27ste .. want dat zal misschien wel lukken…”
[…]
[medeverdachte 10] “Petje nog gesproken..”
[verdachte] “Petje is terug. Daarvoor.. met Petje besproken, klopt.”
[…]
[verdachte] “Het spul op zich, is mooi.”
[medeverdachte 9] “Meer kunnen we niet zeggen. Ze willen niet geloven dat Petje problemen geeft.”
[…]
[verdachte] “(…) [bedrijf 2] ”
[…]
[verdachte] “Ik zeg jou, bijvoorbeeld, goed is goed met 750 kilo, exact.”
[medeverdachte 10] “Ja maar wij vragen hun 100.”
[verdachte] “Dan maar 55.”
[medeverdachte 9] “Besteld.”
[medeverdachte 10] “Dan nog, die hou maar. Wat is er niet zoveel dan?”
[verdachte] “Is heel veel.”
[medeverdachte 9] “Kan er moeilijk tussenuit.”
[verdachte] “Inderdaad.”
[…]
[verdachte] “Dat ie nog, ja, oke. Ik moet het geloven, als proef uit, uit, volgens mij Peru. Hebben vier gedaan, deze week?”
[verdachte] “Klanten willen doen, heel veel willen dan wit..”
[…]
[medeverdachte 10] “Als jullie man, het is maar een voorstel… maar andere dingen, … cocaïne.”
[…]
[medeverdachte 9] “Maar ik denk dat het gewoon, bankroet.. [medeverdachte 5] .”
[verdachte] “Ja”
[medeverdachte 9] “Daarna…, is een tegel verdwenen…”
[verdachte] “In de tegel zit coke.”
[medeverdachte 9] “Bananen… die komt nog.”
[verdachte] “Ja”
[…]
[medeverdachte 9] “… containers.”
[verdachte] “Het is die [medeverdachte 12] die zegt ook hoe moeilijk met fruit, ik heb fruit, vis, dus jullie wat er in kan, kan mee.”
[…]
[medeverdachte 9] “500… 500..”
[verdachte] “Met 500 1% en niet meer vragen.”
[medeverdachte 9] “Doe ik niet 500%”
[verdachte] “Die moet je delen door een half procent.”
[medeverdachte 9] “Jaa, oke. Jaa, oke.”
[verdachte] “Nu heb je 1%, dat is 100 stuks. 560 zo’n 600 kilo coke. Want anders heb je rond de 500 stuks, onze kant op.”
[medeverdachte 9] “Ja, oke”
[verdachte] “Die jij doet, die koopt jou.. leverancier kan niet meer stoppen nou.. Oom, oom, je oom jij hebt liever samen, dus die is eruit, die hebben de…”
[…]
[medeverdachte 9] “Ik denk, ik ben baan bij zetten, ik één keer in de coke.”
Op 11 februari 2013 zit [medeverdachte 9] tussen ongeveer 13.00 en 13.45 uur in de Opel Astra met het kenteken [kenteken 5] . Hij praat waarschijnlijk hardop in zichzelf: (Voetnoot 263)
“Wat ik doe bij ons, zij zetten alleen bij ons, dus wij honderd, drie honderd vijftig plus vijftig is vierhonderd.
Die oude man zegt… ga om tafel met jou mensen. Zeg maar tegen hem hebben alleen vierhonderd. Als ze mee akkoord gaan doen wij vierhonderd minimaal want wij hebben nog een week… dan de tijd om misschien toch die vijfhonderd te doen.
Tot dat tot dat die ding vertrekt. Als die ding vertrekt met vierhonderd hebben we… hebben jullie dan als jullie mee akkoord gaan groen licht gegeven voor minimaal vier in plaats van vijf. Maar het kan de vijf komen want hebben nog niet de tijd voor dat die ding vertrekt om om wat nog meer te verzamelen. Maar hij gaat niet meer… Hij zegt van jongens ik heb al vier dinges gedaan. Ik heb met mensen gepraat… normaal gesproken doe ik om jullie toch vijf te doen maar het is.. mij… met deze vrienden lastig om te lastig. Poging niet gelukt wij hebben… zij hebben ook hun eigen dinges dus ik ga niet meer met mensen praten. Als jullie mee akkoord gaan met die vier doen we anders ja. Ja dan moeten we gewoon kappen.”
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 5] van [medeverdachte 9] en de BMW [kenteken 1] van [verdachte] blijkt dat deze auto’s op 11 februari 2013 tussen ongeveer 13.45 uur en 15.15 uur aanwezig zijn in de omgeving van de Markt te Sint Oedenrode. (Voetnoot 264) Hieruit leidt de rechtbank af dat er een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 9] en [verdachte] en dat [medeverdachte 9] op weg daar naar toe in zijn auto het gesprek heeft voorbereid.
Uit de peilbakengegevens van de BMW [kenteken 1] van [verdachte] blijkt dat dit voertuig op 12 februari 2013 omstreeks 14.48 uur stilstond op de Nieuwstraat te Best in de omgeving van ‘ [naam] ’. Uit onderzoek van de camerabeelden van deze snackbar bleek dat [verdachte] en [medeverdachte 10] elkaar daar om 14.50 uur ontmoeten en omstreeks 15.06 uur samen weggingen. (Voetnoot 265)
Uit de zendmastgegevens van de BlackBerry van [verdachte] blijkt dat deze op 12 februari 2013 om 15.22 uur een zendmast in Best aanstraalde en meteen daarna en om 16.45 een zendmast in Sint Oedenrode en om 16.45 uur weer een zendmast te Best. Om 16.47 uur vertrok de BMW [kenteken 1] van [verdachte] uit Best. (Voetnoot 266)
De Opel Astra [kenteken 5] in gebruik bij [medeverdachte 9] is op 12 februari tussen 15.41 en 16.35 uur in de omgeving van de Markt te Sint Oedenrode. (Voetnoot 267)
Uit het voorstaande leidt de rechtbank af dat [verdachte] en [medeverdachte 10] na hun bespreking in de snackbar in de auto van [medeverdachte 10] naar Sint Oedenrode zijn gereden en aldaar [medeverdachte 9] hebben ontmoet.
Op 15 februari 2013 wordt wederom een ontmoeting tussen [medeverdachte 9] , [medeverdachte 10] en [verdachte] geobserveerd. (Voetnoot 268)
Op 16 februari 2013 wordt in de haven van Antwerpen een partij van 3.000 kilogram hasjiesj in beslag genomen. Deze hasjiesj zat verstopt in een container met als deklading handdoeken en was bestemd voor het bedrijf [bedrijf 5] . [bedrijf 5] had [bedrijf 6] met als zaakvoerder [persoon 2] gevolmachtigd voor alle formaliteiten met betrekking tot de aankomst en levering van goederen. Op 19 februari 2013 wordt bekend dat de container niet wordt vrijgegeven. (Voetnoot 269)
Op 20 februari 2013 ontmoeten [verdachte] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] elkaar bij Hotel [naam] , waar zij onder andere het volgende met elkaar bespreken (Voetnoot 270):
[…]
[verdachte] “Petje is zijn batch afgenomen. Je kan het er niet meer inkletsen zoals je
vroeger deed.
[…]
[medeverdachte 11] “En. Ik heb gezegd, weet je wat, doe al het mogelijke forceren, weet je. Doe gissingen voor coke uit. Uh.. hij is rechtstreeks naar de kade gegaan en hoofdkwartier, hoofdkwartier. Hij zegt: “Hey man, het is al de 2e keer dat je zit te hameren op die container en te zeuren over”, hij is daar dus ambtenaar he, hij zegt: “Ja, hij kon het wel weten”, hij zegt “maar ik weet niet verder wat er gezegd is geweest weet ik niet”.
Uh.. het zou niet goed afgelopen hebben want anders hebben ze, zouden ze de Federale zo ver weggelopen bij ondervragen, eigenlijk nog niet gehoord, niet gezien.”
[verdachte] “Bij jou, jou Petje stond die dus ingelogd zeg maar?”
[medeverdachte 11] “Ja”
[verdachte] “Die is ondervraagd, vandaag?”
[medeverdachte 11] “Ja.”
[verdachte] “Maar hij staat daar… Hij staat in, hij staat in beschermd gebied, waar ik niet bij kan zelf? Daar staat ie?”
[medeverdachte 11] “Ja spijtig.”
[verdachte] “En hij is inmiddels gecontroleerd en hij is leeg? Ik ga er mee kappen.”
[medeverdachte 11] “Vandaag, ja, ja”
[verdachte] “Dus hij is verdacht? Maar die zijn verdacht? Zou hij intussen al met die fruit.. met de box?”
[medeverdachte 11] “Welke rij heb jij over nou? Tomaten, die box openmaken?”
[verdachte] “Dan vraagt ie…”
[medeverdachte 11] “Hoofddouane?”
[verdachte] “Gaat die hoofddouanier, die zitten, die zeggen: ‘Hey hier zit een collega van mij en die vraagt naar die box waar ze onderzoek op doen.. net zoals ons”.”
[medeverdachte 11] “Die die, die zal alle stukjes niet doorvertellen of wel?”
[verdachte] “Gaat ie dat zeggen?”
[medeverdachte 11] “Want zij ondervragen alleen, en dan halen ze er nog een, wacht even ze zijn altijd met twee.. “
[verdachte] “Links en rechts halen ze erbij dus alles zelf informeren naar die box. Ja, Petje zit bij de baas liever niet. Die baas vindt dat raar. Gaat die baas dat doen, echt? Hier zit een douanier en vraagt altijd naar die box, kom.. eens voor.”
[medeverdachte 11] “Waarom moet dat? Dat hij vorig jaar vier, vier containers, acht containers in zijn gebied heeft gehad. Veel gehad, vier, heeft niets met die te maken.”
[verdachte] “Heeft dat met deze route iets te maken?”
[medeverdachte 11] “Nee nee nee..”
[…]
[verdachte] “Dus Petje is besmet?”
[medeverdachte 11] “Daarom hebben ze die badge ook afgenomen, hij mag zijn dienst nog doen. Daarom gaan wij ook verder via mijn.. uh.. bronnen, weet je.”
[verdachte] “Wat we hieruit leren is… dat we hieruit leren is één. De douanier die in het systeem niet kan, het systeem laat jou niet zien dat we serieus in de problemen komen.”
[medeverdachte 11] “Nee, en besmet lekken, en weg.”
[verdachte] “Nog 19 avonden bedoel ik.. uh..”
[medeverdachte 11] “Ja, want het werkt niet.. enne.. vroeger toen.. uh.. Petje lieten ze rechtstreeks weten dat de positie, […]. Dat klopte zij in. Hij tikte een code in en hij zei: “oh shit… hey een alarm, ja oke zullen we oplossen”, maar daaruit sinds dat ze zijn badge afgekomen hebben, gingen Petje zeggen dat hij niet in het systeem mag.”
[…]
[verdachte] “Ja. Weet je, weet je wat je je zelf nou moet afvragen met dat gedoe, heeft voor jou Petje nog waarde?”
[medeverdachte 11] “Nu?”
[verdachte] “Ja.”
[medeverdachte 11] “Vandaag wat er gebeurd is dat..?”
[verdachte] “Heeft hij je.. heeft hij vanaf nu nog waarde?”
[medeverdachte 11] “Ik heb mijn uh… Mijn twijfels. Zijn advies kan ik gebruiken. Maar intern daar kan ik.. uh.. er niet bij, nee, als ik eerlijk mag zijn niet nee, maar waarom, daarvan was de vraag, als hij vandaag niet.. uh.. was vernomen dan had ik nog.. uh.. Dan had ik gezegd, het is goed, we kunnen nog verder. Maar wat vandaag gebeurd is, met die bevraging, natuurlijk niet, echt niet wat er gezegd is, is er niet gezegd. Ik weet niet wat er gezegd is geweest. Ik heb hem nog niet kunnen zien dus, hetzelfde.”
[medeverdachte 11] “En als ie niet meer blijft alleen.. uh.. die die nieuwe contact, als.. uh.. van waar komt die?”
[verdachte] “Het winkeltje.”
[medeverdachte 11] “Uit Engel...”
[verdachte] “Zak pillen. Wat gebeurt er nu, als dit verkeerd gaat.. strepen trekken. We moeten iets gaan doen, die het van te voren weg kunnen zetten.”
[medeverdachte 11] “Kijk, wat ik ga doen is.. uh.. zo ie zo niet.. uh.”
[verdachte] “Oke, termijn op.. met dat spul op korte termijn of niet. Ik weet dat niet, jij moet, jij moet het weten.”
[medeverdachte 11] “Uh… in welke richting, dat ik weet dat het schip er aan komt en de container kost, hij moet weten.. uh.. staat er code aan ja of nee maar niet altijd. Soms gebeurt het weleens dat ze niet doorgeven dat daar een code.. uh.. alarm op zit.. uh.. om te kunnen weten.. uh.. dat ie, hij speelt overal ja of nee, zoals het is, in deze situatie. Dus uh.. zij zagen [bedrijf 7] heeft de bevoegdheid om in het systeem te komen.”
[verdachte] “Waarom?”
[medeverdachte 11] “Ze moeten het weten.”
[verdachte] “Hebben die dezelfde bevoegdheden om in het systeem te komen als gewoon of uh..?”
[medeverdachte 11] “Tot op bepaalde.. uh… kun je gewoon.. ja.”
[verdachte] “Oke, dus niet.. dus dat alarm zien ze niet?”
[medeverdachte 11] “Jawel hoor, dat zien ze wel, ja ja.”
[verdachte] “Zien ze dat wel?”
[medeverdachte 11] “Ja, dat zien ze. Maar dieper kunnen ze niet.”
[verdachte] “Dat is heel wat waard. Dat je van te voren weet van, of.. uh..”
[medeverdachte 11] “Ja.”
[…]
[medeverdachte 11] “…pikken eruit ja, door de scan. En de douane kijkt naar de.. eh.. herkomst. Daarom had ik ook tegen jou gezegd, bouw en textiel, niks anders.”
[verdachte] “Dus jij zegt, doordat Petje niet meer in het systeem kom, konden we eigenlijk sowieso niet weten of het wel of niet is want…”
[medeverdachte 11] “Later heeft Petje zo, oke rijken, maar of fruit ook niet.”
[verdachte] “Maar wie heeft die door de scan gedaan dan? Want Petje had geen badge meer op toen.”
[medeverdachte 11] “ [bedrijf 7] heeft gewoon toegestemd”
Naljet “Daar gaat [bedrijf 7] toch niet over?”
[medeverdachte 11] “Jawel, [bedrijf 7] heeft een mening. De [bedrijf 7] geeft de opdracht aan de douane om door de scan te gaan.”
[verdachte] “ [bedrijf 7] ook?”
[medeverdachte 11] “Ja zij hebben verschillende functies. Het is geen klein bedrijfje.”
[verdachte] “Ja, [bedrijf 7] , maar jij zei dat petje het door de scan had gehaald.”
[medeverdachte 11] “Petje mag niet bij de scanning noch de fysieke scanning staan. Maar hij heeft gezegd tegen [bedrijf 7] laat hem even door de scanner gaan.”
[verdachte] “Maar?”
[medeverdachte 11] “Toen bummerde hij een of twee keer. Als het door de scanning gaat en het is proper is de kans miniem dat de volgende door de scanning mag of moet. Dat ze hem gewoon door laten gaan.”
[verdachte] “Hij is [bedrijf 7] dus belangrijker. Veel belangrijker als heel die Petje.”
[medeverdachte 11] “Maar dat is outside. Inside heb ik nog iemand nodig. En daar heb ik volgende week dinsdag een afspraak over.”
[verdachte] “Wat bedoel je?”
[medeverdachte 11] “Wat ik bedoel, hij, die man heeft, is de hoofd van de.. uh.. hij beveelt aan de.. uh.. Mammoetdrijvers. Kijk, Mammoet die containers pikt met kranen. Ken je dat die kranen?”
[verdachte] “Ja, ja ja, ja.”
[medeverdachte 11] “Hij is de baas van heel die drijvers. Hij ken ene.. van de douane. Hij kent iemand, die de positie heeft. En die jongen moet ik hebben. Ik moet altijd via via.”
[…]
[verdachte] “Toen die Dominicanen afleverden toen die keer, weet je nog?”
[medeverdachte 11] “Ja”
[verdachte] “Op uh.. [bedrijf 5] waar ik een hekel aan heb.”
[medeverdachte 11] “Maar dat was ook een fysieke, dat was ook een fysieke scan. Heb ik eruit gehaald.”
[medeverdachte 12] “Ja. Daar is het leeg in gegaan. Leeg in gegaan. Het is er niet vol in gegaan, maar leeg. Jullie hebben [bedrijf 5] leeg de fysieke in laten gaan… [bedrijf 5] .”
[verdachte] “Jawel. Ja. [bedrijf 5] .”
[medeverdachte 12] “Dus, er is, iets een.. uh.. tegels.”
[medeverdachte 11] “Oh, ja ja ja, de, de partij, klopt, de partij tegels, dat klopt, dat klopt.”
[verdachte] “Dat gaat nu weer gebeuren. Wat gebeurt er nu, als die weer naar de fysieke scan moet. Wat gebeurt er dan met… in deze situatie? Of 2, 3 weken dat die een keer aankomt?”
[medeverdachte 11] “Dan denk ik, dan moet ik zien wat ik kan doen. Wat nu, uh, die container laten wegzetten.. uh.. want die mammoet-werkers die uh.. ik noem dat Mammoetleiders. We gaan even die op locatie zetten waar ze, waar dat er weinig.. uh.. toezicht op is.”
[verdachte] “Godverdomme dinsdag, het gaat schieten worden. Die gaan nu vertrekken. Ik wil niet, ik wil niet.. uh.. ik wil geen problemen met de Dominicanen. Ik wil dat het goed gegaan of niet doen.”
[…]
[verdachte] “Wat staat er. Oh, mag ik even storen? Wat staat er op die documenten van MSC? Dat is wel belangrijk wat daar op staat. Dat weet je niet, dat kan je niet weten.”
[…]
[verdachte] “Denk even heel goed na want ik kan dit ook een paar weken uitstellen. Moet dat wel een beetje uitleggen, maar ik kan dat wel. Ik wil namelijk niet dat ze iets sturen. Ja, kan hij hun niet meer uit de voeten, ja, dat wou ik zeggen die shit. Dan zeggen ze tegen mij, wij verwijten jou dat jij ons hebt laten gaan terwijl jouw verhaal niet klopte of veranderd is.”
[medeverdachte 11] “Nee, nee. Hoe lang duurt het, twee weken van daar naar hier?”
[verdachte] “12 dagen. Zeg, twee weken.”
[medeverdachte 11] “Weten we wanneer.. contact?”
[verdachte] “Dadelijk weekend. Het kan goed zijn, als ze zeggen we staan op schema, dat ze de boot geboekt hebben, container aanwezig is, de lading hebben ze bewezen, die hebben ze, dat doen ze zo prachtig die tegels.”
[medeverdachte 11] “Stel het anders.. uh.. een week ofzo tien dagen uit. Ik meen het serieus dan heb ik meer tijd om een beetje.. uh.. reorganisatie.”
[verdachte] “Nou weet je wat het enige positieve is, als we tenminste terug kunnen zenden. Je hebt één grote kostenpost heb je niet meer, Petje.”
[…]
[verdachte] “Nou weet je wat ik wel wil. Ik zeg wel tegen [persoon 11] wacht maar ff een week, er is iets aan de hand, wacht maar effe een week doe maar volgende week, of ik stel het effe uit. Ik durf niet zo, hoe het nu is, hoe de situatie nu is. Dan heeft ie volgende week een afspraak met iemand anders, dat wordt dan heel, dan wordt het een ander systeem, dat is ook een systeem, maar dan moet het dus zo’n systeem, hij, dan kom je niet meer terug, een soort stelen. Ik zei toch, dat kunnen we doen.”
Op 25 februari 2013 wordt [medeverdachte 1] door [medeverdachte 3] in een OVC gesprek bijgepraat: (Voetnoot 271)
[medeverdachte 3] : “Ik heb die dinge nog gezien. De drie Musketiers samen. Die [bijnaam medeverdachte 9] , die met dit bril en die andere. Het is voor 2 tot 3 weken opgeschoven.”
[medeverdachte 1] : “Wat is dat toch allemaal?”
[medeverdachte 3] : “Dat heeft zijn redenen en dat is goed dat dat is opgedoekt.”
[medeverdachte 1] : “Het kan wel nog opgeschoven worden? Ja ik dacht dat dat, eh, dat dat al goed was.:
[medeverdachte 3] : “Nee, nee ja dat was wel allemaal wel goed maar we moesten op oke wachten en dat werd niet gegeven door hun. Ja die [bijnaam medeverdachte 9] was al klaar maar hun, die andere niet.”
[medeverdachte 1] : “Oh, ligt het nou aan ons.”
[medeverdachte 3] “Ja.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is een bericht aan [verdachte] aangetroffen van 27 februari 2013: ‘Sorry had bb niet bij me. Moet je me nu meteen zien anders woordt moelijk en ik weet het niet of nog tijd is kut’. (Voetnoot 272)
Op 28 februari 2013 heeft vanaf omstreeks 13.38 uur in of direct naast de Skoda met het kenteken [kenteken 8] tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] een gesprek plaatsgevonden, waarin onder meer het volgende is besproken: (Voetnoot 273)
[medeverdachte 9] “En hij, jij zal ook sowieso zeggen, dat hun moeten ook die kosten van hun dragen dit, dit…”
[medeverdachte 3] “Jonge, jonge jonge, dus hun zeggen niet sturen?”
[medeverdachte 9] “Nee… Stop maar, stop maar, ja hoe kan ik dit nu stoppen? Die ding is binnen.”
[medeverdachte 3] “Staat klaar ja, ja ja dat is simpel.
Ze wisten het ook, het weekend staat voor de deur ouwhoer.”
[medeverdachte 9] “Ja maar is toch, is toch klote ma, elke keer, kies… op het laatste moment ook nog. Want als je dat tegen mij zegt een week geleden. Vriend…
Dan kan ik misschien wel wat doen. Dan kon ik die namen wisselen, wisselen. Dan zeg ik gewoon, ga ik gewoon naar die bedrijf zeg ik: “kijk ik ben.. ik heb een fouten gemaakt, heb ik jou de verkeerde naam gegeven, hier.
Mijn oom en die man daar, die zijn naar die bedrijf gegaan om te vragen of het nog mogelijk was om die naam te vervangen. Die man zegt: “dat kan ik wel proberen, dat gaat mij niet lukken”. Kijk als ik dat doen….
Dat is vreemd, dan gaan ze mij elke keer dat ik ga te sturen daar, gaan ze ons extra controleren en es ook rooit punt zetten hier.
Snap je? Dus die man zegt als ik dat doet, komen jullie echt nooit daar binnen. Want ze gaan vanaf hier met een [persoon 31] punt altijd zetten. Ik heb tegen die [bijnaam verdachte] gezegd.
En hij geeft mij gewoon hetzelfde bedrijf dat hij aan die mensen ook geeft. Dat is ook klote he.
Ik heb tegen die [bijnaam verdachte] gisteren gezegd: Kijk die man is pissig, die man is boos.
Die man begint een beetje te twijfelen nou, of hij die ding moet sturen. Want vorige week kom ik hem schrikken met ehh: onze mensen hebben problemen misschien.
Hij schrok van. Ik zeg: nee, nee, maar rustig, er is niks aan de hand je houdt het, je moet alleen een tot twee weken wachten. Hij zegt: ik kan niet langer dan een week maken. Moet ik dan 6000 euro, 6000 dollar betalen. Vind ik niet erg, maar als hij dan zegt ‘een week’, kan niet niet langer.”
“Ik maak hem blij. Ik zeg tegen hem jij jij mag gewoon in deze weekend. En dan kom ik gisteren met dit!”
[medeverdachte 3] “Ja, dan kan niet.
Dan vraag ik me af wat nou weer aan de hand is.
Die man heeft problemen, maar wat voor problemen?”
[medeverdachte 9] “Die directeur”
Er is een soort ‘klap-geluid’ te horen.
[medeverdachte 3] “Opgepakt?”
[medeverdachte 9] “Ja naar het bureau gebracht. Dus er moet een verband zijn.
Want dat is toch een grote toeval dat toch die directeur dat ons…. Terwijl jullie dit probleem, dan komen wij ook in problemen. Dus, dat jij.. hij had gebruikt dit bedrijf voor ons allebei. Em dát moet hij zeker niet doen. Hij had mij gewoon een klote bedrijf kunnen geven, maakt mij niet ui, maar niet dezelfde als…
Want het is wat ik tegen hem ben blijven zeggen: elke keer… jullie doen dit… Ik zeg je, voordat ik al onderweg ben. En dan gebeurt er iets met dit. En dan?
Jij geeft mij dezelfde bedrijf die naar de klote gaat. En toevallig, gelukkig, dank god is het gebeurd, twee dagen voordat ik… Nou ja stel je voor dat hun geheim houden dan kom, dan komen we niet achter. Tot volgende week bijvoorbeeld, dan is die ding al lang weg.. hebben wij een groot probleem hier.
En ik weet niet of die [bijnaam verdachte] en die andere genoeg krachtig zijn om dit te gaan betalen.”
[medeverdachte 3] “Hun kunnen wel toveren…”
[medeverdachte 9] “Mijn oom die verliest zeker, die andere zwarte jongen verliest zeker, want die hadden natuurlijk geboekt.
Die hadden tickets geboekt voor woensdag.”
[medeverdachte 3] “Die wilden met die B-M-L komen.
Die wilden natuurlijk met die Bill komen”
[medeverdachte 9] “Ja daarom die dinges vertrekt morgen, zondag is die dicht. Maandag of dinsdag hebben hun de de bill… hadden ze voor woensdag geboekt.
En zou hebben zij ook twee tickets daar ook, voor hierheen. Hun denken van ehhh zomaar zomaar…”
[medeverdachte 9] “Die die [medeverdachte 10] ook. Maar dat is alleen maar gillende stress dat die mensen lopen man.
En ik loop ook maar te stressen, want ik, ik moet dan…”
[medeverdachte 3] “Ja ja”
[medeverdachte 9] “Aan… aan die [bijnaam verdachte] en dan aan die man daar ook.”
[medeverdachte 3] “Hmm hmm”
[medeverdachte 9] “Word gek man… […] hij geeft mij nu een nieuwe dinges.”
[medeverdachte 3] “Ja”
[medeverdachte 9] “Maar hij moet ook die papieren geven voor een nieuwe bestelling… anders doen… doet die man dat niet meer.”
[medeverdachte 3] “Ja”
[medeverdachte 9] “Die man zegt van ehhhh “weet je wat, weet je wat wij doen het is HUN fouten want daar heb ik al twee keer voor betaald. Ik heb nog niet, geen cent gezien van de tegels”
[medeverdachte 3] “Ja”
[medeverdachte 9] “Dus ik had hem klote tegels ntv… hij is boos, hij was boos he”
[medeverdachte 3] “Ja ja”
[medeverdachte 9] “Als hun willen dat doen, ik zet die dingen… hun zetten die tegels…. Laten hun…. Laat zien dat hun graag willen.
Ik kan niet nee tegen hem zeggen , want het is niet zijn fout geweest. Hij is klaar, hij is kant en klaar.
Ik zeg tegen hem: ja oke, ik zal tegen hun hier zeggen dat zij moeten die kosten betalen voor een nieuwe bestelling en mij een nieuwe bedrijf geven. Dan kunnen wij misschien volgende week of week weken vo.. hooguit vertrekken.”
[medeverdachte 9] “En jij? Wat wou jij dan vertellen dan? Jij wou mij zien vandaag toch?”
[medeverdachte 3] “Ja, ehh, omdat er ehh meerdere opties zijn …, met ehhh [medeverdachte 1] .”
[medeverdachte 9] “Dat moeten wij hebben nou, want die [bijnaam verdachte] is een beetje nou….”
Vervolgens werd op 28 februari 2013 omstreeks 14.07 uur door leden van een observatieteam gezien dat [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] Restaria [naam] in Valkenswaard binnen liepen en deze horecagelegenheid omstreeks 14.13 uur weer verlieten. Vervolgens werd gezien dat [verdachte] met zijn auto naast de auto van [medeverdachte 3] stopte en dat de drie verdachten contact met elkaar hadden. Hierna stapten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] in de auto van [medeverdachte 3] en reden weg achter [verdachte] aan. Omstreeks 14.26 uur werd gezien dat de drie verdachten samen een horecagelegenheid genaamd [naam] , te Valkenswaard binnenliepen. (Voetnoot 274)
Na deze ontmoeting werd wederom vertrouwelijke communicatie opgenomen tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] in de auto van [medeverdachte 3] . (Voetnoot 275)
[medeverdachte 9] : “Ja, die [bijnaam verdachte] baalt ook he?
Die moet nu tikken.”
[medeverdachte 3] “Nou ik heb geen problemen om delen wat jij zegt.
Hij is het niet schuld
Maar wij zijn blij dat hij het op tijd heeft kunnen vertellen, he.”
[medeverdachte 9] “En ook dat hij bereid is om toch die papieren te geven.”
[medeverdachte 3] “Ja hij gelooft er gewoon in en en”
[medeverdachte 9] “Ja hij weet dat het niet onze fout is en dat …. Dat eigenlijk een klote verhaal is. Dat het aan hem zijn kant zit. Niet in onze kant. Dat is aan hem. Wij zijn klaar.”
[medeverdachte 3] “Precies.”
[medeverdachte 9] “Ik hoop dat [medeverdachte 1] dit jaar nog…”
[medeverdachte 3] “Ja, ik hoop dat hij heel blij is als ik hem effe via [bijnaam medeverdachte 1] zeg, ik heb
een ticket voor je geboekt. Dan gaan we eerst effe feesten.”
[medeverdachte 9] “Ja ja, dat gaan we zeker met die doen.”
Uit de gang van zaken vanaf 19 februari 2013 blijkt dat er onrust ontstaat nadat bekend wordt dat de container met 3.000 kg hasj geadresseerd aan [bedrijf 5] niet wordt vrijgegeven. Kennelijk was voor een klaarstaand transport cocaïne met travertin tegels als deklading ook [bedrijf 5] als ontvangend bedrijf gebruikt. Omdat het risico op ontdekking te groot is, besluit [verdachte] eerst het transport uit te stellen en daarna om het helemaal af te blazen. Hij neemt de kosten hiervan voor zijn rekening omdat de fout aan zijn kant lag.
Uit onderzoek in de Dominicaanse Republiek is gebleken dat de eerder genoemde persoon die zich ‘ [persoon] ’ noemde eind februari 2013 een bestelling plaatste van 600 m2 travertin tegels bij het bedrijf [bedrijf 9] te San Cristobal. [bedrijf 9] plaatste deze bestelling vervolgens op dinsdag 26 februari 2013 bij het bedrijf [bedrijf 4] De ontvanger van de bestelling bleek te zijn:
[bedrijf 10]
[adres 8] , 2018 Antwerpen
Tel: [telefoonnummer] .
Deze bestelling was geladen in een container met het nummer [nummer] . Deze container werd op vrijdag 1 maart 2013 vanuit het bedrijf [bedrijf 4] verstuurd naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek).
Zaakvoerder van [bedrijf 10] was [persoon 12] . Hij woonde samen met [persoon 13] . [persoon 13] was zaakvoerder van [bedrijf 5] . Dit bedrijf was gebruikt voor de invoering van de 3.000 kilogram hasj. Beide zaakvoerders verklaarden dat zij hun bedrijven voor 2.000 euro hadden verkocht aan [persoon 14] , maar dat de statuten nooit werden aangepast. Deze [persoon 14] verklaarde dat hij had bemiddeld tussen [medeverdachte 12] en deze bedrijven. [bedrijf 5] en [bedrijf 10] waren op deze wijze overgenomen door [medeverdachte 12] .
[bedrijf 10] Interieur is op 6 februari 2013 stopgezet wegens een faillissement. (Voetnoot 276)
Uit de informatie afkomstig van de Dominicaanse Republiek bleek dat er problemen waren ontstaan met het ontvangende bedrijf. Uit een verstrekte email van 1 maart 2013 van een Dominicaanse expediteur naar het bedrijf [bedrijf 9] CXA, bleek dat er iets niet klopte met de code en dat er derhalve niet tot inscheping kon worden overgegaan. Vervolgens bleek uit een email van 4 maart 2013 tussen [bedrijf 9] en de Dominicaanse expediteur dat het ontvangende bedrijf moest worden gewijzigd in:
[bedrijf 6]
[adres 9] , 2000 Antwerpen
[telefoonnummer]
Email: [email-adres]
Deze container [nummer] is op 10 maart 2013 in Caucedo aan boort van ‘De Glasgow Express geladen. Dit schip kwam op 26 maart 2013 aan in de haven van Antwerpen. (Voetnoot 278)
Op 4 maart 2013 omstreeks 12.21 uur wordt er een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 9] en [verdachte] in Hotel [naam] te Valkenswaard. Gehoord wordt dat [verdachte] zegt: ”Ik heb geen geheimen” ”ij maar achter mij aan”. Omstreeks 12.54 wordt gezien dat beiden het hotel verlaten en achter elkaar aan naar [naam] te Valkenswaard rijden. Gezien wordt dat [medeverdachte 12] daar ook op de parkeerplaats is. [verdachte] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 9] lopen gezamenlijk naar binnen. Omstreeks 13.17 uur wordt gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 12] alleen aan een tafel zitten. Vervolgens staat [verdachte] omstreeks 13.32 uur op van tafel en omstreeks 13.34 uur neemt hij, in het gezelschap van [medeverdachte 9] , wederom plaats aan de tafel bij [medeverdachte 12] , Omstreeks 13.52 uur komt [medeverdachte 7] er bij zitten. Omstreeks 13.59 uur verlaten [verdachte] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 12] de horecagelegenheid. (Voetnoot 279)
Gedurende deze ontmoeting werd de vertrouwelijke communicatie tussen [verdachte] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 12] opgenomen. (Voetnoot 280) Er wordt door [medeverdachte 9] en [verdachte] eerst gesproken over kosten die gedeeld moeten worden, omdat [medeverdachte 9] betalingen moet doen. Vervolgens wordt het volgende gezegd:
[verdachte] “Dus effe zodat jij dat ook weet. Gister eentje vertrokken.
De vierhonderd.”
[medeverdachte 9] “Vierhonderd, misschien plus, maar vierhonderd houden ze achter.”
[medeverdachte 12] “Plus is beter.”
[verdachte] “Plus is nooit erg.”
Na de ontmoeting belt [medeverdachte 9] met [medeverdachte 6] . Te horen is dat [verdachte] ook (deels) aanwezig is bij dit telefoongesprek: (Voetnoot 281)
[medeverdachte 9] “Wat is er aan de hand met je BlackBerry?”
[medeverdachte 6] “Ik heb geen ping. Ik heb een nieuwe.”
[medeverdachte 9] “Kut, zorg dat het actief wordt. Ik ben je aan het bellen om te kijken of ik Loro ga ontmoeten of dat ik die andere man ga ontmoeten.”
[medeverdachte 6] “Nee, ik bel je zo via ping. Ik kom hier zo bij de brother aan. Ik geef hem dan jouw ping, en dan contact ik je, dan ping ik je.”
[medeverdachte 9] “Schiet dan op, want ik ben nu bij … dus bij [bijnaam verdachte] (= [bijnaam verdachte] ) zelf.”
[medeverdachte 6] “Waar ben je nu?”
[medeverdachte 9] “Bij [bijnaam verdachte] om dan naar de hoofdstad of naar de andere kant te gaan. [aliasnaam 6] zit op datgene te wachten.”
Op de achtergrond voert [medeverdachte 9] een gesprek met [verdachte] . [verdachte] zegt: ik ben over 5 minuten, 6 minuten. Je kan ook op het terrasje zitten… [medeverdachte 9] zegt: geen probleem.
[medeverdachte 9] “ [bijnaam verdachte] gaat mij, luister, weet je wat [bijnaam verdachte] tegen mij zei loco? Dat wij niets konden doen. Wan zij waren geschrokken of zo iets dergelijks.
En toen die Viejito ( kleine oude man) die jij niet kent kwam loco.. zei hij tegen hem “Nee wij hebben eentje die veel harder is. Dat het één van de meest harde is daar binnen’. Dat hij zelfs rood eruit haalt loco.”
[medeverdachte 6] “Moet je dat horen.”
[medeverdachte 9] “En ik ben bang. Ik zei tegen me zelf ‘hemel nu ben ik gekloot met die mensen ginder’. [bijnaam verdachte] is datgene bij zijn woning gaan ophalen. Ik sta hier buiten op hem te wachten. Zeg me wat ik moet gaan doen. De man heeft mij reeds gebeld. De man van de twaalf.”
[medeverdachte 6] “Oke is goed, doen, ga dan maar naar die. Hoeveel gaat [bijnaam verdachte] jou geven?”
[medeverdachte 9] “Hij zei datgene wat hij thuis heeft. Dat als men hem geld heeft gebracht hij mij dan alles geeft, anders geeft hij me dat wat hij thuis heeft liggen en wat hij heeft is twaalf duizend euro.”
[medeverdachte 6] “Oke maar stuur mij dan 2000, ik ben wanhopig.”
[medeverdachte 9] “Ik geef de man 11 opdat zij jou het ginder geven.”
[medeverdachte 6] “Goed, dan zijn wij gereed. Wij zijn al klaar.”
[medeverdachte 9] “Ik heb hem gezegd dat hij mij alvast een voorschot moet geven tot dat hij mij alles gegeven heeft… maar hij gaat mij ook de anderen geven.”
[medeverdachte 6] “Oke goed… luister, we gaan het volgende doen. Ik wacht bij de Barraco. Ga jij maar naar de [aliasnaam 10] toe. Die ene die je gisteren hebt gesproken. En regel met hem dat het hier aan mij wordt overhandigd,. Maar zeg hem. Luister… dat hij mij belt zodra jij met hem bent. Opdat ik weet wie ik ga ontmoeten.”
[medeverdachte 9] “Nee, nee nee. Neem contact met die kerel! Weet jij niet wie jij ginder gaat ontmoeten?”
[medeverdachte 6] “Nee, hij heeft me het nummer nog niet gegeven.
Maar er is geen probleem daar. Ik ken die mensen. Het zijn goede mensen. Het gaat er om dat we geen tijd verliezen.”
[medeverdachte 9] “Ik ga het volgende doen. Ik ga hem bellen en ik ga hem zeggen ‘luister, bel oom ginder, zodat je hem een nummer kan geven. Zodat die oom daar kan komen waar hij is want hij heeft dat daar direct nodig om geen tijd te verliezen.”
[medeverdachte 6] “Is goed. Ik neem contact op met jou via de ping.”
Uit de opgenomen vertrouwelijke communicatie in de auto van [medeverdachte 9] bleek dat [verdachte] omstreeks 14.26 uur plaatsnam in dit voertuig. Uit dit gesprek bleek dat [verdachte] 25.000 euro overhandigde aan [medeverdachte 9] : (Voetnoot 282)
[verdachte] : “Twee pakketten van 50 euro van tienduizend per pakket en dan heb ik los in een elastiekje
gedaan… Kijk dit is 25.000 euro, maar dat je effe weet hoe het zit. Kijk dit is een pakketje van 10 en dit is 5000, die er op liggen. Die vijfhonderdjes, dat zijn er tien.”
Deze betaling van 25.000 euro door [verdachte] aan [medeverdachte 9] bleek tevens uit aantekeningen op een kladblok dat in de woning van [verdachte] werd aangetroffen. Dit kladblok betrof vermoedelijk een registratie van betalingen zoals door [verdachte] waren gedaan. Op dit kladblok stond onder andere de tekst ‘25.000 Box Domin’. (Voetnoot 283)
Om 15.23 uur en om 17.30 uur die dag (4 maart 2013) belt [medeverdachte 9] met een Dominicaans telefoonnummer. [medeverdachte 9] geeft de man instructies over wat te doen. Het gaat over papieren, twee containers en over geld dat aan de man voor zijn diensten betaald moet worden. Zakelijk weergegeven geeft [medeverdachte 9] aan dat de container die klaar staat verzonden moet worden zonder de verdachte lading. ‘Datgene is ontploft omdat de man hierzo domme dingen heeft lopen doen’ ‘HET moet er uit gehaald worden, want DAT heeft dat probleem. Zij zijn failliet en kunnen u uw geld niet garanderen’. ‘U gaat hetzelfde bedrijf geven die u vrijdag heeft gegeven.’ Ook geeft [medeverdachte 9] aan dat hij niet twee containers tegelijk wil ontvangen, omdat de mensen hier er geen twee tegelijk kunnen uithalen, meenemen en inklaren. Met twee tegelijk bestaat het risico dat ze net niet de goede meenemen. (Voetnoot 284)
Uit onderzoek op de Dominicaanse Republiek bleek dat de eerder genoemde persoon die zichzelf ‘ [persoon] ’ noemde begin maart 2013 wederom een bestelling plaatste van 600m2 travertin tegels bij het bedrijf [bedrijf 9] CXA te San Cristobal. [bedrijf 9] plaatste deze bestelling vervolgens op 7 maart 2013 bij [bedrijf 4] . De ontvanger van deze bestelling bleek wederom te zijn:
[bedrijf 6]
[adres 9] , 2000 Antwerpen
[telefoonnummer]
Deze bestelling is in een container met het nummer [nummer] geladen en werd op donderdag 4 april 2013 vanuit [bedrijf 4] verstuurd naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek). (Voetnoot 285)
Op 12 maart 2013 wordt er een gesprek tussen [medeverdachte 9] en zijn oom [medeverdachte 6] getapt. (Voetnoot 286) Omdat [medeverdachte 6] een Dominicaans nummer gebruikt, bestaat het vermoeden dat hij zich in de Dominicaanse Republiek bevond. Beiden zitten te wachten op gegevens (waarschijnlijk gegevens van bedrijven aan wie de lading gestuurd kan worden) van [bijnaam verdachte] (= [verdachte] ) en ‘ [aliasnaam 5] ’ en ‘ [aliasnaam 6] ’. [medeverdachte 6] geeft aan dat ‘er tijd in gaat zitten om de bestelling klaar te maken’ en ‘er al drie kisten met hetgeen verstuurd moet worden, zijn geprepareerd’.
In de BlackBerrry van [medeverdachte 9] is een berichtenwisseling met [verdachte] aangetroffen waaruit blijkt dat er wederom werd gesproken over het veranderen van het bedrijf. (Voetnoot 287) Hierbij werd de naam ‘ [aliasnaam 7] ’ gebruikt, waarmee naar alle waarschijnlijkheid werd verwezen naar [bedrijf 10] . Tevens bleek dat er mogelijk een nieuwe container verstuurd zou worden. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien af dat met ‘C’ en ‘prijs is 30’wordt gedoeld op de prijs van cocaïne.
[medeverdachte 9] ja [aliasnaam 7] apart maar die was de ene die binnen was want we zouden toch alleen
10 maart 2013 eentje sturen en die box was al binnen dus we hebben die namen veranderts maar dat is opgevallen dus we gaan toch proberen om te doen straks anders moeten we doen met de andere box volgend weekend.
[medeverdachte 9] als je kan die info gelijk meenemen zou mooi zijn van C.
14 maart 2013
[verdachte] ja krijg je later door. Prijs is 30.
14 maart 2013
[medeverdachte 9] Ok. Dan laat me de tijd weten om hoelaat ik morgen jou jongen nog zie in U.
14 maart 2013 Gr.
In de BlackBerrry van [medeverdachte 9] is een berichtenwisseling met [verdachte] aangetroffen van 20 en 21 maart 2013. Uit die berichtenwisseling is af te leiden dat ze elkaar op 21 maart 2013 ontmoeten en dat [medeverdachte 9] dan aan [verdachte] de BL zal overhandigen. (Voetnoot 288) Met BL wordt naar het oordeel van de rechtbank een Bill of Lading bedoeld, een document dat noodzakelijk is voor het inklaren van een container.
Op 22 maart 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] : (Voetnoot 289)
[medeverdachte 1] : “Heb je die [bijnaam medeverdachte 9] nog gezien?”
[medeverdachte 3] “Nee, die ga ik wel nog zien.”
[medeverdachte 1] “Wanneer?”
[medeverdachte 3] “Ik hoop morgen.”
[medeverdachte 1] “oh oh”
[medeverdachte 3] “Maar ik wacht op antwoord.”
[medeverdachte 1] “Ja ja. Laten we het daar maar gewoon op houden.”
[medeverdachte 3] “Ja ja ja ja”
[medeverdachte 1] “Ik hoop dat het een beetje opschiet nou met die [bijnaam medeverdachte 9] .”
[medeverdachte 3] “Ja, ik heb effe kijken, vandaag, gister, ben ik daar geweest. Die zei dat alle oke uit ziet.”
Op 25 maart 2013 werd geobserveerd dat [verdachte] , [medeverdachte 12] en twee tot op dat moment onbekende personen aan een tafel zaten in het [naam] hotel gelegen aan de [adres 10] te Breda. (Voetnoot 290)
Een van die onbekende personen werd later geïdentificeerd als [persoon 15] . (Voetnoot 291)
Gedurende deze ontmoeting werd de vertrouwelijke communicatie opgenomen. (Voetnoot 292)
[verdachte] geeft aan dat er drie firma’s in de running zijn: iets met [bedrijf 6] , [bedrijf 2] en [bedrijf 5] . Deze week of volgende week komt die leeg aan. Je kan hem door de scanner halen, want daar zit niets in. Soort van generale repetitie. De namen [bijnaam medeverdachte 11] en [bedrijf 4] vallen. [verdachte] zegt: “Ik wil gewoon normale zaken doen. Wat wij doen is in feite een normale zaak. Het enige verschil is harddrugs.”
In een OVC gesprek van 26 maart 2013 opgenomen in de Opel Astra van [medeverdachte 9] vertelt [medeverdachte 9] over Turken die in de haven werkzaam zijn om het spul eruit te halen en dat zelfs politieagenten hieraan meedoen. Men vraagt 30 % vergoeding. (Voetnoot 293)
Op 27 maart 2013 omstreeks 13.00 uur werd van de Belgische autoriteiten vernomen dat de controle van de container [nummer] had uitgewezen dat er inderdaad geen verdachte zaken werden aangetroffen in de container. Deze werd vrijgegeven. (Voetnoot 294)
Tapgesprek tussen [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] van 28 maart 2013 om 16.45 uur: (Voetnoot 295)
[medeverdachte 11] “Er zijn facturen en zo op naam van [bedrijf 10] , maar het moet op naam van [bedrijf 6] worden opgemaakt Alleen de Bill of Lading is op naam [bedrijf 6] , maar de overige documenten.”
[medeverdachte 12] “De overige documenten zijn op naam van [bedrijf 10] , klopt.”
[medeverdachte 11] “Dus dat gaat niet. We worden dan hier geblokkeerd.”
[medeverdachte 12] “Ja en hoe moet het nu. Hoe moet dat opgelost worden?”
[medeverdachte 11] “Ja er moeten opnieuw facturen en dergelijke worden opgemaakt op naam van [bedrijf 6] .”
[medeverdachte 12] “Vanuit daar?”
[medeverdachte 11] “Ja door dezelfde persoon, dus de packlist en de factuur.”
[medeverdachte 12] “Dus ze moeten vanuit daar opnieuw de documenten opsturen?”
[medeverdachte 11] “Ja.”
[medeverdachte 12] “Godverdomme.”
[medeverdachte 11] “Hij zegt dus: ‘maak geen slapende honden wakker… zij zullen anders zeggen, ‘wat is dit voor iets’’?”
[medeverdachte 12] “Tja, ik zal hem zo zien en zeggen dat de documenten compleet opnieuw op naam
van [bedrijf 6] moeten worden opgemaakt.”
Op 31 maart 2013 om 15.06 uur belt [medeverdachte 9] met [medeverdachte 6] : (Voetnoot 296)
[medeverdachte 9] “Morgen moet je met [aliasnaam 6] er achter aan om dat ding te sturen. [bijnaam verdachte] zei tegen mij dat zij het dringend nodig hebben. We kunnen DAT niet uithalen zonder die papieren. Ik heb [aliasnaam 6] al uitgelegd wat is wat.”
[medeverdachte 6] “En wat is het, de factuur?”
[medeverdachte 9] “Hij moet de factuur geven op naam van het nieuwe bedrijf en ook de packinglist. Ik zal je niet later dan morgen een faxnummer geven. De man ( [bijnaam verdachte] ) zegt dat dat de reden is waarom dat daar stilstaat en dat kan tot gevolg hebben dat dat opvalt.”
Op 1 april 2013 is er een OVC gesprek in de Opel Astra van [medeverdachte 9] tussen hem en [medeverdachte 7] : (Voetnoot 297)
[medeverdachte 9] “Op een nieuwe firma. Onze vrienden worden gek enne… ja, hij is op nieuwe firma was op die oude, de factuur en dit is de packinglist.”
[medeverdachte 7] : “Ja.”
[medeverdachte 9] “Die moesten zij ook hebben.”
[medeverdachte 7] “Ok, die moet ik nu gaan afgeven.”
[medeverdachte 9] “Ja”
[medeverdachte 7] “Is goed.”
Uit de opgenomen en afgeluisterde telefoongesprekken na het vrijgeven van de container op 27 maart 2013 bleek dat er problemen waren met het inklaren van voornoemde container. Hierboven is reeds aangehaald dat begin maart 2013 het bedrijf [bedrijf 10] Interieur werd vervangen door [bedrijf 6] . Uit de gesprekken bleek dat de naam van de bedrijven weliswaar was veranderd op de bill of lading, maar dat de overige documenten nog steeds op naam van [bedrijf 10] stonden. Als gevolg hiervan kon [medeverdachte 11] de container niet uit de haven van Antwerpen halen. [medeverdachte 11] bespreekt het probleem met [medeverdachte 12] waarna [medeverdachte 9] zijn oom [medeverdachte 6] instructies gaf om in de Dominicaanse Republiek nieuwe documenten op naam van het nieuwe bedrijf ( [bedrijf 6] ) te regelen, waarna [medeverdachte 9] deze aan [medeverdachte 7] gaf. Nu [verdachte] zowel aanspreekpunt is van [medeverdachte 12] als een nauw contact van [medeverdachte 7] , concludeert de rechtbank in onderling verband en samenhang gezien met de overige bewijsmiddelen dat [verdachte] de verbindende schakel is in deze contacten.
Op 2 april 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] : (Voetnoot 298)
[medeverdachte 1] “Hoe is het met die [bijnaam medeverdachte 9] ?”
[medeverdachte 3] “Volgens mij is hij aan de overkant.”
[medeverdachte 1] “Heb je hem niet meer gesproken?”
[medeverdachte 3] “Jawel, vorige week ja, maar hij is nog eens gaan praten met die man… daar
was het een en ander loos daar…”
[medeverdachte 1] “Ik dacht dat dat allemaal rond was.”
[medeverdachte 3] “Ja dat dacht ik ook.”
[medeverdachte 1] “Wat zeggen die andere twee dan?”
[medeverdachte 3] “Ik heb daar nog niets van gehoord, maar ik denk dat die niet blij zijn. Dat duurt al zo lang.”
[medeverdachte 1] “Denk je dat die niet meer willen of zo?”
[medeverdachte 3] “Jawel, jawel, jawel, maar er is teveel gebeurd nou, enne… die bemiddelaar aan die kant, die eigenlijk de grote man is, die had zoiets van jongens, we gaan niet beginnen met rotzooien of dit of dat …ik… hun hadden flink…. gestoken”
[medeverdachte 1] “Wie? Wij of hun?”
[medeverdachte 3] Nee wij.”
[medeverdachte 1] “Wij?”
[medeverdachte 3] “Ja wegens omstandigheden
Dat is dan weer goed. Dan is er toch weer iets dat geregeld moet worden. Dat zijn altijd vijfhonderd vierkante meter he?”
[medeverdachte 1] “Ja ja.”
[medeverdachte 3] “En dat iedere keer weer
Dat is vier keer vijfhonderd vierkante meter he?”
[medeverdachte 1] “Vier keer?”
[medeverdachte 3] “Ja, daarom zeg ik, het is al een keer misgelopen, snap je.”
[medeverdachte 1] “Nee, niet helemaal.”
[medeverdachte 3] “Ja we hebben drie keer vijfhonderd vierkante meter… hebben we besteld, en de vierde keer is nu ook al geweest… alweer 500 vierkante meter.”
[medeverdachte 1] “Was daar niks bij dan?”
[medeverdachte 3] “Ja nee, daarom zeg ik dat was wegens omstandigheden. Maar nou moet die van hier dat betalen.”
[medeverdachte 1] “Dat is toch zo duur niet?”
[medeverdachte 3] “Nee maar je moet ook mensen hebben die het hebben willen.”
[medeverdachte 1] “Ja ja, maar ook al zou dat blijven liggen, waar is het probleem?”
(…)
[medeverdachte 1] “Dus dat gaat nog duren?”
[medeverdachte 3] “Ja dat gaat nog duren. Ik ga ervan uit dat het deze week rond is.(…) ja.. dan is het toch weer een paar weken wachten.”
[medeverdachte 1] “Ja ja natuurlijk… het was wel goed wat toen met (ntv) gekomen is.”
(…)
[medeverdachte 1] “Ik hoor van de week nog wel van je.”
[medeverdachte 3] “Zo gauw ik iets weet van die [bijnaam medeverdachte 9] hou ik je op de hoogte.”
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 5] in gebruik bij [medeverdachte 9] blijkt dat deze op 2 april 2013 tussen 23.00 uur en 23.50 uur heeft stilgestaan op de Vondellaan in Eindhoven. Dit is in de onmiddellijke nabijheid van het woonadres van [verdachte] aan de [adres 1] . (Voetnoot 299) De rechtbank gaat er van uit dat er een ontmoeting tussen [medeverdachte 9] en [verdachte] heeft plaatsgevonden.
Uit de interceptie van telecomgegevens kan worden afgeleid dat [medeverdachte 9] op woensdag 3 april 2013 naar de Dominicaanse Republiek is afgereisd. (Voetnoot 300) Uit de volgende berichtenwisseling blijkt dat [medeverdachte 9] op ‘groen licht’ van [verdachte] aan het wachten is. Omdat zijn telefoon waarmee hij met [verdachte] communiceert stuk is, gaat (een deel van) de communicatie via [medeverdachte 3] .
Het volgende sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 9] is getapt: (Voetnoot 301)
4 april 2013 [medeverdachte 3] Vriend zo gauw je er bent neem dan meteen contact
met me op.
8 april 2013 [medeverdachte 9] Dag vriend ik ben nog steeds aa d overkant de telf
die ik met 20.10 uur die [bijnaam verdachte] comuniseert is in stuk
dus je moet naar hem toe en als je samen met hem bent laat
20.44
uur [medeverdachte 3] : Super, laat maar weten wanneer je terug bent ok. Gr
Later die avond (10 april 2013) krijgt [medeverdachte 1] (die in Bonaire is) in het volgende OVC gesprek een terugkoppeling van [medeverdachte 3] : (Voetnoot 303)
[medeverdachte 1] “Had jij die [bijnaam medeverdachte 9] nog gezien?”
[medeverdachte 3] “Eh, die heb ik wel vandaag gehoord.”
[medeverdachte 1] “Is die wel in de buurt?”
[medeverdachte 3] “Ja bij jou.”
[medeverdachte 1] “Nog altijd?”
[medeverdachte 3] “Ja.”
[medeverdachte 1] “En wanneer komt die dan?”
[medeverdachte 3] “Volgende week.”
[medeverdachte 1] “Met goeie berichten?”
[medeverdachte 3] “Als het goed is wel.”
[medeverdachte 1] “Ja ik ben benieuwd.”
“Dat duurt toch wel allemaal erg lang.”
[medeverdachte 3] “Ja, dat is allemaal samenloop van omstandigheden en noem maar op.”
[medeverdachte 1] “Ik heb misschien een kleine verrassing voor je. Maar dat hoor je wel te zijner tijd.”
[medeverdachte 3] “Verrassing?”
[medeverdachte 1] “Aangename verrassing.”
[medeverdachte 3] “Dat had ik eigenlijk al afgeschreven.”
[medeverdachte 1] “Maar goed, jij ziet in ieder geval deze week die [bijnaam medeverdachte 9] nog zeg je?”
[medeverdachte 3] “Nee volgende week.”
[medeverdachte 1] “Hoe laat is het bij jullie?
[medeverdachte 3] “Twintig voor twaalf.”
[medeverdachte 1] “Had ik je wakker gemaakt?”
[medeverdachte 3] : “Nee ik was net binnen.”
Op 11 april 2013 vindt het volgende OVC gesprek plaats in de Skoda [kenteken 8] van [medeverdachte 3] : (Voetnoot 304)
[medeverdachte 3] “Er is mij een hart van de steen gevallen, gisteren. Ik heb goed bericht
gekregen. De boot is weer weg gevaren.”
NN man “Oke.”
[medeverdachte 3] “En nu komen twee boten.”
NN Man “Uit Colombia daar of wat?”
[medeverdachte 3] “Mmm mmm.”
[medeverdachte 3] “Een met en een met duizend.”
In een tap van 11 april 2013 vertelt [medeverdachte 9] dat hij voor over drie of vier dagen een ticket wil kopen. ‘De vrienden zijn al geweest. Wij zijn aan het afronden opdat ik weg kan gaan.’ (Voetnoot 305)
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is een berichtenwisseling aangetroffen tussen hem en [verdachte] van 12 en 13 april 2013. (Voetnoot 306)
[medeverdachte 9] Fax is niet aangekomen weet je zeker dat het goeieNummer is?
12 april 2013
[verdachte] Wacht
12 april 2013
[verdachte] Probeer weer nu
12 april 2013
[medeverdachte 9] Yoo, ik ben nu al onderweg naar bedrijf. Ping je zo.
13 april 2013
[verdachte] Ok, ik moet [bijnaam medeverdachte 7] waarschuwen. Hoe laat denk je?
13 april 2013
[medeverdachte 9] Maak je niet drk als ik weet 15 min van. Tevooren laat ik het weten dan kan je
13 april 2013 kandy op plek zette.
[verdachte] Doe liever een uur van te voren.
13 april 2013
Op 15 april 2013 informeert [medeverdachte 3] per sms wanneer [medeverdachte 9] terug komt ‘ivm afspraken maken’. [medeverdachte 9] geeft aan dat het deze week wordt. (Voetnoot 307)
Uit sms verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] in combinatie met de OVC, het peilbaken uit de Skoda [kenteken 8] van [medeverdachte 3] en een observatie blijkt dat zij op 18 april 2013 omstreeks 10.00 uur een ontmoeting hebben bij de woning van [medeverdachte 10] . (Voetnoot 308)
Daarna, om 11.50 uur, vraagt [medeverdachte 3] per sms aan [medeverdachte 9] : ‘vriend, weet je al wanneer je er weer bent?’
Later die dag is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] : (Voetnoot 309)
[medeverdachte 3] “Ik ben vanmorgen bij dinge geweest, bij [bijnaam medeverdachte 10] .
Dat is niet goed he.”
[medeverdachte 1] “Niet?”
[medeverdachte 3] “Lees de kranten maar eens daar.”
[medeverdachte 1] “Van daar uit?”
[medeverdachte 3] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Met hem niet?”
[medeverdachte 3] “Nee.’
[medeverdachte 1] “Of met die [bijnaam medeverdachte 9] .”
[medeverdachte 3] “Ja met die [bijnaam medeverdachte 9] .
Dus je moet aan die kant maar eens kijken of je dat kunt lezen ergen. Dat moet zondag geweest zijn.”
[medeverdachte 1] “Dus die is er niet meer?”
[medeverdachte 3] “Die is er wel, maar dat wat gebracht moest worden dat is er niet meer.”
[medeverdachte 1] “Kut.”
[medeverdachte 3] “Dus ik ben aan het wachten wanneer ik.. eh.. antwoord wanneer die weer
hier is.
Want die andere twee zijn gek aan het worden.”
[medeverdachte 1] “En wie zijn schuld is dat. Daar?”
[medeverdachte 3] “Ja weet ik niet. Ik eh… als ik het goed begrepen had is eh… die mensen…”
[medeverdachte 1] “Die? … Daar?”
[medeverdachte 3] “Die.”
[medeverdachte 1] “Zijn die dat schuld?”
[medeverdachte 3] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Is geen goed bericht.”
[medeverdachte 3] “Nee, helemaal niet.”
[medeverdachte 1] “En wat waren hun van plan te doen?”
[medeverdachte 3] “Ja, weet ik niet, we wachten nog even af tot totdat degene weer hier is.”
[medeverdachte 1] “Ja, nou ligt het er aan wie zijn schuld dat is he.”
[medeverdachte 3] “Ja ja he ze zijn het aan het onderzoeken.”
[medeverdachte 1] “En is het daar gebeurd?”
[medeverdachte 3] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Ja, dan is het natuurlijk aan hun he?”
[medeverdachte 3] “Ja, ja logisch.”
[medeverdachte 1] “Dan is er niets aan te doen.”
[medeverdachte 3] “Maar niemand snapt het.”
[medeverdachte 1] “Ja, dan zal die wel willen dat ze hier… dan zal die wel komen he?”
[medeverdachte 3] “Dat is wel de bedoeling.
Die zal toch tekst en uitleg moeten geven.”
Uit het proces-verbaal identificatie volgt dat met ‘ [bijnaam medeverdachte 10] ’ [medeverdachte 10] wordt bedoeld. (Voetnoot 310) Alhoewel [medeverdachte 3] in het gesprek met [medeverdachte 1] de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 10] ’ gebruikt, concludeert de rechtbank dat ook hij met die bijnaam duidt op [medeverdachte 10] , nu [medeverdachte 3] aangeeft dat hij die ochtend bij ‘ [bijnaam medeverdachte 10] ’ is geweest en uit de bewijsmiddelen blijkt dat hij bij [medeverdachte 10] is geweest.
Uit voorgaande volgt dat er op zondag 14 april 2013 [nummer] iets niet goed is gegaan.
Hiervoor is reeds het gesprek tussen [medeverdachte 9] en iemand met een Dominicaans nummer van 4 maart 2013 aangehaald, waarin [medeverdachte 9] aangaf dat er niet twee containers tegelijk verstuurd moesten worden en dat ‘het’ uit de ‘eerste’ container gehaald moest worden omdat het bedrijf failliet was en in de tweede container gestopt moest worden. De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 9] daar waar hij het over de ‘eerste’ container heeft, de container [nummer] bedoelt, die door de Belgische autoriteiten is gecontroleerd en op 27 maart 2013 is vrijgegeven.
De lading voor de ‘tweede’ container met nummer [nummer] is op 7 maart 2013 door [persoon] besteld en op 4 april 2013 vanuit [bedrijf 4] naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek) verzonden. Uit het dossier blijkt dat de container op 22 april 2013 in de haven van Caucedo werd geladen aan boort van de Liverpool Express. Dit schip kwam op 7 mei 2013 in de haven van Antwerpen aan. Deze werd op 8 mei 2013 door de Belgische autoriteiten gecontroleerd. Hierbij bleek dat de container gevuld was met kratten tegels. Er werd geen cocaïne aangetroffen. (Voetnoot 311)
Op 15 april 2013 heeft de Nationale Directie Drugscontole van de Dominicaanse Republiek (DNCD) 419 kg cocaïne verdeeld in 355 pakketten met een nettogewicht van 366 kg in beslag genomen. (In La Republica, een krant op de Dominicaanse Republiek was enkel de bruto hoeveelheid van 419 kg vermeld). (Voetnoot 312) De cocaïne was verborgen in een geheime ruimte in een vrachtwagen, die onderweg was naar de haven van Caucedo. De chauffeur van het vervoermiddel heeft getracht te vluchten, maar werd gepakt. (Voetnoot 313) Hij liet de vrachtauto achter in de nabijheid van de PEAJE (tolweg). (Voetnoot 314) Bij het doorzoeken van de vrachtwagen die door hem werd bestuurd, is een verborgen ruimte aangetroffen in de vorm van een geul aan de achterkant van de cabine van de vrachtwagen. Bij het openen van deze verborgen ruimte zijn 355 pakjes met wit poeder aangetroffen, voorzien van verschillende logo’s (Voetnoot 315). Het witte poeder is middels vier tests onderzocht: de Alkaloide precipitatietest, de Colorimetrietest met kobalt thiocyanaat, de Microkristallentest platinachloride en de Instrumentele analyse door infrarode spectroscopie (Voetnoot 316). Door het Nationaal Instituut voor Forensisch Onderzoek van de Dominicaanse Republiek (Forensisch Chemisch Laboratorium) is, conform het certificaat van het Forensisch Chemisch Onderzoek met het nummer SC1-2013-04-32-005996, op basis van de testresultaten vastgesteld dat de op 14 april 2013 inbeslaggenomen (Voetnoot 317) lading bestond uit in totaal 366,07 kilogram cocaïne, verpakt in 355 pakjes (Voetnoot 318).
Op 28 april 2013 vindt het volgende OVC gesprek plaats tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] (die op Bonaire is): (Voetnoot 319)
[medeverdachte 1] “Had jij die [bijnaam medeverdachte 9] nog gezien?”
[medeverdachte 3] “Nee die is er nog niet. Die is nog steeds daar.”
[medeverdachte 1] “Maar weet jij nou wel hoe en wat.”
[medeverdachte 3] “Nee ook nog niet.”
[medeverdachte 1] “Ook nog niet?”
[medeverdachte 3] “Ik moet nu een afspraak maken met zijn oom.
Deze week
En dan hoor je wel hoe en wat
Van wat de bedoeling is.”
[medeverdachte 1] “Ja godver.
Die van Eindhoven nog gezien?”
[medeverdachte 3] “Die heb ik nou een week niet gezien. Het is ook erg warm daar.”
Op 3 mei 2013 vindt het volgende gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en zijn vriendin [persoon 9] (Voetnoot 320)
[medeverdachte 1] “Met [medeverdachte 3] heb ik voorgisteren nog contact gehad. Er is iets helemaal
verkeerd gegaan, iets helemaal verkeerd.”
[persoon 9] “En nou niet meer?”
[medeverdachte 1] “Ja, we zijn nog met andere dingen bezig, maar een ding is helemaal verkeerd , dat heb je gezien zelfs.”
[persoon 9] “Wat is helemaal verkeerd? Maken verkeerd? [medeverdachte 3] maken verkeerd?”
[medeverdachte 1] “Nee, nee, is niet [medeverdachte 3] .
Dominicaan.”
[persoon 9] “Die vriend van jou, eh eh, Dominicaan van Nederland, die maken goed?”
[medeverdachte 1] “Per ongeluk he, niet extra he.”
[persoon 9] “Perro, wanneer …ntv… maken?”
[medeverdachte 1] “Wie.”
[persoon 9] “De Dominicaan.”
[medeverdachte 1] “Ik weet het nog niet precies, dat krijg ik wel vandaag of morgen te horen.”
[persoon 9] “Aha, per ongeluk eh, aha.”
[medeverdachte 1] “Nee, is een goede jongen. Heel goed.”
[persoon 9] “Ok jij vertrouwen met deze jongen?”
[medeverdachte 1] “Ja 100 %.”
Op 22 mei 2013 werd er op het industrieterrein Ekkersrijt omstreeks 11.39 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] . (Voetnoot 321)
Diezelfde dag voert [medeverdachte 3] in of direct naast de Audi A6 met het kenteken [kenteken 9] een gesprek met een onbekend gebleven man (NN) (Voetnoot 322). Tijdens dit gesprek wordt onder meer het volgende besproken:
[medeverdachte 3] NN “Hoe is het met de handel?”
[medeverdachte 3] “Ja dat van ons is gepakt he.”
NN “Toch niet die 800 in Rotterdam, wat in de krant stond he?”
[medeverdachte 3] “Nee 550.”
NN “Oh ja?”
[medeverdachte 3] “Ja, maar daar, niet hier, daar.”
NN “Ow wieje, ik las laatst in Rotterdam ergens inderdaad ook 800 stuk hey…”
[medeverdachte 3] “Nee nee..”
NN “Oh DAAR was het al mis gegaan.”
[medeverdachte 3] “Daar ja.”
NN “En die hadden ze hem toch in de tas daar of wat?”
[medeverdachte 3] “Ja ja, maar daar heeft iemand de mond open gedaan. Daar heeft iemand mee gepraat. En daar zijn ze nu achter wie. En die baas daar… die, de grote man die weet nu wie het is. Die gaan hem nu ehhh… Het was zelfs zo goed afgetipt. Die vent de chauffeur, die wat het naar de container moest brengen, ja, daar. Die werd al gebeld draai maar om ze staan op je te wachten. Dus die is omgedraaid en toen werden ze weer getipt van hij heeft zich omgedraaid en je kunt ze nu onderweg pakken. En toen hebben ze ze onderweg gepakt. Hij zegt dus dat moet iemand van dichtbij zijn.”
NN “Ja ja ja.”
[medeverdachte 3] “Nu hebben ze een vermoeden, nu weten ze dus waarschijnlijk wie het is. Ja, en die ligt nu ergens in een ehhh martelkamer of iets, weet ik wat ze met hem aan het doen zijn. Dus ehh die ziet het daglicht niet meer.”
NN “Maar ja goed dat was dus weer effetjes een eh een partijtje ellende dan he?”
[medeverdachte 3] “Pfff… ik ben zoveel geld kwijt ouwhoer, dat wil je niet weten.”
NN “Ja [medeverdachte 3] , veel geld weer er in zitten?”
[medeverdachte 3] “Ja ja, een half miljoen he.”
Op 29 mei 2013 voert [verdachte] met [getuige 1] een gesprek in of direct naast de BMW met het kenteken [kenteken 1] (Voetnoot 323), waarin onder meer het volgende wordt besproken:
[verdachte] “Volgende week komt die [naam] eh, ouwe man leverancier naar Amsterdam
toe.”
[getuige 1] “Wie?”
[verdachte] “Ja waar we ooit spullen van hebben.. gehad.”
[getuige 1] “Ja. Die maakt die dingen toch?”
[verdachte] “Ja, nee, dat is de klein ventje. Maar zijn baas zeg maar.”
[getuige 1] “Ja. Komt die doen?”
[verdachte] “Ja gewoon eh, komt hier naar toe praten. Wil een keertje mij zien.. ik zeg is goed. Die hebben gewoon. Maar weet je wat hun zeggen. Die zeggen dit. Die willen er 550 voor willen doen he. Maar er stond in de krant 419. Hun zeggen, ik denk ja, dat is weer het zelfde gekloot als vorig jaar met jullie. Je zegt dit en doet dat.”
[getuige 1] “Mensen spullen bijgezet ofzo?”
[verdachte] “Nee, ze hebben gezegd ja de dinge hebben gewoon eh, honderd stuks gejat daar. Ik zeg hoezo? Kornuiten? Ik zeg daar geloof ik niks van. Geloof ik niet. Zeg ik. Geloof ik ook echt niet.”
[getuige 1] “Ja, dat kan heel goed.. dat kan heel goed zelfs. Dat doen ze. Als jij eens weet wat er in Suriname allemaal gebeurt. Tss, daar worden gewoon spullen inbeslaggenomen. Honderd stuks en die worden gewoon ’s avonds door mensen van de speciale team daar, die worden gewoon omgeruild tegen.. blokken. En die honderd komen gewoon weer terug bij de eigenaar. Ik weet niet hoe ze dat betalen. Duizend of vijftienhonderd dollar per stuk. Om ze terug te krijgen. Ik heb daar dingen meegemaakt. Tss, dat is allemaal omkoopbaar die landen.”
Op 3 juni 2013 voeren [persoon 16] en [medeverdachte 1] op Bonaire een gesprek (Voetnoot 324), waarin onder meer het volgende aan bod komt:
[medeverdachte 1] ‘Ik heb wel een goeie inkomst bij, in Antwerpen.”
[persoon 16] “Oke, Bon.”
[medeverdachte 1] “Maar die, die, die, wil ik goedkoper gaan krijgen. Maar die kost alleen al aan douane 25 procent.”
[persoon 16] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Wij waren toen bezig voor bij wijze van spreken niet meer met procenten te gaan werken, maar bij wijze van spreken, jullie krijgen een halve [medeverdachte 4] , bij wijze van spreken, of een vijf [medeverdachte 4] of zoiets en dan moet je het daarvoor doen.”
[persoon 16] “Ja ja ja.”
[medeverdachte 1] “Maar er is er nou eentje gigantisch fout gegaan.”
[persoon 16] “Ja?”
[medeverdachte 1] “Ja. Niet, daar, je weet wel. In het land zelf…”
[persoon 16] “Oke.”
[medeverdachte 1] “En wij konden, het was niet onze schuld, het was ook niet hun… Gewoon stom idiote toeval… 1500 kilo en daar hadden we dummy’s gedaan en zo en een [bijnaam medeverdachte 9] zeg maar.. Alles was gewoon 100% goed gegaan. Die patrouille, die strip, die regelde het daar. Die kon zien als die code rood was of zo weet je wel..”
[persoon 16] “Hm, hm”
[medeverdachte 1] “No probleem, helemaal geen probleem. Dan wisten hun dat van te voren. Dan werd die aan de kant gezet. Dan werd het op de dinge eruit gehaald. He. En dan was het allemaal goed. En anders als er geen code rood op was, dan hoefde hij niet meer, door de dinge, weetje.”
[persoon 16] “Ja.”
[medeverdachte 1] “En dan ging ie gewoon zo langs de, door. Voor honderden.. Enne, toen wilden we eigenlijk de grote dingen doen en het gaat mis daar. Dus dat duurt wel ff voordat dat eeuh…”
Op 2 juli 2013 vindt er in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 5] een gesprek plaats tussen [medeverdachte 6] en een onbekend gebleven man (NN) (Voetnoot 325), waarin onder meer het volgende wordt besproken:
[medeverdachte 6] “Hard… hard… hard… ze zijn… we zijn twee keer in de patio gevallen… twee keer… ik weet het niet… ik kan dat niet bevatten.”
NN “Shit.”
[medeverdachte 6] “Ik zei.. er zijn daarginder mensen die… een paar mensen die hard zijn… het schijnt dat hij het nu zeker weet als het daar valt, betaalt hij het. Ik zei ‘dan is het goed’.”
[…]
[medeverdachte 6] “Ik had zoiets van kut… van binnenuit verklikt… van binnenuit verklikt. Een vriend van mij werd opgepakt in Barcelona… wegens hetzelfde… doordat er ginder werd verklikt.”
[…]
[medeverdachte 6] “Bij de tol… plaats”
NN “Hoeveel zijn er daar gevallen?”
[medeverdachte 6] “500.”
NN “En hoeveel mensen vielen er?”
[medeverdachte 6] “Alleen de chauffeur van de vrachtwagen.”
NN “Ja.”
Uit het voorstaande blijkt dat er na de ontdekking van de 3.000 kg hasj in de container bestemd voor [bedrijf 5] is besloten om een nieuw bedrijf te gebruiken als ontvangende partij en teneinde allerlei complicaties te voorkomen wordt er ook een geheel nieuwe bestelling travertin tegels gedaan. [verdachte] neemt de kosten hiervan voor zijn rekening.
Omdat na de bestelling bleek dat het nieuwe bedrijf [bedrijf 10] inmiddels failliet was, waardoor niet tot inscheping kon worden overgegaan, moest de bestelling op naam van een ander bedrijf worden gezet. Dat werd [bedrijf 6] van [persoon 2] . Verzuimd werd echter meteen alle voor inklaring benodigde papieren op naam van [bedrijf 6] te zetten, [nummer] waardoor na aankomst van de container in Antwerpen ook weer het nodige geregeld moest worden. Omdat dit veranderen van bedrijf was opgevallen, werd - om elk risico te voorkomen -besloten om geen cocaïne te verstoppen in de container bestemd voor [bedrijf 10] / [bedrijf 6] , maar een nieuwe bestelling te doen. Dit werd de bestelling van 7 maart 2013 welke werd geladen in de container met nummer [nummer] .
Bij het bestellen en organiseren van deze transporten en de afhandeling daarvan in brede zin waren in elk geval betrokken [verdachte] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 12] , [medeverdachte 11] en [persoon 2] .
Nadat op 15 april 2013 door de Dominicaanse autoriteiten een partij van 419 kg cocaïne in beslag wordt genomen, wordt dit nieuws vide de bespreking tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] op 18 april 2013 en het daaropvolgende OVC gesprek van [medeverdachte 3] met [medeverdachte 1] bekend binnen de groepering. Dat deze partij bestemd was voor voormelde groepering blijkt uit de opmerkingen zoals ‘er is iets helemaal verkeerd gegaan’ ( [medeverdachte 1] 3 mei 2013) en ‘dat van ons is gepakt, 550’ ( [medeverdachte 3] 3 mei 2013), ‘oude man van [naam] komt praten, 550 willen doen staat 419 in krant’ ( [verdachte] 29 mei 2013) ‘er is er eentje gigantisch fout gegaan in het land zelf’ ( [medeverdachte 1] 3 juni 2013), ‘van binnenuit verklikt’ ( [medeverdachte 6] 2 juli 2013).
De omstandigheid dat de Dominicaanse autoriteiten in een persbericht hebben gemeld dat deze partij bestemd zou zijn voor Puerto Rico doet aan voorstaande conclusie niet af.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, concludeert de rechtbank dat deze partij cocaïne bestemd was voor de groepering waar verdachte deel van uitmaakte en welke partij met als deklading de travertin tegels verscheept had moeten worden in de container met nummer [nummer] .
Dat de partijen travertin tegels enkel als deklading bedoeld waren, blijkt mede uit de opmerkingen van [medeverdachte 3] over de partijen van vijfhonderd vierkante meter en de problemen die juist ontstonden omdat de laatste twee vijfhonderd vierkante meter er nog stonden; ze waren nooit opgehaald (zie de OVC gesprekken tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] van 2 april en 10 juli 2013). Op basis van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien concludeert de rechtbank dat de inspanningen van de groepering rond het bestellen van containers vanuit de Dominicaanse Republiek gericht waren op de invoer van cocaïne.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat de opzet van de groepering was gericht op de invoer van een partij van minimaal 500 kg cocaïne. Dit valt te concluderen uit de OVC gesprekken van 29 en 30 januari 2013. Uit de OVC van 29 mei 2013 valt af te leiden dat de uiteindelijke afspraken op 550 kg waren uitgekomen.
De rechtbank is voorts van oordeel dat ondanks de omstandigheid dat deze partij cocaïne de container met deklading niet bereikt heeft en dus ook nog niet was verscheept richting Antwerpen, er sprake is van het voor de strafbare poging vereiste begin van uitvoering.
Verdachten hebben op de Dominicaanse Republiek contacten gelegd en onderhouden om de cocaïne geleverd te krijgen. Voor de bestelling van de deklading is een firma geregeld die onder de invloedsfeer van het samenwerkingsverband viel ( [bedrijf 6] ), de deklading was besteld en betaald en stond klaar in de haven zodat de cocaïne daar in verstopt kon worden. Het startpunt van het vertrek van de lading – en daarmee het startpunt van de invoer van de lading richting de haven van Antwerpen – is het moment dat de lading van de plek waar deze is opgeslagen richting de haven wordt vervoerd en niet pas het moment waarop het schip de haven van Caucedo verlaat. Het staat vast dat de lading op de snelweg is onderschept toen deze per vrachtwagen naar de haven van Caucedo werd vervoerd.
Deze handelingen zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de voltooiing van het misdrijf en derhalve was er reeds een begin van uitvoering.
Zaaksdossier 2: de invoer van 200 kg cocaïne en de criminele organisatie
( [verdachte] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 6] )
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is de volgende berichtenwisseling met [verdachte] tussen 17 mei en 21 mei 2013 aangetroffen. (Voetnoot 326)
[medeverdachte 9] Ok laat me weten alleen of de bak op groen was aub.
[medeverdachte 9] Ok dan zien we ons maandag. Gr
[verdachte] Ok fijn weekend.
[medeverdachte 9] Dag vriend alles ok ?
[verdachte] Yoo man heb nog geen nieuws over boksz helaas. Zie je later vandaag. Tegen de avond aub.
Op 22 mei 2013 bespreken [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] het volgende in de Opel
Astra: (Voetnoot 327)
[medeverdachte 9] [bijnaam verdachte] , of ik heb een bericht stuur.
(…)
[medeverdachte 6] Hij geeft licht (is akkoord).
[medeverdachte 9] (…) Ik kan niet met hem (= [bijnaam verdachte] ) sollen. Ik ben hem verschuldigd. Ik moet toelaten dat hij zijn geld maakt. Zodat hij mij niet komt aanspreken over Ecuador.
[medeverdachte 9] De containers uit Santo Domingo zouden zo moeten zijn. Zie je daar?
(…)
[medeverdachte 9] Met godswil gaan we na de zomer beuren. Wij moeten niet wanhopen. Er is al een programma voor de zomer. Om zich te handhaven, weet je. Maar het spul/ding van iemand is voor na de zomer.
[medeverdachte 6] De [bijnaam verdachte] verkoopt alles.
[medeverdachte 9] Ik kan dezelfde verdienen als wat ik met de [bijnaam verdachte] heb verdiend. De [bijnaam verdachte] verkoopt veel.
[medeverdachte 6] Hij is een zekere zaak.
[medeverdachte 9] Hij is zekere zaak. De Dominicanen via mij gaan goed. Ik heb geen enkele lijn kwijtgeraakt. Daarom vertrouwen de Mexicanen hem, snap je? Maar die van nu is niet van hem.
[medeverdachte 6] Is het niet van hem?
[medeverdachte 9] Nee, dat is van een vriend die het hierbinnen heeft gehaald. De vriend heeft hem het ‘licht’(toestemming) gegeven. En hij gaat het met hem uithalen/uitgeven. Iedereen kent de [bijnaam verdachte] hier en in Ierland, jongen. Zij willen graag de [bijnaam verdachte] . De [bijnaam verdachte] is serieus. De [bijnaam verdachte] drijft al vele jaren handel.
(…)
(het gesprek gaat over de [bijnaam verdachte] )
[medeverdachte 9] Het team ziet hem als familie. Iedereen is al jaren bij [bijnaam verdachte] betrokken, begrijp je? Het komt niet in hem op om iemand met lege handen te laten zitten. Hij weet ze goed te benutten. Deze mensen weten hoe zij hun team organiseren. Deze mensen zijn niet bang om te investeren. Luister, wij hebben deze mensen verpest, gek. Door geld van hun te nemen. Die mensen aan die kant hebben hun geld gehouden. Die mensen waren…. wat je maar wilde, gaven zij aan jou 200 of 300.00 euro. Zij hadden die honger en zij konden met die handel bezig zijn en zij gaven jou het geld. De theorie van vroeger was zo van “wilt u werken?’ doe het dan, zodat ik zie dat u wilt werken. En zij gaven jou het geld. Totdat zij het begonnen te verpesten.
(…)
(over de Nederlandse politie en BlackBerry ‘s)
Zij hebben niet veel zaak met Blackberry’s. Want de Blackberry’s hebben geen spraak. Niemand belt. En vroeger lieten zij jou zien van ‘kijk daar eens; een gesprek waar je daarover had…’ En hoe bewijs je nu dat ik aan het pingen ben geweest? Begrijp je?
Op 26 mei 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 1] (Voetnoot 328):
[medeverdachte 1] “Ik zit maar te wachten, en in afwachting. Ik hoor niks.”
[medeverdachte 9] “Ik zie onze vriend dinsdag.”
[medeverdachte 1] “Maar dat andere, is dat allemaal goed?”
[medeverdachte 9] “Eh bij mij? Wij hebben een ehh…. Klap gekregen. Maar bij mij dan niet bij jullie, niet bij die [bijnaam verdachte] . Dus daar horen we nog van.”
[medeverdachte 1] “Maar gaat dat nog goed komen?”
[medeverdachte 9] “Ja, ja, ja.”
Uit een sms-wisseling van 22 tot en met 24 mei 2013 volgt dat [medeverdachte 3] een afspraak met [medeverdachte 10] maakt om maandag 27 mei 2013 bij [medeverdachte 10] koffie te komen drinken. (Voetnoot 329) Uit het peilbaken van de Audi [kenteken 9] in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat deze op 27 mei 2013 tussen ongeveer 9.00 uur en 10.30 uur op de [adres 3] te Heeze- [plaats] is geweest, zijnde de straat waarin de woning van [medeverdachte 10] ligt. (Voetnoot 330) Hieruit concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] elkaar die ochtend ontmoet hebben.
Op 29 mei 2013 werd er omstreeks 13.30 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] en [verdachte] in Restaria [naam] te Valkenswaard. (Voetnoot 331)
Daarna heeft [medeverdachte 9] de volgende ping-wisseling met een contact genaamd ‘Zzz’ (Voetnoot 332):
[medeverdachte 9] de oude heeft hier tegen mij gezegd dat hij het waarschijnlijk van
hier
veranderd heeft
goe goed ik ben er bijna
ik was met die mensen
dat is groen aangekomen.
vorige keer heeft hij 50 uit eigen zak gegeven maar nu is dat niet zo
want het is de directeur van dat bedrijf’
want die zijn 50 aan het eisen’
want ze hebben afgesproken 50 voor elk blik
Zzz Ok
Oke laten we ons voor dat gaan organiseren
[medeverdachte 9] om te weten of hun vakanties gaan nemen als het zo is dan alleen voor 1 maand
we zijn gebeleven dat we nog een keer samenkomen
want je weet dat komen de maand vakanties zijn
Tijdens de doorzoeking van de woning van [persoon 2] , werd een document aangetroffen met de navolgende geschreven tekst: (Voetnoot 333)
Maand oktober:
Pakistan 2 x = 50.000 x 2=100.000
Equador 1 x = 50.000 x 1 = 50.000
Mexico 1 x = 50.000 x 1 = 50.000
Van alle bestelling(en) of vrachten, krijgt je
1 week op voorhand op zijn minst.
+ de kosten van inklaring en zal bekostigt worden door de “ [bijnaam medeverdachte 11] GROUPE”
SUCCES.
Uit het hiervoor reeds aangehaalde OVC gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 12] van 30 december 2012 volgt dat [verdachte] middels tussenkomst van [medeverdachte 12] € 200.000,- betaalde aan [bijnaam medeverdachte 11] , zijnde [medeverdachte 11] . (Voetnoot 334) Uit het gesprek volgt dat dit slechts een deel was van het te betalen bedrag. Hieruit in combinatie met de hierboven aangehaalde ping wisseling tussen [medeverdachte 9] en Zzz van 29 mei 2013 concludeert de rechtbank dat voor iedere container die op een bedrijf van [persoon 2] en [medeverdachte 11] binnenkwam 50.000 euro betaald moest worden en dat [verdachte] een keer 50.000 euro uit eigen zak heeft betaald.
Op 30 mei 2013 pingt [medeverdachte 9] het volgende naar zijn contact Zzz:
‘Ik was bij de vrienden en die gaan me een andere bedrijf geven’
Op 3 juni 2013 is er het volgende berichtenverkeer tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] : (Voetnoot 335)
[medeverdachte 6] En wat zegt [bijnaam verdachte] ( [bijnaam verdachte] )
[medeverdachte 9] Hij gaat mij een nieuwe maatschappij geven
[medeverdachte 6] Jij hebt niets kunnen doen met [bijnaam verdachte] ?
[medeverdachte 9] Ik ben ‘lo rapido’ (de snelle) aan het proberen
[medeverdachte 6] Hij heeft niets?
[medeverdachte 9] Ik zie hem en [bijnaam medeverdachte 3] morgen
[medeverdachte 6] verdomme
Ja ik ben daar mee bezig in geval ik wat wil ‘picar’ (verdienen)
Uit de peilbakengegevens van de Audi [kenteken 9] in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat deze auto op 4 juni 2013 tussen 9.22 en 10.40 uur in de [adres 3] te Heeze- [plaats] geweest. Aan deze weg is de woning van [medeverdachte 10] gelegen. (Voetnoot 336)
Op 4 juni 2013 is omstreeks 14.36 en 15.09 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 10] , [verdachte] en [medeverdachte 9] op het terras van cafetaria [naam] te Uden. (Voetnoot 337)
Op 6 juni 2013 is er omstreeks 01.00 uur het volgende ping-verkeer tussen [medeverdachte 9] en ‘ [aliasnaam 8] ’: (Voetnoot 338)
[medeverdachte 9] ja, ik en de vrienden zijn eergisteren hier bij elkaar gekomen en ik heb hen gezegd dat wij met godswil jullie spoedig zien.
[aliasnaam 8] Oke ik ben mij aan het organiseren om weer naar u toe te gaan.
[medeverdachte 9] Men (wij) voelt zich slecht naar u toe.
[aliasnaam 8] Ja als god wil spoedig/snel
Rustig wij zijn al goed, nu als god dat wil
[medeverdachte 9] met god
Bereid u zich goed voor want zij ginder maken bij ons altijd een slechte indruk, wij kunnen ons hetzelfde niet meer veroorloven
Ik moet een aantal details aan [aliasnaam 10] geven en nieuwe gegevens van hier. Ik zit te wachten tot dat zij het mij geven om ze dan aan u te geven
Help mij hier aan de slag te gaan met wat dan ook of in het moederland, waarschuw mij voor de rente
Wees voorzichtig, ik ben hier bezig om alles op de lijn te houden voor wanneer wij klaar zijn
[aliasnaam 8] oke rustig wij gaan aan de slag
[medeverdachte 9] Dus wij zien elkaar spoedig hier ergens. Succes ginder en wij spreken elkaar.
Rond diezelfde tijd (6 juni 2013 is er omstreeks 01.00 uur) pingen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] : (Voetnoot 339)
[medeverdachte 9] Ik ben hier met [aliasnaam 11] (oude man) aan het praten/onderhandelen
Hij heeft mij gebeld
[medeverdachte 6] Hij heeft altijd in die van [bijnaam verdachte] willen zetten, maar [aliasnaam 6] maakt hem duizelig.
[medeverdachte 9] Oke ik ben mij aan het organiseren om weer naar u toe te gaan.
(…)
[medeverdachte 9] Voor dat van [bijnaam verdachte] en [aliasnaam 11]
Hij heeft mij gegevens gegeven die ik telefonisch aan [aliasnaam 6] moet geven
Ik heb het je al gezegd
Helemaal veranderd, helemaal anders
Dat is voor over een week
Laten we zien wat er gebeurt
Maar ik ga me zetten (ik ga het doen)
[medeverdachte 6] maar dezelfde ‘comp’ van [aliasnaam 6] (compania=maatschappij)
[medeverdachte 9] 100%
[medeverdachte 6] Natuurlijk
[medeverdachte 9] De [bijnaam verdachte] (van [bijnaam verdachte] )
[medeverdachte 6] Dat is het meest solide wat er is
[medeverdachte 9] Van maatschappij van de blik
[medeverdachte 6] oke
Maar men moet naar de ‘patio’ toe of ik ga. Je weet [aliasnaam 6] is erg onbeschaafd.
Er kunnen geen fouten zijn.
[medeverdachte 9] En zij moeten aankomen vanaf de ‘pina’ 700 bij de ‘pina’ 736
Dat daar zijn de bazen van dat van de onze
Ik heb tegen [aliasnaam 11] gezegd mij te waarschuwen als hij voor mij aan de slag kan gaan.
Oke rustig wij gaan aan de slag
Later die dag (6 juni 32013 omstreeks 23.00 uur) is er de volgende ping-wisseling tussen [medeverdachte 9] en ‘Zzz’: (Voetnoot 340)
[medeverdachte 9] Ik moet jou wat nieuwe gegevens/informatie geven die ze van de mensen hier eisen
Ze hebben vrienden binnen chef/baas gemaakt waar de MSC aankomen
En ‘a’ het aan boord zetten van een ‘guagua’ (vervoermiddel) die het afzet en de ‘pina’ van MSC dat van de 700 a 736 is
Dus wat we moeten doen is die blikken-lijn (maatschappij) huren
Zzz ok
[medeverdachte 9] Het is het bedrijf daar die dat verzoekt als zij de blik huurt dat ze haar blik aan boord van een ‘guagua’ zetten die direct naar een van die pinas gaat
Want daar zijn we de baas
Als we goed vertrekken zij zijn daar de baas ze zetten het nog ‘deo’ en zij zorgen ervoor dat het schoon aankomt
Alleen dat/of het iets is al bellende
Zzz ok
[medeverdachte 9] Zij gaven 99 %
Het kan vanaf 20 juli vertrekken
Zzz Ok
[medeverdachte 9] Ze hebben een maand vakantie
En ze beginnen op 1 augustus
Zzz ok
Wel laat me dat gaan uitzoeken.
[medeverdachte 9] ja ja
Zeg het daar aan hem
Dat zij op die manier hier zonder hoofdpijn zijn/haar spul er uit haalt
Zzz ok
[medeverdachte 9] Dat die mensen er bijna 3 weken over doen om de laatste uit te halen en ze willen de service van die blik niet meer en ze willen dat men daar hun blik aan boord zet van de ‘guagua’ dat ze het voor hem moeten laten (plaatsen) bij/in 700 a 736 het is waar de MSC aankomen
Tijdens de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 10] aan de [adres 11] te [plaats] is in een antieke kast een verborgen ruimte aangetroffen. In deze ruimte werden onder meer de hierna genoemde bescheiden aan getroffen: (Voetnoot 341)
Een notitieblaadje van ‘ [naam] hotels-suites-Resorts met daarop de tekst:
Invoice (factuur) 3 voud
Packinglist (pakbon) 3 voud
Certicate of origine) 1
Bill of loading 1 (1org. 4 door druk)
A-formulier (alleen voor Z-Amerika)
2 pgp’s
Geen email en bankoverdracht
7-36 vrouw
Music
Op dit [naam] notitieblaadje zijn vingerafdrukken van [medeverdachte 10] aangetroffen. (Voetnoot 342)
Een A4 papier met daarop getypte Spaanse tekst die als volgt is vertaald:
‘Goedendag, sorry voor het oponthoud/vertraging, kijk, de brief/kaart vertrekt, komt aan in Antwerpen België, bij de kaaien van 700 tot 736 door smc, ok.’
In de woning van [medeverdachte 12] is op 20 juni 2013 door de Belgische autoriteiten een Duitstalige poster van ‘Fabio’s vishandel’ aangetroffen met op de achterzijde handgeschreven aantekeningen: (Voetnoot 343)
700-736
1700-1710 (?)
Leverancier moet lijst vragen aan MSC waar bak aankomt
Bak moet aankomen op 700-736 (MSC kade)
Number of port must be…
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] is de volgende ping-wisseling van 11 juni 2013 aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 9] : (Voetnoot 344)
[medeverdachte 9] Heb je al [bijnaam verdachte] en brill toegevoeg?
Ik zal hem jou adress dan geven. Gr.
[medeverdachte 3] dank je.gr
Op 14 juni 2013 is er het volgende OVC gesprek tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] : (Voetnoot 345)
[medeverdachte 1] “Hoe gaat het bij jullie?”
[medeverdachte 3] “Ja, ook redelijk, ik kan niet zegen slecht, maar redelijk.”
[medeverdachte 1] “Maar nog altijd niets te verdienen.”
[medeverdachte 3] “Ja, we zijn nog in een, ja hoe noem je dat?”
[medeverdachte 1] “Startfase.”
[medeverdachte 3] “Ja, startfase. (…) maar we zien wel, dus het is allemaal een test.”
[medeverdachte 1] “Ja dan zien we maar. Voor de rest niks bijzonders?”
[medeverdachte 3] “Je wordt niet vergeten.”
[medeverdachte 1] “Nee, dat weet ik wel… Voor de rest niks bijzonders?”
[medeverdachte 3] “(ntv) positief gemeld, maar dat hoor je te zijner tijd wel.”
[medeverdachte 1] “Van welke kant?”
[medeverdachte 3] “Ja, waar we normaal mee spreken, dus die met die eh, [bijnaam verdachte] , bril en die [bijnaam medeverdachte 9] .”
De BlackBerry die bij [verdachte] is aangetroffen werd eind juni 2013 actief. (Voetnoot 346) In de BlackBerry van [medeverdachte 9] werd de volgende berichtenwisseling van 24 en 25 juni 2013 aangetroffen tussen hem en [verdachte] : (Voetnoot 347)
[verdachte] Yoo man. Dit is mijn nieuwe pgp. Ons bakken verhaal
[medeverdachte 9] Wie is dit!!!
[verdachte] De koning van de lege bakken. Wij zitten altijd in U.
[medeverdachte 9] Hahahhaa ok, we zullen we volle krijgen incha ala. Wanner zien we. Elkaar!
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] is de volgende berichtenwisseling met [verdachte] van 24 juni 2013 aangetroffen tussen hem en [verdachte] : (Voetnoot 348)
[verdachte] Yoo man. Dit is mijn nieuwe pgp. Vriend horlogeman op boerderij. Snap je?
[medeverdachte 3] Jazeker, zal m meteen opslaan. Nog wat van [bijnaam medeverdachte 9] gehoord? Gr
[verdachte] Ja toevallig gister. Afspr van de week.
[medeverdachte 3] Kan dus nu ander adres wissen?
[verdachte] Ja
In de agendafunctie van de BlackBerry van [verdachte] is voorts de volgende melding aangetroffen: (Voetnoot 349)
Begintijd: 28-06-2013 13.00 uur (UTC+0)
Eindtijd:28-06-2013 13.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [naam] parkh
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 5] in gebruik bij [medeverdachte 9] blijkt dat de auto op 28 juni 2013 van 15.22 tot 16.40 uur op de Alberdingk Thijmlaan te Eindhoven is geweest. Aan deze straat ligt Hotel [naam] .
Uit voorstaande concludeert de rechtbank dat er die dag een bespreking heeft plaatsgevonden tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] .
In de BlackBerry van [verdachte] zijn de volgende e-mails van [medeverdachte 9] aangetroffen: (Voetnoot 350)
29-6-2013 Ik heb al de koppie van de laasten 2bakken, geeft door aan mocro zo kan hij het komen en halen en laat hem gelijk 2ladys meenemen kan meteen gaan laten zien aan mijn mensen. Gr.
1-7-2013 Ik heb docu al aan mocro gegeven en hij me die ladys. Heb je nieuws van oudTuks. Gr.
Op 1 juli 2013 heeft [medeverdachte 9] rond 21.25 uur het volgende OVC gesprek met [medeverdachte 6] in de Opel Astra [kenteken 5] : (Voetnoot 351)
[medeverdachte 9] “We zitten al in juli en er is nog niets concreets met dat van [aliasnaam 6]
Want men heeft het nagetrokken. De lata’s zijn hier. Ik heb al de papieren aan de jongen gegeven. Ik ga hem, [aliasnaam 6] , straks zeggen… om hem te zeggen.. om hem te zeggen.. dat .. Niet [aliasnaam 6] maar [bijnaam verdachte] .. Dat hij de lata er uit moet halen… dat als hij de lata er niet uithaalt een andere kan worden gestuurd vanaf ginder.”
[medeverdachte 6] “Ga je hem dat zeggen?”
[medeverdachte 9] “Natuurlijk… dat is raar… je stuurt meer latas terwijl wij jou vanaf hier bellen, daar staan twee latas van jou stil of een.. of wat dan ook. Men moet in Santo Domingo van bedrijf veranderen.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is de volgende emailwisseling met [verdachte] van 9 juli 2013 aangetroffen: (Voetnoot 352)
[medeverdachte 9] Dag vriend wanner kunnen we afspreken, over die bak.kan je vrijdag vroeg?
[verdachte] Ja kan. Zeg maar.
Op 10 juli 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] : (Voetnoot 353)
[medeverdachte 1] “Voor de rest, he ja, had je nog wat van die [bijnaam medeverdachte 9] gehoord?”
[medeverdachte 3] “Die heb ik maandag nog even gezien
En ja, de bal ligt nog altijd bij die eh…, daar met die bril en die andere.
Die hebben hun werk niet goed gedaan, en eh… daardoor staat het eigenlijk een beetje stop nou.”
[medeverdachte 1] “Hebben die hun werk niet goed gedaan?”
[medeverdachte 3] “Nee. Die hadden gezegd dat ze iets gedaan hadden en dat hebben ze blijkbaar niet gedaan en eh.. ja daarvoor is het weer vertraagd.”
[medeverdachte 1] “Ja wat is dat dan voor…”
[medeverdachte 3] “Dat zijn heel domme fouten wat ze gemaakt hebben.”
(…)
[medeverdachte 3] “Kijk het is nou al de vierde keer die vijfhonderd vierkante meter hè.”
[medeverdachte 1] “Ja.”
[medeverdachte 3] “En die laatste twee vijfhonderd vierkante meter die staan er nog
Die hebben ze nooit opgehaald, snap je.
Dat is het probleem.”
In de agendafunctie van de BlackBerry van [verdachte] is voorts de volgende melding aangetroffen: (Voetnoot 354)
Begintijd: 12-7-2013 08.00 uur (UTC+0)
Eindtijd:12-7-2013 09.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [naam] U
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 5] in gebruik bij [medeverdachte 9] en de BMW [kenteken 1] in gebruik bij [verdachte] blijkt dat beide auto’s op 12 juli 2013 van ongeveer 10.00 tot 11.30 uur op de Leeuweriksweg te Uden waren (Voetnoot 355). Hieruit concludeert de rechtbank dat er die ochtend een bespreking heeft plaatsgevonden tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] .
Op 13 juli 2013 is er de volgende ping-wisseling tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] : (Voetnoot 356)
[medeverdachte 9] [aliasnaam 6] is mij aan het bellen
Dat Moca daar was
Om de lata’s op te vragen
Ik heb hem gezegd dat het niet anders kan dat hij gewoon op zoek moet gaan naar een ander bedrijf.
[medeverdachte 6] Ah ja, dat heeft hij me daarnet gezegd.
De volgende emailwisseling tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] van 15 juli 2013 is aangetroffen in de BlackBerry van [medeverdachte 3] : (Voetnoot 357)
[medeverdachte 9] Ja ik heb hem gezien hij kan de bak hier niet eruit halen dus moeten mijn mensen daar terugvragen. Gr
[medeverdachte 3] Kann dat? Zonder dat dat problemen opleverd.hebben we dan niet een ander adres nodig bij de volgende?
[medeverdachte 9] Wij gaan kijken of daar gewoon d normale kunnen gebruiken of moet een nieuwe zoeken [bijnaam verdachte] heeft wel een nieuwe voor hier.
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is de volgende emailwisseling met [verdachte] van 16 juli 2013 aangetroffen: (Voetnoot 358)
[verdachte] Ik stuur je gegevens per pgp
[medeverdachte 9] Ok wat moet ik tegen ouwe zeggen als je terug bent hebben we de lijst dan?
[verdachte] maar is nu moeilijk. Belangrijkere mensen zijn nog op vakantie.
De volgende emailwisseling tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] van 23 juli 2013 is aangetroffen in de BlackBerry van [medeverdachte 3] : ·
[medeverdachte 3] Dag vriend, wanneer kann ik je zien? Liefst zo snel mogelijk.gr.
[medeverdachte 9] Dag vriemd sorry was ff niet bij telf, ik ben nu tot volgende week in spanje laat je meeten wete als ik terug bent om afspraak te maken. Gr.
[medeverdachte 3] Ok, wanneer ong ben je terug?begin of eind van de week.gr
[medeverdachte 9] Eind denk ik, maar oom is nu daar wil je hem zien of gewoon alS ik terug bent.
In de Blackberry van [medeverdachte 9] is de volgende emailwisseling met ‘ [persoon 17] ’ van 5 augustus 2013 aangetroffen: (Voetnoot 359)
[medeverdachte 9] ik ben aan het berichte zodat je weet dat el [aliasnaam 10] een nieuwe ‘comp’ heeft gevonden en dat we bijna klaar zijn.
[persoon 17] ok voor wanneer zal het ongeveer zijn
[medeverdachte 9] hij gaat vragen naar de begroting van deze zodat we gelijk mee aan de slag kunnen.
[persoon 17] ok doe maar ik wacht/hoop alleen voor jou
[medeverdachte 9] morgen zal hij de begroting vragen dat zal het zo zijn dat jij met hem gaat ontmoeten en het gaat afspreken
het min met hun is 150 en het is weer hetzelfde als hij het in de hand hebben dan zakken we voor je zoals ik hier met hun heb afgesproken
en van daar uit zet je wat je denkt en kan
maar je moet weten dat wij degene zijn die daar mislukt zijn
[persoon 17] ok dat is wat we zullen doen. Ik ga proberen dat we het met 200 doen zodat je daarna weet we geven 800 en ‘del pueblo’ zal niet praten over hoeveelheid.
[medeverdachte 9] zij zijn de baas zoals ik je gezegd heb van waar de ‘guagua’ aankomt zij hebben het totale beheer.
Op 7 augustus 2013 stuurt [medeverdachte 9] de volgende e-mail naar [verdachte] : (Voetnoot 360)
‘Drukke man jejejej, laat me weten als je de rest van de info hebt ze wachten op dat om te kunnen gaan naar dat bedrijft. Gr’
Op 11 augustus 2013 voeren [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] het volgende OVC gesprek: (Voetnoot 361)
[medeverdachte 1] “Ja, dat is allemaal weer rechtgezet met die [bijnaam medeverdachte 9] .”
[medeverdachte 3] “Ja ja.”
[medeverdachte 1] “Hh, goed zo, goed zo.”
[medeverdachte 3] “Dus die gegevens zijn …ntv… onderweg, dus eh..”
[medeverdachte 1] “Dan…”
[medeverdachte 3] “Dus dat eh… dat eh…ntv… op vakantie hè?”
[medeverdachte 1] “Ja ja, dat is het probleem nou hè?”
[medeverdachte 3] “Ja.”
Op 20 augustus 2013 stuurt [medeverdachte 9] de volgende berichten naar ‘ [aliasnaam 6] ’: (Voetnoot 362)
En dat ik je altijd schrijf/bel om last te vallen (+D
Maar het is namelijk dat je mijn man van de logistiek bent
Want ik was op internet
Aan het zoeken kijken of ik lijst met schepen kon vinden
Die van ginder hierheen komen
Een lijst bijvoorbeeld de MSC die van daarginder hier komen
MSC
Ik wil weten van/over dat bedrijf
De lijst van de komende 2 weken die van ginder naar hier vertrekken
Het Is namelijk zo at ze mij om een lijst vragen
En ze doen er lang oer om hem aan mij te geven
Die van daaruit rechtstreeks naar België gaan
Ze moeten MSC zij of met vrouwennamen
Normaal gesproken doen ze er 15 dagen over
Ga op [bestandsnaam]
En ga/zet die van daar en de ene van hier
Zodat je die lijst kunt zien die ik wilde
Volgens mij heb ik hem gevonden zodat je voor mij kunt bevestigen of ze rechtstreeks zijn
Laat me weten of je het hebt
Yeah primo that’s it.
Diezelfde dag (20 augustus 2013) stuurt [medeverdachte 9] tussen 15.46 en 20.15 uur de volgende berichten naar ‘Zzz’: (Voetnoot 363)
Ik ben vandaag vroeg aangekomen en ik heb een ontmoeting gehad
Geef me een nummer om weg te gaan (dan ga ik weg) en ik bel jou
Dan kan ik je uitleggen
Kut, ik heb het niet maar laat me vragen of ze eentje voor mij kunnen halen
Het is om jou beter uit te kunnen leggen
Wat die meneer tegen me zei
Ja stuur me de fax gegevens om dat voor je te sturen voordat ze sluiten
Vraag of ze hem aan hebben staan
Want ze sturen hier maar daar wordt hij niet ontvangen
Ze gaan hier sluiten
Ik zal het morgen voor je moeten sturen
Goed ik ben vertrokken om opnieuw met die meneer te vergaderen
Want ik moet hem iets geven
Ik laat je weten zodra ik er ben
In de agendafunctie van de BlackBerry van [verdachte] is voorts de volgende melding aangetroffen: (Voetnoot 364)
Begintijd: 20-8-2013 19.00 uur (UTC+0)
Eindtijd:20-8-2013 20.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [naam] parh.
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 5] in gebruik bij [medeverdachte 9] en de BMW [kenteken 1] in gebruik bij [verdachte] blijkt dat beide auto’s op 20 augustus 2013 van ongeveer 21.00 tot 21.30 uur op de Alberdingk Thijmlaan te Eindhoven zijn geweest. Aan deze straat ligt Hotel [naam] .
Uit voorstaande concludeert de rechtbank dat er die avond een bespreking heeft plaatsgevonden tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] en dat [medeverdachte 9] iets aan [verdachte] heeft overhandigd.
In de woning van [verdachte] is een print van [bestandsnaam] d.d. 20 augustus 2013 aangetroffen. Deze print betrof een overzicht van vaarschema’s van containerschepen van Caucedo (Dominicaanse Republiek) naar Antwerpen. (Voetnoot 365) Gelet op de berichten aan ‘ [aliasnaam 6] ’ en ‘Zzz’ van 20 augustus 2013 en de ontmoeting met [verdachte] van diezelfde dag concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 9] dit overzicht van vaarschema’s aan [verdachte] heeft overhandigd.
Na de ontmoeting met [verdachte] op 20 augustus 2013 voert [medeverdachte 9] een telefoongesprek met een onbekende man in de Dominicaanse Republiek: (Voetnoot 366)
Zakelijk weergegeven spreekt [medeverdachte 9] over een lijst die hij gaat sturen. Hij had het daarnet al willen sturen maar toen leek het erop alsof ze hem niet aan hadden staan. Faxen is beter dan scannen en mailen. Per fax krijgt hij immers het papier zelf terug en houden ze op kantoor niets. Er moet in ieder geval gewacht worden tot maandag, omdat de baas van daar dan pas terug is van vakantie. Op die lijst zijn een aantal die de naam van een vrouw dragen. Het gaat om de namen van de ‘guagua’.
Die baas heeft gezegd dat alles wat rechtstreeks daar vandaan komt en een vrouwennaam draagt, komt allemaal in zijn zone binnen. Maandag zal [medeverdachte 9] de onbekende man een bevestiging sturen.
Op 22 augustus 2013 is er de volgende ping-wisseling tussen [medeverdachte 9] en ‘Zzz’: (Voetnoot 367)
[medeverdachte 9] de meneer heeft mij gevraagd met ongeveer hoeveel u dat gaat doen
Zzz ik weet nog niet
[medeverdachte 9] ik heb tegen [aliasnaam 11] gezegd minimum 2 en hij zei tegen mij ‘goed’
maar hij zegt hier tegen mij dat hij met die van binnen voor 250 heeft afgesproken
Zzz deze mensen zijn dat nummer aan het bellen maar niemand neemt op
[medeverdachte 9] en hoe laat
want hier sluit men om 5 pm en het is iets meer dan 6 uur
Zzz ‘s avonds
[medeverdachte 9] nee ik heb de bb van de meneer niet bij me
zodra ik thuis ben zeg ik u
Zzz denkt u dat deze mensen contact kunnen maken via de email met de mensen van hier
om hem een email te sturen zodat zij het zien
[medeverdachte 9] natuurlijk
maar geef mij de naam van de vertegenwoordiger
Zzz [persoon]
[bestandsnaam]
die van de vrouw die met [aliasnaam 10] onderhandelt/praat
[medeverdachte 9] u kunt mij het nummer geven
van de vrouw of van haar kantoor ginder
Zzz [telefoonnummer]
[medeverdachte 9] in het geval dat de email niet aankomt of zo iets dergelijks. Den belt men regelrecht.
maakt u zich geen zorgen over dat. Hier is alles geregeld. En dat regel ik morgen voor u.
Zzz de oude lijn heeft de goedkeuring al gegeven. Het gaat erop dat zij zien dat er mensen zijn. heeft u me begrepen?
Het genoemde telefoonnummer is het nummer van [bedrijf 11] , gevestigd op de Dominicaanse Republiek. Het bedrijf handelt onder andere in GAT-PLUS en GAT CARB, zijnde een vorm van calcium-carbonaat (een soort kalk). (Voetnoot 368)
In de agendafunctie van de BlackBerry van [verdachte] is voorts de volgende melding aangetroffen: (Voetnoot 369)
Begintijd: 23-8-2013 11.00 uur (UTC+0)
Eindtijd: 23-8-2013 12.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [naam] hotel
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 5] in gebruik bij [medeverdachte 9] en de BMW [kenteken 1] in gebruik bij [verdachte] blijkt dat beide auto’s op 23 augustus 2013 van ongeveer 13.00 tot 14.20 uur op de Alberdingk Thijmlaan te Eindhoven zijn geweest. Aan deze straat ligt Hotel [naam] .
Uit voorstaande concludeert de rechtbank dat er wederom een ontmoeting is geweest tussen [medeverdachte 9] en [verdachte] . Gedurende deze ontmoeting is er het volgende ping-verkeer tussen [medeverdachte 9] en Zzz: (Voetnoot 370)
[medeverdachte 9] Verifieer of de email zo is, want ze gaan het vandaag sturen
[bestandsnaam]
Zzz Jaa!
[medeverdachte 9] Vandaag sturen u/hem dat.
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is de volgende ping-wisseling met ‘Zzz’ van 24 augustus 2013 tussen 15.09 en 17.33 uur aangetroffen: (Voetnoot 371)
Zzz zij bellen zo
[medeverdachte 9] zegt tegen mij dat [aliasnaam 10] zegt dat als zij vragen wat zij willen om te zeggen Gat Carb of gat plus
Dat, dat is hetzelfde want ik heb het hem reeds kalk gezegd
Dat zij hen/u zullen zeggen dat de producten en de hele leiding daar , de heer [persoon] is degene die dat zal aanvragen en dat hij de vertegenwoordiger is van ginder in de Caribe
Wij zijn ons aan het voorbereiden, om te kijken of het vertrekt aan het eind van de komende
Het zijn twee soorten kalk
Zij belden al vanaf 4 uur
Maar het antwoordapparaat neemt op. Dat er niemand is, om maandag te bellen
Bel maandag
Op 24 augustus 2013 is er de volgende e-mailwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 9] : (Voetnoot 372)
[verdachte] Het wat info nodig.
1) hoe weet jij dat mail niet is aangekomen?
2) H
[medeverdachte 9] Ja had contact opgenomen
Had gevraagt of zijn bedrijft hier al iemal of gebelt had om te bevestigen dat hij vertegewordig is.
Goederen zijn bij deze Bedrift Kalk, maar kan algemeen bouwmateriaal zijn natuurlijk.
[verdachte] Ok . We gaan om 15u onze tijd bellen. Zijn ze dan open?
[medeverdachte 9] Ja het is open tot 17u nl tijd.
[verdachte] Ok
Op 26 augustus 2013 pingt [medeverdachte 9] aan Zzz: (Voetnoot 373)
Zij zullen om 9.00 uur bellen
De meneer zei dat zodra hij klaar is hij mij belt
Op 26 augustus 2013 wordt er tussen 16.00 uur en 16.45 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [verdachte] , [medeverdachte 10] en een onbekende man (die wegrijdt in een auto met Belgisch kenteken) in het [naam] Hotel aan de [adres 4] te [plaats] . Gezien wordt dat tijdens deze ontmoeting [verdachte] en [medeverdachte 10] dicht naast elkaar zitten en de hoofden naar elkaar toebuigen. Ook toont [verdachte] meerdere keren zijn telefoon aan [medeverdachte 10] . Tijdens deze ontmoeting werd de communicatie opgenomen. (Voetnoot 374)
Tijdens dit gesprek wordt gesproken over containers, havens, bedrijven, strepen en kosten (de man van de kraan vraagt 30 procent). Op een geven moment wordt het volgende gezegd:
[verdachte] “… is bijna aan het eindje.’
[medeverdachte 10] “Geloof me nou dat je bepaalde energie’s niet in die man moet steken hier.”
[verdachte] “Ach, word er gek van. Kijk, kijk, kijk.”
[medeverdachte 10] “Ge wordt er gek van op het laatst. Kijk ge bent zijn dingen aan het doen.
Dat moet je niet doen hoor.”
[verdachte] “Zijn spullen kwijt, dat wijf spreekt geen Engels en hij geen Spaans.”
Vanaf 16.45 uur (op 26 augustus 2013) pingt [medeverdachte 9] met ‘zzz’: (Voetnoot 375)
Ze hebben al gebeld
dat ze in slechts Spaans hebben
moeten praten
want die vrouw spreekt geen Engels
Ze hebben afgesproken dat [persoon] vandaag
contact met haar zou opnemen
In de Dominicaanse Republiek is getuige [getuige 2] gehoord. (Voetnoot 376) Zakelijk weergegeven verklaarde zij dat zij hoofd is van de afdeling export van het bedrijf [bedrijf 11] . Een Dominicaan die zich [persoon] noemde, informeerde voor een prijsopgave om materiaal met een 40 voet container naar België te sturen. Hij specificeerde niet welk materiaal hij wilde hebben. Dat was ongebruikelijk. Met betrekking tot deze zaak heeft zij wel een mail ontvangen van ene [persoon 18] . Deze mail werd door [getuige 2] overhandigd aan de Dominicaanse autoriteiten. Uit deze mail bleek dat [persoon] vertegenwoordiger was van het bedrijf [bedrijf 12] en dat deze persoon gemachtigd was tot het maken van beslissingen en het plaatsen van orders namens dit bedrijf. Deze mail was ondertekend door [persoon 18]
[bedrijf 12]
[gegvens bedrijf 12]
In de BlackBerry van [verdachte] zijn notities aangetroffen: (Voetnoot 377)
Titel: [bedrijf 12] [naam]
Inhoud: [bedrijf 12]
[gegvens bedrijf 12]
Contact pers. [persoon 18]
Mail sturen naar:
[bestandsnaam]
t.a.v. [getuige 2]
tel [telefoonnummer]
Om te zeggen dat [persoon] ons bedrijf vertegenwoordigd in [naam] . [persoon] nr.: [telefoonnummer] .
Soortgelijke notities zijn aangetroffen in de BlackBerry van [medeverdachte 9] : (Voetnoot 378)
Label: Comp
Inhoud:
[gegvens bedrijf 12]
Met dit Belgische prepaid nummer is op 24 augustus 2013 drie maal en op 26 augustus 2013 twaalf maal telefonisch contact tot stand gekomen met het nummer van [bedrijf 11] . Dit telefoonnummer, noch het IMEI-nummer van het toestel waarmee dit nummer gebruikt was, was bekend bij de Belgische autoriteiten. (Voetnoot 379)
In de woning van [verdachte] worden eveneens documenten aangetroffen met betrekking tot het bedrijf [bedrijf 12] : (Voetnoot 380)
Een document van de rechtbank van koophandel te Tongeren met betrekking tot de herbenoeming van de bestuurders van de [bedrijf 12] te Dilsen-Stokkem.
Een visitekaartje van [bedrijf 12] : de contactgegevens zijn doorgestreept en komen niet overeen met de contactgegevens zoals vermeld in de BB’s van [verdachte] en [medeverdachte 9] .
Een gmailadres van [bedrijf 12] met wachtwoord.
Uit onderzoek in België is gebleken dat de naam [persoon 18] in het geheel niet bekend was binnen het bedrijf. Het gebruikte telefoonnummer was onbekend bij het bedrijf en dat nummer kwam ook verder niet voor in de geautomatiseerde bestanden van de Belgische autoriteiten. (Voetnoot 381)
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] zijn de volgende berichten van 31 augustus 2013 aangetroffen: (Voetnoot 382)
[medeverdachte 3] ok vriend, nog wat van [bijnaam verdachte] gehoord?
[medeverdachte 9] Als goed is hij zie vandaag pet over die lijst want ze wachten op me al 2 weken.
In de agendafunctie van de BlackBerry van [verdachte] is voorts de volgende melding aangetroffen: (Voetnoot 383)
Begintijd: 31-8-2013 11.30 uur (UTC+0)
Eindtijd: 31-8-2013 12.30 uur (UTC+0)
Onderwerp: Metropolis
Uit onderzoek van de agendafunctie van deze BlackBerry bleek dat het onderwerp ‘metropolis’ een keer eerder voorkwam. Op 9 augustus 2013 stond er tussen 13.00 en 14.00 uur een afspraak gepland met als onderwerp: ‘ [aliasnaam persoon 15] metropolis’. (Voetnoot 384)
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] zijn de volgende berichten van 2 september 2013 aangetroffen: (Voetnoot 385)
[medeverdachte 3] Vriend heb je al contact gehad met [bijnaam verdachte] ? Gr
[medeverdachte 9] ja maar hij heeft nog nieks dus en in d over kand aan het flippen.
[medeverdachte 3] Wat ik begrijp van bril is dat de petjes in staking zijn.dus hoop dat dat snel voorbij is. Mischien zie ik je deZe week nog ok. Gr
Uit het pv bevindingen identificatie ‘petje’ als Antwerpse douanemedewerker, volgt dat met petje een corrupte douane medewerker wordt bedoeld. Voorts blijkt hieruit dat de douane in Antwerpen medio september 2013 staakte. (Voetnoot 386)
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] is de volgende email-wisseling met [verdachte] van 6 september 2013 aangetroffen: (Voetnoot 387)
[medeverdachte 3] Dag vriend, zijn de problemen al opgelost? Petjes weer aan t werk of niet? Grtjs
[verdachte] Ja alles opgelost en kleintje staat zo goed als klaar. Nog ong 7 dgn en dan weg.
[medeverdachte 3] Ok, super,zien ons snel. Grtjs
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] is de volgende email-wisseling met [medeverdachte 9] van 6 september 2013 aangetroffen: (Voetnoot 388)
[medeverdachte 3] Dag vriend nog wat van [bijnaam verdachte] gehoord? Gr
[medeverdachte 9] Hij zou vandaag of morgen streep zien.
[medeverdachte 3] Ik had [bijnaam verdachte] ook gevraagd wat er nu is, en kreeg als antwoord, alles is nu opgelost en over 7 dagen werd vertrokken. gr
[medeverdachte 9] Wanner want nieks is opgelost, ik heb nog geen lijst of een spesifiek naam van hem gekrijgen, mijn mensen zelf zijn daar aan het kijken als ze kunnen schieten o een boot met vrouwe naam. Maar eigenlijk moet [bijnaam verdachte] een naam geven of een lijst. Maar tot nu toe heb ik t nieks van hem gekrijgen.
[medeverdachte 3] Wanneer heb je hem de laatste keer gesproken?
[medeverdachte 9] Woensdag
En als het goed is zou hij vandaag of morgen pet zien om de lijst of een Naam te vragen van boot waar we kunnen schieten.
Als hij mij dat stuurd neem ik toch aan dat ie met strepen gespreken heeft.dan zou ik eens contact met m opnemen.
[medeverdachte 3] Wanneer had hij dat gezegd dan
[medeverdachte 9] Vandaag, ong 2 uur geleden
Ok ik zal hem vragen of hij al iets weet van streep. Laat je zo weten.
Nieuws is weer dat streep hier moet wachten tot 18sep want er is onderzoek niet aan hun maar ze willen afwachten tot dan. Klotte shit weer er is altijd op de laaste moment een verhaal.
[medeverdachte 3] Hebben we een keus?is inderdaad kut, en weer op et laatste moment.ik ga morgen weer met lange praten dat hij haast maakt.
In de agendafunctie van de BlackBerry van [verdachte] is voorts de volgende melding aangetroffen: (Voetnoot 389)
Begintijd: 6-9-2013 08.00 uur (UTC+0)
Eindtijd: 6-9-2013 09.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: vandaag [aliasnaam persoon 15] of morgen
Hieruit leidt de rechtbank af dat ‘pet’of ‘streep’ dezelfde persoon, althans iemand met een soortgelijke functie, was als ‘ [aliasnaam persoon 15] ’. Uit het proces-verbaal bevindingen identificatie [aliasnaam persoon 15] als [persoon 15] blijkt dat de persoon die door [verdachte] als ‘ [aliasnaam persoon 15] ’ werd aangeduid [persoon 15] was. Dit volgt uit een koppeling van afspraken in de BlackBerry met ‘ [aliasnaam persoon 15] ’ aan observaties en camerabeelden van die afspraken waarop [persoon 15] herkend is. (Voetnoot 390)
In de BlackBerry van [verdachte] is ook een notitie aangetroffen met bedragen met daarachter een naam vermeld en een datum. Uit deze notitie blijkt dat hij deze ‘ [aliasnaam persoon 15] ’ in de periode van 4-7 tot 7-9 in totaal 407.000 had betaald. De datum van betaling kwam overeen met de data van afspraken in de BlackBerry. Tevens werden enkele afspraken bevestigd middels opgevraagde camerabeelden en een observatie. (Voetnoot 391)
BB lijstje met bedragen BB afspraken observatie of camerabeelden
100.000 [aliasnaam persoon 15] 4-7 [aliasnaam persoon 15] Breda 13.00 uur Observatie Princeville Breda
&
herkenning [persoon 15]
90.000 [aliasnaam persoon 15] 10-7
26.000 [aliasnaam persoon 15] 30-7 [aliasnaam persoon 15] Breda
39.000 [aliasnaam persoon 15] 1-8 [aliasnaam persoon 15] [naam] Lokeren
9-8 (geen bedrag wel afspraak) [aliasnaam persoon 15] metropolis
52.000 [aliasnaam persoon 15] 15-8: (geen afspraak in BB) camerabeelden [naam] :
te zien is
dat [verdachte] en [persoon 15] elkaar ongeveer een half uur spreken
50.000 [aliasnaam persoon 15] 30-8 ca, dy [aliasnaam persoon 15]
40.000 [aliasnaam persoon 15] 3-9: Mac [aliasnaam persoon 15] beelden [naam] en
herkenning
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] is de volgende email aan [medeverdachte 3] aangetroffen van 17 september 2013: (Voetnoot 392)
Mijn oude man aan de overkant komt misschien morgen naar nl om met ons allemaal koffie te gaan drinken. Laat je dan meteen weten, zo kan je ook bril meenemen. Ik zorg dat [bijnaam verdachte] komt.
Diezelfde dag wordt er een ontmoeting geobserveerd tussen [verdachte] , [medeverdachte 9] en een man die gelijkenis vertoonde met [medeverdachte 6] in ‘t Nardje te Uden. (Voetnoot 393)
Na deze ontmoeting vindt er een OVC gesprek plaats in de auto van [medeverdachte 9] tussen hem en [medeverdachte 6] . Hieruit leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 6] de persoon was, die aanwezig was bij de ontmoeting met [verdachte] in [naam] . Het gesprek gaat over [aliasnaam 11] , [aliasnaam 6] en [aliasnaam 10] . (Voetnoot 394) [nummer] heeft [medeverdachte 6] iets goed te maken, omdat er iets is mislukt dat in de miljoenen pesos loopt. Volgens [medeverdachte 9] zou [aliasnaam 11] gezien hebben dat [medeverdachte 6] met zwakte tegen [aliasnaam 6] praatte en hem daarom niet serieus nemen. [nummer] liet [medeverdachte 9] zich de schuld in de schoenen schuiven dat hij geld achtergehouden zou hebben. [medeverdachte 6] ontkent dat hij geld heeft achtergehouden: hij had alles aan [aliasnaam 6] gestuurd, maar ene [persoon 19] zou de notities daarvan hebben weggegooid. Volgens [medeverdachte 9] is [aliasnaam 11] in elk geval erg boos. Ook gaat het gesprek over de blikken waarvan afgesproken was dat die daar zouden blijven staan omdat het bedrijf al super heet was en het te veel geld was. [nummer] wilde [aliasnaam 6] daar 30.000 voor in rekening brengen terwijl de kosten maar 13.000 waren. Voorts had [aliasnaam 11] volgens [medeverdachte 9] aangegeven dat hij sowieso niet meer met dat oude bedrijf wilde werken, ook al zou de blik (lata) worden uitgehaald. Het risico was gewoon te groot omdat dat bedrijf al de aandacht op zich gevestigd had door de blikken zolang te laten staan. [medeverdachte 6] geeft aan dat hij hem dat ook gezegd heeft. [medeverdachte 9] vertelt verder dat hij daarom [bijnaam verdachte] gevraagd had voor een nieuw bedrijf om aan de slag te gaan omdat [aliasnaam 11] hier klaar was, waarop [bijnaam verdachte] had gezegd dat hij er mee bezig was. Daar was [aliasnaam 11] ook boos om, die vond dat geen antwoord. [medeverdachte 6] geeft aan dat hij hem al twee weken geleden verteld heeft dat hij dat bedrijf had. Daarna gaat het over de komst van [aliasnaam 11] naar Nederland.
[medeverdachte 6] “Je kan hem [bijnaam verdachte] laten ontmoeten.”
[medeverdachte 9] “Natuurlijk wil ik hem [bijnaam verdachte] laten ontmoeten, maar ik wil dat [bijnaam verdachte] hem brengt bij die met het brilletje, toch? [bijnaam verdachte] zei: nee alleen ik, zodat we niet te veel mensen hebben. Maar ik wil dat [aliasnaam 11] deze oudere mensen ziet.”
[medeverdachte 6] “Natuurlijk.”
[medeverdachte 9] “Dat ze op leeftijd zijn, begrijp je? Dat het formele mensen zijn en geen jonge gasten.”
(…)
[medeverdachte 9] “Ik wil dat [aliasnaam 11] ziet dat we met mensen werken die niet met dat van hem gaan spelen.”
[medeverdachte 6] “Is [bijnaam medeverdachte 3] hier?”
(…)
[medeverdachte 9] “Ik zei tegen [bijnaam medeverdachte 3] dat [aliasnaam 11] gaat komen, dat hij het tegen die met de bril moeten zeggen en dat ze daar moeten zijn. Ik zorg er wel voor dat [bijnaam verdachte] komt.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] is een email-wisseling met [medeverdachte 10] van 21 september 2013 aangetroffen: (Voetnoot 395)
[medeverdachte 3] Sorry vriend,maar had een paar verjaardagen in dit weekend.wanneer ben je weer in nl? Grote baas van [bijnaam medeverdachte 9] is hier en wilde ons alle zien maandag. Ben je dan al terug?’
[medeverdachte 10] Nee nog net niet, kzie je dinsdag. [bijnaam verdachte] zal er zijn , hebben al wat teveel verlies en het zit tegen bij S. maar beter dit dan met pijn ondeweg. !!!!!!!!!! Wat thuis slaapt, slaapt zonder verlies.
In de BlackBerry van [medeverdachte 9] zijn email-wisselingen aangetroffen tussen hem en [verdachte] en [medeverdachte 3] van 22 en 23 september 2013. (Voetnoot 396) Het gaat over de afspraak met de ouwe ( [aliasnaam 11] ). Uiteindelijk wordt afgesproken voor 24 september 2013 om 13.00 uur in het [naam] hotel Amsterdam. [medeverdachte 9] mailt [verdachte] dat hij moet zeggen dat die man van die 2 bakken spoorloos is, en niet dat die vast zit.
Uit de peilbakengegevens blijkt dat op 24 september 2013 zowel de Audi [kenteken 9] van [medeverdachte 3] als de Opel Astra [kenteken 5] van [medeverdachte 9] in Amsterdam zijn geweest.
Op 25 september 2013 emailt [medeverdachte 9] aan [verdachte] en aan [medeverdachte 3] dat de ouwe tevreden was met de afspraak en hij wacht op goed nieuws van de [bijnaam verdachte] in het weekend. (Voetnoot 397)
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] is een email-wisseling aangetroffen tussen hem en [verdachte] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] van 29 en 30 september 2013. (Voetnoot 398)
[medeverdachte 3] - [medeverdachte 10] :
[medeverdachte 3] ok vriend, dank je voor moeite.heb je [bijnaam verdachte] niet meer gesproken?zou toch vandaag praten met strepen.grtjs
[medeverdachte 10] Ja zou vandaag zijn heb ik al een bericht gestuurt maar krijg niks terug. Probeer je dan hem te vragen of hij iets al weet en laat me weten. Gr
[medeverdachte 3] - [verdachte] :
[medeverdachte 3] Dag vriend,hoe is het gesprek verlopen vandaag? Maak ons vrolijk.
Gr
[verdachte] Hey man, we moeten nog wachten helaas. Ze geven nog geen groen
[verdachte] Dat is nou juist wat ze niet weten. Zie ze einde van de week weer vrijdag. Hopelijk dan beter,
[medeverdachte 3] Ok vriend, ik hoor dan van je, grtjs
[medeverdachte 3] - [medeverdachte 9] :
[medeverdachte 3] Vriend, had [bijnaam verdachte] gisteren gevraagd hoe gesprek verlopen is, krijg net antwoord dat nog geen groen licht is, vrijdag spreekt ie hun weer.gr
[medeverdachte 9] Ok. Gr
Uit de gang van zaken vanaf ongeveer 17 mei 2013 concludeert de rechtbank dat de groepering weer doende was met het organiseren van een nieuw transport cocaïne vanuit de Dominicaanse Republiek. Dit transport zou een hoeveelheid van in elk geval 200 kg cocaïne bevatten (e-mailwisseling van [medeverdachte 9] met [persoon 17] van 5 augustus 2013). [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] onderhielden de contacten met de leveranciers op de Dominicaanse Republiek (onder wie [aliasnaam 11] , [aliasnaam 6] en [aliasnaam 10] ) en organiseerden (al dan niet via hun contacten onder wie ‘ [persoon] ’) voor de bestelling een passende deklading. Aan de Europese kant onderhield [verdachte] met name de contacten met een corrupte (douane) medewerker (petje, streep, [aliasnaam persoon 15] : [persoon 15] ). Uit de bewijsmiddelen volgt voorts dat [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] dermate goed geïnformeerd werden over de stand van zaken, dat daaruit geconcludeerd kan worden dat zij bij dit voorgenomen transport betrokken waren.
Conclusies van de rechtbank
Verweren
De verdediging heeft aangevoerd dat feit 1 partieel nietig dient te worden verklaard indien daaronder meer transporten dan enkel de 550/360 kg geschaard worden. Nu dit niet het geval is, behoeft dit verweer geen verdere bespreking.
De verdediging heeft vervolgens gesteld dat er sprake is van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, hetgeen moet leiden tot bewijsuitsluiting. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het peilbaken en de OVC apparatuur in de BMW van [verdachte] ( [kenteken 1] ) zijn geplaatst in de parkeergarage van het appartementencomplex waar ook de woning van [verdachte] ( [adres 1] )
deel van uitmaakt. De verdediging stelt zich, onder verwijzing naar de Hoge Raad 20 oktober 2006, ECLI:NL:HR:AY7463, op het standpunt dat deze parkeergarage deel uitmaakt van de woning van [verdachte] . Voor het rechtmatig plaatsen van de diverse apparatuur hadden de diverse machtigingen ex 126s Sv en 126o Sv voorzien moeten zijn van een uitdrukkelijke machtiging van de rechter-commissaris tot het betreden van een woning. Deze ontbreekt, met als consequentie dat de apparatuur onrechtmatig is geplaatst.
De rechtbank overweegt in dit kader het volgende. In de desbetreffende machtigingen ex 126s en 126o Sv is opgenomen ‘dat de politie ter uitvoering van het bevel de parkeergarage van het appartementencomplex aan de [adres 1] te Eindhoven, niet zijnde een woning, mag betreden zonder toestemming van de rechthebbende’ of ‘dat ter uitvoering van het bevel de personenauto BMW, type 525d, kenteken [kenteken 1] en/of de locatie waar deze personenauto zich bevindt zonder de toestemming van de rechthebbende mag worden betreden’.
Uit het dossier blijkt niet waar de politie de apparatuur in de BMW heeft aangebracht. De rechtbank kan slechts vaststellen dat deze parkeergarage een voor de hand liggende mogelijkheid was om de apparatuur in te bouwen, niet dat het ook daadwerkelijk in de parkeergarage behorende bij het appartement aan de [adres 1] is gebeurd. Veronderstellende dat dit wel het geval is geweest, overweegt de rechtbank dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een met een woning verbonden ruimte die in het geheel niet voor bewoning bestemd is en die van buitenaf via een eigen ingang kan worden betreden in beginsel niet valt onder het begrip woning. (Voetnoot 399) De rechtbank overweegt dat een parkeergarage behorende bij een appartementencomplex die bestemd is voor alle bewoners van dat complex in het kader van de toepassing van het wetboek van strafvordering en de Algemene wet op het binnentreden niet valt onder het begrip ‘woning’. Dat de Hoge Raad in het door de verdediging aangehaalde arrest in een zeer specifieke civiele kwestie daar anders over geoordeeld heeft, doet hier niet aan af. Dat maakt dat er geen sprake is van een onrechtmatige plaatsing van apparatuur in de auto van [verdachte] . Het verweer wordt verworpen.
Door de verdediging is voorts aangevoerd dat de rechter-commissaris heeft aangegeven dat getuige [getuige 1] niet in het GBA kon worden getraceerd en dat het daarom niet aannemelijk is dat [getuige 1] binnen aanvaardbare termijn gehoord kan worden. Het gevolg hiervan is dat de verdediging [getuige 1] niet heeft kunnen ondervragen, waardoor de OVC gesprekken waaraan [getuige 1] deelnam niet gebruikt kunnen worden als bewijs.
De rechtbank overweegt dienaangaande het volgende. Uit de bedoelde OVC gesprekken blijkt dat [getuige 1] met name een luisterend oor biedt aan datgene wat [verdachte] hem vertelt. Als zodanig levert niets wat [getuige 1] in deze gesprekken zegt belastende informatie ten opzichte van [verdachte] op.
De rechtbank moet aan de verdediging toegeven dat [getuige 1] , indien hij door de verdediging gehoord had kunnen worden, bevraagd had kunnen worden over de context van deze gesprekken. Echter ook [verdachte] zelf is als deelnemer aan deze gesprekken in staat en ruimschoots in de gelegenheid geweest om desgewenst deze context te schetsen. Het komt voor rekening en risico van [verdachte] dat hij er voor heeft gekozen dit niet te doen.
Nu er geen sprake is van een getuigenverklaring van [getuige 1] die een ‘main or decisive role’ heeft voor de bewezenverklaring, wordt het verweer verworpen.
Rol in criminele organisatie met betrekking tot cocaïne (feit 9)
Met betrekking tot [verdachte] stelt de rechtbank vast dat hij reeds in april 2012 in beeld is en in die periode betrokken is bij de organisatie rond de containers [nummer] en [nummer] waarvan de rechtbank heeft vastgesteld dat middels deze containers, althans een van beide, (minimaal) 50 kg cocaïne is ingevoerd. Dat [verdachte] ook zelf de beschikking had over kilo’s cocaïne blijkt uit de contacten met [medeverdachte 9] van 7 en 8 juni 2012 waarin gesproken wordt over het ruilen van 3 slechte, wit ingepakte ‘Toyota’ tegen zwart ingepakte ‘Cro’ en uit het OVC gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] van 8 juni 2012 over de kiloprijs van cocaïne in die periode: ‘de [bijnaam verdachte] is ze ook voor dertig aan het verkopen’.
Uit het dossier komt naar voren dat [verdachte] en [medeverdachte 10] als een spin in het web acteren binnen de groepering en dat met name [verdachte] zich bezighoudt met het onderhouden en betalen van de contacten in de Antwerpse haven waaronder het regelen van bedrijven op wiens naam de dekladingen besteld kunnen worden. Aanvankelijk loopt dit via [medeverdachte 5] en [medeverdachte 11] , vanaf de tweede helft van 2012 via [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] en vanaf medio 2013 via [persoon 15] .
Hij voert in dit kader meerdere besprekingen met [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 11] , waarin onder meer wordt gesproken over Petje, de ondervraging van Petje door de Federale, coke, containers, over ‘hoe prachtig dat werkt met de tegels’, ‘ [persoon 11] ’/‘Dominicanen’, [bedrijf 5] , over de werkwijze met betrekking tot de scans in de haven en de risico’s die daarmee gemoeid zijn; dit zijn de gesprekken op 30 december 2012, 28 en 29 januari 2013, 4 maart en 25 maart 2013. In dit verband wijst de rechtbank tevens op de OVC van 14 december 2012 waarin [verdachte] het onder andere heeft over betalingen die aan ‘Petje’ gedaan moeten worden, ‘ [bijnaam medeverdachte 11] ’, en over de controles: ‘kijk, die 2 boxen hebben we gedaan daar zat geen controle op’, ‘hoeven niet door de scanner, niks’.
Dat daarmee grote bedragen gemoeid gaan, blijkt uit de deelbetaling aan [medeverdachte 12] van
€ 200.000,- eind december 2012 en het overzicht van de betalingen aan ‘ [aliasnaam persoon 15] ’ ( [persoon 15] ) waaruit af te leiden is dat [verdachte] hem in de maanden juli tot en met september 2013 € 407.000, - heeft betaald.
Overwegingen ten aanzien van feit 1
Op 15 november 2012 heeft [verdachte] besprekingen gevoerd met [medeverdachte 10] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 3] , waarin ‘tegels’, ‘ [naam] ’, het willen voorkomen ‘dat het allemaal weer verpest wordt’ ‘en 500’ genoemd wordt.
Ondertussen voert [verdachte] , met name in februari 2013, ook meerdere gesprekken met [medeverdachte 9] .
En vervolgens op 6 februari 2013, wederom in een bespreking met [medeverdachte 10] en [medeverdachte 9] , waarbij [medeverdachte 10] informeerde naar ‘Petje’ en waarin tijdens dit gesprek ook de woorden ‘coke’ en ‘cocaïne’ worden genoemd en waarbij [verdachte] aangeeft ‘in de tegel zit de coke’. [verdachte] stuurt hierbij [medeverdachte 9] aan met betrekking tot de hoeveelheden die besteld moeten worden en de marges die erop gelden ‘op basis van 500 25%’ (OVC 30 januari 2013).
Op 29 mei 2013 voert [verdachte] een gesprek met [getuige 1] waarin hij erop wijst dat ‘die [naam] , eh oude man, leverancier’ naar Amsterdam komt, ‘waar we ooit spullen van gehad hebben’ ‘de baas van het klein ventje’. Voorts geeft [verdachte] aan dat ‘die voor 550 willen doen maar er stond in de krant 419’ ‘dat is hetzelfde gekloot als vorig jaar’. Hieruit volgt dat [verdachte] spreekt over de als feit 1 tenlastegelegde partij van 550 kg cocaïne omdat in La Republica inderdaad melding gemaakt is van een inbeslaggenomen hoeveelheid drugs van 419 kilogram.
De rechtbank acht het als feit 1 tenlastegelegde medeplegen van de poging tot invoer van 550 kg wettig en overtuigend bewezenwettig en overtuigend bewezen.
Feit 3 (zaaksdossier 3)
Bewijsconstructie
Uit stukken van de Belgische autoriteiten volgt dat op 12 januari 2013 te Karachi (Pakistan) een container [nummer] op het schip MSC Clementina is geladen. Op 15 januari 2013 is de container uitgeladen in Salalah (Oman), waarna het op 31 januari 2013 op het Panamese schip MSC Deila is geladen. De MSC Deila arriveerde op 15 februari 2013 omstreeks 15:00 uur in de haven van Antwerpen (België). (Voetnoot 400) De politie heeft gerelateerd dat de route van de MSC Deila via Engeland en Rotterdam naar Antwerpen liep. (Voetnoot 401) Uit de bill of lading nr. [nummer] blijkt dat de eindbestemming van de lading van de container, zijnde 275 dozen met ‘Terry towels’ handdoeken, [bedrijf 5] , [adres 12] , 9620 te Zottegem (België) is. In de container werden op 16 februari 2013 door de Belgische autoriteiten dozen met twee dikke gele pakken aangetroffen. Eén van deze pakken werd geopend. Hierin bleek zich een bruine substantie te bevinden. De uitgevoerde SCOTT NARK II test was vervolgens positief voor de aanwezigheid van hasjiesj. Hierop werden alle dozen gecontroleerd. In totaal werden er 147 pakken met hasjiesj aangetroffen en inbeslaggenomen. Het totaalgewicht hiervan bedroeg 3.019,510 kilogram. Vervolgens werd de container teruggeplaatst op de kaai. (Voetnoot 402)
De ontvanger van de container, [bedrijf 5] , is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gezeteld te [adres 12] te 9620 Zottegem (België). De hoofdactiviteit van deze onderneming is de groothandel in textiel en zaakvoerder is [persoon 13] . (Voetnoot 403) Op 15 december 2012 heeft [persoon 13] een mandaat gegeven aan [bedrijf 6] GCV ON 0833.618.295, [adres 13] Antwerpen met als zaakvoerder [persoon 2] . Deze volmacht strekt tot het optreden als gevolmachtigde voor het volledig administratief en niet administratief in orde brengen van alle formaliteiten, met betrekking tot aankomst en levering van de goederen, in de Benelux, komende vanuit diverse Europese en niet Europese landen voor onbepaalde duur. (Voetnoot 404) Beherend vennoot en zaaksvoerder van [bedrijf 6] is [persoon 2] en stille vennoot is [bedrijf 13] , gevestigd te Kleve (Duitsland). Dit bedrijf is in oprichting en staat op naam van [medeverdachte 11] . (Voetnoot 405)
Op 29 januari 2013, omstreeks 17:12 uur, werd geobserveerd dat er een ontmoeting plaatsvond bij restaurant [naam] in Valkenswaard tussen [verdachte] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 12] . [verdachte] zei tijdens deze ontmoeting tegen [medeverdachte 12] : ‘Heb ik al 24.000 euro betaald’ en ‘Wij betalen met z’n allen’. Ook zei [verdachte] tegen [medeverdachte 12] ‘Jij duizend, ik duizend. Ik haal bij iedereen wel 700 of 800.’ Na deze bespreking vertrok [medeverdachte 12] naar het Gulf tankstation aan de A67 te Hapert met een NN-man. Na deze bespreking reed de NN-man weg in een Porsche Panamera met Duits kenteken [kenteken 10] ten name van [bedrijf 13] te Kleve. (Voetnoot 406) De identiteit van deze NN-man is door de politie vastgesteld als ‘ [bijnaam medeverdachte 11] ’ oftewel [medeverdachte 11] . (Voetnoot 407)
Op woensdag 13 februari 2013 wordt er om 10:40 uur een telefoongesprek tussen [persoon 2] en [medeverdachte 11] getapt. Dit gesprek behelst onder meer het navolgende:
[persoon 2] : Vraagje… moet ik die 3 Bill of Ladings doorsturen naar [persoon 5] of maar één, want dat zijn er 3?
[medeverdachte 11] : Eh… zijn dat 3 verschillende Bill of Ladings?
[persoon 2] : Ja ik heb 3 verschillende nummers hier ja, dat is toch maar één container he?
[medeverdachte 11] : Ja… eh… normaal… geen eens ééntje… wacht…
[persoon 2] : Van boven he… die nummers zijn hetzelfde maar van onder zijn dat 3 verschillende nummers. Ik heb van boven [nummer] … en van onder zijn dat drie verschillende… nummers.
[medeverdachte 11] : Eh… Dan zijn dat drie verschillende Bill of Ladings of wat. Dat is toch dezelfde inhoud, dezelfde box?
[persoon 2] : Ja, dan stuur ik er één door en zal ik wel zien wat hij zegt.
[medeverdachte 11] : Ja dan moet ge zeggen, ja ik zal eens even zien, ik ben dat misschien vergeten of zo…
[persoon 2] : Ja, dan zal ik dat doorsturen he, dat ze die tussentijdse opslag in orde kunnen maken he?
[medeverdachte 11] : Ja ja ja dat is belangrijk he?
[persoon 2] : Wanneer moet die dan weg? Dinsdag?
[medeverdachte 11] : Maandag kan die buiten of niet?
[persoon 2] : Neen, want alles is weer al opgeschoven.
[medeverdachte 11] : Oke, dinsdag he? […] (Voetnoot 408)
Op 15 februari 2013 werd om 14:22 uur waargenomen dat [medeverdachte 11] in zijn Porsche Panamera vanuit België de Nederlandse grens passeerde en een ontmoeting had met [medeverdachte 12] in de shop van een benzinestation in Nederland. Om 15:15 uur keerde [medeverdachte 11] terug naar België en vertrok [medeverdachte 12] in de richting van Eindhoven. (Voetnoot 409)
Op vrijdag 15 februari 2013 om 15.00 uur kwam het schip de MS Deila aan in de Antwerpse haven. De container met nummer [nummer] , volgens de bill of lading geladen met handdoeken uit Pakistan, werd geplaatst op Kaai 730. (Voetnoot 410)
Op maandag 18 februari 2013 om 10:21 uur heeft [persoon 2] een sms-bericht verzonden aan de gebruiker van een telefoonnummer, die zij de volgende dag aanspreekt met ‘ [persoon 20] ’. Zij heeft in dit sms-bericht geschreven:
‘Vrachtwagen om half zes vandaag ophalen. Verdere info volgt nog vanavond’. (Voetnoot 411)
Vervolgens stuurt zij om 16:14 uur aan ‘ [persoon 20] ’ het navolgende bericht:
‘Morgenvroeg om half zeven aan de totaltankstation in haven 730, antwerpsestraat 50. Je gaat laden op kaai 730. Morgenvroeg krijg je de documenten.’ (Voetnoot 412)
Uit het tapgesprek tussen [persoon 2] en ‘ [persoon 20] ’ van 19 februari 2013 om 07:40 uur blijkt vervolgens het navolgende:
[persoon 2] : Dag [persoon 20]
: Hé, het begint al slecht, ik krijg hem, ik krijg hem niet mee, die container staat onder toezicht van de douane.
[persoon 2] : Pardon?
[persoon 20] : Ja, ik heb een blad uitgeprint en daar staat op, er is een blokkeerinstructie gevonden en dan ben ik naar dat meiske gegaan achter het loket en die heeft daarvoor getelefoneerd en ze hebben teruggebeld en die zegt mij, ja die is geblokkeerd voor de douane, dus, die staat daar, die mag niet mee.
[persoon 2] : Wacht ‘ns hé, blijf daar, ik zal eens bellen. Momentje hé.
[persoon 20] : ja, goe. (Voetnoot 413)
Chauffeur [persoon 20] heeft op 10 juli 2013 ten overstaan van de Belgische autoriteiten verklaard dat hij begin 2013 werd gevraagd door [persoon 2] om een transport te verzorgen. Een paar dagen van tevoren kreeg hij een sms-bericht van [persoon 2] om bij ATL in Beringen (België) een trekker/chassis combinatie op te halen. De volgende dag werd [persoon 20] verwacht aan kade 730, waar hij [persoon 2] ontmoette voor de laatste instructies. [persoon 20] ontving van haar alle formaliteiten voor het transport. Het was volgens [persoon 20] de bedoeling om de container naar buiten te rijden en deze onmiddellijk naar Bergen op Zoom in Nederland te transporteren. [persoon 2] had de route voor [persoon 20] op papier gezet. Bij kade 730 ontdekte [persoon 20] echter dat de container geblokkeerd was door de douane. (Voetnoot 414)
Uit de OVC-opname van 19 februari 2013 om 10:21 uur blijkt dat [verdachte] in zijn auto in zichzelf praat. Uit deze opname blijkt het navolgende:
[verdachte] : petje… je bent geen petje… heb ik toch al eerder gezegd… geen pasje gevraagd… weet je… weet je waarom die gast…
[verdachte] : fake… bizar bizar… weet het niet… niet op gelet… shit we moeten terug… we moeten terug…
[verdachte] : nee hoor… (enige tijd stilte)… ik heb het altijd gedacht… in dit geval…
[verdachte] : het is over… centen… centen… gemak is de sleutel…
[verdachte] : kut… kut… stop dat systeem… weer voor niks verkocht… (Voetnoot 415)
Uit de OVC-opname van 19 februari 2013 om 10:34 uur blijkt dat [verdachte] weer in zijn auto in zichzelf praat. Uit deze opname blijkt het navolgende:
“Fok boel… Weet nu zeker [medeverdachte 10] … onverstaanbaar… [bijnaam medeverdachte 11] … Petje moet komen… petje moet komen… petje wil niet… petje wil dat niet…
Tsja… moet hem horen, moet hem echt horen, echt horen.
… Het is altijd in het belang van Frans (fon.) ..het belang… het is altijd is het belang van hun… belang van hun… fok (fon.). Het maakt niet uit, het maakt nu niet meer uit joh… het houdt op. Het zit fout… beslist… is afgesloten… kutjanussen… kutjanussen.”
(Voetnoot 416)
Vervolgens vindt er op 19 februari 2013 om 12:19 uur een bespreking plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 12] . Uit de peilbakengegevens van de BMW van [verdachte] blijkt dat dit gesprek nabij het restaurant [naam] te Valkenswaard plaatsvindt. (Voetnoot 417) Er is te horen dat [verdachte] buiten de auto staat:
[verdachte] : Wacht maar… maar [medeverdachte 12] , jij denkt zeker box is gepakt?
[medeverdachte 12] : Nee… zegt hij… onverstaanbaar… hij zegt het niet, die mensen zeggen van ja, 100% die box komt goed. Die nog niet opgepakt he? Die zegt het wordt niet gecontroleerd…
[verdachte] : …onverstaanbaar… maar kon petje dan niet weg ermee…
[medeverdachte 12] : Nee… onverstaanbaar…
Portier gaat open
[verdachte] : Oke oke oke.
[verdachte] stapt in, portier gaat dicht. De motor wordt gestart. Het signaal van de autogordel klinkt. Kennelijk zit [verdachte] alleen in de auto en mompelt in zichzelf.
[verdachte] : …onverstaanbaar… ik kan er niet over uit… onverstaanbaar… betaal een voorschot,,,, totaal. Bijna een half miljoen betaald.
[verdachte] : Die wachten niet… hoezo… dat kan je niet met een volmacht…
[verdachte] mompelt onverstaanbaar.
[verdachte] : onverstaanbaar… tot nu toe… het is toch verlies… is toch verlies… onverstaanbaar
Het autoportier gaat open en dicht. [verdachte] is uitgestapt. (Voetnoot 418)
Vervolgens werd op 19 februari 2013 om 12:55 uur waargenomen dat er een ontmoeting plaatsvond tussen [verdachte] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] op de parkeerplaats van het Gulf tankstation De Beerze, gelegen aan de A67 te Bladel. Door het observatieteam werd gehoord dat [verdachte] zei: Dat mag de douane nooit doen, dat kan de douane nooit doen! En even later: Je moet nooit betalen! (Voetnoot 419)
Op 19 februari 2013 belden [persoon 2] en [medeverdachte 11] met elkaar omstreeks 13:57 uur. Uit de weergave van dit telefoongesprek volgt het navolgende:
[…]
[persoon 2] : […] Die is inbeslaggenomen op de kaai he? Dat wil zeggen, die is van de boot gekomen en die is, daar is beslag op gelegd op de kast. Er is ergens iets, wat, dat weet ik niet. [persoon 5] zegt, dat moet allemaal onderzocht worden. […]
[medeverdachte 11] : En wanneer is dat inbeslaggenomen?
[persoon 2] : Dat zijn ze allemaal aan het uitzoeken. [persoon 5] zit te wachten op de dingen van MSC. MSC zit te wachten op de gegevens van de douane. Iedereen zit een beetje op iedereen te wachten.
[medeverdachte 11] : En op welke gegevens? Iedereen heeft toch gegevens.
[persoon 2] : Over de gegevens wie dat het, de opdracht heeft gegeven beslag te leggen op die container. Wie bij de douane. Wie de contactpersoon is.
[medeverdachte 11] : Ja.
[persoon 2] : Dus ik heb van [persoon 5] ene mail gehad, ik zal hem seffens laten zien, dat ze nog altijd niet van niksen weten.
[medeverdachte 11] : Ja want hé, ik heb bijna vuist op vuist gezeten met die euh dingen, die twee mannen, euh de partners… ik weet het ook niet.
[persoon 2] : Ik helemaal niet, tot 4 uur gisteren was alles in orde. […] (Voetnoot 420)
Vervolgens werd er op 19 februari 2013 om 15:45 uur waargenomen dat de BMW van [verdachte] (M) stopt voor het [naam] -hotel in Eindhoven. [medeverdachte 4] (T) kwam vervolgens uit het hotel en stapte in de auto. (Voetnoot 421) Van het gesprek in de auto is de navolgende OVC-opname gemaakt:
15:50 uur. Er wordt een portier geopend.
T: … (onverstaanbaar)
M: Hoi Kerel
T: Hey
M: Hey man. Godverdorie zeg.
T: Kut allemaal?
M: Ja
T: Toestand?
M: Ja, ja mag je wel zeggen ja, het is niet zeker, maar ja ja jawel.
[…]
M: Ja, dat mag niet, dat moet nu net niet kunnen, dat is nu net wat niet kan.
T: Dus betekent, dit is fout.
M: Ja, dan zou je dus zeggen wat uhhh, nou ja dat is fout ja.
M: Ja, hoe kan dat?
T: Dat is vandaag.
M: Ja, dat is vandaag, daarom.
T: Ja.
M: Dit is nu net waar we, waar ze het voor zelf doen.
T: Ja, ja.
M Dan hebben we nog een mazzel ook. Ja, ik denk dat je ook mazzel kan hebben, dat het met die gebeurd.
T: Ja, waarom?
M: En niet met die.
[…]
M: Ja jongen, het is gewoon een ramp.
[…]
T: We gaan weer opnieuw beginnen.
M: Ja
M: Ooo, en als ik je vertel wat voor een tijd hier in zit. Bijna dagelijks zie ik hem, al maanden.
T: En heb je nu al een date met hun?
M: Heb ik, ik heb ze al gezien.
T: Oh je hebt ze al gezien.
M: Ja vanochtend al.
T: En?
M: Ja, ze wisten ook niet hoe het kon. Ook kut, weet je wel. Ze weten het ook niet maar ja ze moeten het wel gaan weten. (Voetnoot 422)
Vervolgens werd er op 19 februari 2013 om 19:15 uur een ontmoeting waargenomen tussen [medeverdachte 12] , [medeverdachte 11] , [verdachte] en [medeverdachte 7] in Café [naam] te Valkenswaard. Omstreeks 20:42 uur wordt gezien dat [verdachte] druk aan het woord is, waarbij hij met zijn handen zwaaide en met zijn hoofd schudde. Om 21:04 uur namen zij afscheid van elkaar en verlieten zij het café. (Voetnoot 423)
Op 19 februari 2013 vond er tenslotte om 21:10 uur een gesprek tussen [verdachte] (M), [medeverdachte 10] (H) en [medeverdachte 7] (E). Uit de OVC-opname van dit gesprek volgt onder meer het navolgende:
M: Ze voelen de bui wel hangen, maar ja, weet je wat de waarheid is, dit is waar, ik zeg, dit is het minimum dat zei ik, dan zoekt ie het maar uit met Petje. ..onverstaanbaar.. Hun manier om alleen is gewoon ..onverstaanbaar..
H: Nemen geen actie op?
M: Kunnen niks.
[…]
M: Baggertje is erbij, doordat ze, die Petje zijn badge, zo noemt ie het, kan ie ook niet in het systeem, computersysteem.
H: Dan is er wel wat aan de hand, allemaal spelletjes in de dop… heeft ie niet gedaan. […] Van de week misschien iets ..uh.. op elkaar afstemmen.
M: Waar gaat het om? Waar gaat het over? Deze week aan de gang.
H: Later, ik kan door hé, plus, we krijgen die andere volgende week, als je nee zegt, is het ja en als je ja zegt, ze moeten trouwens, ze moeten het doen.
M: Nee, nee, daar gaat het niet om. Hij is weggegeven, ..uh.. is weggepingt.
H: ..onverstaanbaar.. Kijk, we doen er te weinig aan. Dat kan wel ..uh.. Kijk, ik denk dat deze, deze wel, onttrekken bij een controle ..uh.. ..onverstaanbaar.. komt. […]
H: Is gewoon kneuzen. Zijn gewoon ergens ingetrapt. Weet je dat? Zijn gewoon, dat is waar, we zijn gewoon ergens ingetrapt.
M: Is gewoon nep ..onverstaanbaar..
H: ..onverstaanbaar.. wanneer zie jij die ..onverstaanbaar.. weer?
M: Jaaa, meteen, goed.
[…]
M: Het is geen normale.. denk ik, met zijn systeem.
M: Hoe sta ik voor joker.. een paar weken op rij die mensen te.. ik ben besodemieterd.
H: Daar hadden we het net over hé!
M: Ja, ja, dat wel, hey hun stoppen hun… die zijn slim dubbel. (Voetnoot 424)
Op 20 februari 2013 wordt rond 15.30 uur een ontmoeting gezien tussen [verdachte] (M), [medeverdachte 12] (Y) en [medeverdachte 11] (S), in [naam] te [plaats] . Omstreeks 20:00 uur vond er op diezelfde dag wederom een ontmoeting plaats tussen [verdachte] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] in Hotel [naam] te [plaats] . (Voetnoot 425) Van deze ontmoeting is een OVC-opname gemaakt, waaruit het volgende blijkt:
[…]
M: …dit is allemaal Nederlands. Dit uniek dit weten ze niet. Dit weten ze ook niet. Nou dit is nog behoorlijk maar ik moet iets goeds gewoon..
S: Ik begrijp het wel.
M: …Niet, niet dat ze denken dat dat het goed is gegaan, dat weten ze gewoon op hun jus (fon.) toch ook wel aan. Ze weten ervan dat van welk logistiek bedrijf het is.
S: Gekke ouwe vrienden hé?
M: Deze keer weten ze niet dat het fout zit. Begrijp je dat? Ze weten niet hoe of wat. Dat vragen ze dit af..
S: Ja..
M: ..dat het gaat gebeuren hoor, mafkezen. Kijk, dat bestaat niet, ontvangt mee een klap zowel voor ons als voor ..onverstaanbaar.. net zo goed. Die vraagt zich dan af, net als ik, is dit iets gewoon buiten onze macht om, iets wat nooit… dat is dus vakwerk, sorry. Die tien procent (10%) waarvan ik altijd zeg, het gaat niet fout. Ik zeg nooit, dit goed zeg ik dan tegen niemand. Maar het gaat er om, hoe goed is het systeem. […]
M: Petje is zijn batch afgenomen. Je kan het er niet meer inkletsen zoals je vroeger deed.
S: .. En. Ik heb gezegd, weet je wat, doe al het mogelijke forceren, weet je. Doe gissingen (fon.) voor coke (fon.) uit. ..Uh… Hij is rechtstreeks naar de kade gegaan en hoofdkwartier, hoofdkwartier. Hij zegt: “Hey man, het is al de tweede keer dat je zit te hameren op die container en te zeuren over”, hij is daar dus ambtenaar he, hij zegt: “Ja, hij kon het wel weten”, hij zegt: “maar ik weet niet verder wat er gezegd is geweest weet ik niet”,..
M: Dus Petje (fon.) is besmet?
S: Daarom hebben ze die badge (fon.) ook afgenomen, hij mag zijn dienst nog doen. Daarom gaan wij ook verder via mijn… uh.. bronnen, weet je.
M: Ja.
S: Dus ik doe alles, alles om alles te weten te komen.
M: Wat we hieruit leren is ..Onverstaanbaar.. dat we hieruit leren is één. De douanier die in het systeem kan niet, het systeem laat jou niet zien dat we serieus in de problemen komen.
M: Goed.
S: ..Uh.. In elke richting, dat ik weet dat het schip er aan komt en de container kost, hij moet weten . ..uh.. staat er code aan ja of nee maar niet altijd. Soms gebeurt het weleens dat ze niet doorgeven dat daar een code . . uh.. Alarm op zit ..uh.. om te kunnen weten .. uh.. dat ie, hij speelt overal ja of nee, zoals het is, in deze situatie. Dus . . uh.., zij zagen [bedrijf 7] (Fon) heeft de bevoegdheid om in het systeem te komen.
S: Daarom had ik ook gezegd, bouw en textiel, niks anders.
M: Dus jij zegt, door dat Petje (Fon) niet meer in het systeem kon, konden we eigenlijk sowieso niet weten of het wel of niet is want...
S: Later heeft Petje (Fon) zo, oke rijken (Fon), maar of fruit ook niet.
M: Die heb je ook nog? Nee ook niet gekozen.
S: Hij tikte dingen in, plus zijn eigen code, ook van hemzelf, niet persoonlijk, ook van hemzelf . . uh.. tikte ook de code in om in, in het systeem te volgen. Dat is een aparte code.
M: En?
S: Dat zien ze, dat zien ze of er . . uh.. een rode afwijking is ja of nee. Van vorig jaar met die ..uh..
S: Toen bummerde (fon.) hij één (1) of twee (2) keer. Als het door de scanner gaat en het is proper, de volgende . . uh.. is de kans zeer miniem dat ie door de scanning mag of moet. Dat ze hem gewoon door laten. Zijn aan twee (2) scannen gekomen, goed gebruiken.
M: Hij is [bedrijf 7] (Fon) dus belangrijker.
S: In dit geval is [bedrijf 7] (Fon) belangrijker.
M: Veel belangrijker als heel die Petje (Fon).
S: Maar, dat is outside. lnside heb ik nog iemand nodig. En daar heb ik volgende week dinsdag een afspraak over.
M: Wat bedoel je?
S: Wat ik bedoel, hij, die man heeft, is de hoofd van de ..uh., hij beveelt aan de ..uh.. Mammoetdrijvers (Fon). Kijk, Mammoet (Fon) die containers pikt met kranen. Ken je dat die kranen?
M: Ja, ja, ja. Ja.
S: Hij is de baas van, heel die drijvers.
M: Wat kan hij beïnvloeden? Wat kan hij manipuleren dan?
S: ..Uh.. Hij heeft ..uh.. Hij kent ene ..uh.. van de douane. Hij kent iemand, die de positie heeft. En die jongen moet ik hebben. Ik moet altijd via via. Ik persoonlijk, mag niet rechtstreeks . . uh.. een kijkje nemen, vergeet het.
S: Deze week kunnen we niks meer aan doen. Dus het is ..uh.. het is nu spijtig genoeg onder genomen. Morgen heb jij die document.
M: Ja?
S: Uh..
M: ‘s avonds een document waaruit blijkt, tip, waar uit blijkt ..uh.. Er is een in beslag ..uh.. het liefste ook het gewicht erbij, zoek uit, Ik weet hoeveel er in zit maar het is veiliger is als het er bij staat. Vijf en veertig (45) moet er in zitten. Niet dat er op de papieren staat, .. uh.. negen en dertig honderd (3900) of zo iets. Als het meer is, is het niet zo erg. Maar dat zal het niet zijn. Maar als het minder is dan gaan hun misschien denken van toch nog iemand ..uh..
M: Maar luister man, [bijnaam medeverdachte 11] (Fon). Ik, ik wil door gaan. Er zijn, ik ..uh.. de afgelopen jaren, doordat . .uh.. ja, een heel jaar zeker er mee bezig geweest. Zoveel dingen gehad, de grond door. Onverstaanbaar.. Ik hoop echt hard, dus ik hoop het zo hard dat ik, dat ik het kan aantonen dat ie zegt . .uh.. weten we dat of twijfel jij daar aan. Logische verband, als ik dat kan aantonen, plausibel, krijg. Aan ons systeem is niet geïnfecteerd door dit Hiv (Fon). Het is niet de onkunde van ons systeem, het is buiten de macht van ons systeem. Want dit, hier kan niemand tegen op, begrijpt iedereen. Iedereen snapt dat. Mochten er geen trucs (Fon) of er toch iets is verdachts geweest. Ja, dan weten we in ieder geval dat we dat wij niet kunnen weten, dat ze iets uit het systeem kunnen laten. Dat ze het gewoon door kunnen laten gaan.
M: Nee, dat is een ander verhaal, dat is iets anders, dat kunnen we er nog wel bij doen, maar dat heeft niks met die Mex en bonen (Fon) te maken. Mex en Bo (Fon) is een krachtige, is de sterkste groep die ik ken. Sterkste groep.
S: De Pakistanen?
M: Ja, dat is iets anders. [aliasnaam 9] (Fon) is ..uh.., vergeet effe [aliasnaam 9] (Fon).
S: Ik ga even naar de WC toe, ik ga even naar de WC (Fon).
M: Ja oke.
S: Ik heb veel water gedronken.
Y: Rustig ..Onverstaanbaar..
M: Ja precies. Het is acht uur zevenentwintig
M: (Lacht). Hij flikt het gewoon weer.
Y: Wie [aliasnaam 9] (Fon)?
M: Nee [bijnaam medeverdachte 11] (Fon). Die vijfentwintig procent (25%) die hij dus..
M: ..Die gaat ie omlaag, dat hoeft ie niet, dat vraagt ik mij af . .Onverstaanbaar.. Ik zeg alleen dat die prijs blijft hetzelfde, jongen. die vijf en twintig (25) ruggen.
Y: Nee dat..
M: Ik zet het in de categorie van...
Y: ..onverstaanbaar..
M: Je hebt geluk, dat je zegt, hoef je ook niet meer zoveel geld af te geven...
Y: Nee dat klopt.
M: …Zeg ik. Zegt hij, ja dan nee dan ..uh.. blijft hetzelfde die vijf en twintig procent (25%) want alleen . . Onverstaanbaar.. hetzelfde als Petje (Fon) beuren. (lacht) Die..
S: Nee, hij zal mijn naam zo ie zo nooit mogen zeggen dat zal hij nooit doen, zo’n iemand is hij niet. Hij wordt elke maand..
M: Hij raakt alles kwijt, ook in België, ook zijn pensioen misschien.
S: Hij is toch . .uh.. de slimste en sowieso de jongste.
M: Nee, maar ja, luister iemand die een miljoen plus beurt. Ja, ik hoop niet dat ie gekke dingen doet?
S: Zoals?
M: Gedaan heeft?
M: Wij pingen elkaar morgen [medeverdachte 12] (Fon) ja.
Y: Oke.
M: Take it easy hè.
Y: Oke.
S: Moest jij mij niet kunnen zien, dan geef ik de documenten aan hem.
M: Ja, ja tuurlijk, is goed. […] (Voetnoot 426)
Op 25 maart 2013 vond er tenslotte een ontmoeting plaats in Hotel [naam] Princeville Breda tussen [verdachte] (M), [medeverdachte 12] (Y), vermoedelijk [persoon 15] (N1) en een NN-man met een Belgisch accent (N2). Uit de OVC-opname van deze ontmoeting volgt het navolgende:
[…]
M: Zijn er dingen die ik moet weten, die we nog niet besproken hebben?
N2: Niet dat ik weet hé. Het belangrijkste zijn de papieren, de rest van Monica (fon.).
M: Ik heb nog een bill (fon.) bij me trouwens. Weet je van wie? ..onverstaanbaar..
Y: Ja?
M: [aliasnaam 9] (fon.)
Y: (lacht) Nee?
M: (lacht) Ja. Ja, wij willen nooit meer iets doen daar, met dat land.
Y: Nee, nee, nee, alsjeblieft, Pakistan (fon.) sstt.
N1: Net voor de loop gepakt?
N2: Down?
Y: Nothing in there, is ook, echt.
M: Meer ..onverstaanbaar.. miljoen. Wie heeft dat bedacht?
N2: ..onverstaanbaar..
M: Nee, echt waar.
[…]
Y: [bedrijf 5] (fon.)
M: [bedrijf 5] (fon), [bedrijf 5] (fon) ja.
Y: Komt van, wij brengen papier van ..onverstaanbaar.. bedrijven, MSC (fon.). Wij brengen van factuur, is een opdracht.
M: Ja, ja, ja, ja. Ja. […] (Voetnoot 427)
[verdachte] heeft zich bij de politie en ter terechtzitting op zijn zwijgrecht beroepen.
Overwegingen van de rechtbank
Gezien voorgaande bewijsconstructie stelt de rechtbank vast dat de Belgische autoriteiten in Antwerpen op 16 februari 2013 in totaal 3.019 kilogram hasjiesj hebben aangetroffen en inbeslaggenomen in de container [nummer] , waaraan de bill of lading met nummer [nummer] is verbonden. Anders dan de verdediging heeft betoogd, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de uitslag van de SCOTT NARK II test, waaruit volgt dat de aangetroffen substantie hasjiesj betreft. Uit de bewijsconstructie volgt dat [bedrijf 5] de ontvanger is van deze container. Uit politieonderzoek volgt dat [persoon 2] middels volmacht het beheer over [bedrijf 5] heeft. Zij is bovendien zaakvoerder van haar bedrijf [bedrijf 6] , terwijl [medeverdachte 11] – oftewel ‘ [bijnaam medeverdachte 11] ’ – daarin stille vennoot is. Zoals ook uit zaaksdossier 2 (cocaïne invoer) volgt, vormen [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] de link tussen [verdachte] en de ‘petjes’ of douaniers in de Antwerpse haven. [verdachte] betaalde hen voor deze bemiddeling forse bedragen (bijvoorbeeld de 200.000 euro op 30 december 2012).
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] direct op de dag van de inbeslagname van deze container hierover word ingelicht en zich daarover zeer ontstemd toont. Er vindt vervolgens een verscheidenheid aan besprekingen plaats waaruit de betrokkenheid van [verdachte] bij de inbeslaggenomen partij hasjiesj blijkt.
De rechtbank overweegt dan ook dat [verdachte] op 19 februari 2013, een [bijnaam medeverdachte 9] drie uur nadat chauffeur [persoon 20] aan [persoon 2] heeft bericht dat de container in beslag is genomen, omstreeks 10:30 uur mompelt dat hij ‘weer voor niks heeft gekocht’, ‘het zit fout’ en ook mompelt hij over ‘kutjanussen’. Die middag overlegt [verdachte] vervolgens met [medeverdachte 12] over een gepakte ‘box’. Direct na deze bespreking mompelt [verdachte] dat hij een half miljoen heeft betaald, dat het verlies is en dat het niet kan met een volmacht. De rechtbank overweegt dat het meer dan aannemelijk is dat [verdachte] spreekt over de inbeslaggenomen container en de volmacht van [persoon 2] om deze voor [bedrijf 5] in ontvangst te nemen. Om 12:55 uur vindt er dan een bespreking plaats tussen [verdachte] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] . Een uur na deze bespreking belt [medeverdachte 11] met [persoon 2] over de inbeslaggenomen container, waarbij hij zegt dat hij net bijna op de vuist is gegaan met die twee mannen. De rechtbank constateert dat [medeverdachte 11] hiermee doelt op de bespreking die hij met [verdachte] en [medeverdachte 12] heeft gevoerd. Omstreeks 15:45 uur zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 4] dat hij net een bespreking met ze heeft gevoerd en dat ze ook niet weten wat er is gebeurd, maar dat ze het wel moeten gaan weten. De rechtbank overweegt dienaangaande dat daaruit volgt dat [verdachte] [nummer] [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] ter verantwoording heeft geroepen. Om 20:40 uur ontmoetten [verdachte] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] elkaar weer, waarbij wordt gezien dat [verdachte] druk handgebaren maakt. [medeverdachte 7] zit aan een andere tafel met zijn gezicht richting de toegangsdeur. Een paar minuten na deze bespreking vertelt [verdachte] aan [medeverdachte 10] waarom Petje met zijn badge de computer niet in kan, waarop [medeverdachte 10] zegt dat het kneuzen zijn en dat ze erin zijn getrapt. [verdachte] zegt tenslotte dat hij is besodemieterd.
Een dag later (20 februari 2013) vindt er weer een bespreking plaats tussen [verdachte] , [medeverdachte 12] en [medeverdachte 11] . Tijdens dit gesprek zegt [verdachte] dat ze een klap hebben ontvangen en dat de badge van Petje is ingenomen. Door betrokkenen wordt onder meer gesproken over het beïnvloeden van douaniers en Pakistan. Tijdens een bespreking op 25 maart 2013, waaraan onder meer ook [medeverdachte 12] deelneemt, zegt [verdachte] tenslotte dat ze nooit meer iets willen doen met Pakistan.
[verdachte] komt ter zake van dit transport van hasjiesj pas de facto in beeld op 19 februari 2013, zijnde de dag waarop de hasjiesj door de Belgische autoriteiten in beslag is genomen. De rechtbank wijst er evenwel op dat hetgeen hiervoor reeds is overwogen ten aanzien van de modus operandi en betrokkenheid van [verdachte] bij zaaksdossier 2 inzake cocaïnetransporten, hier eveneens onverkort van toepassing is. Uit de tijdslijn van zaaksdossier 2 en onderhavig zaaksdossier blijkt dat dit onderschepte transport van 3019 kilogram hasjiesj uit Pakistan aanleiding gaf aan [verdachte] om de invoer van 550 kilogram cocaïne via de haven van Antwerpen tijdelijk uit te stellen. Ter zake van zaaksdossier 3 maakt [verdachte] wederom – net als in zaaksdossier 2 – gebruik van dezelfde tussenpersonen in België, een ‘Petje’ in de haven van Antwerpen, een transport in een container, et cetera. Uit de OVC-opnames volgt voorts dat [verdachte] niet louter logistiek betrokken was bij de invoer van de container met hasjiesj, maar daar ook een financieel belang daarbij had. Er is daarom wettig en overtuigend bewijs dat [verdachte] al reeds vóór 19 februari 2013 wetenschap had van de invoer van de container met hasjiesj, en ook dat hij daarover een bepaalde mate van zeggenschap en aansturing had.
Alles overwegende acht de rechtbank de onder feit 3 tenlastegelegde invoer van 3019 kg hasj wettig en overtuigend bewezen.
Feiten 4 en 5 (zaaksdossier 6 - PMK)
Bewijsmiddelenoverzicht
Op 1 februari 2013 werd door de politie geobserveerd dat [verdachte] het Chinees restaurant ‘ [naam] ’ te Eindhoven om 16:22 uur bezocht, waarna hij het restaurant weer verliet om 18:10 uur. (Voetnoot 428) Op de camerabeelden van de camera, geplaatst op het Stationsplein te Eindhoven en onder meer gericht op de trap die leidt tot de ingang van ‘ [naam] ’, was zichtbaar dat [verdachte] om 18:10:04 uur de trap afliep die leidde tot voornoemd restaurant. Om 18:14:08 uur liep de ambtshalve bekende [medeverdachte 13] de trap af, gevolgd door een NN-man met Aziatisch uiterlijk met lang stijl haar tot over de schouder. Deze NN-man is later eveneens gezien tijdens een ontmoeting op 10 juni 2013. (Voetnoot 429)
Op 25 maart 2013 vond er een ontmoeting plaats bij Hotel [naam] Princeville te Breda. Aan deze ontmoeting nemen [verdachte] (M), [medeverdachte 12] (Y), vermoedelijk Y. [persoon 15] (NN1) en een NN-manspersoon met een Belgisch accent (NN2) deel. Uit de OVC-gespreksweergave van deze ontmoeting volgt het navolgende:
M: Ik heb twee (2) firma’s die nu…, drie (3) firma’s die in de running zijn. Die ene met Live (fon.) er in, in de naam, de andere [bedrijf 2] (fon.), en de andere ..uh.. [bedrijf 5] (fon.) En jij hebt het over de laatste?
[…]
M: Niet [bedrijf 2] (fon.) ..onverstaanbaar.. overmaken.
Y: ..onverstaanbaar..
M: Maar Kenië (fon.), Kenië (fon.) is andere goeie ..onverstaanbaar..
Y: Ja, ja, ja. Deze ..onverstaanbaar.. ticket logistic (fon.) hij wilde, zegt hij, nieuw voor export zit aan betere shift te denken hé.
M: Hij is al vertrokken. Hebben andere ..onverstaanbaar.. Ja, China.
Y: Oke.
M: Daar komt, daar komt nog een box trouwens uit China. Die komt ook nog, daar moet ik de Bill (fon.) nog van krijgen.
Y: Ja.
M: Vergeet ik net te zeggen, maar ja. Dat is de schuld door elkaar ..onverstaanbaar.. durf te smokkelen, ja.
Y: Deze is voor vier (4) uuhh.. De.. uh.. de dinges.
Y: De.. uh.. de dinges is er nog niet, in ..onverstaanbaar.. of.. uh.. Birmingham (fon.), denk te krijgen.
M: Ja, Valdeo (fon.) hier, ruitensproeier, ruitenwisser, voor die ramen.
Y: Ja, ja, ja, ja.
M: ..voor de auto, van dat spul
Y: Dat is ook wel een ..onverstaanbaar..
M: Daar zitten ze in. […] (Voetnoot 430)
Op 1 mei 2013 vond er een ontmoeting plaats in restaurant “ [naam] ” aan de Eindhovenseweg 264 te Valkenswaard tussen [verdachte] (M) en [medeverdachte 12] (Y). Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
M: Ja.
Y: ..onverstaanbaar.. van [medeverdachte 14] (fon.) Bij iedereen geld van [medeverdachte 14] (fon.) geven, is ook. Als jij de volgende keer [medeverdachte 14] (fon.) toch niet meer vertrouwt? (lacht)
M: Waarom niet?
Y: Hij, hij zegt ja, misschien zegt hij het. [persoon 11] (fon.) oke, niet komen daar, nu komen daar. Dus volgende..
M: Petje (fon)?
Y: ..dus volgende ook niet, zegt ie ja, beter beter jullie moeten zoeken, als gij zegt van jullie zoeken andere, weten helemaal is van ..onverstaanbaar.. Dan schrok ik, nu, nu brengen van bewijs. Wij moeten het bewijs brengen van Menjada (fon) ..onverstaanbaar.. van dit. Is niet ..onverstaanbaar..
[…]
M: ..onverstaanbaar.. al onze schepen niet. Tweehonderdtwaalf (212) ..onverstaanbaar.. Zou het aan mij liggen. Zou het dan toch aan mij liggen? Dat weet ik niet ..onverstaanbaar.. alles wordt vochtig. China (fon.) misschien, twee (2) weken, hier, drie (3) lege, oke. Deze man is harder.
Y: Moeten dan alleen voor de beweging.
M: ..onverstaanbaar.. goed ..onverstaanbaar..
Y: Van?
M: En China (fon.) geeft ook aan... Dat is wel goed dat ze dat hebben gedaan. Ze hebben doosjes gemaakt, dozen. Er zitten vierkanten in, in één (1) doos met vijf (5) liters.
Y: Ja, ja.
M: Zijn ..uh.. opgegaan negenhonderd (900) dozen in een veertig (40) voetcontainer ..onverstaanbaar..
Y: Ja.
M: Was.. ..onverstaanbaar.. Die draaien we uit de kraan. ..onverstaanbaar.. aantal canvas meubelrol (fon.), daarin zit..
Y: Is veel koffiedrinkers natuurlijk?
M: ..Uh.. tweeduizend (2000).
Y: Tweeduizend (2000) liter.
M: ..onverstaanbaar.. Is gewoon veel tweeduizend (2000). Maar ja, ik heb één (1) prijs afgesproken ..onverstaanbaar.. maar, dat is eigenlijk gebaseerd op vijfentwintighonderd (2500) maar toen konden ze niet en toen hebben ze vijftien (15) gedaan. En nu toch twee duizend (2000), ..ah.. dat is niks, dat is iets kunnen we plezier van hebben maarre..
Y: Er is wel. En het is veelvoudig.
M: ..onverstaanbaar.. Weet je wat het ook is, het is ook, je raakt er helemaal moedeloos van jezelf en zelf denk ik ook van pohhh. ..onverstaanbaar..
Y: Ja, ik moeten vijf (5) uur naar een ..uh.. [medeverdachte 14] (fon.) Ik moeten hem zien.
M: Ja, dat krijg ..onverstaanbaar..
Y: Alleen van hij ..onverstaanbaar.. Hij nou vanmorgen vertrokken.
M: ..onverstaanbaar.. een keer tijd, ja. ..onverstaanbaar.. gaan morgen vertrekken maar die China container toe, twee (2), twee (2) weken.
Y: Je mag nu. Kijk ..onverstaanbaar.. hij, hij krijgt jou ook en zegt hij en ..onverstaanbaar.. gezegd, ..onverstaanbaar..
M: Ja, ja.
Y: Maar hij heeft nieuws, hij ..onverstaanbaar.. geprobeerd vandaag eigenlijk mensen van de ..onverstaanbaar.. contact mee te leggen ..onverstaanbaar.. je van ..uh.. [medeverdachte 14] (fon) ook zeggen van ja hij heeft niet meer boot ..onverstaanbaar..
M: Waarom zou je nog ..onverstaanbaar.. dus dat weet je. Het raakt hem niet maar .. als bij ons ..onverstaanbaar.. fout gaat. Hij heeft geen ellende.
Y: Nee, natuurlijk niet, natuurlijk. ..onverstaanbaar.. is een kick. Er is een sectie geld onder, hij zegt dat zeg ik ook niet. Hij zo zo werken met de mensen. Hij zo zo werken met mensen. Yes or no tot aan Maastricht ..onverstaanbaar.. kan een schop krijgen ..onverstaanbaar.. er is niemand van schop aan hem geven, als ie verkeerd doet ja. Als gij ..onverstaanbaar..
M: Die dingen gebeuren, die dingen. Weet je wat het wel is, dat is hun risico met wat we doen. Ook daar vallen ..onverstaanbaar.. Vroeger was het nog erger, nieuwe handel ..onverstaanbaar..
Y: ..onverstaanbaar.. [medeverdachte 14] (fon.), ook niet gedaan ..onverstaanbaar.. kijken. Als gij van, eentje (1tje) gedaan of van goed of niet. Ja hij ook denken na de mensen ..onverstaanbaar.. gestuurd. En nou haalt hij ook twee (2), twee (2), twee (2) komt misschien. Drie (3), drie (3) komt misschien.
M: En twee (2) ..onverstaanbaar.. in.
Y: ..onverstaanbaar.. twee (2) voor ..uh.. Apo (fon.) ..onverstaanbaar.., wij dachten ..onverstaanbaar.. voor ons dinges Apo (fon.).
M: Nee [bijnaam medeverdachte 11] (fon.) blijft wel dezelfde keus houden, hoor. [bijnaam medeverdachte 11] (fon.) is niet in één (1) keer een hele goeie omdat er daar iets verkeerds is ofzo, maar goed [bijnaam medeverdachte 11] (fon.) was er wel ..onverstaanbaar..
Y: Ik zal do doen. Ik zal eens van avond voor [medeverdachte 14] (fon.) zien. Ik moet hem van [medeverdachte 14] (fon.) tweeduizend (2000) geven. Ik moette hem als gij van die, die container over en hij weet ervan en hij zegt voor niet te veel gaat het eronder maar wij een keer gaan kijken als ge van dit Waalwijk (fon.) ..onverstaanbaar.. weet van. […] (Voetnoot 431)
Op 9 mei 2013 om 12:20:00 uur mompelde [verdachte] (M) in zichzelf. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
[verdachte] stapt in de BMW en zegt tijdens het instappen: “Tweeduizend liter, tweeduizend liter, ..ja...” […] (Voetnoot 432)
Op 24 mei 2013 om 11:47:01 uur vond er een ontmoeting plaats tussen [verdachte] (M) en [getuige 1] (N). Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
[…] Sessie 4. Er zijn rijgeluiden hoorbaar.
M: He
S: Wat?
M: Chinezen ook weer, dat zijn ook een stelletje hoor.
S: Zo vervelend?
M: Nee die zijn wel eh. Ey, maar die zorgen weer niet voor dat alles documenten goed zijn, moeten we 10 keer, moeten we 10 keer DHL vliegen om nog dit op te sturen, dan weer dat op te sturen, weet je wel. Allemaal op het laatste nippertje ook zo leuk. […] (Voetnoot 433)
Op 29 mei 2013 vond er om 14:31:51 uur een ontmoeting plaats tussen [verdachte] (M) en [getuige 1] (S) in een personenauto, merk BMW, gekentekend [kenteken 1] . Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
[…]
M: Ik denk dat ik volgende week ka uh ja als ik met mijn ding klaar ben, eind volgende week dat ik het weekend er niet ben dat ik ff iemand op zijn flikker ga geven in Dubai. Daar moet ik toch persoonlijk naar toe.
S: En eh die dinge die is in Dubai die wilde afspreken.
M: Wie?
S: Die ging vrijdag er naar toe die zegt als jullie nou komen van het weekend dan zitten wij met die grote man van mij. (fluistert)
M: Wie
S: [persoon 21] (fon.) (Fluistert)
M: O ja nee ik kan niet weg ik moet eerst toch die ene dat China ding doen.
M: Ik zal je eerlijk zeggen, ik zit op 1 zaak te wachten…
Sessie 30:
M: Ja dat is goed. Alleen ik kan gewoon niet. Ik zit met die dingen, met die boot.
S: Dat komt dit weekend?
Uit een Cargo/Freight Manifest van de Belgische douane volgt dat het schip “Hammersmith Bridge”, afkomstig uit Yantian (China), op 1 juni 2013 zou arriveren in de haven van Antwerpen. Op dit schip bevond zich een container met nummer [nummer] , die was bestemd voor ‘ [bedrijf 14] , [medeverdachte 14] , [adres 14] , 3970 Leopoldsburg (België)’. De container was verzonden door het bedrijf [bedrijf 15] uit China. De inhoud van de container betrof volgens dit manifest 833 verpakkingen met antivriesvloeistof. (Voetnoot 434)
Uit gegevens van de douane volgt dat het schip ‘Hammersmith Bridge’ met container genummerd [nummer] op 26 mei 2013 in Rotterdam is geweest en op 1 juni 2013 in Antwerpen is gelost. (Voetnoot 435)
De container werd op 1 juni 2013 omstreeks 20:33 uur te Antwerpen gelost op de terminal van de firma [bedrijf 16] t.h.v. kaai 1742DD te 9130 Doel, [adres 15] . Op 2 juni 2013 hebben de Belgische autoriteiten de container geopend en de blokverzegeling verbroken. De container bleek gevuld te zijn met 832 kartons met ‘ANTI-FREEZE’. Deze kartons waren gestapeld in 17 rijen van 49 dozen, maar op de eerste rij ontbrak een doos. Bij het openen van enkele kartons stelden de autoriteiten vast dat deze alle 4 plastic flessen bevatten, die luchtdicht waren afgesloten. Bij het openen van verschillende flessen trof men een fluorblauwe vloeistof aan. Vanaf de achtste rij troffen de autoriteiten kartons aan waarop het Chinese teken in blauwe kleur, al dan niet voorafgegaan door de tekst -20º in blauwe kleur, dat op de overige dozen stond, ontbrak. De kartons zonder vermeldingen in blauwe kleur waren gevuld met 4 witte plastic flessen met een andere vorm en afsluitdop. Bij het openen van deze flessen stelden de autoriteiten een donkerbruine en doorzichtige vloeistof vast die een specifieke geur afgaf, die werd herkend als de precursor Piperonyl Methyl Ketone (PMK). Uit de TruNarc-test volgde als resultaat dat de donkerbruine vloeistof Piperonyl Methyl Ketone (PMK, MDP2P) betrof. In totaal werden er 135 kartons, inhoudende 540 positieve flessen, aangetroffen. Het totaalgewicht van de aangetroffen PMK betrof 2.106 kilogram. De Belgische autoriteiten hebben vervolgens deze 540 flessen geleegd en de inhoud vervangen door water met een bruine kleurstof. De 135 kartons werden gevuld met 4 flessen met gesubstitueerde vloeistof en weer dicht gekleefd. Nadien werden de 697 negatieve kartons en de 135 positieve kartons weer in de container geladen. Eén van de 540 flessen werd gevuld met substitutievloeistof en 100 ml PMK. Deze fles werd gemerkt met ultraviolette stift en in een tevens gemarkeerd karton achteraan in de container geplaatst. (Voetnoot 436) Aan/op/in de container werd tijdens een technische actie een peilbaken bevestigd. Na sluiting van de container werd deze weer op de kade geplaatst. (Voetnoot 437)
Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft eveneens de inhoud van de flessen uit de container onderzocht. Hieruit volgt dat de gele vloeistof PMK bevat en de blauwe vloeistof antivries en water. (Voetnoot 438) Uit een aanvullende rapportage van het NFI volgt dat de bemonsterde vloeistoffen voornamelijk uit PMK bestaan en geschikt zijn om te worden gebruikt als grondstof voor de vervaardiging van bijvoorbeeld MDMA, de werkzame stof in XTC-tabletten. (Voetnoot 439)
De Belgische autoriteiten hebben op 4 juni 2013 om 19:49 uur geobserveerd dat de container [nummer] uit de haven van Antwerpen werd opgehaald door een vrachtwagencombinatie. De oplegger was voorzien van de nummerplaat [kenteken 11] . De trekker was voorzien van nummerplaat [kenteken 12] . De container werd rechtstreeks overgebracht naar Nederland. (Voetnoot 440) Het kenteken [kenteken 11] stond op naam van [medeverdachte 2] , wonende te [adres 16] , 5552 KB Valkenswaard. (Voetnoot 441) Op 4 juni 2013 heeft een Nederlands observatieteam waargenomen dat de bestuurder en enige inzittende van de vrachtwagencombinatie een blanke man was met een smal postuur, donker haar en met een kalend achterhoofd. De vrachtwagencombinatie passeerde omstreeks 21:03 uur de grens België-Nederland ter hoogte van ’t Goor en reed omstreeks 21:32 uur een bedrijventerrein op ter hoogte van de [adres 17] 19A tot en met 21J te Valkenswaard. Omstreeks 21:59 uur verliet de trekker met kenteken [kenteken 12] het bedrijventerrein weer. Omstreeks 22:07 uur werd waargenomen dat de trekker, zonder inzittende, stond geparkeerd op de hoek van de Hertog Ottostaat met de Kempische Baan te Valkenswaard. (Voetnoot 442) Dit is in de directe nabijheid van het GBA-adres van [medeverdachte 2] . (Voetnoot 443)
Op 5 juni 2013 vond er vanaf 10:34:18 uur een gesprek plaats tussen [medeverdachte 4] (T), [medeverdachte 2] (A) en [medeverdachte 7] (E) in een loods in Valkenswaard. Voor de stemherkenning van [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] verwijst de rechtbank naar de inleiding, zoals opgenomen in dit vonnis. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
Opmerking verbalisanten: motorgeluiden hoorbaar..
T: Ja?
A: Even wachten. Die pallet ook weghalen eerst ..onverstaanbaar.. moet helemaal weg dan..
T: ..onverstaanbaar.. deze weghalen eerst?
A: Nee die ..onverstaanbaar.. nu deze twee (2) verzetten..
T: ..onverstaanbaar..
A: Omdraaien, dat gaat heel makkelijk he? ..onverstaanbaar..
T: ..onverstaanbaar.. ja dat gaat heel makkelijk ja
A: Dan denk je hoe moet dat nou? Dat doe je gewoon zo. Nou begin daar ik vooraan ..onverstaanbaar..
T: ..onverstaanbaar.. zou ik niet doen.. onverstaanbaar.. komt te staan om straks te kunnen laden en lossen.
A: Ja, ja, ja, dat is waar.
T: ..onverstaanbaar..
A: Ja. Nou deze zijn ook goed hoor.
T: Hè?
A: Goede aspirientjes (fon.)
T: ..onverstaanbaar..
A: Ja, zal ik hem er bovenop zetten?
T: Hè?
A: Zal ik hem er bovenop zetten?
T: Wie?
A: Ja, die pallet?
T: Nou, wacht maar even. Ja, maar als wilt trouwens, jij bent de baas.
A: Ja, want ik heb namelijk nog steeds geen idee, hoeveel ik eruit moet halen dus met de ruimte natuurlijk wel rekening houden.
T: Ja, ja, dit ziet er ook nog niet uit.
A: Nou ja, ik kan effe kijken hier een slag weghalen, eentje (1tje). Nee, ook nog niet ..onverstaanbaar.. die zien er anders uit.
T: Nee.
A: Moet effe na ..onverstaanbaar.. zijn leeg, moet ik hebben ..onverstaanbaar..
T: Kijk hier kunnen ze natuurlijk staan ..onverstaanbaar..
T: Ja, twaalf (12), dat zijn er eigenlijk hé, plus achttien (18) ja dat zijn dus een goeie veertig (40) pallets.
A: Honderdentwaalf (112) dat zijn ..uh..
T: Nee.
A: Zijn achttien (18) op een pallet he? Zeven (7), zeven (7) keer acht (8) zesenvijftig (56), zijn zes (6) pallets in elk geval.
T: Hè?
A: Zes (6) pallets.
T: Ja.
T: één (1), twee (2), drie (3), vier (4), vijf (5), zes (6), zeven (7), acht (8), pallets maal achttien (18) is tachtig (80) en..
A: Ja, achterin achttien (18) is zes (6) keer honderdvierenveertig (144).
T: Ja.
A: Dat is ongeveer, nou dat iets meer dan ..onverstaanbaar..
T: Ja, dat klopt.
A: Meer dan dat er besteld moest worden.
T: Ja, op het laatst kwamen twee (2) verschillende mensen.
A: Poem, poem, poem, poem. Ja, ik denk ze doen effe uit ..onverstaanbaar..
T: Ja, zo.
A: Zo.
T: Wat zou er in? Voor de zekerheid zullen we maar eens even.. Ja. Ja. Het ruikt niet hé anti-vries.
A: Nou het ruikt wel, als het goed ruikt het wel een beetje ja ..onverstaanbaar..
T: Ruik jij niks?
A: Nee dit niet.
A: Hoeveel dozen kunnen we nou zien, Reimert (fon.)?
T: Hier heb ik dus één (1), twee (2), drie (3), vier (4), vijf (5), zes (6), zeven (7), acht (8), negen (9), tien (10), zeg maar honderdtachtig (180) hebben ze nu geladen.
A: Ja, want er is nog niks in.. het zou fijn zijn als iemand wist waar het zat, hoeveel slagen er uit moeten? […]
T: Ja die jongens zijn al hier aan het rond rijden overal want die hadden al lang gedacht dat ze konden laden.. dus ja..
A: Dan moeten ze komen helpen lossen. Moeten maar effe een bakkie gaan doen of zo.
T: Hmmm.
A: Zo.
[…]
T: Jij moet nu gaan?
A: Ja, moet even gebeuren.
T: Ja.
A: Die ..uh.. onverstaanbaar.
T: Ja.
A: ..onverstaanbaar?..
T: En ruimig maar ..onverstaanbaar.. binnen gekomen dan gaan we ze eerst toch stapelen.
A: ..onverstaanbaar.. eruit haalt is nooit zo erg ..onverstaanbaar.. onze chinezen voor nodig.
T: Tja.
T: Het belangrijkste is als ik er zo snel mogelijk negentien (19) klaar zet. Die moeten ze hebben.
A: Die mensen worden zenuwachtig?
T: Ja.
A: Dan zullen we maar eens gauw die dingen er op zetten.
A: Verrek.. het lijkt wel alsof deze zwaarder weegt.
T: Nou nou, ik dacht die ander lichter. Effe een mes pakken, ..onverstaanbaar.. het moet het er op staan.
Opmerking verbalisanten: laad- en losgeluiden in en rondom de container
T: In principe zijn ze iets zwaarder want het spul is zwaarder.
A: Ja.
T: Ik kan me niet voorstellen dat het hier in zit.
A: Het zou ook wel lekker slim zijn als die dozen er precies hetzelfde uit zouden zien.
T: Nou.. nou.. Dan moeten we dadelijk alles na gaan kijken. Nee dat zal toch niet. Ze zijn gemerkt, dat moet. Nee dat is..
T: Ik kan me niet voorstellen dat ze nou in één (1) doos verschillende dingen doen hè.
T: Ruik jij eens? Ik ruik niks.
A: Je ruikt bijna niets nee. Maar het moet wel daarin.
T: Het spul dat we hebben dat stinkt!!!
A: Een beetje zuur?
T: Nee.. een beetje.. het lijkt wel anijs.
A: Nou.. onverstaanbaar..
T: Dat mag beslist niet knoeien want als dat knoeit in een doos dan ruikt heel de auto daar naar. Nou deze.
A: Die kan wel even aan de kant.
T: Ja zet daar maar neer.
A: Godverdomme.
T: Wat?
A: Ah joh dat kut ..onverstaanbaar..
T: Ja ..onverstaanbaar..
A: Chinezen (fon.), dat is het enige wat ze ..onverstaanbaar.. moeten plakken..
T: Ja.
A: Daar waren ze weer te beroerd voor, hmm.
T: Pas maar op ..onverstaanbaar.. achttien (18) ja, achttien (18) pallets.
T: Hier zit plakband omheen ..onverstaanbaar..
A: Daar, daar en hierboven wel.
T: En meer niet?
A: ..onverstaanbaar..
T: Staat ook niks op?
A: Nee staat niks op ..onverstaanbaar..
T: Het is niet blauw. Ja, het is dit.
A: Ja, nou het is..
T: Maar hoeveel zit er in?
A: Misschien andere kleur? Zou maar een beetje oppassen met die knoeierij hoor.
T: Ja, maar ja.
A: Dat is toch wat. Wie weet zijn ze wel. Nou ja, niet gezegd, maar ze hebben misschien die dozen ook maar ingekocht met wat verlies.
T: Ja, ze hebben ze overgegoten. Ze hebben de flessen leeg gegoten en dat spul erin.
A: Hebben ze dat niet goed schoongemaakt dan?
T: Ja?
A: Het is te hopen.
T: Ja.
A: ..onverstaanbaar..
T: Ruik jij eens?
A: Nou, dit is het wel. Dit is ook een hele andere kleur.
T: Ruik jij dit?
A: het is ook veel dikker. Veel ..uh.. viscositeit is ..uh.. te laag.
T: Zouden ze dan allemaal in het plastic zitten?
A: Ik ga er van uit dat ze die dozen hebben opengemaakt..
T: Die hebben ze opengemaakt.
A: Dan moet er plakband op zitten. Dan dan is dat de manier.
T: En dit ook. Kijk want dit, als je dit openmaakt, kijk..
A: Ja.
T: ..is open geweest.
A: Ja, ja.
T: Is open geweest.
A: Er zitten ook andere dopjes op.
T: Ja. Moeten we die even apart zetten? Tja.
A: Die apart zetten.. deze moet sowieso even weg dan. Ik heb ze heel effe apart zetten want eerst even kijken of dat er nog meer van zijn.
T: Ja.
T: Die niet.
A: Die niet? Nee, effe wachten, effe wachten, hoezo die niet?
T: Nee, ik zeg deze niet.
A: Oh, dit is hem wel.
T: Ja, dat zijn die, die is open geweest.
A: Die kunnen we hier zetten. Als ik er zo honderdentwaalf (112) moet vinden? Tenzij ze nu allemaal plakband hebben?
T: Nee. Ja, ik ga ervan uit als ze zo gesloten zijn dat het nog steeds dezelfde zijn. Anders hangen we er echt in. Dan moeten we al die dozen gaan kijken. Zal toch niet gebeuren.
A: Nee, daar hebben we al een pallet vol ..onverstaanbaar.. Ik ..uh.. zit te zinnen op een, hoe dat je nou kunt graven?
T: Dit naar achteren toe en dan hier opzij zetten.
A: Ja, kan sowieso.
T: In het midden zo hier opzij zetten.
A: Ja, we kunnen hier sowieso wel wat opzij zetten.
T: Ja, ja.
A: ..onverstaanbaar.. dat is op zich toch wel leuk hé, leuke job man.
T: Ja daaag.
A: Zoek, zoek, zoek, zoek.
T: Ik zit hier al te kijken of ik hier plakband zie.
A: Ja, dat heb ik al gedacht, hier langs de zijkanten zou je het moeten kunnen zien.
T: Nou ik heb iets gevonden. Luister, dozen waar het spul in zit, alles hetzelfde alleen staat hier een stempel op met twintig (20) graden. Alle dozen waar geen stempel... Ik heb er een paar geprobeerd, ook van daaruit, waar de stempel niet opstaat, daar zit het spul in.
A: Dat is ook wat, dus dat is een zoekopdracht.
T: Ja (lacht) ..onverstaanbaar.. trouwens.
A: ..onverstaanbaar..
T: Er komen twee (2) man bij.
A: Dit moet dan even allemaal nagekeken worden.
T: In principe wel maar ik denk dat het meeste nou pas komt.
A: Ja dat zou zomaar kunnen.
T: We zijn achterin kijk hier ook, dit zou ook kunnen, die gaan allemaal veel te gemakkelijk open. Kijk, ik heb net die andere proberen open te maken. ..onverstaanbaar.. bijna niet open. Kijk, en dit is..
T: Hier zitten overal stempels op, daar zitten overal stempels op. Dus echt waar twintig (20) graden niet op staat. En waarom hebben ze dat niet gezegd? En bovendien, oh kijk hier hebben we er nog één (1). Dat is er maar één (1), dat is de laatste. Maar waarom doen ze er dan maar één (1) op twee (2) dozen.
A: ..onverstaanbaar..
T: Nou weet je wat we doen? We gaan in de wagen want ik moet zo snel mogelijk negentien (19) dozen hebben.
T: Hulp, twee (2) mannen komen eventueel. Hier balen ze ook van. Om 14:45 uur moet ik naar de parkeerplaats Leenderbos. Hoe laat is het nu?
A: ..onverstaanbaar..
T: Dat is over een half uurtje. Misschien is het dan allemaal af. Ik heb er hier nog één (1)
A: Ik heb er nog één (1). Ja.
T: Ja, er moeten er wel meer zijn.
A: Ja, denk ik ook.
T: Ik ga even die jongen ophalen.
A: Ja.
T: Die komt helpen.
A: Ja. Ik schouw nog wel even door ..onverstaanbaar..
T: Ja, is goed. Komt bij het Leenderbos?
A: Die is ook nog vol. En dan, effe wegzetten ander palletje, zet hem effe weg, kunnen we die effe daar neerzetten. Nu komt het eraan, alleen maar groeien.
T: Die weg zetten?
A: Ja.
E: Zo..
A: Zachtjes, zachtjes, zachtjes ..onverstaanbaar.. Ik zit tegenwoordig in het anti-vries, dat is goeie handel, gaan we aan de zijkant nog stapelen ja? Kijk, er zit nog, dit is een goeie, nee. Ja. Als we ze niet halen moeten we ze allemaal controleren.
E: Kutzooi. Is echt probleem.
E: Hoeveel waren die? Honderddertien (113) of zoiets?
A: Het zouden er honderddertien (113) moeten zijn, maar we zitten er natuurlijk er eind over de helft maar ik denk het niet.
E: Over de helft of niet? Heb je ..uh.. weet je wat het is, het einde.
A: Ja ik bedoel qua dozen eerst effe gaan tellen. Dit is een goede of niet?
E: Ik denk het wel.
E: Ik breng, zit hier wel logica in? Er zit gewoon geen logica in.
A: Nee logica zit er niet in. Hey vierentwintig (24).. nee..
E: Er zit gewoon geen fucking logica in. Ik word er gewoon chagrijnig van, ik heb alles al moeten corrigeren in de hoeren, alles, en zelfs hier zit geen logica in. De volgende keer ga ik gewoon zelf er heen.
A: Ja. Ja.
E: Is echt het beste hoor. Pfff. Erg is dat jullie al sinds vanochtend bezig zijn.
A: Ja.
E: Ik zei al ik ga wel mee.
A: Ik ..uh.. ja ik doe een gok maar ik denk dat je niks meer vindt.
E: Moet dit allemaal terug in de container, of niet?
A: Wat zeg je?
E: Moet dit allemaal terug in de container of wat?
A: Ja, doe ik dat terug ofzo, op die hoogte dan kan ik er mee rijden anders flikkert het dadelijk om. Stapel ik het effe op die hoogte.
E: Waar ga je deze dingen neerzetten dan?
A: Ja, die moet ik weer ergens anders neerzetten, want ik moet ..vanavond.. moet ik ..uh.. ja ah fijn, ik moet dat ding effe wegzetten. Enne dan moet ik vanavond hier laaien en dat komen ze dan ook brengen ..uhm.. om naar Hongarije te gaan. Maar dat is met een andere oplegger.
E: Eeh.
A: Hè?
E: Nee, want ik heb die adres dus van die vent, van die factuuradres, daar zou dit eventueel wel naar toe kunnen. Kijk, en dan regel ik dat.
A: Dat is nog een andere kwestie, maar ja dat kan pas volgende week hé, dat heb ik gezegd hé.
E: Ja, maar ja. Dat is geen probleem. Dat kan, dan kunnen we dit bij hem uitlaaien, want dat heb ik al gezegd, want ik moet die factuur hebben en dit, want dan klopt het. Snap je? Want het is heel raar, als je dan niks daar hebt liggen, dat zei ik al tegen hem, als we dan dit dan terug gaan, dan zorg ik dat ik meer man heb, dan gaan we met z’n drieën (3-en), met z’n vieren (4-en). Effe één (1), twee (2), drie (3), vier (4). Dan mag jij koffie drinken, dan gaan we met z’n vieren (4-en) effe ttt, want hij heeft ook een container staan.
A: Oh ja?
E: Hij heeft zelf ook een container staan.
A: Ja, dat is goed, want ik moet toch ja, ik moet toch naar Antwerpen, of ik over Leopoldsburg rijdt, dan ..uh..
E: Ja, dan lossen we dat. En dan zijn die dingen gewoon goed. En dat is voor hem zijn boekhouding, dat is ook belangrijk. […]
E: Het zijn er honderdtweeëndertig (132).
T: Dat meen je niet.
E: Ja.
E: [aliasnaam 12] (fon.) (ng) wil je wat drinken?
A: Ja.
T: Ik heb dus honderdtweeëndertig (132) dozen met drugs nu.
We kunnen ‘m morgenochtend…
A: Dan zul je, ja kan, maar dan ben ik er niet.
T: Ja, nee, maar mag ik de sleutel?
A: Ja
T: Als jij mij nou de sleutel geeft, als wij klaar zijn, doe ik gewoon de sleutel bij jou in de brievenbus, in een envelop.
T: Ik moet hebben, ik moet hebben voor de Chinezen vijftig (50) dozen. Die moeten tweehonderd (200) liter hebben. Dus iedere doos is vier (4) liter, dus je hebt vijftig (50) dozen, die moeten wij apart zetten. Die komen vandaag of morgen. En dan hij, neemt morgen waarschijnlijk twee (2) keer ditzelfde mee.
T: Ja, kan makkelijk zei China (fon.) al. Nou, goed, dan hebben we dus honderdtweeëndertig (132). Één (1) of twee (2) achter elkaar, heb me niet vergist, heb ik goed nagekeken.
E: Ja, maar wij gaan dit uitzoeken, hé. Ik ben, dit breng ik volgende week weg.
T: Welk?
E: Dit, dit gaat naar die man toe.
T: Naar die [medeverdachte 14] (fon.)?
E: Ja.
T: Die gaan het zelf verkopen.
A: Haal het nou niet door mekaar, want dat is gewone.
E: Jaja, ja. Dit is voor die ..uh.., voor die ..uh.., die speed (fon.)
A: En ik ben er morgen gewoon hè, dus je moet het zelf regelen.
E: Jij hebt geen pen bij je of wel? Heb je een pen bij je?
A: Ik kan wel wat pennen regelen.
E: Ja, dan zetten we hierop, C, C, C, Dan weet je dat voor hun, weet je.
A: Hoe herkennen ze die pallet?
E: Misschien moet je het in het Chinees neerzetten.
A: Ja.
A: En wat we overhouden kunnen we misschien een feestje van geven.
E: Wat?
A: Misschien een leuk feestje van geven.
T: Nee, kom ik niet eens aan, kom ik niet eens aan.
E: Die lacht meer dan ie pijn heeft. Maar zijn ze grappig hè, komen niet eens helpen.
A: Wat kosten ze?
E: Gewoon vijfentwintighonderd (2500) euro hè?
A: Hoeveel?
E: Vijfentwintighonderd (2500) euro, één liter, ja..
A: Ja.
E: Ja, maar wat het bedoelt, het komt meer als eigen, veertig (40) euro is meer gewoon honderdduizend (100.000) euro.
A: Ja.
E: Dat je dat effe weet.
A: Kunnen wij toch delen?
E: Negentien (19), negentien (19) maal vier (4) is zesenzeventig (76), maar vijfentwintighonderd (2500), hey is te veel.
A: Weet je wat je beter kan doen [medeverdachte 4] ?
T: nee
A: effe die sleutel meenemen en naar de sleutelmaker gaan.
T: ja dat ga ik nu doen sleutels laten bijmaken
A: Even kijken. Moet jij da hebben.
E: Wanneer komen die ..uh.. die spleetjes?
T: Wat zeg je?
E: Wanneer komen die spleetogen?
T: Ja, weet ik niet. Moet ik navragen.
E: Het liefst ook zo snel mogelijk, snap je.
T: Ja, morgenochtend kan ik ook nog, ik heb de sleutel namelijk hè. Dus ik ga morgenochtend hierheen.
Opmerking verbalisanten: er is een inkomend pingbericht hoorbaar.
T: Als dit [verdachte] is nou dan, dan ben ik hier mee bezig en dan tien (10) keer, hoe laat is het? Hoe kom je?
E: Wat je wel moet zeggen. Wacht. Kan ik effe een berichtje tikken?
T: Tussen zes (6) en half zeven (7). Zou die hier zijn, is die hier.
E: Hij zelf?
T: Nee, die net ..uh.. hier was.
T: Hoe laat is het nu?
E: Ik heb geen klok om.
T: Half vijf (5).
E: Ja het is niet anders.
T: Gewoon even wachten.
E: Ja, we kunne effe weg en weer terug komen, kan?
T: Ja, want..
E: Maar je kunt nou niet weg want ..uh..
E: Mag ik effe [verdachte] .
T: […] Weet [verdachte] dat het honderdtweeëndertig (132) is?
E: Ja, dat heb ik gestuurd.
T: Ik zei toch nog tegen hem, die chauffeur had al tegen hem gezegd, luister in die container is nooit op pallets. Dus ik zeg gisteren tegen [verdachte] , is het op pallets, want dat is makkelijk en dan weten we dat. Ja zegt [verdachte] . Ik zeg weet je het zeker. Ja. Ik weet het zeker. Het is op pallets.
E: Kut. Kutzooi. Spleetogen zeg. Alles wat ze zeggen, klopt gewoon niet.
Opmerking verbalisanten: er is een inkomend pingbericht hoorbaar
E: Als dat zo is, dan is dat zo.
T: Oké, of je tot vijf (5) uur kunt wachten, want hij is dan met ‘China’ bij [naam] (fon.)
E: Dat is goed.
T: De klant moet daar komen. Die wil mee. En dan rijd jij met hem mee.
T: Die Chinezen spreken geen Nederlands hè?
E: Ja, maar gebrekkig.
T: Wel Engels?
E: Ja maar, dit is waar ze goed in zijn, dit is het enige waar ze goed in zijn. Maar ze hebben ons nodig, anders komen ze er niet uit, stukken waren slecht, per stuk prijzen kloppen niet, prijzen klopten niet, het gewicht klopte niet, telefoonnummers klopten niet, adressen klopten niet ..eehh.. heel de opgebouwde facturen klopten niet, ..uh.. het zal wel het werkje van een kwartier zijn. Maar ik ben er gewoon vijf (5) uur mee bezig geweest om alles te corrigeren. Je snapt toch wel?
T: Ik doe die deur dicht want ik vind het niet fijn als die open staat.
E: Ja, het is wel voordelig. Dan denken ze juist dat er niks aan de hand is.
T: Wat?
E: Als de deur open is, is dat juist transparant.
T: Ja, dat is ook zo.
A: Dan mag je wat mij betreft wel gaan.
T: Nee, ik moet wachten want Ali (fon.) en Jori (fon.) komen dadelijk nog terug en ik kom ook nog met Chinezen mee.
A: Vandaag?
T: Ja, die nemen vijftig (50) mee.
A: En hoe laat gaat dat gebeuren?
T: Vijf (5) uur.
A: Dat is, nu ongeveer. Hier, bijna vijf (5) uur. Zevenenveertig (47) ..onverstaanbaar..
E: Dan kunnen we beter die vijftig (50) daar neer zetten [medeverdachte 4] ?
T: Oké kom, kwart over vijf (5) he?
E: Dan kunnen we beter die (50) neerzetten.
T: Ja is goed, drie (3), drie (3) pallets.
T: Ja, wegbrengen. Nee ..onverstaanbaar.. Kwart over vijf (5)
A: Komen die Chinezen langs dan?
T: Kwart over vijf (5).
A: Komen die Chinezen dan?
T: Ja, nee, ik kom die om kwart over vijf (5) ophalen. […]
T: Dus dit is weg, dat gaat dadelijk met de Chinezen mee.
Opmerking verbalisanten: er is een inkomend pingbericht hoorbaar
A: Jij komt terug?
T: Ja?
E: Zullen we?
T: Wat? […]
T: Nee, die zitten niet bij [naam] . Tegenover [naam] .
E: Tegenover?
T: Ja.
E: Sjonge, jonge.
T: ..onverstaanbaar.. licht bejaard ..onverstaanbaar.. in het Chinees ..onverstaanbaar..
T: Oké Arthur, we zijn effe weg hé, ik kom dadelijk terug
A: Met die Chinezen?
T: Ja. En die laaien dan die vijftig (50) in?
E: Doei.A: Ja, succes. […] (Voetnoot 444)
Op 5 juni 2013 werden omstreeks 10:20 uur de in- en uitritten rondom het bedrijventerrein aan de [adres 17] tot en met 23 te Valkenswaard onder observatie genomen. Omstreeks 13:00 uur werd waargenomen dat er een vrachtauto, zonder oplegger, voorzien van kenteken [kenteken 12] , de inrit naar de loodsen opreed. De bestuurder was 40 – 45 jaar, met een ingevallen gezicht en gekleed in een spijkerbroek en een witte blouse (NN-1). NN-1 liep vervolgens om 13:02 uur de loods [adres 17] in, waar “ [naam] ” is gevestigd. Om 14:07 uur werd NN-1 door de politie herkend als zijnde [medeverdachte 2] . Om 14:37 uur zagen verbalisanten dat een Renault Laguna, met kenteken [kenteken 13] , vanuit de inrit van de loodsen de [adres 17] te Valkenswaard op reed. Om 14:40 uur werd gezien dat deze Renault Laguna stopte op parkeerplaats “Leenderbos” te Valkenswaard. (Voetnoot 445)
Op 5 juni 2013 werd om 14:46 uur waargenomen dat er een personenauto, merk Renault, type Laguna, en gekentekend [kenteken 13] , stond geparkeerd op de parkeerplaats bij het Strijperpad te Heeze- [plaats] . De bestuurder van deze personenauto was [medeverdachte 4] . Een personenauto, merk Mercedes-Benz, type 230E, kleur wit en gekentekend [kenteken 14] werd naast de Renault geparkeerd om 14:50 uur. [medeverdachte 7] stapte uit de Mercedes en stapte rechts in de Renault, waarna de Renault wegreed. De Renault reed vervolgens om 14:53 uur het perceel [adres 17] op. Om 15:47 uur reed een bestelauto, merk Opel, type Combo, kleur wit en gekentekend [kenteken 15] over de parkeerplaats bij het Strijperpad te Heeze- [plaats] . De bestuurder van de Combo had een portofoon in zijn hand en sprak hierin. Om 15:53 uur reed de Renault met [medeverdachte 4] in de richting van Valkenswaard. Om 16:20 uur keerde deze Renault met [medeverdachte 4] terug naar perceel [adres 17] . Daarachter reed een personenauto, merk Peugeot, type 407, gekentekend [kenteken 16] . De bestuurder had een portofoon in zijn hand. Om 16.40 uur werd gezien dat de Laguna stopte bij de schoenmaker aan de [adres 18] te Valkenswaard en een paar minuten later daar wegeed. Om 17:13 uur werd gezien dat [medeverdachte 7] bij [naam] als passagier uit de Renault stapt en bij [verdachte] op het terras ging zitten. Om 17:33 uur stapte ook [medeverdachte 4] uit de Renault en ging aan tafel zitten bij [verdachte] en [medeverdachte 7] . Om 17:43 uur kwamen er twee Aziatisch uitziende mannen bijzitten: NN5 (ongeveer 50 – 60 jaar oud, normaal postuur) en NN6 (ongeveer 40 a 45 jaar oud, normaal postuur, halflang haar). Om 18:08 uur liepen [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en NN6 naar de parkeerplaats en maakten daar contact met NN7, die een vrachtwagen bestuurde met het opschrift “ [naam] ”. Omstreeks 18:20 uur werd gezien dat deze vrachtauto parkeerde ter hoogte van perceel 19 op het bedrijventerrein te Valkenswaard. Om 18:37 uur reed [medeverdachte 7] hiermee over de Kennedylaan te Valkenswaard, waarna hij om 18:41 uur parkeerde bij [naam] . Om 18:47 uur rekende [medeverdachte 7] af op het terras van Hotel [naam] en liep hij samen met [verdachte] weg. Om 18:55 uur werd gezien dat NN5 (als bijrijder) en NN6 (als bestuurder) in een grijze Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 17] wegreden. Dit kenteken stond op naam van [medeverdachte 13] . [medeverdachte 13] is volgens de politie bekend als precursorenhandelaar. (Voetnoot 446) De politie heeft [medeverdachte 13] aan de hand van een observatiefoto d.d. 5 juni 2013 geïdentificeerd als een van de aanwezigen op 5 juni 2013 bij restaurant ‘ [naam] ’ te [plaats] . (Voetnoot 447) Uit vergelijking van deze observatiefoto met de bovenste foto op pagina 216 van zaaksdossier 6, volgt dat [medeverdachte 13] is geïdentificeerd als NN5. (Voetnoot 448) NN6 wordt omschreven als een man van 40 á 45 jaar met half lang zwart haar. (Voetnoot 449)
In het perceel [adres 17] B te Valkenswaard bevond zich een verpakking, waarin een kleine hoeveelheid precursor PMK aanwezig was. In deze verpakking was een technisch hulpmiddel, niet zijnde een registrerend baken, aangebracht. Op 5 juni 2013 om 18:37 uur werd geobserveerd en geconstateerd dat toen [medeverdachte 7] over de [adres 17] reed in de vrachtwagen met opdruk “ [naam] ” met kenteken [kenteken 18] , dat het technisch hulpmiddel zich in dit voertuig bevond. (Voetnoot 450)
Op 5 juni 2013 vond er om 18:48:51 uur een gesprek plaats tussen [verdachte] (M), [medeverdachte 7] (E) en een onbekende man (O). Dit gesprek vond plaats kort nadat [verdachte] en [medeverdachte 7] wegliepen bij het terras van restaurant Hotel [naam] aan de [adres 4] te [plaats] . Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
M: jij bent te laat man daar kan ik ook niks meer aan doen
O: (onverstaanbaar)
M: weet je wat het ook is (onverstaanbaar) zeker maken zoveel veel fouten dat ze dadelijk weer een telfout maken
O: (onverstaanbaar) problemen maken.. hij kan en wil maar
M: hij is heel eerlijk hij niet alert maar en en..
O: nee maar dat is ook niet (onverstaanbaar)
M: waar waar waar
O: daar is iemand met (onverstaanbaar) telefoon
E: iemand opgepikt op het bankje (onverstaanbaar) kan toen ik wegging stapte hij in de auto ik reed die kant zo
M: ja
E: om te kijken of hij mij kant opkomt niet te zien (onverstaanbaar) zat ik daar op de bank daarom duurde het wat lang zo
M: ja oké dat is goed
E: toen ben ik daar heb ik daar gewacht ik heb (onverstaanbaar) om te kijken of er iets aankomt… (onverstaanbaar) ( [medeverdachte 7] lacht)
M: het is niet anders maar ze zijn nu aan het verzamelen he ze zijn nu aan het verzamelen (onverstaanbaar)
O: weet [persoon 22] dat
M: he
O: wat zei je
M: ja we moeten even ja we zien het wel misschien iets anders.. eigenlijk hij heeft we gelijk die oude man ouwe Chinees jij zegt (onverstaanbaar)
O: (onverstaanbaar)
M: want als je alleen maar dit doet en niks verder anders weet je wat wat voor rustig leventje heb je dan dit is maar even is zo weg
O: ja
M: het is even twee weken even goed pompen het is klaar een week of twee (onverstaanbaar) acht weken twee maanden bezig (onverstaanbaar)
O: ja maar de andere keer gaat ook lukken he.. heb je al een format een beetje
E: (onverstaanbaar)
M: ja hij snapt het nou ik heb met hem een beetje zitten praten hij zegt nou.. weet je wel wat het is het valt niet mee.. het valt niet mee om meer pap uit te krijgen valt niet mee hoor want niemand heeft het niemand.. maar wij hebben wat niemand heeft.. het is ook niet.. ze hebben het wel maar (onverstaanbaar) het is toch anders hoor.
M: nee ik bedoel je moet het wel eventjes stil houden
E: je moet gewoon niet
M: want ze lullen toch.. nee maar je bent er trots op je hebt binnen behaald nu even niks aub.. alleen de belangrijke dingen.. op een gegeven moment ja het is goed voor je ego […] (Voetnoot 451)
Op 6 juni 2013 om 07:30:54 uur mompelt [verdachte] (M) in zichzelf. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
Sessie 001:
[verdachte] stapt in de BMW en rijdt weg.
M: wordt een lange dag vandaag.. dit ook nog..
M: wat een disaster..
Sessie 002:
Om 07:40:30 uur is het geluid van een inkomend (ping) bericht hoorbaar.
M: we hebben alle dozen nog, we hebben alles nog.. we laten alles er in.. we hebben het doosjes gemist.. alles uit de vrachtwagen
[…]
M: 600 liter.. (Voetnoot 452)
Op 6 juni 2013 werd om 11:56 uur waargenomen dat [verdachte] met twee Chinezen en een blanke man in café “ [naam] ” te Oirschot zat. Om 12:44 uur sloot een tweede blanke man aan bij het gezelschap. In de omgeving werd een VW Polo gezien met kenteken [kenteken 17] op naam van [medeverdachte 13] . (Voetnoot 453) Om 13:30 uur vertrok [verdachte] met de twee Chinezen in een auto, waarna zij om 13:50 uur arriveerden bij het [naam] te Waalre. Naast de auto van [verdachte] stond een Renault Laguna geparkeerd met kenteken [kenteken 13] . [verdachte] en [medeverdachte 7] gingen om 14:05 uur op het terras zitten bij een blanke man van circa 60 jaar oud. Om 14:25 uur haalde [medeverdachte 7] vervolgens (onder meer) twee Albert Heijn tassen uit de kofferbak van de BMW en zette deze over in de kofferbak van de Renault Laguna. Daarna nam [medeverdachte 7] weer plaats op het terras. Om 14:39 uur reden [medeverdachte 7] en de twee Chinezen met de Renault Laguna weg. [verdachte] vertrok vervolgens om 15:12 uur richting Eindhoven, alwaar hij om 15:28 uur arriveerde bij hotel Parkzicht te Eindhoven. Daar ontmoette hij samen met [medeverdachte 7] een blanke man van circa 30 jaar. [medeverdachte 7] vertrok vervolgens om 16:10 uur. Om 17:29 uur werd vervolgens gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 7] op een terras zitten van het [naam] hotel te [plaats] . Omstreeks 18:00 uur kwamen er twee Chinezen bij zitten, te weten een NN8-man van ongeveer 55 jaar oud en 1.75 cm lang en een NN9-vrouw van ongeveer 25 jaar oud en met een lang en tenger postuur. Omstreeks 18:35 uur opende de NN9-vrouw het portier van een Volkswagen Polo, gekentekend [kenteken 17] . (Voetnoot 454)
Op 6 juni 2013 vindt er om 13:27:55 uur in de BMW van [verdachte] een gesprek plaats tussen [verdachte] (M), NN-man1, NN-man2 en NN-man3. Het gesprek vindt gedeeltelijk plaats in de Chinese taal en de vertolking hiervan is in het proces-verbaal opgenomen. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
M: Pas op met knoeien he.
N2: Ja.
M: Die auto die, die lucht gaat nooit uit.
M: (snuift), dit is gewoon P.
N2: Ja.
M: Dit is gewoon de lucht. Dit is gewoon.. je ziet gewoon, kijk..
N2: Ja, je kan zien nou, een beetje te dun.
M: Ja, hij is alleen, ja. Hij is waterig.
N2: Ja.
N2: het zou heel zacht moeten zijn.
N1: De olie. Hoeveel olie.
N2: De olie oliet/smeert niet. Maakt geen geluid. Tot olie rekenen, hoort er geen geluid te zijn.
N1: Hij/zij zou het pakken/halen.
N2: Als het olie is dan zou dit geluid er niet moeten zijn. Komt dit geluid er niet uit. Het tokt/tikt/klotst.
M: En koelvloeistof, wel.
N2: Ja.
M: ..onverstaanbaar.., beetje zat.. beetje opletten
N2: Ow, Jaja ja. Moet deze ook eh, terug naar die huis of eh.. Ja laat door iemand anders kijken.
M: Ja, ik heb hem.. Ja.. Ik weet het eigenlijk niet. Ik heb hem gewoon maar meegenomen voor eh
M: Maar, maar Kok (Voetnoot 455)(ng+fon) zegt als je hem in eh, een bak doet.
N2: Ja.
M: Kijk, hij ruikt nu goed.
N2: Ik heb eh ook zo eh, aan [medeverdachte 13] (ng+fon) verteld.
M: Nou het is, kijk je kan het nou niet zien.
N2: Nee.
M: Ik heb vanmorgen opengedraaid. Ik denk ja. Het is goed.
N2: Ja.
M: Dacht ik. Maar, ik heb een beetje uit, daar is een beetje uit.
N2: Ja.
M: Zeg maar een vingerhoedje.
N2: Ja.
M: Zeg maar lepel. Niet meer. Eh, ik heb gekeken en toen heb ik met mijn vinger gevoeld.
N2: Hmm. Het prikt niet?
M: Ja, nee, het is de goeie geur. Alleen hij was wat waterig.
N2: Ja.
M: Alsof het gewoon water is. Kijk en die, een beetje olijfolie.. onverstaanbaar..
N2: Ja.
M: Snap je.
N2: Nee, want ik vertel net ook als je zou gaan schudden..
M: Ja.
N2: Bij olie, heb je geen geluid.
M: Geen geluid.
N2: Alleen water heb je..
M: Ja juist.
N2: geluid.
M: Ja, klopt. Ook al. Klopt.
N2: Olie geeft geen geluid.
M: Nee. Nee. Er is iets aan de hand. Wan deze jongen, die Petje (ng+fon).
N2: Ja.
M: Hij is goed. Hij is honderd procent goed.
N2: Ja.
NN1: Gezien die ene fles is het niet nodig om te testen. Zoals ik het zie is de test niet nodig, Het is vast/zeker niet goed. Er is geen reden voor deze ...vloeibaarheid/knapperigheid als erin geroerd wordt. Heb je hem niet een beetje eruit zien halen om te testen door te roeren. Middels roeren.
N2: die keukenman/vrouw/kok.. De echte is door iemand er uit gehaald en er is vervolgen nepspul in gedaan.
N1: …
N2: Hij heeft er gisteravond 40 dozen meegenomen. Uit enkele dozen is een fles uit gehaald. Ze zijn allemaal zo.
N1: Het komt er op neer dat er uit partij van meer dan 40 dozen enkele flessen is gehaald. Die zijn allemaal zo.
M: Ja ik weet ook niet waarom ik hem heb meegenomen. Maar ja, ik was ook in paniek. Ik denk, ik pak maar mee, kijken. Weet ik..
N2: Ja.
M: Jullie laten zien. Eh..
N2: Ja.
M: Nee.
N2: Het hotel is.
M: Ja.
N2: Wij zeggen dat gewoon adres.
M: Nee, ik denk [naam] .
N2: Ja.
M: Is bekend hier. Dat weet iedereen. […] (Voetnoot 456)
Op 6 juni 2013 om 15:13:08 uur mompelt [verdachte] (M) in zichzelf. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
M: Klote he.
M: [medeverdachte 7] je kan zo’n fles meenemen.
M: Pak je ook anders even een fles mee.
M: Ja, maar ja.
M: Nee. (Voetnoot 457)
Op 9 juni 2013 vanaf 17:39:41 uur praatte [verdachte] (M) in zichzelf. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
17:40:59 uur: “fucking man” Ja die past dus niet. Dan betalen ze maar dubbel, dan betalen ze maar dubbel, (onverstaanbaar gemompel) kut kut Daar komen ze nou mee, daar komen ze nou mee Dat is niet (onverstaanbaar)
17:42:43 uur: “Er is toch niemand die 2 partijen en dan zonder iets te zeggen, 2 partijen in een box doet. Een om te stelen en een (onverstaanbaar) Ik weet het morgen om een uur of tien, elf. (onverstaanbaar) (18 of 8) Die schuld die ik al betaald heb. Die schuld heb ik zelf al betaald uit mijn eigen zak. Nee, dat kan niet (wachten)? Dat ging nog niet, dat kan ik nog doen. Zal ik het doen. (onverstaanbaar) Ik heb het geld niet (onverstaanbaar) [medeverdachte 12] die moet (onverstaanbaar)
Het ziet er naar uit alsjeblieft, nee daar kunnen we niet bij ( [medeverdachte 3] , of da’s jammer), dat is een afgesloten terrein, meerdere bedrijven (onverstaanbaar) Ook hij..” (Voetnoot 458)
Op 9 juni 2013 vanaf 17:46:48 uur praatte [verdachte] (M) weer in zichzelf. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
17:46:48 uur: “Mijn portemonnee ja. Dat heeft er niks mee te maken. Ik heb mijn situatie (onverstaanbaar) op mijn manier, op mijn manier. Daarom (onverstaanbaar). Dat zou mooi zijn maar ja eerst zien dan geloven. (onverstaanbaar) Als we dit (onverstaanbaar) Als hij, die Chinees heeft mij verteld omdat hij die groothandel heeft en er die mensen bij zijn (onverstaanbaar).”
17:49:50 uur: “Een BlackBerrytje voor buiten kopen, twee tientjes in de maand (onverstaanbaar). Die BlackBerry van mij (onverstaanbaar)” (Voetnoot 459)
Op 10 juni 2013 om 09:20:02 uur werd een OVC-opname gemaakt in de BMW van [verdachte] (M). [verdachte] mompelde in zichzelf:
Ja, we hebben alle dozen compleet, op eh… veertig en een van veertig onverstaanbaar.. alle dingen weer van mij, jij en [medeverdachte 4] (ng) en jullie hebben het ..onverstaanbaar.. en jullie hebben het.. en jullie hebben het. […] (Voetnoot 460)
Op 10 juni 2013 om 12:12:23 uur werd nog een OVC-opname gemaakt in de BMW van
[verdachte] (M):
M: Sukkel eigenlijk. Luister ik wil niemand, ik wil dat niemand iets beslist buiten mij. Buiten mij want dan hebben we nog meer problemen, nog meer problemen. […]
M: godverdomme hou je nou toch eens aan het protocol, hou je nou toch eens… waarom houdt niemand zich aan het protocol. Hou je aan het protocol alsjeblieft. Jij doet je telefoon aan en moet hem meenemen. Jij blijft hierbinnen en hij moet.. ja bereikbaar zijn. […]
M: ..met nep P staan, met P staan en ook niet met nep P. Zo ziet het er uit ..onverstaanbaar […] (Voetnoot 461)
Op 10 juni 2013 werd om 13:20 uur waargenomen dat er een Volkswagen Polo, grijs van kleur en gekentekend [kenteken 17] stond geparkeerd op de parkeerplaats aan de Valkenswaardseweg te [plaats] , aan de overzijde van [naam] . Daarnaast stond een bestelbus Volkswagen Transporter, wit van kleur en gekentekend [kenteken 19] geparkeerd. Deze bestelbus was door [medeverdachte 13] gehuurd. (Voetnoot 462) Het observatieteam zag dat in deze bestelbus een verpakking stond, waarin een kleine hoeveelheid precursor PMK aanwezig was. In deze verpakking was een technisch hulpmiddel, niet zijnde een registrerend baken, aangebracht. Er stonden drie mannen bij de auto’s, te weten de Aziatische mannen NN1 (30 – 40 jaar oud, zwart lang stijl haar tot over de schouders), NN2 en NN3. NN1 maakte om 13:35 uur op de parkeerplaats contact met [medeverdachte 4] . Om 13:40 uur voegden [verdachte] en [medeverdachte 7] zich bij het gezelschap. Om 13:51 uur stapten [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] in een Renault Laguna, gekentekend [kenteken 13] . NN1 reed als bestuurder van de Volkswagen Transporter achter de Renault Laguna aan. Beide voertuigen reden naar loods 19 aan de [adres 17] te Valkenswaard. [medeverdachte 7] droeg vervolgens een bruine doos met een rode band vanuit de bestelbus de loods in. [medeverdachte 7] reed vervolgens om 14:00 uur weg bij de loods. Om 14:29 uur werd gezien dat [medeverdachte 7] met NN4 en NN5 op het terras zat van Hotel [naam] te Valkenswaard. Omstreeks 14:31 uur vertrokken ze. (Voetnoot 463)
Om 14:30:46 uur op diezelfde dag werd een OVC-opname gemaakt van een gesprek tussen [verdachte] (M) en [medeverdachte 7] (E). Uit dit gesprek volgt het navolgende:
M: Turk (fon.).. die wilde, die wilde met Chinezen helemaal zelf ..onverstaanbaar..
E: Wat denk je van mij, wat denk je dat ik ben..
E: ..onverstaanbaar.. (klinkt als: verre) en nou dit
M: Tjonge, jonge, jonge zeg, werkelijk alles opnieuw.
M: Pf..
E: Ik ga kijken wat ik kan doen, oke, dat beloof ik je echt.
E: We moeten effe een nauwe planning maken
M: Ja, ja, ja..
E: Want, ik moet dat wel eh..
M: Nee, want je hoeft daar niet te komen, kom daar niet met je eigen auto, he, daar. Ik ook niet, wij moeten daar niet komen.
E: Ik kom niet met die, jongen.
M: Nee, nee, nee daarom.
E: Ik heb da met ..onverstaanbaar..
M: Maar [medeverdachte 4] (ng) is er wel he?
E: Ja. […]
E: Ben vorige week weer kwaad, snap je, nie verteld tegehh.. die suggereerde dat ik niet goed had gekeken, die suggereerde op basis van jouw aanwijzingen moet kijken.
M: Ikkeh, niet doen voor mij.
M: En let maar op, wij gaan dadelijk de schuld krijgen, want omdat er water in zit. Ik denk dat ze dat gaan pro.. proberen om niet te betalen.
E: Hoe.. dan kunnen hun eh.
M: Nee, we hebben die dozen.. ja, maar der zit, der heeft een weekend tussen gezeten.. das kut.
E: Ja, maar daar gaat het niet om.
M: Nou, ja
E: Nee
M: Het heeft ons tijd gegeven om iets te verwisselen.
E: Nee, want.. Nee, want die goeie hadden ze al gehad, toen
M: Ja
E: Nou vinden ze alleen maar die ene dozen, da kan nie.. die doppen dat gaat niet. […]
M: Oke naar Dorint.
M: Nee die vinden niks, man. Die vinden niks, man. Hebben we een probleem, zeg. Wat hebben wij een probleem op ons nek, op ons nek gekregen.
M: Eigenlijk top he dat zoiets gewoon werkt. Lopen wij zo te hannesen ongelofelijk. Heb ik nog nooit meegemaakt, van alles meegemaakt maar nie zo.
E: Dit slaat nergens op. eh..
M: Mijn mensen zijn betrouwbaar. Oorzaak. De mens is onbetrouwbaar. Mensen zijn gewoon. Als het om geld gaat worden mensen honden. Kijk der zit aan hun kant iets fout, das duidelijk.
E: Ja maar ik wil eehh.. jij ook, wij verliezen ze he.. zij zeggen ja..
M: Luister ik ben al vijftig duizend euro, op zeventien honderd euro na, lichter. Weet je wat ik daar alleen al van baal.
E: Ja.. ..van mij.. Ik moet deze week eh.. [medeverdachte 14] (ng) betalen.
M: Wordt betaald.
E: Dat komt dan goed. Hmm..
M: Ja.
E: Dat komt dan goed. Maar.. het gaat er hier niet uit.
M: Laat maar effe een beetje mekaar pingen vandaag, op de hoog.. op de hoogte houden.
E: Ik moet echt nou ga ik gewoon kilometers maken he, maar dat komt goed. Als dit jou, dit sowieso aan jou geef dit.. […] (Voetnoot 464)
Op 10 juni 2013 om 14:41 uur werd waargenomen dat [medeverdachte 4] in een Renault Laguna, gekentekend [kenteken 13] over de parkeerplaats reed aan de overzijde van [naam] Hotel [naam] . Om 14:42 uur vertrok hij in de richting van Valkenswaard. Om 14:43 uur stopte de Volkswagen Polo met NN6-man op de parkeerplaats voornoemd. De rechtbank herkent NN6 als [medeverdachte 13] . (Voetnoot 465) (Voetnoot 466)
Op 10 juni 2013 om 14:50:06 uur werd een OVC-opname gemaakt tussen [medeverdachte 4] (T), [medeverdachte 2] (A) en drie, of mogelijk vier, Chinees (Kantonees) sprekende mannen, te weten NN-man1 (NN1), NN-man2 (NN2), Ah Wai (W) en vader (vader). Uit deze OVC-opname, gemaakt bij de PMK-container in de loods, volgt:
NN1: ..plus honderdtachtig (180) plus zesendertig (36) ..honderdtweeëndertig (132)? Deze dozen.. deze dozen worden al meegeteld?
A: De dozen die erin hebben moeten zitten, die dus anders waren dan dan de gewone anti-vries, die hebben we gevonden en nog meer want er zouden er ..uh.. honderddertien (113) zijn maar we hebben er honderdtweeëndertig (132)..
NN1: Honderdtweeëndertig (132).
A: ..gevonden.
NN1: Ja..
A: Het punt is alleen, dus dan is het ons probleem niet. Het punt is alleen dat het spul wat er in zit dat dat niet goed is.
NN1: Niet goed, ja, het is niet goed.
A: Maar dan heb ik er verder nog geen boodschap aan, hoeveel dozen er nou precies wel of niet zijn. Het gaat erom dat het spul niet goed is. Dus iemand..
T: Nee maar ja ..onverstaanbaar.. hij niet, hij is oké, maar die mensen daar die denken van, maar wie heeft dit gestuurd, hebben ze hetzelfde gedaan?
T: Is deze ..onverstaanbaar..
NN1: Daar hebben we niks uitgepakt..
T: Ja hier ..kijk..
NN1: Ja eigenlijk moeten het honderdzesendertig (136) dozen zijn. Nu hier heb ik alleen maar honderdtweeëndertig (132). Even zoeken waar de vier (4) dozen zijn, dus alle laatste en die ..onverstaanbaar.. waar ziet ie, welke plek?
T: Dus allerlaatste rij hier.
NN1: Er is geen twijfel mogelijk. Het is door iemand vervangen. Absoluut! Ik heb een klein beetje in een colafles gedaan en naar huis meegenomen. Een colafles, ben je dat vergeten? Toen ik de inhoud van de colafles uitschonk, was er een laag olie.
NN1: Nee, alleen maar water. Misschien heb ik dat verkeerd gezien. Misschien is het in de lucht verdwenen. Ruikt het niet en geen kleur.
NN2: Het ruikt niet en is doorzichtig. Het is maar water.
NN1: Wat ze hebben ingedaan weten ze best. De reden waarom ik deze vier (4) dozen wil opzoeken, is dat ik bang ben van…
Een mannelijke stem: Dan voelen wij ons rustig
NN1: Neee. Kilo en liters zijn niet dezelfde. Het aantal dozen kan foutief zijn. Misschien werd er te weinig dozen opgehaald. En de blauwe beletteringen.. Maar dat wordt onderzocht tegen die tijd. Als wij “het” kunnen vinden, dan praten wij verder.
NN1: Er zijn zoveel dozen. Ik heb ze één voor één allemaal bekeken. Praten heeft geen zin. Beter met je eigen ogen zien. Zoveel dozen. Maar er zit niet tussen. Als ik het kan vinden, ga ik 10 containers bekijken.
W: De donkere persoon hoort bij dat containerbedrijf. Zij weten ervan. Er is ook geen “letter/woord” bij deze. Dit is water, geen olie. Als je olie schudt, krijg je geen geluid. […] (Voetnoot 467)
Op 10 juni 2013 om 16:23:43 uur mompelde [verdachte] (M) weer in zichzelf in zijn BMW. Uit de OVC-gespreksweergave volgt het navolgende:
M: het is gewoon kut.. ongelofelijk man.. zo hebben we dus een partij foute ‘P’ en dat water.. al die mensen, kijk jullie kennen me niet.. ik ken jullie ook niet.. maar.. jullie hebben dat meegenomen voor mij.. […] (Voetnoot 468)
Op 10 juni 2013 om 16:30 uur werd waargenomen dat de BMW met kenteken [kenteken 1] , met als bestuurder [verdachte] , stopte naast de Renault Laguna met kenteken [kenteken 13] . (Voetnoot 469)
Diezelfde dag, om 16:30:34 uur, maakte de BMW een stop en maakte [verdachte] contact met een NN-man. [verdachte] bleef daarbij in de BMW en praatte met de NN-man, die buiten de BMW bleef staan. Nu [verdachte] naast de Laguna van [medeverdachte 4] stond en gezien werd dat een minuut later [medeverdachte 4] en [verdachte] uit hun auto’s stappen, concludeert de rechtbank dat onderstaand gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] via open ramen is gevoerd. (Voetnoot 470) Uit de OVC-opname van dit gesprek volgt:
T: hai
M: hey
T: nee zitten er niet in..
M: nee..
T: we hebben nog extra 4 dozen gevonden
M: ja gelukkig
T: als die Chinees dat zegt.. dat klopt wel..
M: ja.. ja.. ja klopt niet, maar.. die aantal klopt?
T: die aantal klopt
M: ja.. dus heb je 4 dozen dicht?
T: ja.. helemaal dicht
M: ja goed, dat betekent 4 dozen dicht
T: ja
M: uuuhh
T: in de pakken
M: die dichte dozen..
T: ja
M: inhoud is precies hetzelfde als die open zijn
T: ja
M: dat kan niet missen.. want dat weet ik
T: ja.. dat geloof ik jou ook wel.. […] (Voetnoot 471)
Op 10 juni 2013 werd om 16:31 uur vervolgens nog waargenomen dat [verdachte] , [medeverdachte 4] , NN1, NN2, NN3 en NN6 elkaar ontmoeten op de parkeerplaats aan de overzijde van het [naam] Hotel [naam] . Om 16:32 uur vertrok [medeverdachte 4] in de Renault Laguna. [verdachte] stond vervolgens met NN1 en NN6 te praten, terwijl NN2 en NN3 een poosje verderop stonden te praten. Om 17:07uur vertrok [verdachte] in de BMW in de richting van [plaats] . NN1, NN2, NN3 en [medeverdachte 13] (NN6) stapten vervolgens in de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 17] . Op de Europalaan te Valkenswaard stapten NN1 en NN2 vervolgens in de bestelbus met kenteken [kenteken 19] . (Voetnoot 472)
Diezelfde dag, om 21:42:50 uur, praatten [verdachte] (M) en [medeverdachte 7] (E) met elkaar. Uit de OVC-opname van dit gesprek volgt:
M: maar we hebben wel een probleem hoor, we hebben echt een probleem… en er is één iemand die zegt altijd hetzelfde over ..als aandeelhouder aan deze zijde, één iemand die zegt altijd daar moet je van weg blijven.. dat is helemaal.. en ellende en rommeltje en rotzooitje en daar klopt nooit iets van en eerlijk gezegd, ik mag hem graag, maar moet je eens kijken wat we al verder zijn.. nou is één ding ons eigen schuld geweest.. dat was met het begin, dat is jammer, maar goed, maar daarna […] (Voetnoot 473)
Om 21:56:11 uur praatten [verdachte] (M) en [medeverdachte 7] (E) met elkaar verder. De OVC-opname van dit gesprek luidt:
M: Daarom is het fijn dat vandaag alle, alle dingen der waren.. al.. alles
E: Ja
M: En ook nog dat er.. gevonden zijn.
M: Ja.
E: Ik moet daar gewoon op zitten.
M: Dat heeft mij gevrijwaard.. Dat heeft mij gevrijwaard. Dat heeft mij gevrijwaard.
E: Dat is dah, er was gewoon niks aangeraakt, het was gewoon exact zoals het was. Helemaal niks aangeraakt.
M: Die dozen van [persoon 23] (fon.) (ng) die waren allemaal open zeiden ze
E: Ja, die hebben natuurlijk gekeken in de ouwe
M: He
E: Die hebben gekeken in de ouwers (fon), ja
E: Die gaat natuurlijk zoeken he.. Of misschien toch
M: Nee, die, die, die hebben toch eh.. voordat ze meegegeven werden toch eh heb je toch gekeken van, klopt he wel.
E: Ja
M: Neem aan ik
E: Ja, natuurlijk
M: Dadelijk geef je eh. die blauwe dingen mee
E: Natuurlijk doe je dat […] (Voetnoot 474)
Op 12 juni 2013 om 10:07:41 uur spraken [verdachte] (M) en [getuige 1] (S) elkaar. Uit het OVC-gesprek blijkt het navolgende:
M: Ja, dit een klote verhaal dit. Maar ik gezegd, ik hou er niet van dat dadelijk ook nog een verdenking krijg.
S: Ow, daar, daar, daar begonnen hun lichtelijk op aan te sturen?
M: Ja, van de week al, maar wat gebeurt er nou, er zouden honderdzesendertig (136) dozen in moeten zitten.
S: Hmmm…
M: Met, met dit hé.
S: Ja.
M: We hebben er maar honderdtweeëndertig (132) gevonden. Toen zijn ze zelf gaan zoeken in de, in de bak, die nog niet uitgepakt was omdat we het al gevonden hadden. Toen hebben ze die andere dingen ook gevon… hebben ze, die zijn, die vier (4) kwijt wel gevonden en daar zit dezelfde in. Dus dat, dat dat laat al onomstotelijk zien…
S: Ja, ja precies.
M: Ja, ja, maar goed laat ze maar. (zucht) Sukkels man.
S: Ongelofelijk.
M: Ongelofelijk hé?
S: Hoe kun je iets verneuken hé?
M: Eeh, eeh, eeh, eeh en dan ook nog hé, om water.
S: Maar, maar, maar, maar..
M: Nou, heb ik een prijsje gemaakt.
[opmerking verbalisant: [verdachte] fluistert]
M: Het is de eerste keer dat ie schrikt.
M: Nou, heb ik een prijsje gemaakt, echt een vriendenprijsje, achteraf hebben ze nog een beetje zitten smokkelen, net wat meer bij gedaan voor dezelfde prijs.
S: Voor hun?
M: Ja die chinezen, ook nog, het is maar driehonderd (300) stuks maar toch. Normaal vijfentwintig (25) procent voor zoiets, weet je wat ik afgesproken heb, acht (8) [medeverdachte 4] .
S: (zucht) en dat komt neer op, hoeveel procent, vijftien (15)?
M: Ja, da da da, nee het had één (1) punt vijf (5) moeten zijn in guld.. in geld.
S: Nee? Dat heb je niet?
M: Ja, ja, het is iets meer dan de helft. Dat is ook nog de mazzel omdat het Peer (fon) is.
S: Dertien (13) procent dan ongeveer.
M: Ja ja.
S: Tering. […] (Voetnoot 475)
Op 12 juni 2013 om 10:16:16 uur praatten [verdachte] (M) en [getuige 1] (S) met elkaar verder. Uit het OVC-gesprek blijkt het navolgende:
M: Maar ja, luister hé, het zijn ook gewoon mongolen van alle kanten hé. Gisteren hadden ze dus toto-tonnetje (fon) liggen of ik effetjes naar Rotterdam kon komen. Ik zeg nou, liever niet, ik kom niet, ik stuur wel effe iemand. Nee, ik zeg ik kom niet, kom naar naar huis. Ja, lekker, kan ik er nog effe achteraan gaan rennen ..uh.. ik zeg, ik stuur wel iemand. Ze zeggen ze, nou nee nee liever niet, want we willen persoonlijk. Ik denk bij mezelf zouden ze nou denken dat die mensen van mij gewoon ..uh..
S: Dat?
M: Effe, die dus gewoon nog nie, moet moet het perse aan mij geven.
S: Hmm?
M: Ja raar hé? Wie doet dat nou?
S: En ze waren, ze waren, net ook met hun vieren (4-en)?
M: Ja, daar, ja met zijn vieren (4-en) ja ja.
S: Hé?
M: En daarom kwamen ze vanochtend hier naar toe. Ik zeg, dan moet je om negen uur (09:00 uur) in Eindhoven zijn want ik moet om tien uur (10:00 uur) weg, vandaag. Ik had dat helemaal niet willen plannen voor ons reisje want het loopt weer uit en weer te laat en kut. Nou we redden het wel. Nou lulgas (fon.) is een beetje moeilijk.
S: Ja, snap je, dat ook al niet.
M: Ik zeg vandaag, weet je wel wat die jongens van mij allemaal doen. Ook die Maroc (fon.) dat is ook zo’n, dat is gewoon goed, honderdduizend (100.000) procent.
M: Maar ik heb, ik heb, het vandaag weer weer echt goed duidelijk gemaakt van luister…
S: Maar wie, wie is de leider?
M: ..Uh.. die ouwe (fon.)
S: Die ouwe (fon.)
M: En en die met de lange haren is de woordvoerder want die kan het beste praten.
S: Met die wallen?
M: Ja, die ja. Ja, ja. Kijk, die die gaan naar daar toe bellen en krijgen daar te horen, nee, nee, kan niet, zit erin, weet je wel. Dus die zitten een beetje van ja mmmh mmmh hoe kan het nou, maar het kan niet, want als je een beetje nadenkt, kan het in tijd niet. Moet je voorstellen, honderdzesendertig (136) dozen van vier (4) flessen, ja? Zit vier (4) liter in per fles, om die allemaal leeg te kiepen en af te ..onverstaanbaar.. ben je uren, uren, uren mee bezig en twee (2) stinkt heel die loods, stinkt helemaal, dat krijg je er nooit meer uit van je leven, dat blijft er in zitten. Als je hier zo’n flesje effe een druppeltje op de vloerbedekking, hey dan kan je auto gewoon weggooien. […] (Voetnoot 476)
Op 20 juni 2013 werd geobserveerd dat [verdachte] om 11:15 uur een ontmoeting had met [medeverdachte 4] in hotel “ [naam] ” te Eindhoven. Later die dag werd waargenomen dat [verdachte] om 14:49 uur een ontmoeting had met twee personen met Chinees uiterlijk bij het [naam] te Waalre. Deze personen waren gearriveerd in een Volkswagen Polo, grijs van kleur en gekentekend [kenteken 17] . Deze personen werden herkend als subjecten die tijdens de observatie van 10 juni 2013 NN1 (man met zwart lang haar) en NN6 ( [medeverdachte 13] ) werden genoemd. (Voetnoot 477)
Uit raadpleging van het kenteken van de Volkswagen Polo, grijs van kleur, met kenteken [kenteken 17] , volgde dat deze personenauto reeds sinds 13 juli 2012 op naam van [medeverdachte 13] stond. (Voetnoot 478)
Op 10 juli 2013 om 19:01:52 uur praatten [verdachte] (B) en [getuige 1] (S) weer met elkaar. De weergave van dit OVC-gesprek luidt als volgt:
M: Ja je hebt gelijk ik ben ook een keer op die manier. Dat was heel kut. Kijk kijk ik heb hetzelfde meegemaakt, hetzelfde met die fucking kut, met die CHINEZEN. Niet hetzelfde maar eh anders maar toch een beetje het zelfde. Kijk bij mij was het zo, ik zal het je uitleggen. Dit is, dit kost op zich geld. Dat is ding 1. Maar als ik zelf de mogelijkheid heb om er iets op te zetten zelf, dan hoef ik dat toch ook niet met hun te gaan eh… delen, maar ik ga hun dat ook niet vertellen, dat wil ik ook niet zeggen. Dat is mijn zaak.
S: precies.
M: Toch? Ik doe niks verkeerd. Als hun beuren gewoon wat ze vragen, inclusief MIJN OUWE VRIEND, want die zit ook aan die kant, dan hoef ik toch niet bij alles wat ik extra doe, want dat is ook extra risico voor mij. Of zie jij dat anders?
S: Nee helemaal niet
M: Toch?
S: Helemaal niet. En ik ben ook gewoon zo, en als er dadelijk iets gebeurd.
M: Nee je hoeft niet..
S: Ik zeg gewoon luister ik heb een ingang en ik zal niet zeggen eh hoe of wat.
M: Nee dat hoeft helemaal niet, je hoeft niemand, niemand hoeft dat te weten. Dat is voor jezelf.
S: Ja.
M: Omdat je ook zelf je eigen risico voor tikt. Maar ja nou heb ik dus dat gedoe en als er iets verkeerd is gegaan bij niet bij hun hè (onverstaanbaar) die Turk er ook (onverstaanbaar) bij want we zetten het bij dit. Nou dan gaat alarm (fon) en op een gegeven moment zitten ze te zeggen eh eh het kwam er hier op neer dat ik er ook nog wat extra’s bij had, dat hun dat zeiden (opmerking verbalisant: Spencer lacht) waar die Turk bijzat. Die is er niet meer op teruggekomen trouwens. Hij heeft niks gezegd daarover. Ook niet van wat was dat nou? Helemaal niet. […] (Voetnoot 479)
Op 1 oktober 2013 is in de woning van [verdachte] een beveiligde Blackberry-telefoon aangetroffen. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft een gedeelte van de inhoud van de telefoon leesbaar gemaakt. In de telefoon staat een aantal e-mailcontacten waarmee is gecommuniceerd. Ieder emailcontact is opgeslagen onder een gebruikersnaam. Het e-mailadres en de daaraan gekoppelde gebruikersnaam is in een groot aantal gevallen te koppelen aan een persoon. Voor de identificatie van de gebruiker van het e-mailadres en de daaraan gekoppelde gebruikersnaam is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt en daarvoor wordt verwezen naar het overzicht zoals in de inleiding van dit vonnis is opgenomen. Een deel van de uitgelezen e-mailberichten luiden als volgt:
27 juni 2013
[medeverdachte 7] : Er is extra factuur binnengekomen van 425 euro omdat vervoerder na 18 dagen
container pas container heeft terug gebracht. Ik zorg wel dat deze betaald worden
maar dan weet je dat.
[verdachte] : Ok wist ik niet. Ok.
[medeverdachte 7] : Ik zie net mailtje. Vandaag wordt geld overgeboekt naar E.
[verdachte] : Ja ok.
9 juli 2013
[verdachte] : Hey man. Ben je nog iets verder gekomen met bonen? Loopt het.?
[medeverdachte 4] : Heb contact met iemand uit Zaandam. Is weg nu en neemt contact over 2 weken. Vanmorgen [persoon 32] gesproken en betaald. Documenten komen eind van de week. Koelvloeistof hoort hij vandaag.
[verdachte] : ok
11 juli 2013
[verdachte] : hallooooo
[medeverdachte 4] : jahaa
[verdachte] : China wil a.s. dinsdag 16-7 om 11 uur bij chauf nog 1 keer kijken naar die spullen. Kan jij dat regelen?
[medeverdachte 4] : hahaha, ja ok, als hij dan terug is
[verdachte] : Maar volgens jouw info is ie dit weekend terug?!
[verdachte] : Jij kan er toch in
[medeverdachte 4] : Ja ik kan er ook in en ja hij zei dat hij maandag weer terug is. Dus dat gaat lukken.
12 juli 2013
[verdachte] : Je hebt 8 kannen. 4 kannen met een kruis op de bovenkant geschreven. Die niet uitleveren.
[medeverdachte 4] : Geen een kan met kruis. Heb nu 4 geladen. Alle 8 zijn niet gemerkt.
13 juli 2013
[medeverdachte 4] : Hey, niks meer terug gehoord gisteren. Alles ok?
[verdachte] : Wat bedoel je?
[medeverdachte 4] : Ivm die kruizen op de verpakking. Ik heb geen kruis gezien en heb niet gehoord of dat ok is.
[verdachte] : ok (Voetnoot 480)
16 juli 2013:
[emailadres]
[persoon 24] Heb je nog 1 x 200A. China duurt zo lang. Alleen als het gaat. Ben ik overal vanaf en alles is in gang:
1. Strepen betaald
2. 4500 van ons safr komt
3. 4000 originele P komt
[verdachte] Of wil je 100 a vandaag dan regel ik dat
[emailadres]
[persoon 24] Weet et niet heb nog geen piek op zak gaat nog niet
[verdachte] Heb ik nog maar wat ik heb moet ik verkopen voor personeel betalen kan je wel na 15 – 8 geven als je wil dan heb ik er weer genoeg, s dat tijd genoeg
[emailadres]
[persoon 24] Nee. Kijk ik ga ervan uit dat china van dat water niet snel met 700eu over de brug komt. Die staan nog open. 15-8 is te laat. Ik kijk verder geen probleem. Die tickets zijn voor aanbetaling safr. (Voetnoot 481)
19 juli 2013
[emailadres] [persoon 25] : Zit met china waarom heb jij die bak open gemaakt zonder hun
[emailadres] [persoon 25] : ????????
[verdachte] : Heel slecht bereik. Ben 28-7 terug
[verdachte] : Ik zit op kos griekenl.
[verdachte] : Laat [persoon 24] met chauf praten. Chauf weet het het best.
[verdachte] : China heeft dinsdag 16 juli 15u water en cool meegenomen. Het is nu vrijdag 19e. Hoe hebben ze zo snel water kunnen analyseren?
[verdachte] : Vriend. Echt waar: We hebben het qua tijd nooit kunnen verwisselen.
[verdachte] : Ze hebben monsters. Wij ook. Ik wil analyse van water. Moet china zijn. Belachelijk dat ik onschuld moet bewijzen. Maar kan we’ll. Wat is nu de conclusie met hun.
[emailadres] [persoon 25] : Water van hier en nog wat wikken dat ik daar ga
[verdachte] : Dat is hun eigen schuld. We hebben ze ontmoet om bak te checken maar ze hadden geen zin meer. Omdat ze zelf niet meer wilde op dinsdagavond 22u. De volgende dag zijn ze beginnen te […]
[verdachte] : Dat is kut wat ze zeggen. Ze zijn er zelf debit aan dat ze er niet
bovenop zaten. We hebben afgesproken woensdag morgen te checken enb te helpen. Nu hebben 2 bejaarden die 833 dozen gelost. De chauf weet het ook precies. Maar 1 miljoen % water was het resultaat. Laten ze het water checken.
[verdachte] : Hoe bedoel je water van hier? Als dat zo is is het voor opgezet plan. Bak is dinsdag 4 jun opgehaald 20u. 22u bij chauf in loods. Smorgens 5 jun bak gelost (Niet helemaal want we hadden spullen eindelijk gevonden. Woensdag op donderdag [persoon 24] slecht bericht water. Ik weet niet meer precies maar donderdag (6 jun) zijn ze komen opdagen voor het eerst. Toen verder gezocht omdat er een 2e partij goeie p nog in bak zou zitten enz enz. (Voetnoot 482)
25 juli 2013:
[emailadres]
Bro Yo long hair leaves tom. I’m in china 10 days I meet the china man today. He givs all gun powder etc to my mate. He can get 3500 liters a month easy. Its pmk or bmk.
[verdachte] Must be Pmk. Never BMK (very bad market)
[emailadres]
Bro He can get 3500 litres I go 10 days u have somone their who can check
26 juli 2013:
[emailadres]
Bro Were. U back.
[verdachte] Still in KOS (greece). I’ll be back Sunday afternoon.
[emailadres]
Bro Did u find out about the black.
[verdachte] No. Is not easy. Only when they offer on market we will notice. But suppose they sell in russia i twill be difficult. I only told BM. H wnats to meet me next Monday. Then I tell hem too.
[emailadres]
Bro Long hair gone. He’s their tom night. Man china man I have real good contact for chemicals direct now.
[verdachte] As soon as I am home I give u full list. PMK is always 100% good. (Voetnoot 483)
22 augustus 2013
[verdachte] : Hey man
[emailadres]
[persoon 25] : hey
[verdachte] : Heb net die water chinees gezien en flink bonje gemaakt. Dan weet je dat.
[emailadres]
[persoon 25] : Wat zei hij?
[verdachte] : Om lang verhaal in te korten: ze willen die 100k terug. Ik zeg: jullie moeten 700k nog betalen anders oorlog. (Voetnoot 484)
Tijdens de doorzoeking van de woning van [verdachte] aan de [adres 1] te Eindhoven werden naast de geëncrypte BlackBerry ook andere relevante goederen aangetroffen. De politie trof onder meer aan een akte van oprichting door [medeverdachte 14] van het bedrijf [bedrijf 14] . (Voetnoot 485)
Ook werd er een emailwisseling aangetroffen tussen [medeverdachte 14] en de directeur van [bedrijf 17] in Bombay (India) d.d. 11 mei 2012 over de aanschaf van 250 kilo Phenyl Acetyl Chloride. (Voetnoot 486) Voorts werd er aangetroffen een airwaybill en factuur ter zake van 7 kilo phenylacteyl d.d. 14 april 2011, gericht aan [bedrijf 14] te 3970 Leopoldsburg (België), [adres 19] . (Voetnoot 487) Het NFI heeft hieromtrent gerelateerd dat de stof Phenyl Aecetyl Chloride een precursor betreft voor het maken van BMK (neylmethylketon). Deze laatste stof wordt illegaal gebruikt voor het maken van BMK, zijnde een niet gebruikelijke syntheseroute in Nederland. Benzylmethylketon (BMK) staat vermeld op bijlage 1 van de Verordering (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. (Voetnoot 488)
Ook werden in de woning van [verdachte] nog aangetroffen een geschreven document omtrent isosafrol / pmk / safrol met onder andere de ‘Chemical Abstracts Number’ (CAS). (Voetnoot 489) Het NFI heeft hieromtrent gerelateerd dat op dit document bij elke stof aan de rechterkant een getal staat, hetgeen – gezien de grootte van deze getallen – vermoedelijk richtprijzen per liter betreffen, te weten: safrol 375, isasafrol 500-6/700 en PMK 2500-3000. (Voetnoot 490) Tenslotte werd in een dressoir een harde schijf aangetroffen, waarop een pdf-bestand van de belastingdienst stond, genaamd “Drugsprecursoren”. In dit document werd omschreven wat drugsprecursoren zijn, om welke stoffen het gaat en hoe de wetgeving luidt. (Voetnoot 491)
Op 1 oktober 2013 vond er een doorzoeking plaats in de loods aan de [adres 17] te Valkenswaard. In de loods werden onder andere pallets aangetroffen met daarop dozen. Op deze dozen stond de tekst: TANIKAWA, -20 ºC, ANTI-FREEZE. Enkele dozen waren opgemaakt en daarin bevonden zich vier plastic witte flessen. In deze flessen bevond zich een blauwkleurige vloeistof die rook naar antivries. Rechts naast de deur(ingang) van de loods lagen een aantal lege blikjes frisdrank. Deze blikjes zijn veiliggesteld voor dna- en dactyloscopisch onderzoek. De drinkopeningen zijn bemonsterd op eventuele aanwezigheid van speeksel. (Voetnoot 492) De bemonstering van het blikje Cola Zero werd door het NFI gematched met [medeverdachte 7] en de bemonstering van het blikje Fanta met [medeverdachte 4] . (Voetnoot 493)
Op 1 oktober 2013 heeft er ook een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van [medeverdachte 7] aan de [adres 20] te Eindhoven. Onder de inbeslaggenomen goederen in de woning bevond zich een aantal schriftelijke bescheiden. Op de slaapkamer van [medeverdachte 7] werd een zwarte schoudertas gevonden met daarin onder meer een orderbon. Het betrof een orderbon van de firma [bedrijf 18] inzake een linnenkast en boxspring voor het nettobedrag van € 5.000, waarvan betaald € 4.132,23. Als geadresseerde staat daarop: ‘ [medeverdachte 7] / [bedrijf 14] .’, Afleveradres: ‘ [adres 19] ’, PC/Woonplaats: ‘3970 Leopoldsburg’ […], datum: ‘20-9-2013’. Rechtsboven op het document staat: ‘ [adres 21] , 5612 DG’. (Voetnoot 494)
Tevens werd in de woning van [medeverdachte 7] een usb-stick aangetroffen, waarop een tweetal voor het onderzoek relevante bestanden werden aangetroffen. Het ene document betreft een ‘betalingsopdracht buitenland’ ter hoogte van € 67.500,- d.d. 5 juli 2013. Opdrachtgever is [bedrijf 14] bvba te Leopoldsburg en de begunstigde is [persoon 26] te Guayaquil te Ecuador. Het andere document betrof een offerte d.d. 12 september 2013 voor tegels ten bedrage van € 11.201,79. De offerte is afkomstig van [persoon 27] uit Santa Marta te Colombia en is gericht aan [bedrijf 14] . (Voetnoot 495)
Met instemming van [medeverdachte 2] heeft de politie in diens mailbox gekeken van het mailadres [emailadres] Er werd hierbij enkel gekeken naar e-mailverkeer waarin het woord ‘ [bedrijf 14] ’ werd genoemd. In de mailbox bleken vier relevante e-mails aanwezig te zijn, die tussen 30 mei 2013 en 4 juni 2013 zijn verzonden. De inhoud van deze vier e-mails luidt als volgt.
De eerste e-mail d.d. 30 mei 2013 heeft als afzender [medeverdachte 14] , is verzonden met het mailadres [emailadres] en heeft als onderwerp ‘Opdrachtbevestiging container afhaal’. De inhoud van deze e-mail heeft betrekking op een container die door [medeverdachte 2] moet worden opgehaald. In deze e-mail wordt door of namens het bedrijf [bedrijf 14] het verzoek gedaan aan [medeverdachte 2] om op dinsdag 4 juni of woensdag 5 juni een container op te halen in de haven van Antwerpen.
De tweede e-mail d.d. 30 mei 2013 is het antwoord van [medeverdachte 2] op voornoemde e-mail. [medeverdachte 2] schrijft dat het € 450,- kost om de container te gaan halen.
De derde e-mail d.d. 3 juni 2013 is een antwoord van het bedrijf [bedrijf 14] aan [medeverdachte 2] . De e-mail is verzonden op naam van [medeverdachte 14] , maar de opsteller is Kasja [medeverdachte 14] . In deze e-mail worden details besproken inzake het ophalen van de container en er wordt aan [medeverdachte 2] medegedeeld dat hij van [bedrijf 14] nog een pincode zal ontvangen waarmee de container kan worden opgehaald.
De vierde e-mail d.d. 4 juni 2013 heeft als afzender [medeverdachte 14] , maar wordt ondertekend door Kasja [medeverdachte 14] , zijnde ‘zaakvoerster [bedrijf 14] bvba’. In de e-mail wordt een pincode genoemd en aan de e-mail is als bijlage een ‘bill of lading’ gehecht. (Voetnoot 496)
Op 1 oktober 2013 vond er een doorzoeking plaats op het adres [adres 22] te Rotterdam. In de berging werd één doos anti-freeze met flessen aangetroffen. Op dit adres is [medeverdachte 13] woonachtig. De politie heeft gerelateerd dat zij de dozen anti-freeze met opschrift heeft onderzocht, evenals de flessen anti-freeze met opschrift (data en Chinese tekens), die zijn aangetroffen in de berging van [medeverdachte 13] , in de container te Antwerpen op 2 juni 2013, en in de loods aan de [adres 17] Valkenswaard. De politie heeft vastgesteld dat de dozen anti-freeze en de flessen anti-freeze van alle drie de locaties dezelfde grootte, kleur en afmetingen hadden. De opschrift, tekst en tekens op de dozen van de drie locaties waren identiek. Tenslotte werd vastgesteld dat de flessen en (Chinese) tekens van alle drie de locaties identiek waren. (Voetnoot 497)
In de woning van [medeverdachte 13] werd op 1 oktober 2013 een sleutelbos aangetroffen in de lade van het keukenblok. Aan deze sleutelbos bevond zich de sleutel die toegang bood tot de deur waarachter de diverse bergingen van het appartementencomplex zich bevonden. Met een andere sleutel van de sleutelbos is vervolgens berging nummer 12 geopend. Hierin stonden de flessen anti-freeze voornoemd. (Voetnoot 498)
Uit onderzoek volgt dat op 10 juni 2013 bij ’ [naam] te Rotterdam door [medeverdachte 13] een Volkswagen bestelbus, gekentekend [kenteken 19] , is gehuurd. Uit de huurovereenkomst volgt dat [medeverdachte 13] het voertuig heeft gehuurd van 9 juni 2013 te 20:43 uur tot 10 juni 2013 te 18:45 uur. (Voetnoot 499) Ter terechtzitting heeft [medeverdachte 13] verklaard dat hij deze bestelbus heeft gehuurd. (Voetnoot 500)
In de woning van [medeverdachte 4] werd op 1 oktober 2013 op het bed in de slaapkamer een BlackBerry met PGP encryptie aangetroffen. (Voetnoot 501) Het eigen emailadres van deze BlackBerry was [emailadres] Uit onderzoek van deze BlackBerry bleek dat deze contacten had met vier verschillende e-mailadressen. Uit onderzoek van de onder [verdachte] en [medeverdachte 7] inbeslaggenomen BlackBerry’s is gebleken dat een van de e-mailadressen het adres van [verdachte] was en twee emailadressen van [medeverdachte 7] . (Voetnoot 502)
De politie heeft gerelateerd dat piperonylmethylketon (PMK) een precursor (grondstof) is voor de productie van MDMA. MDMA is de werkzame stof in xtc-tabletten. Uit 1 liter PMK kan ongeveer 1,2 kilogram MDMA worden gehaald. De gemiddelde hoeveelheid werkzame stof tablet is momenteel ongeveer 140 mg MDMA. Dit betekent bij een hoeveelheid van 140 mg MDMA per xtc tablet dat er uit 1.800 liter PMK ongeveer 15.400.000 tabletten kunnen worden gehaald. De gemiddelde prijs voor een xtc-tablet met een werkzame stof van 100-140 mg is momenteel 0,75 euro. Ambtshalve en uit mededelingen van de FIOD, de bevoegde autoriteit op het gebied van precursoren, is bekend dat er geen legale toepassingen zijn voor grote hoeveelheden PMK. Ambtshalve is eveneens bekend dat al jaren grote hoeveelheden PMK door criminele organisaties gesmokkeld worden uit China ten behoeve van de MDMA productie. (Voetnoot 503)
Uit raadpleging van de Centrale Dienst voor de In- en Uitvoer (CDIU) volgt dat er in het kader van de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën geen vergunning was afgegeven aan [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 13] , [medeverdachte 14] en [bedrijf 14] . (Voetnoot 504)
[medeverdachte 14] heeft verklaard dat hij zijn onderneming [bedrijf 14] in 2006 heeft opgericht, deze onderneming tevens onder de naam [bedrijf 14] bvba staat ingeschreven en gevestigd is op zijn huisadres [adres 19] te Leopoldsburg. [medeverdachte 14] maakt gebruik van het emailadres [emailadres]. Hij herkent het emailadres [emailadres] als het e-mailadres van de vervoerder, aan wie hij de pincode heeft gestuurd om de container met antivries in Antwerpen op te kunnen halen. [medeverdachte 14] heeft de Bill of Lading aan [medeverdachte 7] gegeven. Hiervoor heeft hij € 450,00 van [medeverdachte 7] ontvangen. [medeverdachte 14] communiceerde met [medeverdachte 7] middels een BlackBerry die hij, speciaal voor dit chatten, van [medeverdachte 7] had gekregen. (Voetnoot 505) Deze heeft hij in december 2012 gekregen van [medeverdachte 7] . Hij zei dat andere telefoons niet te vertrouwen waren en hij bedoelde daarmee dat die telefoons af te luisteren en te traceren zijn. Dat zou met die BlackBerry niet het geval zijn. (Voetnoot 506) Voorts heeft [medeverdachte 14] verklaard dat er eerder chemicaliën via [bedrijf 14] besteld zijn die contant zijn betaald door [medeverdachte 7] . Het bestellen en betalen van de lading anti-vries is buiten hem om gegaan. (Voetnoot 507) Hem was beloofd dat hij de anti-vries mocht verkopen. (Voetnoot 508) [medeverdachte 14] wist dat [medeverdachte 7] alle soorten verdovende middelen kon leveren. Hij verkoopt vanaf 2011 pillen voor [medeverdachte 7] . [medeverdachte 14] kreeg ze op de pof en aan de hand van wat hij verdiend had mocht hij een gedeelte van de opbrengst houden. [medeverdachte 7] heeft hem ook speed aangeboden in pastavorm en ook MDMA maar daar is hij niet op ingegaan. [medeverdachte 7] is ook een keer bij hem thuis geweest en toonde een zwarte sporttas waarvan [medeverdachte 7] zei dat die helemaal vol zat met verdovende middelen. Hij vroeg [medeverdachte 14] of die tas bij hem mocht blijven staan. (Voetnoot 509) Op 9 december 2013 heeft [medeverdachte 14] tenslotte bij de politie verklaard dat hij een ping-bericht van [medeverdachte 7] ontving dat er ongeveer, zoals hem later middels de Bill of Lading bleek, 10.000 liter antivries zat aan te komen. De inkoopprijs van deze anti-vries was ongeveer 11.000 dollar. Dit stond op de commercial invoice die [medeverdachte 14] per post op naam van [bedrijf 14] ontving. (Voetnoot 510)
Op de vraag van de politie hoe het kan dat de akte van oprichting van [bedrijf 14] bij medeverdachte [verdachte] is aangetroffen, antwoordt [medeverdachte 14] dat hij die akte in de mail van [bedrijf 14] had gezet en dat [medeverdachte 7] die akte zodoende heeft kunnen uitprinten. [medeverdachte 7] had eind 2012 het webmail account van [bedrijf 14] voor [medeverdachte 14] gemaakt en had toegang tot de mail van [bedrijf 14] omdat [medeverdachte 14] hem het wachtwoord had gegeven. Op die manier zag [medeverdachte 7] het ook meteen als [bedrijf 14] weer facturen ontving. (Voetnoot 511)
Overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 5
De rechtbank dient nu de vraag te beantwoorden of de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewijs bevatten dat [verdachte] samen met anderen het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of het invoeren van MDMA heeft voorbereid en/of bevorderd, zoals aan hem is tenlastegelegd. Volgens de tenlastelegging is dit gebeurd door – kort samengevat - 1800 liter c.q. 2160 kilogram PMK, nodig voor de vervaardiging van MDMA, te bestellen, te vervoeren, op te slaan, voorhanden te hebben, te bewerken, af te leveren en/of te verkopen.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat op 2 juni 2013 een container met 1.800 liter c.q. 2.106 (en niet 2.160 zoals tenlastegelegd) kilogram PMK in de haven van Antwerpen (België) is ingevoerd, waarna de PMK is vervangen door water met kleurstof.
De verdediging heeft aangevoerd dat niet vaststaat dat er op 2 juni 2013 PMK in beslag is genomen, nu er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de vloeistof die op 2 juni 2013 in beslag is genomen. De rechtbank ziet evenwel geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusie van het NFI, inhoudende dat de bemonsterde vloeistoffen voornamelijk PMK bevatten. De conclusies van het NFI bevestigen de uitslag van de Belgische TruNarc-test. Het verweer faalt derhalve.
De rechtbank zal het voorwaardelijk verzoek van de verdediging, inhoudende dat nader onderzoek dient te worden verricht aan de aangetroffen vloeistof en het percentage PMK daarvan, afwijzen om dezelfde reden.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [verdachte] nauw betrokken is geweest bij de invoer met de container met PMK. In februari 2012 heeft hij een bespreking gevoerd met NN-mannen met een Aziatisch uiterlijk. In daarop volgende besprekingen met [medeverdachte 12] en Y. [persoon 15] in maart 2013 en mei 2013 heeft [verdachte] gesproken over ‘box uit China’, ‘bill’, ‘tweeduizend liter’ en ‘[medeverdachte 14] ’. Als [verdachte] op 9 mei 2013 in zichzelf praat heeft hij het weer over ‘tweeduizend liter’. Via [medeverdachte 12] en [persoon 15] liepen de contacten met [verdachte] in de Antwerpse haven. In mei 2013 bespreekt [verdachte] uitvoerig met [getuige 1] dat hij ‘eerst dat China ding moet doen’.
Met betrekking tot deze container en de PMK was er een nauwe samenwerking tussen in elk geval [verdachte] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . [verdachte] en [medeverdachte 7] hebben zorggedragen voor het in orde brengen van de documenten die te maken hebben met de bestelling, verscheping en inklaring van de lading PMK met als deklading anti-vries. In mei 2013 klaagt [verdachte] tegen [getuige 1] er over dat die Chinezen er niet voor zorgen dat de documenten goed zijn ‘moeten we 10 keer DHL vliegen’ om het een en ander op te sturen. [medeverdachte 7] zegt hier op 5 juni 2013 het volgende over: ‘ze hebben ons nodig, anders komen ze er niet uit, stukken waren slecht, per stuk prijzen kloppen niet, prijzen klopten niet, het gewicht klopte niet, telefoonnummers klopten niet, adressen klopten niet. Heel de opgebouwde facturen klopten niet. Ik ben er gewoon vijf (5) uur mee bezig geweest om alles te corrigeren.’
Het bedrijf [bedrijf 14] functioneerde als ontvangend bedrijf en de zaakvoerder van [bedrijf 14] , [medeverdachte 14] , is een contact van [medeverdachte 7] , waarover later meer.
Bij het uitsorteren van de lading PMK in de loods zijn [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] betrokken. [verdachte] geeft [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] opdrachten en zij brengen verslag aan hem uit (bijvoorbeeld over het aantal dozen). Uit de gesprekken in de loods aan de Kennedylaan blijkt dat het voor hen duidelijk was dat er tussen de deklading van anti-vries gezocht moest worden naar de PMK. Zo zegt tijdens dit gesprek [medeverdachte 4] dat ‘het spul iets zwaarder weegt’ en naar ‘anijs ruikt’, en dat er om die reden ‘beslist niet geknoeid moet worden’. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] zijn aan het ruiken om de andere lading te vinden. Ook hebben ze het over de viscositeit van de vloeistof die ze zoeken. Tevens klagen ze er over dat de Chinezen niet de moeite hebben genomen om duidelijk aan te geven welke dozen afwijken. [medeverdachte 7] vertelt dat een liter 2500 euro kost. Verder hebben zowel [medeverdachte 4] als [medeverdachte 7] het erover dat de deklading antivries terug kan naar [medeverdachte 14] die het gaat verkopen. Ook zegt [medeverdachte 4] dat hij een dag eerder met [verdachte] heeft besproken dat de inhoud van de container op pallets zou staan en dat [verdachte] om 5 uur met ‘China’ bij [naam] zal zijn en dat ‘de klant’ daarheen moet komen.
Op een gegeven moment wordt de conclusie getrokken dat er 132 dozen met drugs zijn. Hiervan zijn 50 dozen bestemd voor de Chinezen en die worden die dag (5 juni 2013) bij [naam] afgeleverd. Bij die bijeenkomst bij [naam] zijn [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] aanwezig en twee Aziatische mannen, onder wie [medeverdachte 13] .
Als blijkt dat de PMK niet deugt, wordt [verdachte] blijkens de OVC van 6 juni (‘disaster’) meteen benaderd. Hij voert diverse gesprekken hierover met de Chinezen. Bij een deel van die gesprekken is ook [medeverdachte 7] aanwezig. De Volkswagen Polo van [medeverdachte 13] staat in de buurt geparkeerd.
Tussen deze ontmoetingen is er een OVC-opname van een gesprek tussen [verdachte] en Chinezen bij hem in de auto. [verdachte] zegt dat ze moeten oppassen met knoeien ‘omdat die lucht er nooit meer uitgaat’. [verdachte] snuift vervolgens en zegt dat het ‘gewoon P’ is, dat dit gewoon ‘de lucht’ is. Een van de Chinezen zegt dat de vloeistof een beetje te dun is en [verdachte] beaamt dat de vloeistof inderdaad te waterig is. Dan volgt er een gesprek tussen de Chinezen onderling waarin ze zeggen dat de vloeistof klotst, wat niet zo zou zijn als het olie was. Ook is de lucht niet goed. [verdachte] heeft het over de lucht en waarom het volgens ‘kok’ (in het synthetische drugsmilieu is ‘kok’ jargon voor laborant) kan komen dat de vloeistof niet ruikt. Een van de Chinezen zegt dat hij het ook zo aan [medeverdachte 13] heeft verteld. De Chinezen zeggen tegen [verdachte] dat de vloeistof geluid maakt als je hem schudt terwijl je bij olie geen geluid hebt. Vervolgens praten de Chinezen weer onderling in het Chinees. Ze zeggen dat hun ‘kok’ een fles heeft getest, dat het niet goed was en dat alle flessen zo zijn. ‘Het echte’ is er door iemand is uitgehaald.
Uit dit gesprek volgt dat PMK blijkbaar erg kan stinken, wat [medeverdachte 4] ook al opmerkte en wat bevestigt dat hij wist dat het om PMK ging. Ook [verdachte] wist dit, hij heeft het over ‘P’. Voorts volgt uit dit gesprek dat zowel [verdachte] als de Chinezen een ‘kok’ hebben geconsulteerd waaruit hun betrokkenheid bij de vervaardiging van synthetische drugs blijkt. De PMK is blijkbaar bedoeld voor de vervaardiging van MDMA, anders zou er geen ‘kok’ naar kijken. De link van [verdachte] met de vervaardiging van synthetische drugs spoort met het gegeven dat in de woning van [verdachte] stukken zijn aangetroffen met betrekking tot de vervaardiging van synthetische drugs.
Op 10 juni 2013 mompelt [verdachte] wederom. Uit dit gemompel blijkt dat [verdachte] wil dat er ‘niemand iets beslist buiten mij’ en dat men zich aan ‘het protocol’ dient te houden. Ook mompelt [verdachte] over ‘nep P’. Hieruit blijkt dat [verdachte] een leidinggevende rol heeft en dat er [nummer] een protocol is.
Kort hierna wordt waargenomen dat [verdachte] en [medeverdachte 7] drie Aziatische mannen ontmoeten bij [naam] . [medeverdachte 4] is hier eveneens bij aanwezig. Nabij staat een bestelbus geparkeerd waarin een kleine hoeveelheid PMK aanwezig was, waarvan in de verpakking een technisch hulpmiddel was geplaatst. Ook de Volkswagen Polo van [medeverdachte 13] staat er weer.
Uit een OVC-opname tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] na de ontmoeting volgt dat [verdachte] zegt ‘wij gaan dadelijk de schuld krijgen, want omdat er water in zit’. Ook spreekt hij over dat ze ‘gaan proberen niet te betalen’ omdat dat er voor ‘ons’ tijd was om iets te verwisselen. Dit terwijl volgens [verdachte] de fout aan hun kant zit en hij al € 50.000 lichter is.
Hieruit blijkt dat [verdachte] financieel belang heeft bij de transactie met de Chinezen. Hij heeft blijkbaar het een en ander voorgefinancierd en de Chinezen moeten hem betalen, maar zullen daar onderuit willen komen omdat de PMK niet is geleverd. Uit het ‘ons’ volgt dat er een groepering is rondom [verdachte] . Voorts komt dit bedrag van € 50.000 per container ook terug in de administratie van [medeverdachte 11] en [persoon 2] die contacten van [verdachte] en [medeverdachte 12] zijn.
Op 10 juni 2013 overleggen [medeverdachte 7] en [verdachte] over de betaling van [medeverdachte 14] , waarmee in dit verband [medeverdachte 14] moet worden bedoeld. Uit de in de woning van [verdachte] aangetroffen geëncrypte BlackBerry blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte 7] op 27 juni 2013 met elkaar mailen over een factuur van 425 euro omdat de vervoerder de container pas na 18 dagen heeft terug gebracht. [medeverdachte 7] mailt dat hij vandaag geld naar ‘E.’ zal overboeken. Ook hieruit volgt dat [medeverdachte 7] en [verdachte] gezamenlijk overleggen over de betaling van [medeverdachte 14] . Uit de BlackBerry berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] blijkt dat [medeverdachte 4] ook een rol had bij de verkoop van de deklading anti-vries.
Uit een OVC-opname, gemaakt in de container in de loods in Valkenswaard, volgt dat op 10 juni 2013 om 14:50 uur 3 of 4 Chinezen, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] aldaar aanwezig zijn. Zij bespreken dat er geen 132 maar 136 dozen zijn aangetroffen. Ook gaat het er weer over dat de vloeistof niet ruikt, doorzichtig is en bij schudden geen geluid maakt. ‘Het’ is door iemand vervangen.
Om 16:23 uur mompelt [verdachte] vervolgens in zichzelf over ‘foute P’ en ‘dat water’. Om 16:30 uur maakt hij vanuit zijn auto contact met [medeverdachte 4] die in zijn Laguna zit die naast de BMW van [verdachte] staat. [medeverdachte 4] zegt tegen [verdachte] dat er nog 4 extra dozen gevonden zijn. Enkele minuten hierna ontmoeten [verdachte] en [medeverdachte 4] vier Chinese mannen, onder wie [medeverdachte 13] , bij [naam] . ’s Avonds spreken [verdachte] en [medeverdachte 7] elkaar. Uit de OVC-opname van dit gesprek volgt dat [verdachte] zegt dat hij blij is dat alle dingen vandaag er waren en dat ‘dit hem heeft gevrijwaard’.
Ook uit deze gebeurtenissen op 10 juni blijkt de nauwe samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . Zij horen bij het ‘ons’ waar [verdachte] het 6 juni 2013 over had.
Op 12 juni 2013 zit [verdachte] met [getuige 1] in de auto. In het ovc-gesprek tussen hen vertelt [verdachte] tegen [getuige 1] hoe hij tegen de zaak aankijkt. Volgens hem begonnen de Chinezen aan te sturen op een verdenking tegen hem. Ze zijn daarop zelf gaan kijken in de loods en hebben toen naast de al aangetroffen 132 dozen nog 4 dozen gevonden. Vervolgens heeft [verdachte] een prijsje met hen gemaakt: in plaats van 1.5 moeten ze nu 8 ton betalen. De leider van de Chinezen is ‘de ouwe’ en de woordvoerder is die met de lange haren want die kan het beste praten.
Hieruit blijkt dat [verdachte] degene is die onderhandelt met de Chinezen over de prijs.
Uit de ontcijferde BlackBerry van [verdachte] blijkt verder dat [verdachte] en [medeverdachte 4] op 11 en 12 juli 2013 met elkaar mailen over de Chinezen die nog een keer willen kijken naar de spullen. Dit klopt weer met een mail van 19 juli 2013 van [verdachte] naar zijn contact ‘ [persoon 25] ’ in de geëncrypte BlackBerry dat China op 16 juli water en ‘cool’ heeft meegenomen. [verdachte] mailt verder dat ‘we’ het qua tijd nooit zo snel hebben kunnen verwisselen. Het moet China zijn. Het is belachelijk dat hij nu zijn onschuld moet aantonen. Op 22 augustus 2013 mailt [verdachte] naar [persoon 25] dat hij net contact heeft gehad met ‘waterchinezen’ en flink bonje heeft gemaakt. De Chinezen wilden 100 terug maar [verdachte] heeft hen gezegd dat ze juist nog 700 moeten betalen omdat het anders oorlog is. Kijkende naar de 8 ton waarover [verdachte] met [getuige 1] heeft gesproken, hebben de Chinezen blijkbaar al € 100.000 betaald, willen ze die terug en wil [verdachte] juist dat er € 700.000 bij wordt betaald.
Dit toont aan dat [verdachte] degene is die de onderhandelingen met de Chinezen voert over de prijs die de Chinezen hem moeten betalen voor zijn inspanningen met betrekking tot de container.
In de woning van [medeverdachte 7] heeft men bescheiden aangetroffen op naam van [bedrijf 14] bvba. [bedrijf 14] , het bedrijf van [medeverdachte 14] , stond als ontvanger van de container met antivries op de Bill of Lading vermeld. Uit e-mailcorrespondentie tussen vrachtwagenchauffeur [medeverdachte 2] en [bedrijf 14] in combinatie met de verklaring van [medeverdachte 14] volgt dat [medeverdachte 2] via de mail van [bedrijf 14] de pincode benodigd voor het afhalen van de container heeft ontvangen. [medeverdachte 14] heeft verklaard dat hij 450 euro van [medeverdachte 7] heeft ontvangen voor de ‘Bill of Lading’. [medeverdachte 7] had eind 2012 het webmail account van [bedrijf 14] voor [medeverdachte 14] gemaakt en had toegang tot de mail van [bedrijf 14] omdat [medeverdachte 14] hem het wachtwoord had gegeven. [medeverdachte 14] verklaart dat hij de akte van oprichting van [bedrijf 14] op de mail had gezet en dat [medeverdachte 7] bij de mail kon. Gezien de nauwe samenwerking tussen beiden is het meer dan aannemelijk dat de akte van oprichting en de correspondentie tussen [bedrijf 14] en [bedrijf 17] over Phenyl Acetyl Chloride (zijnde een precursor van BMK) via [medeverdachte 7] bij [verdachte] terechtgekomen.
[medeverdachte 14] heeft verder verklaard dat hij met [medeverdachte 7] contact had via een geëncrypte Blackberry die hij speciaal voor dit doel van [medeverdachte 7] had ontvangen. [medeverdachte 7] heeft hem vooraf gemaild toen de lading antivries eraan kwam. Hieruit volgt dat [medeverdachte 7] degene was die [medeverdachte 14] aanstuurde voor de levering van diensten ten behoeve van het samenwerkingsverband met onder anderen [verdachte] .
Gezien deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] samen met anderen de vervaardiging van en de handel in MDMA heeft voorbereid doordat hij heeft getracht anderen een middel daartoe te verschaffen. Hij heeft namelijk samen met anderen daartoe 1.800 liter c.q. 2.106 kilogram van de precursor PMK besteld, ingevoerd en doen vervoeren. Om dat te bewerkstelligen heeft hij samen met zijn medeplegers contacten en ontmoetingen gehad, besprekingen gevoerd en afspraken gemaakt met transporteurs, afnemers, tussenpersonen en verleners van hand- en spandiensten met betrekking tot de hoeveelheid, kwaliteit, levering, kwaliteit, betaling verpakking, opslag en vervoer van de PMK. De rechtbank acht feit 5 om die reden wettig en overtuigend bewezen.
Overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 4
Aan [verdachte] is tenlastegelegd dat hij zich samen met anderen als in de Gemeenschap gevestigde marktdeelnemer heeft bezig gehouden met de invoer in de Gemeenschap van een geregistreerde stof als vermeld op de bijlage bij de Verordening (EG) 111/2005, te weten 1800 liter c.q. 2160 kilogram PMK, zonder dat hij een vergunning had. Dat is een strafbaar feit op grond van artikel 2 van de Wet ter voorkoming misbruik chemicaliën (verder: Wvmc).
Artikel 2 Wvmc stelt namelijk dat het verboden is om te handelen in strijd met artikel 6, eerste lid, van die Verordening. Daarin staat dat marktdeelnemers voor de invoer van stoffen die geregistreerd staan op de bijlage bij de Verordening een vergunning moeten hebben die is afgegeven door de bevoegde instantie van de lidstaat. De Verordening hanteert de volgende definitie van het begrip ‘marktdeelnemer’: ‘elke natuurlijke of rechtspersoon die betrokken is bij de in- en uitvoer van geregistreerde stoffen of hiermee verband houdende intermediaire activiteiten, met inbegrip van personen die als zelfstandige douaneaangiften doen voor klanten, hetzij als hoofdactiviteit hetzij als nevenactiviteit in verband met een andere activiteit.’ ‘Invoer’ wil in dit kader zeggen (artikel 2 sub c Verordening (EG) 111/2005): elke binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap van geregistreerde stoffen, met inbegrip van onder meer tijdelijke opslag.
Uit de bewijsconstructie volgt dat [verdachte] zich heeft bezig gehouden met de invoer van de geregistreerde stof 3,4-methyleendioxyfenylpropan-2-on (PMK). PMK staat als geregistreerde stof op de bijlage bij de Verordening. Door hierbij betrokken te zijn, valt [verdachte] onder de in deze verordening gehanteerde definitie van ‘marktdeelnemer’. [verdachte] beschikt niet over een vergunning, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Verordening. [verdachte] heeft gebruik gemaakt van de diensten van anderen en nauw samengewerkt met anderen in verband met de invoer van de PMK in Nederland, om welke reden de rechtbank het bestanddeel ‘medeplegen’ bewezen acht. Ook deze anderen beschikten niet over de bedoelde vergunning. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat feit 4 wettig en overtuigend bewezen is, in eendaadse samenloop gepleegd met feit 5.
Feit 6 (zaaksdossier 28 – hennep en hasjiesj in woning)
Op 1 oktober 2013 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een woning, gelegen aan de [adres 1] te 5611 LZ Eindhoven. De woning betrof een flatwoning op de eerste verdieping en een bijbehorende berging op de begane grond. In de woning werden [verdachte] en zijn echtgenote [medeverdachte 15] aangetroffen. (Voetnoot 512) Volgens de Gemeentelijke Basisadministratie woonden [verdachte] en zijn echtgenote op dit adres. In de berging werd een aantal goederen aangetroffen die door de forensische opsporing werd onderworpen aan een indicatief onderzoek met behulp van een kleurreactietest. Hierbij werd een positieve indicatie verkregen op:
een partij plantaardig materiaal van circa 1.072 gram bruto: indicatie hennep;
een bruinkleurige plak met stempel van circa 965 gram bruto: indicatie hasjiesj.
De hennep werd aangetroffen in een koffer en de hasjiesj werd in een postpakket, in krantenpapier gewikkeld aangetroffen in een tas van de Albert Heijn . Beide partijen werden bemonsterd (Voetnoot 513) en inbeslaggenomen. (Voetnoot 514)
De inbeslaggenomen monsters zijn vervolgens onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI). Uit dit onderzoek volgt dat de partij van circa 1.072 gram bruto plantaardig materiaal hennep is en de bruinkleurige plak van 965 gram bruto met stempel hasjiesj is. Hennep is vermeld op lijst II, behorende bij de Opiumwet. Hasjiesj is vermeld op lijst II, behorende bij de Opiumwet, als een gebruikelijk vast mengsel van de afgescheiden hars verkregen van planten van het geslacht Cannabis (hennep), met plantaardige elementen van deze planten. (Voetnoot 515)
De zoon van [verdachte] , [medeverdachte 16] , heeft bij de politie verklaard dat hij ten tijde van de inval bij zijn vader woonde op de [adres 1] te Eindhoven. De aangetroffen hasjiesj is niet van hem, maar van zijn vader. [verdachte] heeft hem die plak hasjiesj laten zien. (Voetnoot 516)
Tijdens zijn politieverhoor en ter terechtzitting heeft [verdachte] verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij niet kan verklaren hoe de verdovende middelen in zijn huis zijn gekomen, maar dat hij er de volle morele verantwoording voor neemt. (Voetnoot 517)
De rechtbank stelt vast dat de hasjiesj en hennep in de berging, behorende bij de woning van [verdachte] , zijn aangetroffen. [verdachte] heeft niet ontkend dat de hasjiesj, zoals zijn zoon heeft verklaard, aan hem toebehoren. Gelet op de verklaring van zijn zoon acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] wetenschap had van de hasjiesj in zijn berging. [verdachte] had toegang tot deze berging en daarmee ook de beschikkingsmacht over deze hasjiesj. Nu de hennep in dezelfde berging is aangetroffen als de hasjiesj, is de rechtbank van oordeel dat eveneens bewezen is dat [verdachte] wetenschap had van deze hennep en daarover de beschikkingsmacht had.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] op 1 oktober 1.072 gram bruto hennep en 965 gram bruto hasjiesj voorhanden heeft gehad.
Gelet op de verklaring van [medeverdachte 16] acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] de hasjiesj samen met zijn zoon voorhanden heeft gehad. Ter zake van de aangetroffen hennep is er evenwel onvoldoende wettig en overtuigend bewezen voor het medeplegen van het voorhanden hebben van deze hennep, om welke reden de rechtbank [verdachte] zal vrijspreken van het bestanddeel medeplegen.
Feit 8 (zaaksdossier 16 - witwassen)
[verdachte] wordt verweten dat hij in de periode van 1 januari 2000 tot en met 1 oktober 2013 gelden verkregen uit enig misdrijf op verschillende manieren heeft witgewassen.
Periode/Partiële vrijspraak witwasonderdelen
Onder feit 7 heeft de rechtbank bewezen geacht dat [verdachte] van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. Gelet op deze bewezenverklaring zal de rechtbank ook ten aanzien van onderhavig feit aansluiting zoeken bij de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013. Er is niet gebleken dat [verdachte] zich vóór deze periode heeft schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare feiten.
Gelet op het verhandelde ter zitting en de inhoud van het procesdossier kan bovendien niet worden uitgesloten dat [verdachte] , zoals hij ter terechtzitting heeft verklaard, inderdaad vóór 2012 enkele jaren (uiterlijk tot 2009) een royaal inkomen heeft gegenereerd uit huuropbrengsten van zijn woning in Grimaud (Frankrijk) en daarvan, alsook van het overschot van een geldlening die hij in 1999 van getuige [getuige 3] heeft gekregen ten behoeve van de aankoop van die woning, enkele jaren in zijn levensonderhoud heeft kunnen voorzien. Van aankopen en/of stortingen door [verdachte] vóór april 2012 kan daarom niet worden vastgesteld dat deze – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig waren.
Dit brengt het navolgende met zich mee.
- Woning aan de [adres 23] te Maastricht en de bijbehorende inboedel
Uit het procesdossier volgt dat de woning en inboedel reeds vóór 1 april 2012 zijn aangekocht en daardoor buiten de bewezenverklaarde periode van feit 7 (deelname criminele organisatie) vallen. Daarbij komt dat uit het dossier volgt dat deze woning in 2006 is aangekocht en is gefinancierd uit de overwaarde uit de verkoop van een eerdere woning aangevuld met een hypotheek. Hieruit volgt dat ter zake van de woning en inboedel evenmin sprake is van witwassen dat eerder heeft plaatsgevonden maar als voortdurend delict naar de periode van de criminele organisatie wordt getrokken.
- Sieraden en/of horloges
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat de op 1 oktober 2013 in diens woning aan de [adres 1] te Eindhoven aangetroffen horloges al zeer geruime tijd in zijn bezit waren. Uit het procesdossier blijkt bovendien niet van enig bewijs dat deze horloges in de periode tussen 1 april 2012 en 1 oktober 2013 door [verdachte] zijn aangekocht. Hetzelfde geldt voor de aangetroffen sieraden. De rechtbank acht het daarom niet onaannemelijk dat [verdachte] deze goederen reeds vóór 1 april 2012 heeft aangekocht.
- Volkswagen Polo (kenteken [kenteken 6] )
De rechtbank kan niet vaststellen wanneer [verdachte] deze Volkswagen Polo aan zijn zoon [medeverdachte 16] heeft geschonken. Het enige aanknopingspunt voor de datum waarop deze auto is geschonken, treft de rechtbank aan in een sms-bericht d.d. 17 augustus 2011 van [medeverdachte 17] aan [verdachte] (zaaksdossier 16, pagina 319). In dit bericht schrijft zij: “Wat een vette auto voor [medeverdachte 16] zeg!!”. Gelet op de dagtekening van dit sms-bericht neemt de rechtbank aan dat deze personenauto vóór 1 april 2012 is aangekocht.
- Audi A3 (kenteken [kenteken 20] )
Hoewel er in een OVC-gesprek d.d. 23 maart 2013 tussen [verdachte] en [getuige 1] wordt verwezen naar de aankoop van eene Audi A3 (kenteken [kenteken 20] ) door [verdachte] ten behoeve van zijn stiefdochter, blijkt uit dit gesprek niet wanneer deze aankoop is gedaan. Uit de gegevens omtrent deze auto (zaaksdossier 16, pagina 873) volgt evenmin per wanneer deze auto op naam van de stiefdochter van [verdachte] , [medeverdachte 17] , is gezet. In het verhoor van getuige [getuige 4] relateert de politie dat de auto tot 27 augustus 2007 op naam van getuige [getuige 4] heeft gestaan en deze [getuige 4] verklaart dat ze de auto heeft verkocht aan [medeverdachte 17] . (Voetnoot 518). Hieruit concludeert de rechtbank dat de aankoop en schenking van de Audi A3 vóór 1 april 2012 is geschied.
- Storting van € 100.000 ten behoeve van [bedrijf 19]
Aangezien de storting ten behoeve van [bedrijf 19] reeds in 2010 door [verdachte] is gedaan, valt deze buiten de periode van 1 april 2012 tot en met 1 oktober 2013.
- Woning in Grimaud (Frankrijk) en bijbehorende inboedel
Uit het procesdossier volgt dat de woning en inboedel reeds in 2000/2001 door (onder meer) [verdachte] is aangekocht en betaald en dat de aankoop daardoor buiten de periode van april 2012 en 1 oktober 2013 valt. Het zou zo kunnen zijn dat [verdachte] de woning en de inboedel inderdaad, zoals hij heeft gesteld, heeft gefinancierd uit de geldleningsovereenkomst met [getuige 3] . Ook als dat niet zo zou zijn, is echter niet komen vast te staan dat de gelden waarmee deze woning en/of inboedel in 2000 zijn aangekocht, afkomstig zijn uit misdrijf. [verdachte] heeft weliswaar in 2002 in voorlopige hechtenis gezeten, maar er is geen veroordeling gevolgd en hij heeft een schadevergoeding voor ten onrechte ondergane hechtenis ontvangen. Onduidelijk is uit welke misdrijven die voor of ten tijde van de aankoop van de woning zouden zijn gepleegd, de gelden afkomstig zouden moeten zijn. Ook is er geen opstelling van onverklaarbaar vermogen dat ziet op de periode voor 2000. Gezien deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat ter zake van de woning en de inboedel evenmin sprake is van witwassen als voortdurend delict.
- Twee spaarbrieven aan toonder ter waarde van € 400.000 en €410.000 bij de
Dexiabank te Luxemburg
Ook ten aanzien van de spaarbrieven geldt dat deze reeds in 2001 door (onder meer) [verdachte] zijn aangekocht en daardoor buiten de periode van april 2012 en 1 oktober 2013 vallen. De rechtbank is van oordeel dat en aanzien van de spaarbrieven geen sprake is van witwassen als voortdurend delict omdat net als bij de aanschaf van de woning in Grimaud onvoldoende is gebleken dat de spaarbrieven zijn betaald met gelden die afkomstig zijn uit misdrijf.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank [verdachte] reeds om deze reden (partieel) vrijspreken van het witwassen van de woning (en inboedel) aan de [adres 23] te Maastricht, de sieraden en/of horloges, de Volkswagen Polo (kenteken [kenteken 6] ), de Audi A3 (kenteken [kenteken 20] ), de storting van
€ 100.000 ten behoeve van [bedrijf 19] , de woning (en inboedel) te Grimaud en de twee spaarbrieven aan toonder. De overige verweren ten aanzien van deze goederen behoeven daarom geen nadere bespreking.
- Inboedel [adres 1]
Ter zake van de inboedel van het appartement aan de [adres 1] overweegt de rechtbank voorts dat uit het procesdossier niet volgt welke waarde deze inboedel vertegenwoordigde en wanneer deze inboedel verkregen is. [verdachte] heeft hieromtrent ter terechtzitting verklaard dat deze niet waardevol was. Deze stelling vindt bevestiging in de foto’s van de inboedel die zich in het dossier bevinden. [verdachte] en zijn echtgenote staan vanaf 27 juli 2011 ingeschreven op dit adres (Voetnoot 519), op grond waarvan de rechtbank er van uitgaat dat de inboedel ook vóór 1 april 2012 is aangeschaft. Aangezien nadere informatie omtrent de aard en waarde van deze inboedel ontbreekt, is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de gelden waarmee de inboedel van dit appartement is gefinancierd- onmiddellijk of middellijk - uit enig misdrijf afkomstig zijn. De rechtbank zal [verdachte] daarom tevens (partieel) vrijspreken ter zake dit witwasonderdeel.
Witwasonderdelen die in de relevante periode vallen
- Contante stortingen op eigen rekening van [verdachte]
De politie heeft gerelateerd, zakelijk weergegeven, dat er in de periode van 2006 tot en met 2 april 2013 contante stortingen zijn gedaan op vier bankrekeningen van [verdachte] . Uit onderzoek naar deze rekeningen volgt dat in de periode van 1 april 2012 tot en met 1 oktober 2013 enkel contante stortingen zijn gedaan op de door hem in gebruik zijnde bankrekening bij de ABN AMRO-bank met nummer [rekeningnummer 1] Het betreft 18 stortingen, die tussen 30 mei 2012 en 2 april 2013 zijn gedaan, van in totaal € 51.750,-. (Voetnoot 520) Tussen 4 april 2013 en 30 juni 2013 is er vervolgens nog in totaal € 6.550,00 aan contante stortingen op deze rekening gedaan. (Voetnoot 521) Deze rekening werd onder meer gebruikt voor de betaling van de huur van de woning en de energiekosten van [verdachte] . (Voetnoot 522) Zo heeft [verdachte] in de eerste helft van 2013 € 23.140,39 aan betalingen vanaf deze rekening verricht. (Voetnoot 523)
[verdachte] heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij met enige regelmaat contante stortingen op zijn rekeningen heeft gedaan. (Voetnoot 524) Over de herkomst van dit geld heeft [verdachte] geen verklaring afgelegd.
- € 40.350 ( € 40.350 (aangetroffen in de woning aan de [adres 1] te
Eindhoven)
Op 1 oktober 2013 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een woning aan de [adres 1] te Eindhoven. (Voetnoot 525) [verdachte] woonde hier samen met zijn echtgenote [medeverdachte 15] . (Voetnoot 526) Tijdens de doorzoeking is een contante geldsom van in totaal € 40.350,00 in conservatoir beslag genomen. Blijkens de legenda doorzoeking, opgesteld door de politie, is een geldbedrag van € 31.000,00 aangetroffen in een kast op de grote slaapkamer, een geldbedrag van € 3.000,00 in een nachtkastje op de grote slaapkamer en geldbedragen van € 5.050,00 en € 1.300,00 op een tafel in de woonkamer. (Voetnoot 527)
[verdachte] heeft wisselende verklaringen afgelegd over de herkomst van het geld. Aanvankelijk heeft [verdachte] bij de politie verklaard dat het geld toebehoorde aan zijn schoonzus en in bewaring was gegeven bij zijn echtgenote. Ter terechtzitting heeft [verdachte] echter verklaard dat hij zich bij de politie had vergist over de herkomst van het geld en dat het aangetroffen geld zijn eigen spaargeld geld is waarvan hij vergeten was dat het in de kast in zijn woning lag. (Voetnoot 528)
- Schenkingen aan [medeverdachte 16] en [medeverdachte 17]
De politie heeft voorts gerelateerd, zakelijk weergegeven, dat er in de periode van 2006 tot en met 2 april 2013 contante stortingen zijn gedaan op een aantal bankrekeningen van [medeverdachte 17] en [medeverdachte 16] ( [medeverdachte 16] ). Uit onderzoek naar deze bankrekeningen volgt dat ook in de periode van 1 april 2012 tot en met 1 oktober 2013 een aantal contante stortingen is gedaan, te weten:
- een bedrag van in totaal € 12.355,00 op bankrekening met nummer [rekeningnummer 2] ten
name van [medeverdachte 17] ;
- een bedrag van in totaal € 2.915,00 op bankrekening met nummer [rekeningnummer 3] ten
name van [medeverdachte 17] ;
- een bedrag van in totaal € 6.340,00 op bankrekening met nummer [rekeningnummer 4] ten
name van [medeverdachte 16] . (Voetnoot 529)
[verdachte] heeft ter terechtzitting desgevraagd verklaard dat hij gedurende 10 jaar betalingen aan zijn zoon [medeverdachte 16] heeft gedaan. Ook heeft [verdachte] ter terechtzitting verklaard dat hij royaal aan zijn stiefdochter [medeverdachte 17] heeft gegeven. (Voetnoot 530)
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [verdachte] in de periode van 1 april 2012 tot en met 1 oktober 2013 in totaal € 15.270,- aan contanten heeft gestort op de bankrekening van [medeverdachte 17] en € 6.340,00 op de bankrekening van [medeverdachte 16] .
- BMW 525D ( [kenteken 1] )
Op 30 juli 2012 heeft de Belastingdienst / FIOD fiscale gegevens verstrekt over [verdachte] . Uit deze fiscale gegevens volgt dat [verdachte] sinds 4 juli 2012 houder is van een personenauto (BMW 525D Touring) voorzien van het kenteken [kenteken 1] . (Voetnoot 531) Vanaf 10 juli 2012 wordt door de politie waargenomen dat [verdachte] gebruik maakt van deze personenauto. (Voetnoot 532) Ter terechtzitting heeft [verdachte] hierover verklaard dat hij deze auto tweedehands heeft aangeschaft voor een som van € 8.000,00. (Voetnoot 533)
Gelet op deze verklaring, de observaties van de politie en de fiscale gegevens voornoemd is de rechtbank van oordeel dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is dat [verdachte] deze personenauto binnen de periode van 1 april 2012 tot en met 1 oktober 2013 heeft aangekocht. Nu de verklaring van [verdachte] inzake de koopsom niet door processtukken wordt ontkracht, acht de rechtbank de verklaring van [verdachte] inzake de koopsom van € 8.000,00 aannemelijk.
Totaal uitgegeven gelden binnen de periode
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [verdachte] in de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 contante stortingen op eigen rekening heeft gedaan voor een bedrag van in totaal € 58.300,00, contante stortingen op rekeningen van zijn stiefdochter [medeverdachte 17] voor een bedrag van in totaal € 15.720,00 en contante stortingen op een rekening van zijn zoon [medeverdachte 16] voor een bedrag van € 6.340,00. In zijn woning is daarnaast nog eens contant € 40.350,00 aangetroffen. In totaal heeft hij dus over contant geld beschikt ter waarde van € 120.710,00. Ook heeft hij, al dan niet contant, een BMW aangeschaft voor € 8.000,00. Bij elkaar moet [verdachte] dus over € 128.710,00 de beschikking hebben gehad.
Vervolgens is de vraag of [verdachte] dit uit legale inkomstenbronnen heeft kunnen betalen.
Legale Inkomsten [verdachte] en zijn echtgenote [medeverdachte 15] in 2012 en 2013
Op 30 juli 2012 en 8 maart 2013 heeft de Belastingdienst fiscale gegevens verstrekt over [verdachte] . Uit deze fiscale gegevens volgt dat [verdachte] is gehuwd met [medeverdachte 15] en dat hij over 2002 tot en met 2006, 2008 tot en met 2010 en 2012 geen inkomsten uit dienstbetrekking, uitkering of andere bron aan de Belastingdienst heeft opgegeven. Wel zijn er in 2007 inkomsten uit loon van in totaal € 7.067 bruto geweest, blijkens een opgave van zijn toenmalige werkgever [naam werkgever] . Ook is er in 2011 loonheffing ingehouden over een pensioenuitkering van € 405.
Uit het digitale Belastingdienstsysteem RBG (Registratie Bank Gegevens) blijkt dat [verdachte] in 2011 onder meer gebruik maakt van verschillende rekeningnummers, waaronder de hierna te noemen ABN AMRO Privérekening met het nummer [rekeningnummer 5] , van welke rekeningen het totaalsaldo in 2011 € 492,00 bedraagt. (Voetnoot 534) Op 27 juli 2012 heeft de Belastingdienst / FIOD fiscale gegevens verstrekt over [medeverdachte 15] . Uit deze fiscale gegevens volgt dat zij in 2012 tot 27 juli 2012 een WAO-uitkering heeft ontvangen van in totaal € 4.043,00, waarbij € 1.336,00 aan loonheffing is ingehouden. Uit het digitale systeem RENTEBASE volgt dat zij in 2011 de beschikking had over meerdere bankrekeningen, waarvan het totale saldo op 31 december 2011 € 6.180,00 bedroeg. (Voetnoot 535)
Witwasvermoeden
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] in de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 slechts over zeer beperkte inkomsten uit dienstbetrekking/uitkering heeft beschikt. Zijn echtgenote [medeverdachte 15] beschikte over zeer beperkte financiële inkomsten uit een uitkering. Daarnaast beschikten zij samen eind december 2011 in totaal over een spaarsaldo van
€ 6.672,00.
Er bestaat derhalve een grote discrepantie tussen voornoemde beperkte concrete inkomsten en spaartegoeden van [verdachte] en [medeverdachte 15] en de door [verdachte] in die periode gedane contante stortingen, de aanschaf van de BMW en het contante geldbedrag dat is aangetroffen in de woning. Gelet op deze discrepantie in combinatie met de bewezenverklaring van diverse Opiumwetdelicten en deelname aan een criminele organisatie, bestaat het vermoeden dat het in de woning aangetroffen contante geldbedrag en de gelden waarmee de contante stortingen en de aanschaf van de BMW gefinancierd zijn afkomstig zijn uit de bewezenverklaarde misdrijven.
Verklaring van [verdachte]
Om deze reden mag van [verdachte] worden verwacht dat hij een tegenwicht tegenover dit witwasvermoeden biedt in de vorm van een verklaring over de mogelijke alternatieve legale herkomst van de gelden. Deze verklaring dient min of meer verifieerbaar te zijn en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk.
Over de contante geldsom, aangetroffen in zijn woning, heeft [verdachte] ter terechtzitting verklaard dat dit afkomstig was uit ‘de overwaarde van Frankrijk’. [verdachte] heeft ter terechtzitting voorts verklaard dat hij in 1999 een leenovereenkomst heeft gesloten met getuige [getuige 3] tegen een bedrag van fl. 2.000.000,-. Met deze lening heeft hij in 2000 een woning in Grimaud (Frankrijk) aangekocht tegen een rente van € 50.000,- per jaar. Deze rente betaalde [verdachte] uit de opbrengsten van de woning. De woning werd vanaf 2001 verhuurd. De inboedel van de woning heeft hij in 2001 gekocht met het overschot van deze lening. Dit overschot bedroeg fl. 500.000,-. Tussen 2001 en 2006 of 2007 heeft [verdachte] geleefd van de huuropbrengsten. In 2007 is [verdachte] gestopt met de verhuur van de woning en heeft zijn ex-vrouw het beheer overgenomen. Volgens [verdachte] had hij een overschot uit de financiering van het pand. Hij heeft verklaard dat hij ongeveer 5 jaar heeft geteerd op dat overschot en de huuropbrengsten, maar dat hij volledig is ingeteerd op zijn spaargeld. Dit alles volgens [verdachte] ter terechtzitting. [verdachte] heeft zijn exacte huuropbrengsten niet met stukken onderbouwd. De raadsvrouw heeft bij pleidooi verder nog het volgende aangevoerd. [verdachte] heeft tijdens de tenlastegelegde periode grotendeels geleefd van de huuropbrengsten van de woning in Grimaud. De huuropbrengsten zijn niet aan de Belastingdienst opgegeven maar dat maakt niet dat ze niet uit legale bron zijn verkregen. Hij hoefde de huuropbrengsten namelijk niet in Nederland op te geven op grond van internationale belastingwetgeving nu de woning in Frankrijk staat. [verdachte] heeft ook nog wat inkomsten gehad uit ‘handeltjes’ en deelname in vastgoedprojecten. De ‘handeltjes’ stopten in 2002. Uit de verklaring van getuige [getuige 3] blijkt dat hij en [verdachte] deelnamen in elkaars vastgoedprojecten zoals blijkt uit een overeenkomst tussen hen uit 2002. Ook heeft [verdachte] geïnvesteerd in [bedrijf 19] . Verder blijkt de deelname in onroerend goed projecten van [verdachte] uit een opgenomen gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 15] in de auto op 1 september 2013. Hij spreekt over een makelaar en dat hij een klant heeft voor de overige 15 huizen. Hij geeft aan dat hij 5 ruggen de man kan beuren.
Gelet op de bescheiden in het procesdossier en de verklaring van getuige [getuige 3] ter zitting, acht de rechtbank – zoals zij hiervoor reeds heeft overwogen – de verklaring van [verdachte] omtrent de huuropbrengsten en het overschot van de lening van [getuige 3] niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Het is evenmin op voorhand hoogst onwaarschijnlijk dat [verdachte] gedurende enige tijd heeft kunnen interen op deze spaartegoeden. De rechtbank acht het echter wel op voorhand hoogst onwaarschijnlijk dat [verdachte] tussen april 2012 en 1 oktober 2013 – dus ruim 5 jaar nadat de huuropbrengsten uit de woning te Grimaud waren gestaakt en ruim 13 jaar nadat hij de lening met [getuige 3] had afgesloten – nog steeds beschikte over dusdanig spaargeld uit voornoemde bronnen dat hij nog over in totaal € 128.710,00 kon beschikken. Aan de geloofwaardigheid van [verdachte] doet ook af dat hij ter zitting enerzijds heeft gesteld nog 5 jaar nadat de huuropbrengsten waren opgedroogd daarvan en van het overschot uit de financiering van het pand te hebben geleefd en dat hij toen volledig was ingeteerd op zijn spaargelden en anderzijds heeft gesteld dat hij was vergeten dat een contant bedrag van € 31.000,00 bij hem in de slaapkamer lag. Het vergeten van een dergelijk bedrag is immers moeilijk te rijmen met een nijpende financiële situatie. De verklaring dat [verdachte] nog tot in de periode van april 2012 tot 1 oktober 2013 van de huuropbrengsten en het overschot uit de financiering heeft geleefd, acht de rechtbank bovendien te weinig concreet en niet min of meer verifieerbaar. Het had op de weg van [verdachte] gelegen om zijn verklaring op dit punt nader te onderbouwen met verifieerbare gegevens om een begin van geloofwaardigheid aan zijn stelling te verlenen. Een dergelijke onderbouwing is echter uitgebleven.
De rechtbank acht het verder op voorhand hoogst onwaarschijnlijk dat [verdachte] inkomsten uit ‘handeltjes’ had en inkomsten uit deelname in onroerend goed projecten die maakten dat hij in de periode van april 2012 tot 1 oktober 2013 over een bedrag van € 128.710,00 kon beschikken. De ‘handeltjes’ waren reeds in 2002 gestopt en er is nog geen begin van onderbouwing gegeven welke bedragen die ‘handeltjes’ hebben opgeleverd. Gesteld noch gebleken is dat de deelname in vastgoedprojecten inkomsten hebben opgeleverd. [getuige 3] zelf heeft als getuige verklaard dat de overeenkomst uit 2002 hierover met [verdachte] niet is uitgevoerd en [verdachte] heeft ter zitting hetzelfde verklaard. Over [bedrijf 19] heeft [verdachte] ter terechtzitting verklaard dat hij het bedrag van € 100.000 dat hij erin heeft gestoken niet heeft terug gekregen. Verder is niet gesteld of gebleken dat [verdachte] een concrete opbrengst heeft gehad uit de mogelijke verkoop van de 15 huizen waarover hij met [medeverdachte 15] in september 2013 spreekt. Ook op deze punten is de verklaring van [verdachte] te weinig concreet en niet min of meer verifieerbaar.
De door [verdachte] gegeven verklaring biedt dan ook onvoldoende tegenwicht tegen het vermoeden dat het bedrag van € 128.710 afkomstig is uit misdrijf en geeft geen aanleiding voor het instellen van een nader onderzoek door het Openbaar Ministerie.
Op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden kan het niet anders zijn dan dat de aangetroffen contante geldsom en de gelden waarmee de contante stortingen zijn gedaan, alsook de BMW, onmiddellijk of middellijk uit een door [verdachte] zelf begaan en bewezenverklaard misdrijf afkomstig zijn.
Uit eigen misdrijf verkregen/ontslag van alle rechtsvervolging
Op grond van artikel 420bis Sr is sprake van witwassen indien van een voorwerp/geldbedrag dat afkomstig is uit enig misdrijf de werkelijke aard, de herkomst of de vindplaats wordt verborgen of verhuld (de a-variant van het artikel) of het voorwerp/geldbedrag door de verdachte wordt verworven, voorhanden wordt gehouden, overgedragen of omgezet (de b-variant van het artikel). Bij gelden die afkomstig zijn uit eigen misdrijf is volgens vast jurisprudentie het enkele verwerven of voorhanden hebben van de gelden niet voldoende om tot witwassen in de zin van 420bis Sr te komen. Er dient dan tevens sprake te zijn van verhullen/verbergen van de gelden om tot een witwasveroordeling te komen. Dit om te voorkomen dat automatische verdubbeling van de strafbaarheid optreedt doordat iemand een gestolen goed ook voorhanden heeft. Die nadere motiveringseis wordt door de Hoge Raad in beginsel niet gesteld als de gelden zijn gebruikt, omgezet of overgedragen. Dit is anders indien dat overdragen, omzetten of gebruikmaken van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen plaatsvindt onder omstandigheden die niet wezenlijk verschillen van gevallen waarin een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en de daarmee door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan het witwassen van die voorwerpen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake indien het omzetten van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen bestaat uit het storten van contante geldbedragen op de eigen bankrekening. Er zijn dan extra gedragingen van de verdachte nodig gericht op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele afkomst.
Ten aanzien van het contante geldbedrag dat [verdachte] in zijn woning voorhanden heeft gehad, is geen sprake van het verhullen of verbergen van dat bedrag. Evenmin is het bedrag overgedragen, omgezet of gebruikt. Hieruit volgt dat weliswaar bewezen kan worden verklaard dat [verdachte] dit bedrag voorhanden heeft gehad, maar dat dit niet kan worden gekwalificeerd als witwassen, waardoor hij zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging voor dit bedrag.
Ten aanzien van de contante stortingen op zijn eigen bankrekening kan worden gesteld dat [verdachte] van de gestorte bedragen ook gebruik heeft gemaakt door er rekeningen mee te betalen. Echter, ook het enkele gebruiken van contante stortingen is niet voldoende om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank verwijst hiervoor naar het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2913. Ook op dit onderdeel dient [verdachte] daarom te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Ten aanzien van de bedragen van in totaal € 12.720,- en € 6.340,- die [verdachte] contant heeft gestort op de bankrekeningen van [medeverdachte 17] en [medeverdachte 16] geldt dat [verdachte] deze gelden heeft overgedragen aan zijn kinderen. Hiervoor is geen extra verhullingsgedraging nodig nu dit al een verhullend karakter heeft. Hetzelfde geldt voor het bedrag van € 8.000,- dat [verdachte] heeft omgezet in een BMW525D.
Er is onvoldoende bewijs dat [verdachte] dit samen met een ander of anderen heeft gedaan. De rechtbank zal [verdachte] daarom (partieel) vrijspreken van het bestanddeel ‘medeplegen’.
Conclusie
Bewezen wordt verklaard dat [verdachte] in de periode van 1 april 2012 tot en met 1 oktober 2013 in Nederland voorwerpen te weten
een geldbedrag van € 40.350 aangetroffen in de woning aan de [adres 1] te Eindhoven en
een bedrag aan contante stortingen op zijn privé rekening en
€ 6.340 als schenking aan [medeverdachte 16] en € 12.720 als schenking aan [medeverdachte 17] en
een BMW 525D ( [kenteken 1] )
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, omgezet en gebruikt terwijl hij wist dat die voorwerpen middellijk of onmiddellijk afkomstig waren uit enig misdrijf.
Van het overige tenlastegelegde wordt [verdachte] vrijgesproken. Voor het in de woning aangetroffen bedrag van € 40.350 en de contante stortingen op de privérekening van [verdachte] geldt dat dit niet worden gekwalificeerd als witwassen omdat de geldbedragen afkomstig zijn uit eigen misdrijf van [verdachte] . Daarom wordt [verdachte] daarvoor ontslagen van alle rechtsvervolging.
Feit 9 (criminele organisatie m.b.t. synthetische drugs – zaaksdossier 1)
Inleiding
In zaakdossier 1 beschrijft de politie deelonderzoeken naar de productie van en handel in (synthetische) drugs.
Stemherkenningen
De betrokkenheid van [verdachte] (Voetnoot 536) en [medeverdachte 7] (Voetnoot 537) bij de tenlastegelegde criminele organisatie heeft de politie mede afgeleid uit de opgenomen gesprekken waarin verbalisanten de stemmen van verdachten herkennen. De stemmen in de telefoongesprekken en/of de OVC-gesprekken kwamen overeen met de stemmen van de verdachten tijdens hun verhoor. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de stemherkenningen in het dossier en neemt de bevindingen van de politie over.
BlackBerries
In het onderzoek ‘Wolf Beretta’ maakten verschillende verdachten gebruik van BlackBerries. Onderling verstuurden zij beveiligde en versleutelde e-mails. In de woning van [verdachte] is op 1 oktober 2013 tijdens een huiszoeking een beveiligde BlackBerry gevonden. Het NFI heeft deze telefoon onderzocht en de agenda, notities en het e-mailverkeer leesbaar gemaakt. (Voetnoot 538) De politie heeft in een proces-verbaal beschreven dat [verdachte] de daadwerkelijke gebruiker van deze BlackBerry is en dat zijn e-mailadres [email-adres] is. (Voetnoot 539) In de contactenlijst staat een emailadres met de naam ‘ [email-adres] , ‘ [email-adres] ), ‘ [email-adres] ) en ‘ [email-adres] ). De politie gaat ervan uit dat de eerste twee adressen horen bij [medeverdachte 7] , de derde bij [medeverdachte 18] en de laatste bij [medeverdachte 4] . Hieronder wordt toegelicht waarom.
Bijnaam [medeverdachte 18] ; [bijnaam medeverdachte 18]
De verdachten in het onderzoek ‘Wolf Beretta’ maakten onderling gebruik van bijnamen. [medeverdachte 18] wordt aangeduid als ‘ [bijnaam medeverdachte 18] ’. De politie onderbouwt in een proces-verbaal dat deze bijnaam bij [medeverdachte 18] hoort:
Op 29 juli 2013 is er e-mailverkeer tussen [verdachte] en iemand met de naam ‘ [bijnaam medeverdachte 18] ’. [bijnaam medeverdachte 18] mailt: ‘Hooi goede middag heb pap liggen alleen kann daar nu niet bij. Heb nu die 25 tikkels bij me, kan later vandaag beter morgen. Moet daarvoor terug naar Nijmegen.’
[verdachte] antwoordt: ‘Ben om 1445 bij mij ong?’
[bijnaam medeverdachte 18] : ‘Yes! Daar achter op die grote parkeerplaats toch?’
Om 14.32 mailt hij: ‘5min ben daar.’
[verdachte] : ‘Hij pas 15u.’
[bijnaam medeverdachte 18] : ‘Ok kom toch even bij jou binne?’
[verdachte] antwoordt om 14.41 uur: ‘Zet je auto weg en kom ff.’
Op de portiek en de voordeur van de woning van [verdachte] was ten tijde van het onderzoek een camera gericht. De verbalisant beschrijft dat [medeverdachte 18] op 29 juli 2013 om 14.54 uur in beeld verschijnt, een schoudertas draagt en de woning binnengaat. Om 14.55 uur ziet de verbalisant [medeverdachte 18] zonder schoudertas uit de woning komen. De verbalisant heeft de beelden bekeken vanaf 14.30 tot en met 16.00 uur en de enige persoon die hij in beeld zag was [medeverdachte 18] . (Voetnoot 540) Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat de bijnaam van [medeverdachte 18] ‘ [bijnaam medeverdachte 18] ’ is en dat hij onder die naam in de BlackBerry van [verdachte] staat.
De raadsman van [medeverdachte 18] heeft in zijn pleidooi de juistheid van de herkenning betwist omdat controle van de herkenning niet mogelijk is vanwege het ontbreken van de camerabeelden in het dossier. De rechtbank overweegt hierover dat de verdediging in de gelegenheid is gesteld om onderzoekswensen op te geven. De raadsman had tijdens de regiezitting om de beelden kunnen verzoeken, maar heeft dit niet gedaan. Het bij pleidooi enkel aangeven dat de beelden ontbreken, is voor de rechtbank onvoldoende om twijfel te zaaien over de herkenning van [medeverdachte 18] door de verbalisant.
Bijnaam [medeverdachte 7] : [bijnaam medeverdachte 7]
In een proces-verbaal van bevindingen legt de politie uit dat [medeverdachte 7] de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 7] ’ heeft. In de BlackBerry van [verdachte] is e-mailverkeer gevonden van 1 augustus 2013 omstreeks 10.37 uur met [bijnaam medeverdachte 7] . Om 10.40 uur mailt [bijnaam medeverdachte 7] : ‘Yes, wanneer zie ik je om samen pap te controleren?’ Om 10.53 uur antwoordt [verdachte] dat hij om 12.00 uur thuis is, waarop [bijnaam medeverdachte 7] reageert met: ‘Ok, tot dan…’
De verbalisant beschrijft de camerabeelden van de voordeur van de woning van [verdachte] op 1 augustus 2013, 12.12 uur. Hij ziet [medeverdachte 7] in beeld verschijnen voor de voordeur en naar binnen gaan. Om 12.54 uur ziet de verbalisant [medeverdachte 7] de woning verlaten.
Op 22 augustus 2013 om 16.04 uur mailt [bijnaam medeverdachte 7] : ‘Ik meld me zo okay? Binnen half uur…’. De reactie terug is: ‘Audi zit bij mij nu. Hoe laat denk je. Anders gaat hij weg en doen we het morgen.’ [bijnaam medeverdachte 7] reageert: ‘Binnen half uur…’.
Op de beelden van 22 augustus 2013 ziet de verbalisant om 16.49 uur dat [medeverdachte 7] de woning binnengaat en deze om 16.56 uur samen met [verdachte] verlaat. (Voetnoot 541)
Daarnaast wordt [medeverdachte 7] aangeduid als ‘ [bijnaam medeverdachte 7] ’. De politie leidt dat af uit een OVC-gesprek op 7 juni 2013 tussen [verdachte] en [getuige 1] . Als het over [medeverdachte 7] gaat, zegt [verdachte] : “Het is het [bijnaam medeverdachte 7] van mij en ‘ [persoon 25] ’(fonetisch) is [medeverdachte 19] , heeft ie wel zo’n schrik van.” (Voetnoot 542) Daarnaast is er een tapgesprek van 30 maart 2013 waarin [medeverdachte 7] een vrouw met de naam [persoon 28] aan de telefoon krijgt en zelf zegt: “Met het [bijnaam medeverdachte 7] ”. (Voetnoot 543)
Dit leidt de rechtbank tot de conclusies dat de bijnaam van [medeverdachte 7] ‘ [bijnaam medeverdachte 7] ’ is, dat hij onder die naam in de BlackBerry van [verdachte] staat en dat ook over hem wordt gesproken als ‘ [bijnaam medeverdachte 7] ’.
Bijnaam [medeverdachte 4] : ‘ [bijnaam medeverdachte 4] ’
In een proces-verbaal van bevindingen legt de politie uit dat de persoon die als ‘ [bijnaam medeverdachte 4] ’ in de BlackBerry van [verdachte] staat, [medeverdachte 4] is voor wie ook de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 4] ’ wordt gebruikt. Daarbij is onder meer van belang dat het emailadres van [bijnaam medeverdachte 4] in de BlackBerry van [verdachte] het enige mailadres is dat begint met 311 ([email-adres] . In een OVC-gesprek op 22 augustus 2013 vraagt een onbekend persoon aan [verdachte] het nummer van de nieuwe telefoon van [bijnaam medeverdachte 4] . Te horen is dat [verdachte] ‘311’ noemt en ‘first quality’. (Voetnoot 544) Verder staat in de notities in de BlackBerry van [verdachte] op de datum 30 augustus 2013 een afspraak met iemand met de naam ‘Audi’ om 15.00 uur en met ‘ [bijnaam medeverdachte 4] ’ om 15.30 uur. Uit videobeelden van de voordeur van [verdachte] blijkt dat om 15.34 uur eerst een onbekende persoon naar binnen gaat en dat om 15.50 uur [medeverdachte 4] de woning van [verdachte] betreedt. (Voetnoot 545) Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat [medeverdachte 4] als [bijnaam medeverdachte 4] in de BlackBerry van [verdachte] staat en ook de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 4] ’ heeft. [medeverdachte 4] heeft gesteld dat hij louter bij toeval op dat moment bij de deur van [verdachte] stond en dat hij als goede vriend van [verdachte] heel vaak bij hem aan de deur kwam.
Redengevende feiten en omstandigheden
[medeverdachte 14] is een medeverdachte in het onderzoek Wolf Beretta. Hij is op 4 december 2013 door de politie gehoord. De politie vraagt: “We tonen jou de foto van een man ( [medeverdachte 18] ) ken je die?” [medeverdachte 14] antwoordt dat hij de man herkent als de kennis van [medeverdachte 7] . De man werd door [medeverdachte 7] ‘ [medeverdachte 18] ’ genoemd. Op de vraag of [medeverdachte 14] wel eens samen met [medeverdachte 18] ergens naar toe is geweest antwoordt hij: “Ik ken hem van [naam werkgever] (de rechtbank begrijpt uit het dossier dat dit een restaurant in Eindhoven is) en van Tomorrowland”.
Over [medeverdachte 7] verklaart [medeverdachte 14] : “ [medeverdachte 7] heeft mij ook wel eens pillen gegeven. Het ging om zo’n 1.000 xtc pillen die ik gekregen heb. Ik kreeg ze op de pof en aan de hand van wat ik verdiend had mocht ik een gedeelte van de opbrengst houden. Ik denk dat ik vanaf 2011 pillen verkoop voor [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] heeft mij ook speed aangeboden in pastavorm en ook MDMA. [medeverdachte 7] kon alle soorten verdovende middelen leveren. Ik heb ook wel eens cocaïne van hem gehad voor eigen gebruik. Ik heb alleen xtc pillen verkocht. Die pillen hadden een kleurtje en waren voorzien van verschillende logo’s. Sommige pillen waren rond en sommige waren ruitvormig. De inhoud van de pillen was volgens mij 140 mg. (Voetnoot 546) Op 9 december 2013 verklaart [medeverdachte 14] nog het volgende: “Ik ken [medeverdachte 18] ongeveer een jaar. Ik heb hem de eerste keer gezien bij [naam werkgever] in Eindhoven. Hij was bij [medeverdachte 7] . Ik zag hem als de rechterhand of het knechtje van [medeverdachte 7] . Ik had de indruk dat [medeverdachte 7] iets slimmer was dan [medeverdachte 18] . Als [medeverdachte 7] erbij was dan voerde [medeverdachte 7] altijd het woord en hield [medeverdachte 18] zich afzijdig.” (Voetnoot 547)
Op 12 februari 2013 vindt er een OVC-gesprek plaats in de BMW van [verdachte] tussen [verdachte] en [getuige 1] . (Voetnoot 548)
[verdachte] : “Maar ik ben wel heel blij met dingetje hoor, met die jongen van mij.”
[getuige 1] : “ [medeverdachte 7] .”
[verdachte] : “Ja.” (…) “Daar ben ik wel heel blij mee. Hij doet toch allerlei kutdingetjes. Die doet hij.”
[getuige 1] : “En niet hebberig. Dat is ook heel belangrijk hè. Ik heb in Amsterdam alleen maar hebbers om me heen.”
Op 20 juni 2013 zit [verdachte] alleen in zijn auto. Hij praat in zichzelf, waarbij de volgende passages zijn opgenomen:
“…als je dan bezig bent, dan bel je misschien wel even terug, ik geloof het niet… met echte mensen te praten…pure eerlijkheid… [medeverdachte 7] , echte mensen willen eerlijkheid…weet je wat het is, jij vertelt niks tegen mij, ook niet als het om jou gaat, had jij gewoon tegen mij moeten vertellen, direct, je kan die handel niet betalen en exporteren jongen…ik weet niet wat jij aan het doen bent…
(…)
Gewoon eventjes met meer dan 20 blokken over straat rijden zonder mijn weten, om ff te moeten laten zien…
(…)
Dus die vrijheid krijg jij niet (…) en dan ga je ook weer weg…en weet je wat het is [medeverdachte 7] , waarom heb jij mij niet verteld dat [bijnaam medeverdachte 18] erbij is? waarom heb je dat niet verteld, waarom heb je dat niet verteld?
(…)
[bijnaam medeverdachte 18] komt gewoon helemaal niet opdagen…volgt gewoon helemaal niet op, dat is niet goed…” (Voetnoot 549)
De rechtbank merkt op dat bovenstaande OVC-opnamen en de verklaringen van [medeverdachte 14] in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen steun bieden voor de stelling dat [medeverdachte 18] en [medeverdachte 7] in dienst stonden van [verdachte] en dat [medeverdachte 18] als rechterhand van [medeverdachte 7] kan worden gezien. Aan [getuige 1] laat [verdachte] namelijk weten dat hij blij is dat [medeverdachte 7] allerlei ‘kutdingetjes’ voor hem doet en [verdachte] uit zijn ongenoegen als [medeverdachte 7] en [medeverdachte 18] naar zijn mening te weinig verantwoordelijkheid aan hem afleggen.
Op 14 maart 2013 vindt het volgende OVC-gesprek plaats tussen [verdachte] en [persoon 29] .
[verdachte] : “Kom na 7 uur, dan ligt de kleine in bed.”
[persoon 29] : “Ben je altijd thuis meestal…”
[verdachte] : “Altijd”
[persoon 29] : “Kan ik gewoon naar je toekomen he?”
[verdachte] : “Ja, je kunt blindgaan, als je voor een gesloten deur staat, dat we de bel niet horen, pgptje (fonetisch) ik ben over 5 minuten bij jou.”
[persoon 29] : ‘Dan kom ik van de week effe praten met jou ja.
[verdachte] : “En die A, dat is, daar kan ik alleen nog wel mee vooruit, kunnen we kijken hoe dat moet.”
[persoon 29] : “Zal ik je wat zeggen, die heb ik vanuit B gemaakt.” (Voetnoot 550)
Op 11 mei 2013 is er een OVC-gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] :
[verdachte] : “Uhh die B… ja is wel oké.. ja, door dat hij nog van alles en nog wat gedaan heeft… ze zitten allemaal met die B te klooien.”
Later in het gesprek is te horen dat [verdachte] zegt: “Dan is het net als met [persoon 29] (fonetisch) die ook zegt, ja een goeie, dan moet je al, en van… eerst kijken, eerst kijken, want normaal komt er een/tweeënveertig uit, door ons.
[medeverdachte 7] : “Nee maar hij zei ook, eh het moet gewoon daar zijn en het is niks anders, ik zeg het is ook een beetje dit, daar komen we op terug, we hebben in ieder geval wel iets.”
[verdachte] : “Ja ik ben benieuwd wat er uit komt, en mocht het inderdaad minder zijn, dan wordt het voor hun ook minder, snap je?” (Voetnoot 551)
Op 30 mei 2013 zijn er OVC-gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] . [verdachte] vraagt hoe het met ‘ [persoon 29] ’ is. [medeverdachte 7] zegt dat hij niets meer van hem heeft gehoord en [verdachte] vraagt of hij dat sampletje niet meer heeft gehad. [medeverdachte 7] zegt van wel. [verdachte] heeft [persoon 29] gisteren gezegd dat hij spullen mee moest nemen, hij zei toen ja, maar ik moet alleen maar een sampletje hebben nu. [verdachte] heeft hem verteld: “Oké dan ga maar ff laten zien, maar die spullen moet je wel aanpakken hoor.”
[verdachte] zegt tegen [medeverdachte 7] : “Eeeh gewoon dumpen daar hoor, gewoon zeggen eh we komen er om 12 uur bij jou op de zaak en dan huppa…en dan denk ik dat we het een eind gehad hebben met die ‘ [persoon 29] ’… ik geef hem 100 A terug en ik pas een beetje aan… en klaar zijn we ermee. Dat is wel dikke winst hè, 90?”
[medeverdachte 7] : “Ja maar hij moet die dingen hè. Hoe moet dat?” (…) “Die dingen was toch niet goed van hem?”
[verdachte] : “Ja, daarom geef ik hem ook maar zo weinig terug.” (…)
Later in het gesprek vraagt [medeverdachte 7] : “Kan ook iets met drie en een half?”
[verdachte] : “Nee moet met 5. Hij vraagt 5, ga ik toch niet zeggen 3 en een half. Dat is echt kruimelwerk man.”
(…)
[verdachte] : “Vind ik trouwens een goeie vent…echt waar en nou ook weer hè…1000 poeier… zijn er 300 400 van kut, gewoon kut.. al vochtig geworden en zowiezo, maar toen ze uiteindelijk naar het resultaat keken, kwam er 50, 60% uit van wat normaal eruit moet halen, dat scheelt dus 200 300 stuks, ja, voor hun…”
[medeverdachte 7] : “De helft”.
[verdachte] : “Ik krijg gewoon 200 die hadden ze al gegeven, meteen al diezelfde dag…”
[medeverdachte 7] : “Ja maar bij ons gaat dat altijd netjes hè..”
[verdachte] : “Ja, maar daar gaan ze er uiteraard vanuit omdat ik er mee kom… sta ik weer voor schut hè…weet je nou het lullige daarvan is, als ik nou volgende keer weer met iets kom, dan gaan ze eerst kijken, ja waar heeft ie dat nou weer vandaan, wat voor idioten, dat dat weer verkeerd is, dan doen ze het niet meer snap je? Dat verprutst zo’n kut [persoon 29] daar nou mee, omdat ie niet zelf checkt, niet zelf controleert, er geen ballen verstand van heeft.”
[medeverdachte 7] : “Hij is bij iedereen aan het shoppen” (Voetnoot 552)
De politie vermeldt dat [persoon 29] op 11 juli 2013 werd aangehouden in verband met de levering van 60 kilo amfetamine en ongeveer 21 kilo marihuana. (Voetnoot 553) Op 10 augustus 2013 vindt er een OVC-gesprek plaats tussen [verdachte] en zijn echtgenote [medeverdachte 15] . [verdachte] zegt dat het er niet goed uitziet voor [persoon 29] . [medeverdachte 15] vraagt of [verdachte] denkt aan ‘langer dan drie’. [verdachte] zegt: “Hadden aan een Duitser verkocht, langer dan drie ja.” Hij zegt dat als je verkoopt aan iemand die ermee naar het buitenland gaat, je strafbaar bent voor twaalf jaar. [medeverdachte 15] vraagt: “Dus hij was voor amfetamine en voor hash.” “Ja wiet”, zegt [verdachte] , “komt er voorlopig niet uit.” (Voetnoot 554)
De rechtbank concludeert op basis van het gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 15] dat [verdachte] en [medeverdachte 7] de naam ‘ [persoon 29] ’ of ‘ [persoon 29] ’ gebruiken voor [persoon 29] . Verder is uit de gesprekken op 14 maart 2013 en 11 en 15 mei 2013 op te maken dat [verdachte] en [medeverdachte 7] in contact staan met deze [persoon 29] . [persoon 29] is een afnemer (zo blijkt uit het gesprek op 30 mei 2013). Hij krijgt samples via [medeverdachte 7] en [verdachte] vindt dat hij een hele partij moet afnemen. Kennelijk houdt hij zich ook bezig met productie; hij heeft A uit B gemaakt. De rechtbank merkt daarbij op dat BMK een grondstof is voor amfetamine. Verder is uit de gesprekken op te maken dat [verdachte] en [medeverdachte 7] zich zorgen maken over hun reputatie gezien de kwaliteit van [persoon 29] productie. Bij ‘ons’ gaat het altijd netjes, zegt [medeverdachte 7] in het meervoud.
E-mailverkeer BlackBerry [verdachte] en OVC-gesprekken in de periode 27 juni 2013 – 30 september 2013
Het e-mailverkeer in de BlackBerry van [verdachte] beslaat de periode van 27 juni 2013 tot en met 30 september 2013. (Voetnoot 555)
(Omwille van de begrijpelijkheid wordt in de weergave van de e-mails hieronder voor de afzenders en ontvangers de werkelijke naam van verdachten gebruikt. Het contact ‘ [bijnaam medeverdachte 18] ’ wordt dus aangeduid met [medeverdachte 18] en het contact ‘ [bijnaam medeverdachte 7] ’ met [medeverdachte 7] . De namen in de daadwerkelijke tekst van de mailberichten zijn vanzelfsprekend letterlijk overgenomen.)
Op 28 juni 2013 stuurt [verdachte] een mail naar [medeverdachte 7] : ‘Yoo man. Dringerd A verkopen…Spreek je later vandaag.’ De politie merkt daarbij ambtshalve op dat met ‘A’ vermoedelijk amfetamine of amfetamine-olie wordt bedoeld.
Dezelfde dag mailt [verdachte] aan [persoon 29] : ‘Geen tijd vandaag sorry. Als je samples wil zeg maar’. [persoon 29] schrijft terug: ‘Oke krijg marok niet te pakken voor voorbeeld. Spreken we maandag wel wat af…’
[verdachte] mailt daarna aan [medeverdachte 18] : ‘Kan je [persoon 29] ff contacten ivm afgeven 3 samples. Laat hem er maar voor rijden.’
De rechtbank leidt uit deze communicatie af dat ‘voorbeeld’ een synoniem is voor ‘sample’ en dat met ‘marok’ naar alle waarschijnlijkheid [medeverdachte 18] wordt bedoeld.
Op 29 juni 2013 ontvangt [verdachte] een mail van [medeverdachte 7] waarin weer over ‘A’ wordt gesproken. [medeverdachte 7] laat weten dat hij pas maandag van die A kan zeggen omdat de baas dan terug is. Hij schrijft aan [verdachte] dat hij maar moet uitgaan van ‘een deal op basis van 200L en 50L is 250L alvast.’
[verdachte] mailt op 30 juni 2013 met het e-mailcontact ‘ [persoon 24] ’. Uit het politieonderzoek is niet bekend geworden wie dat is. De inhoud van het bericht luidt: ‘Hey man. Kan je iets met die for voor 17e.’ De politie vermeldt dat met ‘for’ vermoedelijk formamide wordt bedoeld, een grondstof die wordt gebruikt bij de vervaardiging van synthetische drugs.
[verdachte] ontvangt een mail van [medeverdachte 7] met de tekst: ‘Ik krijg dan 1200 for… Als ik wil.’
Op 4 juli 2013 stuurt [verdachte] een mail naar [persoon 24] : ‘Yee heb voorbeeld nodig van juw rondjes 140mgr.’
In zaaksdossier 1F legt de politie uit dat dat ‘140’ staat voor 140 milligram werkzame stof per tablet. (Voetnoot 556) De rechtbank overweegt dat dit ook in lijn is met de verklaring van [medeverdachte 14] over xtc-pillen van 140 mg.
Op 5 juli 2013 stuurt [persoon 24] als antwoord aan [verdachte] (Voetnoot 557): ‘Krijg je morgen vraag [persoon 30] aub laat [bijnaam medeverdachte 4] [persoon 30] vragen geef je zaterdag cas bromesafrole.’ Hij mailt verder: ‘Oke 200 staat klaar maar was probleem [bijnaam medeverdachte 4] geloof ik hoor het wel morgen.’
[verdachte] mailt naar [medeverdachte 4] – die in de vorige mail met [bijnaam medeverdachte 4] en [bijnaam medeverdachte 4] werd aangeduid – of hij morgen vroeg contact opneemt met [persoon 32] in verband met levering morgen van ‘zelfde’. [medeverdachte 4] reageert: ‘We hebben al date om 9 uur.’
In het proces-verbaal licht de politie toe dat een cas-nummer een unieke numerieke identifier is voor chemische elementen, componenten, polymeren en legeringen. De afkorting staat voor Chemical Abstracts Service, een divisie van de American Chemical Society.
Ook op 5 juli 2013 vindt de volgende mailwisseling plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] :
[verdachte] : ‘Yoo man belangerijk’
[medeverdachte 7] :’Yo net wakker. 5u thuis…’ ‘Kun je voor mij nu een litertje als sample eruit halen. Ik kan als ik wil nog meer verkopen aan dezelfde mensen. Zeg maar hoe je het wilt…’. ‘Kan vandaag 200A leveren als je wilt. Zeg maar.’
[verdachte] : ‘200 mag je leveren, maar is morgen pap. Kijk maar. Maar regel ff 10 dat bij mijn maat komt.’
[medeverdachte 7] : ‘Is vertrouwd. Zie onderstaande…. Betalen 100 procent… Dan heb je morgen je geld.’
Dezelfde dag mailt [verdachte] naar [medeverdachte 4] : ‘Goeiemorgen. Kan je straks 1 sample maken (1 fl grolsch). Zeg maar hoe laat [bijnaam medeverdachte 7] kan aanpakken.’ [medeverdachte 4] mailt terug: ‘Ok 13.00 mijn parking.’
[verdachte] ontvangt een mail van [medeverdachte 7] met de volgende inhoud: ‘Als [persoon 23] toch niks te doen heeft en ap kost hem 40k voor 1000. Ik kan veel A kwijt aan die gasten. Waarom kopen ze geen Ap in en laten mij verkopen. Is toch winst of ben ik zo gek. Ik ben er binnen een uurtje. Regel jij [bijnaam medeverdachte 18] en [bijnaam medeverdachte 4] … Dan wordt er tenminste gewerkt en verdiend. Of snap ik het allemaal niet.’
De politie vermeldt dat ‘Ap’ mogelijk voor apaan staat, een chemische stof waarmee BMK wordt gemaakt, de belangrijkste grondstof voor amfetamine.
OVC-gesprek 5 juli 2013
Op 5 juli 2013 om 14.48 uur vindt het volgende OVC-gesprek plaats in de auto van [verdachte] waaraan [verdachte] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] deelnemen (Voetnoot 558):
[medeverdachte 7] : “Zal ik hem even opzetten, kom ik er zo aan.”
[verdachte] : “Ja, dat is goed, ja doe maar. Is goed.”
[medeverdachte 4] : “Ik ga naar [persoon 8] .”
[verdachte] : “Ja, is top.”
[medeverdachte 4] : “Ik geef dat ding gewoon aan hem. Het zijn er dus gewoon dezelfde hoeveelheid als de vorige keer.”
[verdachte] : “Ja ja ja gewoon, hij weet dat?”
[medeverdachte 4] : “Ja.”
[verdachte] : “Ja.”
[medeverdachte 4] : “Het staat allemaal netjes in …” (onverstaanbaar)
[verdachte] : “Ja gewoon die hele, alle twee.”
[medeverdachte 4] : “Ja ik heb eentje, ik heb er nog tien thuis.”
[verdachte] : “Ja, waar waar waar…”
[medeverdachte 4] : “Vanwege dat eh.”
[verdachte] : “Waar je ze ook hebt, tweehonderd erbij.”
[medeverdachte 4] : “Ja.”
[verdachte] : “Naar dingetje, die daar wacht al. [bijnaam medeverdachte 18] wacht al.”
[medeverdachte 4] : “Wanneer moet dat naar toe?”
[verdachte] : “Vraag het even aan hem. Ik moet, ja we moeten snel hebben.”
[medeverdachte 4] : “Ok.”
[verdachte] : “Ja.”
[medeverdachte 4] : “Ok.”
[verdachte] : “Weg is weg.”
[medeverdachte 4] : “Ja.”
Uit de gang van zaken op 5 juli 2013 leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 7] bij [verdachte] aangeeft dat er afnemers zijn voor een levering van 200 A. Er is een sample nodig van een liter. [verdachte] gaat ermee akkoord en schakelt [medeverdachte 4] in om voor [medeverdachte 7] het sample te regelen. Ook [medeverdachte 18] moet in actie komen.
Op 13 juli 2013 mailt [verdachte] naar [medeverdachte 18] (Voetnoot 559): ‘Goeiemorgen. We hebben 100.000st 140 ml tickets voorraad. 70cent kan je iets mee’. ‘Is dat werkzaam of geslagen’, mailt [medeverdachte 18] terug. ‘140 brutto’, aldus [verdachte] . [medeverdachte 18] schrijft dat hij gaat informeren en vraagt nog naar de kleur en het logo.
In een emailwisseling tussen [verdachte] en [persoon 24] op 16 juli 2013 komen de volgende berichten voor:
[verdachte] : ‘oké 100 a en 130000 rondjes vandaag oke’.
[persoon 24] : ‘Hoeveel dozen zijn die tickers.’
[verdachte] : ‘6 kleintjes van 25x30x30.’
Iets later op dezelfde dag:
[verdachte] : ‘ [bijnaam medeverdachte 4] pakt die 130000ticktets aan 12.15.’
[medeverdachte 7] : ‘Is goed… Pak ik dan ook die a aan of niet?’
[verdachte] : ‘Ik wacht nog op 100 A. Als die er zijn neemt [bijnaam medeverdachte 18] de 200 A totaal mee. En jij verkopen.’
[medeverdachte 7] : ‘Ben er al mee bezig. Ik kom wel met busje want die ander is weg met de auto…’
Op 19 juli 2013 meldt [medeverdachte 4] per mail aan [verdachte] dat ‘ [persoon 23] ’ 2000 rose tickets terug wil en vraagt of hij die kan vragen bij [bijnaam medeverdachte 18] . De politie interpreteert tickets als pillen.
Dezelfde dag laat [persoon 24] aan [verdachte] weten dat hij hier en daar wat rondjes voor hem kwijt kan en hij moet er 2.000 in Roermond hebben. [verdachte] antwoordt dat dat gaat en dat hij het maar moet regelen met [persoon 30] en [bijnaam medeverdachte 4] .
[persoon 24] stuurt het volgende bericht terug: ‘Kijk uit je telefoon staat niet goed kan neger niet regelen met jongen heeft er morgen 10000 nodig geef zijn mail maar dan kan het recht streeks [persoon 30] gaat ook weg maandag vakantie.’ [verdachte] zal het regelen.
De volgende dag mailt [medeverdachte 4] aan [verdachte] : ‘Hey man, vraag eens aan [persoon 23] wie [persoon 31] is, die moet ik morgen die 10.000 tickets geven, zegt [persoon 32] .’ [verdachte] bericht terug dat hij het wel regelt. Het moet voor 10.00 of na 12.00 uur en hij neemt met beiden contact op. Het liep overigens al in verband met 2000.
Op 21 juli 2013 mailt [verdachte] aan [medeverdachte 18] : ‘Graag even dit adres noteren. Hij heeft die 20.000 140ers nodig en moet jou 10.000 stuks betalen. [email-adres].
De politie vermeldt daarbij dat dit mailadres behoort bij iemand met de bijnaam [persoon 31] .
Op 25 juli 2013 mailt [verdachte] met het onbekende contact [persoon 33] . [verdachte] is dan met vakantie op Kos. [medeverdachte 7] is ook mee. [persoon 33] schrijft dat hij maandag misschien 25 van die tickets nodig had. Welke kleur en stempel?
[verdachte] mailt een lijstje:
Blauw stempel DNA
Rose stempel DNA
Groen stempel DNA
Rose stempel DNA facebookduimpje
[persoon 33] vraagt: ‘ok dus verschillende stempels’. ‘Nee’, mailt [verdachte] ‘alleen DNA erop bij alle kleuren. Dus stempel hetzelfde maar kleur is anders. Allemaal 140mgr.’
[persoon 33] : ‘Ok maar je hebt geen 25 van dezelfde kleur?’
[verdachte] : ‘Jawel rose 25000. Blauw alleen 5000.’
Op 26 juli 2013 mailt [verdachte] aan [medeverdachte 18] of hij 5000 blauwe en 20.000 rose wil bewaren. Hij moet die maandag uitleveren. [medeverdachte 18] antwoordt dat het goed is, hij is er morgen en zondag even tussenuit, maar hij heeft wel zijn pg bij zich voor het geval dat. [verdachte] vraagt: ‘Kan je maandag die 25000st aan [persoon 33] leveren?’ [medeverdachte 18] schrijft dat het goed is en dat ze zondag nog wel mailen voor een tijd en vraagt of ze naar Eindhoven of Amsterdam moeten. [verdachte] zal het checken en wenst [medeverdachte 18] veel plezier op ‘Tomland’.
[verdachte] vraagt [persoon 33] dezelfde dag: ‘Kan je die morgen al aanpakken? Maandag is chauf bezet.’ [persoon 33] laat weten dat hij zelf een beetje uit de buurt is. Maandag of zondagavond. [verdachte] schrijft dat de oude chauffeur op vakantie is en chauffeur 2 zit op Tomorrowland. Hij laat weten of maandag gaat.
Op 28 juli 2013 is [verdachte] teruggekeerd van Kos en op 29 juli 2013 heeft hij mailcontact met [medeverdachte 18] . [medeverdachte 18] schrijft: ‘Hooi goede middag heb pap liggen alleen kann daar nu niet bij. Heb nu die 25tikkels bij me, kan later vandaag beter morgen. Moet daarvoor terug naar Nijmegen.’
[verdachte] antwoordt: ‘ben om 1445 bij mij ong?’
[bijnaam medeverdachte 18] : ‘Yes! Daar achter op die grote parkeerplaats toch?’
Om 14.32 mailt hij: ‘5min ben daar.’
[verdachte] : ‘Hij pas 15u.’
[bijnaam medeverdachte 18] : ‘Ok kom toch even bij jou binne?’
[verdachte] antwoordt om 14.41 uur: ‘Zet je auto weg en kom ff.’ ‘ [persoon 33] is daar exact 15u. Ok.’
Om 15.03 uur mailt [medeverdachte 18] aan [verdachte] : ‘Ping [persoon 33] dat even rondje moet lopen toevallig kwam politie voorbij’.
Om 15.06 uur mailt [verdachte] aan [persoon 33] : ‘Moroc is ff rondje lopen omdat er wouten voorbij kwamen’.
[persoon 33] vraagt of [verdachte] al terug is. ‘Ja’, schrijft [verdachte] , ‘sinds gisteren avond. Meteen mega stress weer Pffff.’
Uit de berichten tussen 25 juli en 29 juli 2013 leidt de rechtbank de volgende gang van zaken af: [persoon 33] bestelt 25.000 pillen bij [verdachte] . [verdachte] zet de bestelling vervolgens uit bij [medeverdachte 18] ; hij moet 5.000 blauwe en 20.000 rose bewaren en uitleveren. Afgesproken wordt dat [medeverdachte 18] ze levert op 28 juli om 15.00 uur dichtbij de woning van [verdachte] . Dat levert dan nog wat vertraging op omdat er kennelijk politie in de omgeving is. Verder leidt de rechtbank uit de communicatie af dat [medeverdachte 18] wordt aangeduid als ‘Moroc’.
De volgende dag mailt [medeverdachte 7] aan [verdachte] dat hij donderdag 50A heeft verkocht. De geldschieter is pas woensdagavond terug van vakantie maar hij kijkt of hij dan pap kan ophalen. Hij is bezig met de laatste 50 maar dat gaat wel lukken. [verdachte] reageert dat dat mooi is en vraagt of het lukt dat hij de pap morgen voor 12 uur heeft. Volgens [medeverdachte 7] moet dat lukken. [bijnaam medeverdachte 18] is op de hoogte. Wellicht eerder pap voor A maar dat weet hij voor donderdag zeker.
Op 30 juli 2013 mailt het onbekend gebleven contact ‘ [persoon 34] ’ aan [verdachte] of hij a olie wil verkopen en als hij 200 goede pillen heeft wil hij er twee miljoen. [verdachte] antwoordt dat hij 200A heeft maar pas op 17 augustus. Hij vraagt welke pillen [persoon 34] moet hebben. [persoon 34] schrijft: ‘A olie kan geef aan mi.’ [verdachte] mailt dat [persoon 34] maar moet zeggen waar en wanneer. [persoon 34] antwoordt dat het de volgende dag om 14.00 uur kan voor de deur van het casino in Utrecht. Het kan aan zijn dochter worden gegeven die een witte Mazda 2 rijdt.’
Dezelfde dag schakelt [verdachte] [persoon 24] in: ‘Ok krijg net een aanvraag binnen voor 2milj st. 200mgrs. Kan jij iets? [persoon 24] vraagt of ze in één keer geleverd moeten worden. [verdachte] antwoordt dat hij alle info op een rij gaat zetten en dat het voor zijn Chinese leverancier is.
Enige uren later mailt [verdachte] aan [medeverdachte 18] of hij of anders [bijnaam medeverdachte 7] morgen toch die twee liter A om 14.00 uur kan afgeven in Utrecht. [verdachte] kan zelf niet. [medeverdachte 18] mailt terug dat hij het met [bijnaam medeverdachte 7] zal bespreken. [verdachte] zal ook kijken of ‘ [bijnaam medeverdachte 4] .’ kan. ’s Avonds mailt [medeverdachte 7] aan [verdachte] : ‘70A a 35k verkocht waarschijnlijk morgen pap. Maar reken maar op donderdag pap. Zijn aan het kijken of ze meer geld kunnen verzamelen voor het restant.’
De rechtbank stelt op grond van de bewoordingen vast dat in bovenstaande mail
weinig verhullende taal wordt gebruikt. Er staat letterlijk ‘pillen’ en duidelijk wordt dat A hier hetzelfde is als A-olie. De rechtbank vindt daarnaast bevestiging voor de interpretatie van het woord ‘pap’ als geld.
Wederom is de gang van zaken dat bij [verdachte] wordt besteld – in dit geval amfetamineolie en pillen - en dat [verdachte] vervolgens contact opneemt met [medeverdachte 18] en [medeverdachte 7] voor de uitvoering. [medeverdachte 4] wordt ook als alternatief gezien. [medeverdachte 7] houdt [verdachte] op de hoogte van de verkoopresultaten.
Op 31 juli 2017 om 1.00 ’s nachts mailt [medeverdachte 7] aan [verdachte] : ‘Ik moet morgenmiddag ff weg ivm a verkoop. Kan [bijnaam medeverdachte 4] rijden wanneer ik met hem afspreek. Kan eventueel auto lenen?’ [verdachte] laat weten: ‘Je kan auto lenen. Geen probleem. Zullen we afspreken 11u.’ ‘Ok bij jou’, mailt [medeverdachte 7] terug. [verdachte] : ‘Haal je dorint 10.30? Neem 2 ltr A mee.’ ‘Ja is cool…’, laat [medeverdachte 7] weten.
Dezelfde dag mailt [medeverdachte 18] ’s morgens aan [verdachte] dat hij ’s middags een afspraak heeft met iemand die als het goed is veel tikkels wil. Hij vraagt informatie over hoeveel pillen er nog liggen van welke kleur en logo.’
[verdachte] mailt aan [medeverdachte 18] : ‘Ik moet morgen 110 stuks whinehouse hebben. Ze moeten uiterlijk half elf geleverd worden in Zaltbommel.’
[medeverdachte 7] mailt aan [verdachte] : ‘ben je verjaardag. Ik heb ff tijd kan pas tegen 17u pap ophalen...’ [verdachte] antwoordt: ‘Op verjaardag. Kan geen pap gebruiken nu. Morgen.’
[medeverdachte 7] : ‘Het zit zo. Heb dadelijk 35k en moet nog 5k krijgen. Dan is 80 Liter verkocht. Restant willen ze denk ik ook wel, maar moesten daar pap voor verzamelen…’ ‘Heb 35k in de zak… En als goed is dadelijk meer. Ik ga even verder met de verkoop.’
Er is die dag ook mailverkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 10] die volgens het dossier Wolf Beretta de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 10] ’ heeft. [verdachte] schrijft in een mailbericht: ‘We zijn er morgen. Het wordt alleen andere levering om je niet voor blok te zetten. Maar resultaat is ong zelfde. De voorraad strekt niet. 13 plaat + 100 snelle. (Mijn voorraad klopt overigens we’ll). Wilde ik je ff doorgeven.
[medeverdachte 10] : ‘100 is goed. Ik moet sikkie nog 9 geven!!!???? (…)
[verdachte] : ‘Hoeveel krijgt hij er nu’
[medeverdachte 10] : ’13 dikke goeie. + 100 snelle.’
[verdachte] : ‘100 dubbele bedoel je toch?’
[medeverdachte 10] : ‘Ok gooi die 13 er ook bij! Bedankt. Maar vraag eerst of hij er mee geholpen anders neem het boeltje maar weer mee terug.’
[verdachte] : ‘Als jij wil dat ik thuis blij ook ok. Dan gaat maroc alleen. Maar ik kan beter uitleggen denk ik. 13st gaan erbij.’
[medeverdachte 10] : ‘Nee ga aub je weet nooit waar de volgende sleutel ligt in je leven. Indiana jones komt ook overal uit!!!!’
De politie interpreteert de terminologie zo dat met ‘snelle’ amfetamine wordt bedoeld en dat ‘plaat’ staat voor een plak hash.
Op 31 juli ontvangt [verdachte] ook mail van [medeverdachte 7] : ‘Ik heb hier 39k voor je. Dat trekt het dan gelijk qua A minus die 2 die je net gehad hebt. Dan zijn er 80A weg… Blijven er 20A over maar zijn deze week ook verkocht. Verder werd me weer door die gasten gevraagd hoeveel A je nog wilde verkopen… Daar kunnen ze dan nog rekening mee houden…’
[verdachte] antwoordt: ‘Voor morgen moet je er 13 afgeven opv 14 dikke platen. 1 plaat moet ik.’
De volgende morgen op 1 augustus 2013 om 9.28 uur mailt [verdachte] dat hij ook komt en dat [medeverdachte 18] op hem moet wachten. Hij vertrekt nu.’ Ze spreken af bij afslag [naam] hotel langs de snelweg. Om 10.40 uur ontvangt [verdachte] een mail van [medeverdachte 7] die hem vraagt wanneer hij [verdachte] zien om samen pap te controleren. [verdachte] laat weten dat [bijnaam medeverdachte 18] ok is. Ze hebben net samen koffie gedronken. [verdachte] is om 12.00 uur thuis. [medeverdachte 7] mailt: ‘ok, tot dan.’ (Voetnoot 560)
Op 2 augustus 2013 om 16.49 uur vraagt [verdachte] per mail aan [medeverdachte 7] of hij nog 20 kg M heeft en wat de prijs en levertijd is. [medeverdachte 7] antwoordt dat hij dat even aan [bijnaam medeverdachte 18] moet vragen.
[verdachte] mailt ook aan [medeverdachte 18] de vraag of hij snel 20 kilo M kan leveren.
Uit bovenstaande mail in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 18] kennis heeft over en toegang heeft tot voorraden. Bij hem moet immers worden nagevraagd of er nog 20 kilo M is. Ondersteuning voor die conclusie vindt de rechtbank ook in de vraag van [medeverdachte 4] aan [verdachte] op 19 juli 2013 of hij aan [bijnaam medeverdachte 18] 2.000 rose tickets kan vragen.
Op 3 augustus 2013 stuurt [medeverdachte 7] twee mails aan [verdachte] :
‘Wil je [persoon 23] eens vragen of hij 1100+ for wilt ruilen tegen 25A ofzo.’ En:
‘ [bijnaam medeverdachte 18] is even tickets weg leggen en dan zo bij jou…’
De politie vermeldt in het proces-verbaal dat het gaat om formamide (‘for’) en amfetamine (‘A’).
Op 12 augustus 2013 vraagt [medeverdachte 7] aan [verdachte] per mail of hij tickets heeft. [verdachte] laat weten dat hij eind van de week 140’ers heeft en A.
[medeverdachte 7] vraagt naar hoeveelheden.
Op 15 augustus 2013 mailt [verdachte] aan [medeverdachte 18] dat hij dat weekend ongeveer 100.000 140’ers krijgt die er uit moeten en of hij kan helpen met de verkoop. [medeverdachte 18] kan en vraagt nog naar welke kleur en stempel.
Op 17 augustus 2013 stuurt [persoon 24] de volgende mail naar [verdachte] : ‘Hij hoopt vandaag teslaan stempels zijn ze aan het maken en hij zegt vandaag 90% klaar maar kan ook goed weer maandag worden pfff en moet 100 gr m hebben voor die 200 en 240 monsters omdat hij alles gemengt heeft voor 140.’
Op 22 augustus 2013 vraagt [verdachte] per mail aan [medeverdachte 7] : ‘Ben je hier? Heb techn support nodig voor bb.’. Op 23 augustus 2013 mailt [medeverdachte 7] aan [verdachte] : ‘ [bijnaam medeverdachte 10] wilt me morgenvroeg even zien. Volgens mij wat vragen over pgp en klokken. Het is dat jij het weet.’ (Voetnoot 561)
Op 23 augustus 2013 is er een OVC-gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] (Voetnoot 562):
[medeverdachte 7] : “Oh.. Ik heb jou gister vier en een half gegeven… vier.”
[verdachte] : “Ja.”
[medeverdachte 7] : “Nou is het een rond getal. Nou klopt het.”
[verdachte] : “Wacht effe”
[medeverdachte 7] : “Nou is het drie vijf.”
[verdachte] : “Ja eh… wacht effe… even kijken [medeverdachte 7] … maar heb jij mij in totaal vijf en zes…”
[medeverdachte 7] : “Drie vijf.”
[verdachte] : “Wat? Drieduizendvijfhonderd?”
[medeverdachte 7] : Nee vijfendertig. In totaal vijfendertig.”
[verdachte] : “Ah zo even kijken, jij hebt vijf en negen is veertien… hoe bedoel je?”
[medeverdachte 7] : “Of niet…”
[verdachte] : “Nee man. Veertien en zes…”
[medeverdachte 7] : “Oh nee ja veertig bedoel ik veertig sorry.”
[verdachte] : “Nee veertien en zes, plus twintig… maar die twintig daar heb je al A voor, daar gaat het nu om.”
[medeverdachte 7] : “Nee, daarom nee maar dat moet je allemaal voor die A rekenen.”
[verdachte] : “Ja nee, dat is na hier.”
[medeverdachte 7] : “Ja daar allemaal is voor die eh… dus dan krijg je…”
[verdachte] : “Zes, dus ik schrijf nu zes op… en dan gaat…”
[medeverdachte 7] : “Dus je krijgt nog tien van hem… Dan heb je die eerste plans (fon.) al gedaan. Snap je? Probeer ik vandaag op te halen…”
[verdachte] : “Ja ik heb het zelf opgeschreve…”
[medeverdachte 7] : “Die probeer ik vandaag nog op te halen.”
[verdachte] : “Moeten A bij hebben.”
Uit bovenstaand OVC-gesprek in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen waaronder het emailverkeer leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 7] [verdachte] voortdurend op de hoogte houdt van de financiële resultaten.
Op 28 augustus 2013 vraagt [verdachte] per mail aan [medeverdachte 4] of hij 100 stuks kan meegeven aan [bijnaam medeverdachte 7] . Die zal over 5 minuten bij [medeverdachte 4] zijn. [medeverdachte 4] mailt terug dat hij ( [bijnaam medeverdachte 7] ) dan moet wachten want hij is er nu mee bezig.’ (Voetnoot 563)
De volgende dag informeert [verdachte] per mail bij [medeverdachte 7] hoe de verkoop is verlopen. [medeverdachte 7] laat weten dat hij er druk mee bezig is. De eerste 100 komen goed en met de volgende 100 is hij ook bezig. [verdachte] vraagt hoe zijn schema is met verkoop vandaag en morgen. [medeverdachte 7] antwoordt dat 20 is uitgeleverd en dat dadelijk 30 wordt uitgeleverd en in de loop van de dag als het meezit nog 50. Nu is hij nog met de resterende 100 bezig. ‘Maar nu moet eerst de A eruit. Met die laatste 100 heb ik wel moeite om die meteen voor zaterdag weg te werken. En daar moet ik even voor A aan de slag.’ [verdachte] bericht dat die A nu het belangrijkst is.’
Bovenstaande mail in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen ziet de rechtbank ook als een voorbeeld van [verdachte] leidinggevende rol in relatie tot [medeverdachte 7] . [verdachte] stelt de prioriteiten en aan hem wordt gerapporteerd.
Op 22 september 2013 mailt [medeverdachte 18] [verdachte] met de vraag hoe het zit met de M. ‘Als ze allemaal goed zijn kan ik ze allemaal kwijt met pap als de prijs goed is.’ De politie interpreteert dit als contant afrekenen.
Dezelfde dag is er ook een mailwisseling tussen [verdachte] en het onbekende contact ‘ [persoon 23] ’. [verdachte] wil [persoon 23] spreken in verband met weer een nieuwe order en vraagt of er morgen nog M komt. Hij meldt ook dat hij verkoop heeft voor ’50 st direct pap.’ [persoon 23] laat weten: ‘Oke geef ik je 50 poeder.’ [verdachte] schrijft: ‘Laat [persoon 30] met [bijnaam medeverdachte 4] kontact opnemen morgen. Ik zie jou om 10.30u.’ [persoon 23] laat nog weten dat het poeder is dat een beetje glinstert, het is mooi spul en zijn jongens merken met verwerken dat het top sterk is.
[verdachte] geeft dezelfde dag per mail aan [medeverdachte 18] door dat ze morgen vroeg M kunnen krijgen:
[medeverdachte 18] : Okay mooi hoeveel? Kleur brokken of poeder en voor welke prijs.’
[verdachte] : ‘Ik kan wel zeuren voor 42 inkoop.’
[medeverdachte 18] : ‘Beetje zeuren hoord erbij.’
[verdachte] : ‘Hoe wel rekening dat het top spul is zeer krachtig dus probeer toch voor 46.’
[medeverdachte 18] : ‘Ok is van originele p gemaakt?’ ‘Kan denk max 45 voor poeder krijgen.’
[verdachte] : ‘Dan is het de vraag: 50x200=10k / 3=3.33k pp. Of dat de moeite is. Misschien wordt het 50x300=15k/3=5k pp.’
[medeverdachte 18] : ‘Pap os pap op het moment dus of nu 10 of 15 is ja toch en als snel door kan drukken is goed toch.’
[verdachte] : ’43 krijg ik niet omlaag.’
[medeverdachte 18] : “Ok probeer 46.’
Een dag later mailt [verdachte] met [persoon 34] . [persoon 34] laat weten dat hij 1 miljoen tickets heeft van 200 en hij vraagt naar de prijs van 50 [verdachte] antwoordt dat de prijs van M 4500 is. Als de kwaliteit goed is wil [persoon 34] 50 hebben.
Dezelfde dag stuurt [verdachte] een bericht naar [medeverdachte 4] : ‘Van als ik het vergeet: kan je de dieren inlichten dat dinsdag [persoon 32] 4 vaten van 250L per vat komt brengen. ( Het is niks bijzonders) kan jij misschien busje overnemen bij praxis daar.’ [medeverdachte 4] laat weten dat dat geen probleem is.
[medeverdachte 7] stuurt op 29 september 2013 de volgende mail naar [verdachte] : ‘Heeft iedereen M. Krijg net weer 50 stuks glas voor maandag aangeboden. Van nog iemand anders weer 30 stuks. Ik kan we’ll een en ander verkopen maar wacht op jouw spullen. Wat krijgen we precies. Die 5 poeders trouwens die verkopen we ook maar want anders komt het geld misschien te laat voor maandag. En dan pakken we later wel poeders.’ [verdachte] vraagt wat ze voor glas vragen. [medeverdachte 7] antwoordt dat de een 43 vraagt, dan weer 45 maar op aantallen gaat prijs naar beneden. Alles is goed want hij heeft een aanvraag voor 46,5. Winst is winst.
[medeverdachte 18] stuurt op 28 september 2013 de volgende e-mail aan [verdachte] : ‘Hoi goede avond hoe gaat ie? Vraagje [naam] vraagt me of ik hem goeie lady kan leveren als okay kan ie 10stuk doen. Maar wil weten of dat wel mag van jou of dat ok is.’
[verdachte] : ‘Nee niet doen. [naam] is lid van een grote groep die bevriend is met mij en mijn partner. Als er iets fout gaat hebben we en groot groepsprobleem met anderen die van niks weten want er zijn andere belangen. Hij kan dat eigenlijk niet maken. En behalve dat: ik kan al toppers leveren voor 30,5 en ik doe het niet. Perfect dat je ff overlegt.’ ‘Je kan het hem best uitleggen als je dat je wil’. [medeverdachte 18] laat per mail weten dat hij hem ( [naam] ) al heeft gezegd dat hij heeft overlegd en dat ze geen zaken kunnen doen.
De rechtbank ziet in bovenstaande mail ook een aanwijzing voor de ondergeschikte rol van [medeverdachte 18] aan [verdachte] . [medeverdachte 18] beslist niet zelfstandig aan wie hij verkoopt, maar zoekt daarover eerst afstemming met [verdachte] .
Op 29 september 2013 ontvangt [verdachte] een mail van [persoon 34] die vraagt of [verdachte] hem poeder en kristal kan geven. [verdachte] antwoordt dat dat kan en [persoon 34] mailt: ‘Morgen sms me hoe laat 105K geven aan mij vr. Ik zie je 8 of 9 oct bij jou.’
Dezelfde dag stuurt [medeverdachte 18] de volgende mail aan [verdachte] : ‘Vraagje. Wat met die 5 m poe. Kan ik die nog laten tikken? Zijn ze dinsdag klaar. Of moet je pap hebben? Dan stellen samples van 200 wel even uit. Of moet ff kijk wat met pap kan regelen dat ze zelf kan pappe.’
[verdachte] antwoordt: ‘Ik moet morgen 105k hebben uit 25st glas en 5st poeier. Dus het kan ff wachten. Morgen ochtend krijgen we glas. Weet nog geen tijd.’
Op 30 september 2013 vindt in de ochtend de volgende e-mailwisseling plaats tussen [medeverdachte 7] en [verdachte] :
[medeverdachte 7] : ‘Ik weet niet wat je eventueel met [bijnaam medeverdachte 18] hebt gepland ivm M, maar ik weet dus niet wat wij met onze klanten moeten bespreken. Die 5 poeders verkopen we morgen en appen we sowieso morgen. Tegen welk tijdstip heb je de pap nodig. Morgen verlopen als goed is onze pgps. Morgen in de loop van de dag ontvangen we twee nieuwe pgps.
[bijnaam medeverdachte 7] : [emailadres]
[bijnaam medeverdachte 18] : [emailadres]’
[medeverdachte 7] : ‘Gaan die 25 stuks morgen door of niet.’
[verdachte] : ‘Als het goed is komen die spullen vandaag.’
[medeverdachte 7] : ‘Ja maar weet je geen tijd? Of hoeft er vandaag niet betaald te worden.’
[verdachte] : ‘Ongeveer 12u. Vandaag moet er wel betaald worden.’
[medeverdachte 7] : ‘Dan moet je ook even een klant zoeken want kan nu pas hoe of wat gaan informeren. Moment ga eens ff alles controleren.’ ‘Maar is we’ll zeker glas of niet.’ ‘Is M er al’?’
[verdachte] : ‘ [bijnaam medeverdachte 4] staat meteen in verbinding met [persoon 35] .’
[medeverdachte 7] : ‘ [bijnaam medeverdachte 4] heeft nog niks…’
Dezelfde dag om13.41 uur vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 7] of hij om 14.45 u bij [bijnaam medeverdachte 4] kan zijn voor glas. [medeverdachte 7] antwoordt; ‘Ja maar weet niet of ik alles nog voor vandaag verkocht krijg…’
Dezelfde dag om 14.05 mailt [verdachte] naar [medeverdachte 18] : ‘ [bijnaam medeverdachte 7] krijgt over half uur dat glas maar zit te huilen dat ie zn spullen niet verkocht krijgt vandaag. Kan je hem ff helpen? Je moet ff 3 gram eruit halen en apart als monster afgeven aan diegene die de pap van het glas moet krijgen en dat die unit weer netjes dichtmaken.’ [medeverdachte 18] mailt terug dat hij om half vier glas kan aanpakken en: ‘Ga ff rond mailen kan er wel wat weg doen.’
[medeverdachte 4] laat [verdachte] per mail weten dat hij net 25 heeft gekregen en gegeven. [persoon 32] komt morgen niet met 4 vaten. Dat is pas woensdag en dan zijn ze er niet. Wat te doen?
‘Top’, mailt [verdachte] . [medeverdachte 4] vraagt of [verdachte] ook over morgen heeft gelezen en [verdachte] schrijft: ‘Oh. Laat [persoon 32] naar dieren zelf gaan.’ ‘Ok dan geef ik adres?’, mailt [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 18] vraagt per mail aan [verdachte] wat glas inkoop kost. [verdachte] antwoordt: 44.
[medeverdachte 7] mailt aan [verdachte] dat om 20 uur in Weert 5 poeders worden afgerekend. 13 Glas moet ’s avonds in Arnhem worden afgerekend en hij zit te wachten op iemand die nog 5 stuks wil. Daarvan moet de klant nog bevestigen en dan is er nog een klant die eigenlijk alles wil maar [medeverdachte 7] kan niet iedereen tegelijk aanbieden.
[medeverdachte 18] vraagt [verdachte] per mail of hij al iets over die ‘aa’ weet. [verdachte] zal het vragen.
[verdachte] mailt [medeverdachte 7] of hij kan doorgeven hoe het nu staat met de verkoop en stuurt een mailtje met precies diezelfde tekst een minuut later aan [medeverdachte 18] .
[medeverdachte 7] mailt [verdachte] met een nieuwe pgp [bijnaam medeverdachte 7] [email-adres] .
‘Hey. Waarom heb je een 2e pgp?’, vraagt [verdachte] .
[medeverdachte 7] : ‘Eerste 13 worden nu weg gebracht met pap. Dat brengen we je vanavond en die 5 poeders ook zo met pap.’
[verdachte] : ‘Hoeveel units zijn er verkocht en pap ontvangen?’
[medeverdachte 7] : We zitten zo op 13 units en 5 poeders met pap.’
[verdachte] : ‘Ok. Mooi. Vandaag de hele dag griep. Morgenochtend heb ik rechtzaak scheiding. Leo om 10u. daarna. Kan je dan?
[medeverdachte 7] : ‘Ik maak we’ll tijd. Morgen is zeker alles verkocht met pap.’
[verdachte] : ‘Ok.’
[medeverdachte 7] : ‘Je moet mijn pgp adres veranderen. Dit is mijn nieuwe. Die oude is weg. We hebben zoals je ziet nu domeinhosting uit Colombia. ‘
[verdachte] : ‘Type je nieuwe adres voor mij en stuur. Ik kan niet zien of jouw pg eindigt met .com of .co.’
Tot slot is er een mailwisseling tussen [medeverdachte 18] en [verdachte] waarin [medeverdachte 18] op de vraag hoe het staat met de verkoop aangeeft dat de eerste 13 zijn verkocht.
De politie vermeldt in het proces-verbaal dat met glas vermoedelijk glaswerk wordt bedoeld dat wordt gebruikt tijdens de fabricage van synthetische drugs. De rechtbank betwijfelt of dat in de context van bovenstaande e-mails juist is, bijvoorbeeld omdat glas in verband wordt gebracht met samples, en het de rechtbank ambtshalve bekend is dat ‘glass’ ook een benaming is voor methamfetamine.
Op 30 september 2013 in de avond mailt [medeverdachte 18] aan [verdachte] : ‘Heyy, mijn pgp is verlopen heb nu een ander kaartje erin. Eerste 13 zijn verkocht mail je zo nog.’
Notities in de BlackBerry van [verdachte]
In de BlackBerry van [verdachte] staat een onderdeel ‘Notities’. Hierin heeft de politie onder meer het volgende aangetroffen:
In het blad Notities onder 8: de titel ‘Nanki Kas’:
Betaald op 200kgP:
15.000 17-8
5.000 17-8
5.000 17-8 [bijnaam medeverdachte 7] lening
20.000 20-8 [persoon 23]
9.000 21-8 [bijnaam medeverdachte 7]
20.000 21-8 voorschot A
6.000 22-8 [bijnaam medeverdachte 7]
4.000 22-8
Totaal 86K
------------------------------
Saf; 3000 wij
3000 [persoon 34]
4000 fabr
Betaald: 50k aanb saf (150)
2,5k 5% 14-9
In het blad Notities onder 19: de titel ‘Ontvangen’:
25000 [bijnaam medeverdachte 7] 5-7 ivm lady
1plaat afg 1100 8-7 sl naar [persoon 25] .
760 A tot nu toe ontv [persoon 24]
200 A ont [persoon 24] 28-8
117.500st tick ontv [persoon 24]
37.100 [bijnaam medeverdachte 7]
9.000 [bijnaam medeverdachte 7] ivm met [persoon 33]
20.000 [bijnaam medeverdachte 7] 16-7
25.900 [bijnaam medeverdachte 7] 17-7
2.000 [bijnaam medeverdachte 7] 20 - 7 ( [bijnaam medeverdachte 4] )
26.000 [bijnaam medeverdachte 7] ivm (tikkets+A)
39.000 [bijnaam medeverdachte 7] 1-8
10.000 [bijnaam medeverdachte 7] 6-8
5.950 [bijnaam medeverdachte 7] 7-8
5.950 [bijnaam medeverdachte 7] 7-8
25.000 [naam] 13-8
60.000 [persoon 23] 13-8
10.000 [persoon 23] 3-9
1.000 [bijnaam medeverdachte 10] 30-8
In onderling verband en samenhang bezien met de e-mailberichten concludeert de rechtbank dat bovenstaande lijstjes de administratie bevatten van de handel in verdovende middelen en grondstoffen voor drugs.
Tussenconclusie
Uit de inhoud van de BlackBerry van [verdachte] zoals hierboven weergegeven trekt de rechtbank de conclusie dat [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 18] en [medeverdachte 4] zich gedurende de ruim drie maanden waarover het berichtenverkeer zich uitstrekt gezamenlijk hebben beziggehouden met kort gezegd de handel (in- en verkoop) in harddrugs en drugsprecursoren zoals apaan en formamide. Die onderlinge samenwerking was gezien de hoeveelheid communicatie, de inhoud ervan en de hoge frequentie intensief en gestructureerd.
Zaaksdossiers 1A en 1B
In de zaaksdossier 1A en 1B staan twee locaties in Eindhoven centraal: de [adres 24] en de [adres 25] . Dit zijn twee appartementen met bergingen die de politie tijdens de actiedag op 1 oktober 2013 is binnengevallen en heeft doorzocht. De politie beschrijft met betrekking tot beide panden de resultaten van de doorzoekingen.
Verdovende middelen [adres 24]
Op 1 oktober 2013 is forensisch onderzoek verricht in en nabij een woning aan de [adres 24] te Eindhoven. De woning betrof een appartement in een appartementencomplex en was gelegen op de tweede verdieping. Door de verbalisanten werden in het appartement onder meer de volgende stoffen aangetroffen en nader onderzocht:
SIN AAFO0546NL (referentie spoornummer: OPO44.04.01.006), brokje bruin poeder van 5,27 gram. Uitslag: Inconclusive. Monster van 2,2 gram genomen, met SIN AAEF6685NL.
SIN AAFO0545L (referentie spoornummer: OPO44.04.03.001), rose poeder van 109,05 gram. Gestest met TrueNarc voor amfetamine. Monster van 4 gram genomen, met SIN AAEF6691NL.
SIN AAFO0547NL (referentie spoornummer: OPO44.04.01.005), 5 groene pillen. Uitslag: Inconclusive. Monster van 5 pillen genomen, met SIN AAEF6692NL.
Na de doorzoeking van de woning werd een bij dit appartement behorende berging doorzocht. Hierbij werden diverse mogelijke verdovende middelen aangetroffen. In een jumbo boodschappentas zat een verpakking met bruine korrels en in een zwarte plastic draagtas zaten 5 verpakkingen met een wit poeder. Door de verbalisanten werden de verpakkingen met de bruinachtige korrels en één verpakking met het witte poeder getest met de TrueNarc. Tijdens deze test was de uitslag van de bruine korrels MDMA en de uitslag van het witte poeder amfetamine. (Voetnoot 564)
De forensische opsporing heeft vervolgens drie verpakkingseenheden ontvangen die waren aangetroffen tijdens de doorzoeking in de berging behorende bij perceel [adres 24] te Eindhoven. Deze betroffen onder andere het navolgende:
- In verpakkingseenheid 1 zat een witte plastic draagtas met daarin een zwarte plastic draagtas. In deze zwarte draagtas zaten 5 gesealde plastic pakketten met daarin een witte substantie. De 5 pakketten waren allen dubbel geseald verpakt.
o Pakket 1, gewaarmerkt AAER6314NL, had na weging een bruto gewicht van 1030 gram. De witte substantie in de sealzak werd getest met de MMC amfetamine test. Deze test was positief op amfetamine. Een monster van 5 gram uit pakket 1 werd gewaarmerkt AAEI9202NL.
o Pakket 2, gewaarmerkt AAER6312NL, had na weging een bruto gewicht van 1020 gram. De witte substantie in de sealzak werd getest met de MMC amfetamine test. Deze test was positief op amfetamine. Een monster van 5 gram uit pakket 2 werd gewaarmerkt AAEI9203NL.
o Pakket 3, gewaarmerkt AAER6320NL, had na weging een bruto gewicht van 1030 gram. De witte substantie in de sealzak werd getest met de MMC amfetamine test. Deze test was positief op amfetamine. Een monster van 6 gram uit pakket 3 werd gewaarmerkt AAEI9204NL.
o Pakket 4, gewaarmerkt AAER6323NL, had na weging een bruto gewicht van 1040 gram. De witte substantie in de sealzak werd getest met de MMC amfetamine test. Deze test was positief op amfetamine. Een monster van 5 gram uit pakket 4 werd gewaarmerkt AAEI9205NL.
o Pakket 5, gewaarmerkt AAER6325NL, had na weging een bruto gewicht van 1050 gram. De witte substantie in de sealzak werd getest met de MMC amfetamine test. Deze test was positief op amfetamine. Een monster van 6 gram uit pakket 5 werd gewaarmerkt AAEI9206NL.
- In verpakkingseenheid 3 zat een plastic boodschappentas met het opschrift “JUMBO”. In deze tas zat een transparante gesloten sealzak met daarin bruine brokken. De bruine brokken uit de sealzak werden netto gewogen en werden getest met de MMC XTC/MDMA test. Deze test was positief op MDMA. Het gewicht bedroeg 5000 gram. Een monster van 5 gram bruine brokken werd gewaarmerkt AAEI9207NL. (Voetnoot 565)
Uit het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) d.d. 10 december 2013 volgt onder meer dat de monsters met kenmerk AAEF6685NL en AAEF6692NL beiden MDMA bevatten. Tenslotte volgt uit het rapport dat het monster met kenmerk AAEF6691NL amfetamine en 4-methylamteamine bevat. Amfetamine, 4-methylamfetamine en MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet. (Voetnoot 566)
Uit het rapport van het NFI d.d. 23 oktober 2013 volgt voorts dat het monster met kenmerk AAEI9207NL MDMA bevat. Uit het rapport volgt voorts dat de monsters met de kenmerken AAEI9202NL, AAEI9203NL, AAEI9204NL, AAEI9205NL en AAEI9206NL voornamelijk amfetamine als werkzame stof bevatten. Naast amfetamine is eveneens een lagere concentratie van methylamfetamine aangetoond (indicatief: circa een tiende deel ten opzichte van amfetamine). Van de drie mogelijke methylamfetamines (2-, 3- of 4-methylamfetamine) is alleen 4-methylamfetamine vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet. Met de gebruikte methode kan geen uitsluitsel worden gegeven welke van de drie methylamfetamines het betreft. Amfetamine en MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet. (Voetnoot 567)
Verdovende middelen en apaan [adres 25]
Op 1 oktober 2013 heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden in de woning aan de [adres 25] te Eindhoven. De woning betrof een appartement op de vijfde verdieping. De bij de woning behorende berging bevond zich op de begane grond van het appartementencomplex. Tijdens dit onderzoek werden in de berging onder meer de volgende stoffen aangetroffen en ander onderzocht:
SIN AAEE1704NL (IBN code: EC778.08.01.001), draagtasje met sealzak inhoudende een donkerkleurig kristalachtig materiaal van 5 kg netto. Uitslag: positief MDMA. Monster: AADN5164NL.
SIN AAEE1701NL (IBN code: EC778.08.01.002), draagtasje met sealzak inhoudende een donkerkleurig kristalachtig materiaal van 5 kg netto. Uitslag: positief MDMA. Monster: AADN5169NL.
SIN AAEE1703NL (IBN code: EC778.08.01.003), draagtasje met sealzak inhoudende een donkerkleurig kristalachtig materiaal van 5 kg netto. Uitslag: positief MDMA. Monster: AADN5163NL.
SIN AAEE1702NL (IBN code: EC778.08.01.004), draagtasje met sealzak inhoudende een donkerkleurig kristalachtig materiaal van 3 kg netto. Uitslag: positief MDMA. Monster: AADN5165NL.
SIN AAEE1705NL (IBN code: EC778.08.01.005), draagtasje met 2 sealzakken inhoudende een donkerkleurig kristalachtig materiaal van totaal 10 kg netto. Uitslag: positief MDMA. Monster: AADN5162NL.
SIN AAEE1710NL (IBN code: EC778.08.01.010), gripzak met crèmekleurige stof van 255 gram netto. Monster: AADN5161NL.
SIN AAEE1711NL (IBN code: EC778.08.01.011), gripzak met crèmekleurige stof van 94 gram netto. Monster: AADN5159NL.
SIN AAEE1712NL (IBN code: EC778.08.01.012), gripzak met witte poeder/brokjes van 270 gram netto. Monster: AADN5158NL.
SIN AAEE1713NL (IBN code: EC778.08.01.013), sealzak met crèmekleurige stof van 890 gram netto. Monster: AADN5160NL.
SIN AAEE1714NL (IBN code: EC778.08.01.014), 1 roze tablet los in doos.
SIN AAEE1719NL (IBN code: EC778.08.01.017), draagtas inhoudende twee plastic zakken met witte substantie van totaal 2000 gram netto. Monsters: AADN5151NL en AADN5156NL.
SIN AAEE1716NL (IBN code: EC778.08.01.021), draagtas inhoudende 14 sealzakken met witte substantie van totaal 14.000 gram netto. Monsters: AADN5157NL, AADN5170NL, AADN5171NL, AADN5172NL, AADN5173NL, AADN5174NL.
SIN AAEE1720NL (IBN code: EC778.08.01.024), draagtas inhoudende 6 sealzakken met witte substantie van totaal 6.000 gram netto. Monsters: AADN5154NL en AADN5155NL.
SIN AAEE1724NL (IBN code: EC778.08.01.025), vuilniszak inhoudende een jerrycan met 20 liter vloeistof. Monster: AADN5139NL.
SIN AAEE1725NL (IBN code: EC778.08.01.029), Jumbotas met vuilniszak inhoudende een jerrycan met 20 liter vloeistof. Monster: AADN5137NL.
SIN AAEE1726NL (IBN code: EC778.08.01.027), Jumbotas met vuilniszak inhoudende een jerrycan met 20 liter vloeistof. Monster: AADN5138NL.
SIN AAEE1728NL (IBN code: EC778.08.01.033), C-1000 tas met vijf jerrycans inhoudende een totaal van 24 liter vloeistof. Monsters: AADN5166NL, AADN5167NL, AADN5168NL.
Monster SIN AADN5140NL (IBN code: EC778.08.01.033), uit AAEE1728NL (5 liter).
Monster SIN AADN5142NL (IBN code: EC778.08.01.033), uit AAEE1728NL (5 liter).
Monster SIN AADN5143NL (IBN code: EC778.08.01.033), uit AAEE1728NL (5 liter).
Monster SIN AADN5144NL (IBN code: EC778.08.01.033), uit AAEE1728NL (5 liter).
Monster SIN AADN5145NL (IBN code: EC778.08.01.033), uit AAEE1728NL (4 liter).
Er werd een positieve indicatie verkregen op de aanwezigheid van in totaal circa 23.329 gram netto aan amfetamine, circa 28.000 gram aan MDMA en circa 270 gram netto aan cocaïne. (Voetnoot 568)
Daarnaast werden de volgende monsters genomen:
SIN AAEE1707NL (IBN code: EC778.08.01.006), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.970 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5148NL.
SIN AAEE1706NL (IBN code: EC778.08.01.007), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.990 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5150NL.
SIN AAEE1708NL (IBN code: EC778.08.01.008), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.970 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5153NL.
SIN AAEE1709NL (IBN code: EC778.08.01.009), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.970 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5146NL.
SIN AAEE1717NL (IBN code: EC778.08.01.015), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.990 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5175NL.
SIN AAEE1718NL (IBN code: EC778.08.01.016), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.970 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5147NL.
SIN AAEE1722NL (IBN code: EC778.08.01.022), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.990 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5152NL.
SIN AAEE1723NL (IBN code: EC778.08.01.023), doos inhoudende een zilverkleurige sealzak met witte stof van 24.970 gram netto. Uitslag: positief apaan. Monster: AADN5149NL.
Er werd een positieve indicatie verkregen op de aanwezigheid van in totaal 199.820 gram apaan.
Uit het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) d.d. 13 november 2013 volgt het navolgende:
De monsters ‘lichtgele vloeistof’ met de kenmerken AADN5137NL, AADN5138NL, AADN5139NL, AADN5140NL, AADN5142NL, AADN5143NL, AADN5144NL en AADN5145NL bevatten amfetamine. Ook de monsters ‘crèmekleurige vloeistof kristallijn poeder’ met de kenmerken AADN5151NL, AADN5156NL, AADN5154NL, AADN5155NL, AADN5157NL, AADN5166NL bevatten amfetamine. Dit geldt eveneens voor het monster ‘crèmekleurig geklonterd poeder’ met kenmerk AADN5161NL, en tenslotte ook voor de monsters ‘crèmekleurige substantie’ met de kenmerken AADN5166NL, AADN5167NL, AADN5168NL, AADN5170NL, AADN5171NL, AADN5172NL, AADN5173NL en AADN5174NL.
Het monster ‘monster crèmekleurig poeder en brokjes’ met kenmerk AADN5158NL bevat cocaïne.
De monsters ‘beige kristallen en poeder’ met de kenmerken AADN5162NL, AADN5163NL, AADN5164NL, AADN5165NL en AADN5169NL bevatten MDMA, evenals het monster ‘tablet (0,42 gram), roze, diepdruk: “db”, in een gripzakje’ met kenmerk AAEE1714NL.
Het monster ‘lichtgeel geklonterd poeder’ met kenmerk AADN5159NL en het monster ‘crèmekleurig geklonterd poeder’ met kenmerk AADN5160NL bevatten amfetamine en 4-methylamfetamine.
Cocaïne, amfetamine, MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en 4-MA (4-methylamfetamine) zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet.
- De monsters ‘crèmekleurig kristallijn poeder’ met de kenmerken AADN5146NL, AADN5147NL, AADN5148NL, AADN5149NL, AADN5150NL, AADN5152NL, AADN5153NL en AADN5175NL bevatten apaan.
In relatie tot de productie van verdovende middelen is het bekend dat deze stof kan worden omgezet in benzylmethylketon (BMK), een grondstof voor o.a. amfetamine of metamfetamine. (Voetnoot 569)
Samengevat is op het adres [adres 24] in totaal ruim 5 kilo amfetamine aangetroffen en ruim 5 kilo MDMA en op het adres [adres 25] in totaal ruim 23 kilo amfetamine, 28 kilo MDMA, 270 gram cocaïne en ongeveer 200 kilo apaan. Op basis van de omvang van deze partijen harddrugs en apaan concludeert de rechtbank dat het hier gaat om opslaglocaties.
Relatie [medeverdachte 7] tot het pand [adres 24]
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres 24] te Eindhoven heeft de politie onder meer schriftelijke bescheiden aangetroffen die gericht zijn aan [medeverdachte 7] , te weten:
een nota van Brabant Water N.V. voor een bedrag van € 68,00 en gedateerd 29 juni 2013, gericht aan [medeverdachte 7] , [adres 24] Eindhoven. Op deze nota is met pen geschreven ‘2-7 Betaald’;
een brief van ‘Endinet’, inzake de meteropname op het verbruiksadres [adres 24] , 5612 DG Eindhoven, gedateerd 30 mei 2013 en gericht aan dhr/mevr [medeverdachte 7] ;
een aantal stukken van UPC Nederland inzake het ‘Alles-in-1-Standaard pakket’, gedateerd 30 mei 2013 en gericht aan [medeverdachte 7] , [adres 24] Eindhoven, waarin [medeverdachte 7] als nieuwe klant wordt verwelkomd door UPC Nederland. Tussen deze stukken bevindt zich tevens een factuur van UPC Nederland, voor een bedrag van € 158,25 en gedateerd 25 juni 2013, gericht aan dhr. [medeverdachte 7] , [adres 24] Eindhoven. Op deze factuur is met pen geschreven ‘2-7’. (Voetnoot 570)
Tijdens de doorzoeking in de woning heeft de politie ook 4 doosjes van mobiele telefoons inbeslaggenomen. In een berghok werd op/in een witte box 1 doosje (verpakking) van mobiele telefoons aangetroffen. In de woonkamer, werden op/in een dressoir 3 doosjes (verpakking) van mobiele telefoons aangetroffen. Hieronder bevond zich een verpakking met de gegevens: Telefon Komorkowy Blackberry 9790, Black, met IMEI: 359202049995714. . Het IMEInummer van deze telefoon komt overeen met het IMEInummer van de inbeslaggenomen Blackberry, die is aangetroffen op de [adres 20] te Eindhoven, onder beslagnummer GC004.01.02.001. (Voetnoot 571) De politie heeft gerelateerd, zakelijk weergegeven, dat het adres [adres 20] te Eindhoven het GBA-adres van [medeverdachte 7] betreft. (Voetnoot 572)
Uit door Vesteda Property Management BV verstrekte gegevens volgt dat vanaf 2006 mevrouw [medeverdachte 17] , geboren op 30 juni 1980 te Helmond, de woning [adres 24] huurt. Bij het pand wordt een berging gehuurd. Ambtshalve is het bekend dat mevrouw [medeverdachte 17] de dochter is van [verdachte] en dat zij daadwerkelijk woonachtig is op het adres [adres 26] te Eindhoven. (Voetnoot 573)
Op 14 februari 2013 om 10:21:24 uur vindt er een gesprek plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 17] . Uit de OVC-opname van dit gesprek volgt onder meer het navolgende:
[…]
Sessie 2
[verdachte] : “Weet je wat je nu alvast wel kan doen als de telefoon werkt, afspraak maken dat ze de bel komen maken. Vesteda bellen en afspraak maken dat ze de sleutels komen…”
[medeverdachte 17] : “ja dat kan ik dadelijk doen, ik zal eerst proberen zelf die sleutel te doen…
[verdachte] : “Dan is dat in ieder geval, want dit flatje dat houden we aan.”
[medeverdachte 17] : “Want? O ja dat heb je gezegd.”
[verdachte] : “ [medeverdachte 7] en [medeverdachte 18] . [medeverdachte 7] gaat er waarschijnlijk wonen. [medeverdachte 7] wil niet de hele tijd bij zijn moeder zitten en dit is te betalen. We laten het dus helemaal zoals het is, je blijft die flat houden, ik wil die flat ook houden, ik weet niet waarom, je weet maar nooit.”
Op 23 maart 2013 om 19:19:44 uur vindt er een gesprek plaats tussen [verdachte] en een NN-man, vermoedelijk [getuige 1] . Uit de OVC-opname van dit gesprek volgt onder meer het navolgende:
[…]
Sessie 17
NN-man vraagt hoe is het met dat ding is afgelopen, met [medeverdachte 7] ?
[verdachte] : … onverstaanbaar …. laten we zitten, voorlopig.
[…]
NN-man: en hoe is het met die andere?
[verdachte] : zijn maat?
NN-man: zit die in dat flatje?
[verdachte] : nee daar zijn ze weg.
NN-man: nu al?
[verdachte] : … onverstaanbaar… ja dat willen ze niet meer, dat is echt… onverstaanbaar…
NN-man: hebben ze doorverhuurd?
[verdachte] : ja, volgens mij wel. Of nee, ze hebben toch wel betaald. Hebben betaald tot oktober. Maar ja ik vond het op een gegeven moment toch niet meer zo best. Al een paar keer eehh… zitten…
NN-man: echt een depressief flatje.
[verdachte] : dat sowieso. Hijzelf pakt het flatje van [medeverdachte 17] . Dat is een hele leuke flat, daar gaat hij ook echt wonen. Hij woont nog wel bij zijn moeder, maar dan heeft hij ook iets van zichzelf, waar hij meisjes kan uitnodigen en zo.
NN-man vindt [medeverdachte 7] een beetje kinderlijk. (Voetnoot 574)
Op 8 juli 2013 om 15:39:56 uur wordt [medeverdachte 7] gebeld door een medewerker van Vesteda. Uit de weergave van dit telefoongesprek volgt het navolgende:
Medewerker vraagt of hij spreekt met [medeverdachte 17] . [medeverdachte 7] zegt: “Ja daar spreekt u mee”. Medewerker zegt dat de huur van juni nog niet is overgemaakt en dat er een betalingsherinnering is gestuurd. [medeverdachte 7] zegt dat hij geen factuur heeft ontvangen en dat hij de betaling zal overmaken.
(Voetnoot 575)
Op 15 juli 2013 om 15:59:04 uur belt [medeverdachte 7] zijn moeder, mevrouw [persoon 36] . Uit de weergave van dit telefoongesprek blijkt het navolgende:
[…]
[medeverdachte 7] zegt dat ze anders naar het appartement van [medeverdachte 17] (ng+fon) moet komen.
[persoon 36] zegt ok.
[medeverdachte 7] zegt dat hij daar nog wel even is en dat daar een overstroming is en dat hij het moet fixen.
[persoon 36] zegt ok.
Gesprek gaat verder over dat [persoon 36] naar het appartement van [medeverdachte 17] moet komen.
[persoon 36] vraagt wat het nummer is.
[medeverdachte 7] zegt dat [persoon 36] moet bellen als ze er is, omdat ze niet kan aanbellen.
[medeverdachte 7] zegt dat hij dan naar beneden moet lopen.
[medeverdachte 7] zegt bij nummer 40 daar. […] (Voetnoot 576)
Overweging van de rechtbank over het beheer van de [adres 24] in Eindhoven
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien kon [medeverdachte 7] , in ieder geval vanaf medio 2013, als heer en meester over het appartement – en daarmee over de daarbij behorende berging – aan de [adres 24] beschikken. [medeverdachte 17] is volgens de verhuurder de officiële huurster van deze woning. Uit de OVC-gespreken tussen [verdachte] en [medeverdachte 17] respectievelijk [getuige 1] in februari en maart 2013 volgt dat [medeverdachte 7] de woning van [medeverdachte 17] zal gaan bewonen. Tijdens de doorzoeking zijn er vervolgens facturen gevonden van voorzieningen die het appartement betreffen en die op naam zijn gesteld van [medeverdachte 7] . Deze facturen dateren van 30 mei 2013 en 29 juni 2013. Op 8 juli 2013 wordt [medeverdachte 7] gebeld door een medewerker van de verhuurster. Tijdens dit gesprek deelt [medeverdachte 7] mee dat hij ‘ [medeverdachte 17] ’ is en zegt hij toe een achterstallige betaling te regelen. Uit een tapgesprek van 10 juli 2013 blijkt dat [medeverdachte 7] toegang heeft tot het appartement. Ook geeft [medeverdachte 7] op 15 juli 2013 instructies aan zijn moeder met betrekking tot het brengen van een bezoek aan dit appartement. Tenslotte is er 1 oktober 2013 een verpakking aangetroffen van een BlackBerry, die op het GBA-adres van [medeverdachte 7] is inbeslaggenomen.
Relatie [medeverdachte 7] tot het pand [adres 25]
Uit de huurovereenkomst zelfstandige ruimte van het appartement aan de [adres 25] te Eindhoven volgt dat dit appartement vanaf 27 oktober 2004 door [persoon 37] wordt gehuurd van Woningstichting SWS. (Voetnoot 577) Op 7 juni 2013 heeft [persoon 37] aangevraagd dat [medeverdachte 7] als tijdelijke huisbewaarder zal optreden vanwege haar tijdelijke arbeid of studie in het buitenland. Dit formulier is door hen beiden ondertekend. (Voetnoot 578)
Op 8 juli 2013 vindt er om 20:56:05 uur een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 7] en een NN-vrouw. Dit gesprek luidt onder meer als volgt:
[…]
NN-vrouw vertrekt morgenvroeg naar Curaçao.
NN-vrouw zegt plotseling: van wie is die schuur beneden he… godverdomme… he?
[medeverdachte 7] : ik zit er zelf nooit.
NN-vrouw: je moet die schuur leeghalen man, want mijn moeder komt die fiets ophalen binnenkort, als ze dat ziet gaat ze echt flippen. Ik ben vandaag die koelkast gaan halen dus ik zag iets, ik zei O...
[medeverdachte 7] : meen je dat want ik zie die jongen nou.
NN-vrouw: ja maar die jongen heeft gezegd dat is niet van mij, ik weet niet van wie dat is.
[medeverdachte 7] : o, dan ga ik er nou heen, weet ik effe voldoende, dat vind ik helemaal super
NN-vrouw: maakt niet uit, maar ik wil die shit echt weg. Weet je de woningbouw heeft tegen mij gezegd, ik heb die vandaag gesproken, hun zeggen omdat het de [adres 25] is kan ik sowieso niet voor een lange periode. Ze houden het elke keer bij, want ze zeiden de [adres 25] is altijd met wiet en shit, dus ze gaan het nou extra in de gaten houden, dus please geen shit in mijn huis.
[medeverdachte 7] : ik heb de sleutel niet eens man.
[…]
[medeverdachte 7] : nee ik heb geen sleutel of niks, maar er is wel een andere persoon die een sleutel heeft en daar ga ik nou heen, dan gaan we effe mooi met z’n drietjes zitten. Hij zal (onverstaanbaar) als (…) geen sleutel hebt. […] (Voetnoot 579)
Uit de gegevens van de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Eindhoven volgt, zakelijk weergegeven, dat [getuige 5] vanaf 21 december 2011 staat ingeschreven op het adres [adres 24] , 5612 Eindhoven. (Voetnoot 580)
Verklaring getuige [getuige 5] over de adressen [adres 24] en [adres 25]
Op 1 oktober 2013 heeft de getuige [getuige 5] verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij sinds half augustus woont op het adres [adres 25] te Eindhoven. [getuige 5] huurt deze woning van [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] is een donkere Surinaamse jongen, 31 jaar, kort haar, stevige jongen en bijna 2 meter groot. [getuige 5] heeft verklaard dat hij 850 euro per maand betaald aan [medeverdachte 7] en dat [medeverdachte 7] dit weer aan ‘haar’ betaalt. [getuige 5] kent haar niet, hij heeft haar maar één keer ontmoet. Zij woont in het buitenland. Het mobiele telefoonnummer van [medeverdachte 7] is [telefoonnummer] . [getuige 5] heeft [medeverdachte 7] leren kennen tijdens een schildersklus bij een maat, [persoon 38] . [getuige 5] heeft verklaard dat hij nooit in de berging is geweest. Hij wist niet van het bestaan van die berging en heeft er ook geen sleutel van gekregen. Volgens [getuige 5] heeft [medeverdachte 7] hem nooit over die berging verteld. (Voetnoot 581)
Bij de politie heeft [getuige 5] op 15 januari 2014 verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij [verdachte] in 2006 heeft leren kennen, toen hij in de woning van een zekere [persoon 38] werkte. Toen [getuige 5] bij [verdachte] in het appartement aan het werk was, kwam hij [medeverdachte 17] tegen. Zij vertelde hem dat zij een stiefdochter van [verdachte] was. Op enig moment had hij geen woon- of verblijfplaats. [getuige 5] kwam [persoon 38] tegen en deze zei tegen hem dat hij ging verhuizen en dat zijn appartement vrij kwam. Dit appartement was gelegen aan de [adres 24] te Eindhoven. [persoon 38] huurde dit appartement van [medeverdachte 17] . [persoon 38] vertelde [getuige 5] dat als hij een overeenkomst zou kunnen krijgen met [medeverdachte 17] , [getuige 5] dit appartement dan kon huren. [getuige 5] is toen met een kopie van het huurcontract en een handtekening van [medeverdachte 17] naar de gemeente Eindhoven gegaan en heeft zich op het adres [adres 24] te Eindhoven laten inschrijven.
Toen [medeverdachte 16] zijn relatie was verbroken heeft [getuige 5] aangeboden dat [medeverdachte 16] bij hem in de woning kon gaan wonen. [getuige 5] is daarna in Helmond gaan wonen waar [medeverdachte 7] contact met hem opnam. [medeverdachte 7] vroeg [getuige 5] of hij het appartement gelegen aan de [adres 24] wilde opknappen. [medeverdachte 7] wilde in het appartement gaan wonen. [getuige 5] had aan [medeverdachte 7] aangegeven dat hij ook nog steeds op zoek was naar woonruimte. [medeverdachte 7] bood hem een appartement aan gelegen aan de [adres 25] te Eindhoven. Dit appartement zou van een meisje zijn, dat op dat moment in het buitenland verbleef. Eind juli, begin augustus 2013 is [getuige 5] in het appartement gelegen aan de [adres 25] te Eindhoven gaan wonen. [medeverdachte 7] vertelde hem dat op de galerij rechts naast de voordeur een berging zat waar de spullen van het meisje opgeslagen lagen. [getuige 5] is nog nooit in deze berging geweest. Hij heeft daar nooit een sleutel van gekregen of gezien. Hij heeft alleen van [medeverdachte 7] één sleutel van de voordeur gekregen. Verder heeft hij van [medeverdachte 7] één elektronische sleutel (druppel) gekregen zodat hij toegang kreeg tot de ingang van het appartementencomplex. [medeverdachte 7] was zelf ook in het bezit van de sleutels van dit appartement. [getuige 5] heeft nooit geweten dat er beneden ook een schuur zat. Een paar dagen voor de politie-inval kwam er een Marokkaanse vriend van [medeverdachte 7] langs. [getuige 5] weet de naam van deze vriend niet, maar weet wel dat het de maat van [medeverdachte 7] was. Hij kwam gewoon zonder aankondiging binnen in het appartement. Hij had daar kennelijk een sleutel van. Deze vriend had voor [getuige 5] in het appartement aan de [adres 25] gewoond. [getuige 5] heeft deze vriend twee à drie keer ontmoet, één keer voordat hij in het appartement aan de [adres 25] ging wonen en één keer een paar dagen voor de politie-inval. De eerste keer dat hij de vriend had gezien was bij het appartement aan de [adres 25] . [medeverdachte 7] liet [getuige 5] toen het appartement zien en deze vriend was daar aanwezig. [getuige 5] heeft deze vriend ook gezien toen hij aan het werk was aan de [adres 24] te Eindhoven.
Toen [getuige 5] in het appartement aan de [adres 24] te Eindhoven woonachtig was, was hij in het bezit van 2 sleutels van het appartement en 2 sleutels van de bijbehorende schuur. Toen [medeverdachte 16] bij hem in kwam wonen, heeft hij 1 setje sleutels aan [medeverdachte 16] gegeven. Toen [getuige 5] , en later [medeverdachte 16] , waren vertrokken uit het appartement zijn de sloten van het appartement vervangen door [medeverdachte 7] met uitzondering van de centrale toegangsdeur. [getuige 5] heeft daar maar 2 maanden gewoond.
Op foto 1 heeft [getuige 5] [verdachte] herkend, op foto 2 [medeverdachte 16] en op foto 3 [medeverdachte 7] . Op foto 4 heeft [getuige 5] de vriend van [medeverdachte 7] herkend, waarvan hij de naam niet meer precies weet. (Voetnoot 582)
De rechtbank merkt met betrekking tot de fotoherkenning het volgende op. Bij het verhoor van [getuige 5] zitten vier bijlagen met in elke bijlage een foto. De politie heeft echter niet in het proces-verbaal vermeld wat de naam is van de man die op foto vier staat. De rechtbank heeft echter geen reden om te twijfelen dat het een foto van [medeverdachte 18] is, omdat dezelfde foto aan [medeverdachte 14] is getoond tijdens diens verhoor en daar vermeldt de politie in het proces-verbaal wèl dat een foto wordt getoond van [medeverdachte 18] .
Bij de politie heeft [getuige 5] op 16 januari 2014 nog verklaard, zakelijk weergegeven, dat de vriend van [medeverdachte 7] waar over hij eerder heeft verklaard (NN1) in zijn telefoon staat als ‘KKK Pooooo’ met nummer [telefoonnummer] . [getuige 5] belde hem op te kijken waar hij was en toen stuurde hij niet bellen, alleen whatsapp. [getuige 5] belde hem omdat hij hem de huur van de eerste maand heeft betaald. De huur van de [adres 25] ging volgens [getuige 5] altijd contant. [medeverdachte 7] zou het geld van de factuur aan [getuige 5] overmaken en [getuige 5] zou de huur aan [medeverdachte 7] contant terugbetalen. De eerste maand huur op de [adres 25] heeft hij contant gegeven aan die vriend van [medeverdachte 7] . (Voetnoot 583)
Overweging van de rechtbank over het beheer van de [adres 25] in Eindhoven
Uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 7] de huisbewaarder was tijdens de afwezigheid van de bewoonster [persoon 37] vanaf 9 juli 2013. Daarna heeft [medeverdachte 7] vervolgens de woning onderverhuurd aan [getuige 5] . Volgens [getuige 5] had hij zelf geen sleutel van de berging. Uit het tapgesprek tussen [persoon 37] en [medeverdachte 7] op 8 juli 2013 volgt dat [medeverdachte 7] kennelijk wel toegang tot deze berging kon krijgen en dat er die dag ‘shit’ in de berging lag die onmiddellijk verwijderd moest worden. [getuige 5] was op 1 oktober 2013 nog altijd woonachtig op de [adres 25] te Eindhoven en niet is gebleken van een verandering in de beheertaken van [medeverdachte 7] of de toegang tot het appartement.
Observaties en tapgesprekken met betrekking tot de [adres 25]
Op 10 januari 2013 wordt het perceel [adres 25] geobserveerd door de politie. Uit deze observatie volgt, zakelijk weergegeven dat om 12.30 uur [medeverdachte 18] met een zak met eten in zijn hand de flat aan de [adres 25] binnengaat. Omstreeks 16.48 uur worden [medeverdachte 18] en [medeverdachte 7] waargenomen bij hotel [naam] in [plaats] terwijl zij een ontmoeting hebben met twee onbekende mensen die Duits en Nederlands spreken. Het observatieteam hoort dat de Nederlands-sprekende man aan [medeverdachte 18] vraagt hoe het met [medeverdachte 7] ging. Vervolgens werd gehoord dat [medeverdachte 18] tweemaal ‘Echternach’ zei. Later op de dag wordt waargenomen dat [medeverdachte 7] de parkeerplaats van de [adres 25] oprijdt, in de richting van de flat loopt en met [medeverdachte 18] en een onbekende man de flat ingaat. (Voetnoot 584)
In een tapgesprek op 19 januari 2013 om 1.18 uur wordt [medeverdachte 18] gebeld door een onbekende man. [medeverdachte 18] vraagt of de man er is. De onbekende man zit nog in de auto. [medeverdachte 18] zegt dat hij maar op de bel moet drukken. De man weet het nummer niet en [medeverdachte 18] zegt: “778”.
Dezelfde avond wordt [medeverdachte 18] gebeld door een onbekende vrouw aan wie hij vertelt dat hij nu in Eindhoven woont. (Voetnoot 585)
Op 4 februari 2013 belt [medeverdachte 18] naar [persoon 39] . [persoon 39] is er en vraagt welk nummer. [medeverdachte 18] zegt: “778”. [medeverdachte 18] maakt open. (Voetnoot 586)
Op 6 februari 2013 wordt [verdachte] geobserveerd. Om 10.59 uur rijdt hij in een Volkswagen Polo ( [kenteken 6] ) weg bij zijn woning in gezelschap van een onbekende man op de passagiersstoel. Om 11.12 uur parkeert [verdachte] op de [adres 25] in Eindhoven ter hoogte van een flat met het nummer 4. Om 12.34 uur ziet het observatieteam dat [verdachte] met de onbekende man naar buiten komt uit de portiek waarin ook perceel 778 is gevestigd en dat beiden weer in de auto instappen en wegrijden. (Voetnoot 587)
Op 15 februari 2013 wordt het perceel [adres 25] vanaf 08:30 uur geobserveerd door de politie. Uit deze observatie volgt, zakelijk weergegeven, dat [medeverdachte 7] om 12:12 uur en een onbekende man (NN1) voor de portiek stonden van het flatgebouw waarin onder andere perceel [adres 25] is gevestigd. [medeverdachte 7] belde aan bij één van de deurbellen. Om 12:13 uur gingen [medeverdachte 7] en NN1 de deur van de portiek binnen. Om 12:30 uur kwamen [medeverdachte 7] en NN1 uit de deur van de portiek. [medeverdachte 7] droeg op dat moment een witkleurige plastic tas. Om 12:31 uur stapten [medeverdachte 7] als passagier en NN1 als bestuurder in een personenauto, merk Audi, type A4, kleur wit en voorzien van Belgisch kenteken [kenteken 21] .
Om 13:19 uur kwam [medeverdachte 18] uit de portiek. Hij hield een zichtbaar gevulde blauwkleurige plastic tas van de Albert Heijn in zijn hand. Om 13:20 uur stapte [medeverdachte 18] als bestuurder en enige inzittende in de [kenteken 22] , met de blauwe tas in zijn hand, waarop deze [kenteken 22] vertrok. Deze werd vervolgens om 13:22 uur geparkeerd op een parkeerplaats van Winkelcentrum Woensel te Eindhoven, ter hoogte van supermarkt Albert Heijn. Een onbekende man stapte als passagier in de [kenteken 22] . Deze NN2 had niets zichtbaar in zijn handen bij het instappen. Om 13:31 uur stapte NN2 uit, met de blauwe tas in zijn hand. Hij liep naar een bedrijfsauto, merk Volkswagen, type Caddy en voorzien van kenteken [kenteken 23] en opende de achterdeuren van de laadruimte. NN2 borg de blauwe tas op in de laadruimte aan passagierszijde. Om 13:32 uur kwam NN2 uit de laadruimte van de [kenteken 23] , zonder blauwe tas. NN2 stapte als bestuurder en enige inzittende in de [kenteken 23] en vertrok. Om 13:33 uur liep [medeverdachte 18] vanaf de parkeerplaats richting de ingang van supermarkt Albert Heijn. (Voetnoot 588) De [kenteken 23] staat op naam van [persoon 40] en in het bedrijfsprocessensysteem van de politie staat een mutatie geregistreerd waarin deze [persoon 40] in verband wordt gebracht met het dealen van verdovende middelen. Het gaat om een melding van 26 juni 2012 dat er geregeld werd gedeald op het terrein van Vita Zorg en Welzijn. Die dag werd tussen een persoon in een personenauto en twee jongens geld gewisseld tegen een zakje met onbekende inhoud. De personenauto stond ook op naam van [persoon 40] .
Op 4 maart 2013 wordt het perceel [adres 25] vanaf 14:30 uur geobserveerd door de politie. Uit deze observatie volgt, zakelijk weergegeven, dat een man (later door het observatieteam herkend als [medeverdachte 18] ) bij een personenauto, merk Volvo, type S60, kleur zwart en voorzien van het kenteken [kenteken 24] , stond. Deze auto stond geparkeerd op de parkeerplaats bij een flatgebouw waarin onder andere [adres 25] is gevestigd. Om 17:02 uur liep [medeverdachte 18] naar een personenauto, merk Honda, type CRV, kleur grijs en voorzien van kenteken [kenteken 25] . [medeverdachte 18] keek aan de bestuurderszijde in de [kenteken 25] . [medeverdachte 18] liep naar de [kenteken 24] en stapte als bestuurder en enige inzittende in en vertrok. Om 17:09 uur stopte de [kenteken 24] op de parkeerplaats bij winkelcentrum Woensel ter hoogte van de Albert Heijn. [medeverdachte 18] stapte uit en maakte contact met de bestuurder van een bestelauto, merk Volkswagen, type Caddy, kleur rood en voorzien van kenteken [kenteken 23] . [medeverdachte 18] opende de kofferbak van de [kenteken 24] en pakte een zwart tasje van ongeveer 25 bij 15 centimeter uit de kofferbak. [medeverdachte 18] gaf dit aan NN2. NN2 legde het tasje in de laadruimte van de [kenteken 23] . NN2 werd herkend van de observatie van 15 februari 2013. NN2 stapte om 17:14 uur als bestuurder en enige inzittende in de [kenteken 23] stapte en vertrok. Om 17:15 uur stapte [medeverdachte 18] als bestuurder en enige inzittende in de [kenteken 24] en vertrok. (Voetnoot 589)
De rechtbank merkt op dat de gedragingen zoals beschreven in de observaties van 15 februari 2013 en 4 maart 2013 alle schijn hebben van een mogelijke drugsdeal; een korte ontmoeting op een parkeerplaats waarbij men even bij elkaar in de auto zit, iets wordt overgedragen en men weer uit elkaar gaat.
Peilbakengegevens
De politie vermeldt dat [medeverdachte 18] en [medeverdachte 7] gebruik maakten van een Volvo S 60 met het kenteken [kenteken 24] waaraan een peilbaken was geplaatst. In de periode tussen 30 december 2012 en 14 februari 2013 werd 29 maal een stop geregistreerd in de onmiddellijke omgeving van het pand [adres 25] in Eindhoven. [medeverdachte 7] maakte ook gebruik van een Audi met kenteken [kenteken 26] waaraan een peilbaken was geplaatst. In de dagen tussen 10 maart 2013 en 15 maart 2013 werden 19 stops geregistreerd in de onmiddellijke omgeving van de [adres 25] in Eindhoven. (Voetnoot 590)
Slotsom van de rechtbank: deelname aan een criminele organisatie
Beoordeling rechtbank
De rechtbank komt tot het oordeel dat er sprake is geweest van een criminele organisatie. Zij stelt aan de hand van de bewijsmiddelen daartoe het volgende vast.
Uit het e-mailverkeer in de BlackBerry van [verdachte] valt in onderling verband en samenhang met de overige bewijsmiddelen op te maken dat zowel [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 18] als [medeverdachte 4] zich op grote schaal bezighielden met de in- en verkoop van diverse soorten synthetische drugs en precursoren. De e-mailberichten worden ondersteund door OVC-gesprekken. De rechtbank wijst bijvoorbeeld op de e-mailwisselingen tussen [medeverdachte 7] , [verdachte] en [medeverdachte 4] op 5 juli 2013 en het OVC-gesprek in de auto van [verdachte] waaraan zij op diezelfde dag ook alle drie deelnemen. De aard en de inhoud van de onderschepte communicatie laat redelijkerwijs geen andere conclusie toe dan dat het hier gaat om handel in verdovende middelen, zeker nu elke verklaring van de zijde van verdachten volstrekt is uitgebleven. De genoemde aantallen in de notities in de BlackBerry van [verdachte] geven bovendien een indruk van de omvang van de handel. Die was aanzienlijk.
Wat betreft de onderlinge verhoudingen heeft [verdachte] een aansturende rol. Hij onderhoudt de contacten met producenten/leveranciers en afnemers en [medeverdachte 18] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] verrichten de diverse uitvoerende werkzaamheden. Zo laat [verdachte] [medeverdachte 4] samples maken (e-mail van 5 juli 2013) en uit e-mail verkeer op 16 juli 2013 is op te maken dat [medeverdachte 4] een levering van 6 dozen pillen in ontvangst zal nemen, [medeverdachte 18] 200 A meeneemt en [medeverdachte 7] kan beginnen met de verkoop. [medeverdachte 18] houdt zich ook bezig met het afleveren van bijvoorbeeld pillen (zie het e-mail verkeer tussen 25 en 28 juli 2013) en [medeverdachte 7] int geld dat hij vervolgens afdraagt aan [verdachte] , zo volgt bijvoorbeeld uit mailverkeer tussen beiden op 29 en 31 juli 2013. De hoeveelheid ‘pap’, een term voor geld, wordt uitgedrukt in ‘K’ (1.000 euro) en wordt meestal genoemd in relatie tot leveringen van amfetamine(olie) en pillen. [verdachte] laat zich geregeld door [medeverdachte 7] en [medeverdachte 18] informeren over hoe de verkoop verloopt en geeft prioriteiten aan.
Uit de verklaring van [medeverdachte 14] blijkt dat [medeverdachte 7] alle soorten verdovende middelen kon leveren, zoals MDMA, xtc-pillen van 140 mg en cocaïne. [medeverdachte 14] kende [medeverdachte 18] in december 2013 ongeveer een jaar en ziet hem als de rechterhand van [medeverdachte 7] . De nauwe band tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 18] wordt ook bevestigd door de verklaring van [getuige 5] .
De rechtbank concludeert verder dat er intensief wordt samengewerkt. Het gaat hier niet om individuen die ‘ieder voor zich’ werken. Vrijwel dagelijks is er op verschillende momenten contact en er wordt efficiënt gecommuniceerd en afgestemd. Men heeft aan een half woord genoeg. Communicatie verliep via zogenaamde encrypted BlackBerries die alleen werden gebruikt om versleutelde e-mailberichten te versturen en te ontvangen. Hiertoe werden onderling e-mailadressen uitgewisseld. [medeverdachte 7] speelde een rol bij de organisatie van de BlackBerries, zo volgt ook uit zijn mails van 22 augustus en 30 september 2013. De rechtbank gaat dan ook niet mee in het verweer van de raadsman van [medeverdachte 18] dat niet kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 18] de (unieke) gebruiker is, te meer nu is gebleken dat [medeverdachte 7] op 30 september 2013 aangeeft dat ‘we’ twee nieuwe pgp’s ontvangen en wat de adressen van hemzelf en [medeverdachte 18] daarvan zijn. Ook [medeverdachte 18] laat die dag weten dat zijn kaartje was verlopen en dat hij een nieuw adres heeft. Dat duidt naar het oordeel van de rechtbank niet op incidenteel gebruik, maar op structureel gebruikerschap.
Verder wijst de rechtbank op de bergingen van de appartementen aan de [adres 24] en de [adres 25] in Eindhoven die gezien de grote hoeveelheden amfetamine, MDMA en apaan die daar werden bewaard, moeten worden beschouwd als opslaglocaties van het samenwerkingsverband. Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat zowel [medeverdachte 7] , [verdachte] als [medeverdachte 18] in relatie zijn te brengen met deze ‘stashpanden’. Het gaat in de eerste plaats om de opslag van middelen waarin zij handelen en voortdurend met elkaar in contact staan, zo blijkt uit de onderschepte communicatie. Daarnaast worden zij er vanaf 10 januari 2013 soms alleen, soms in elkaars gezelschap gezien en [medeverdachte 18] gedraagt zich (komende van de [adres 25] ) op de parkeerplaats van het winkelcentrum de Woenselse Poort op 15 februari en 4 maart 2013 op een manier die alle schijn heeft van een drugsdeal. [medeverdachte 7] houdt zich bezig met de huur van beide locaties en ook [verdachte] is hier blijkens de onderschepte communicatie geheel van op de hoogte.
Het oogmerk van de organisatie was gericht op de handel in synthetisch drugs, de handel in precursoren en daarmee voorbereidings- en bevorderingshandelingen in het kader van de productie van synthetische drugs. Naar het oordeel van de rechtbank hebben [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 18] en [medeverdachte 4] een substantieel aandeel gehad in de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Tot slot wordt uit de bewijsmiddelen hun bewuste betrokkenheid bij de organisatie en het opzet op het oogmerk van de organisatie om opiumwetmisdrijven te plegen afgeleid.