Rechtbank Noord-Nederland, eerste aanleg - meervoudig strafrecht overig

ECLI:NL:RBNNE:2023:5049

Op 7 December 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een eerste aanleg - meervoudig procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 18-132913-23, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:RBNNE:2023:5049. De plaats van zitting was Groningen.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
18-132913-23
Datum uitspraak:
7 December 2023
Datum publicatie:
7 December 2023
Verwijzingen:
Opiumwet 10, Opiumwet 11, Opiumwet 13a, Opiumwet 2, Opiumwet 3, Wet wapens en munitie 26, Wet wapens en munitie 55, Wetboek van Strafrecht 420bis, Wetboek van Strafrecht 420ter, Wetboek van Strafrecht 57

Indicatie

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van hard- en softdrugs, munitie en het gewoonte-witwassen van geld. De Rechtbank Noord Nederland heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 maanden opgelegd.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

parketnummer 18.132913.23

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 07 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 23 november 2023.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. van den Hoonaard, advocaat te Apeldoorn. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B. Broerse.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

hij op 24 mei 2023 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 6,01 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en/of ongeveer 61,85 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hasj, zijnde hennep en/of hasj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.

hij op 24 mei 2023 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 249,17 gram cocane, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocane en/of ongeveer 0,94 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde cocane en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3.

hij op 24 mei 2023 te Groningen munitie van categorie II/III van de Wet wapens en munitie, te weten

25 scherpe kogelpatronen van het merk Magtech van het kaliber .32

8 scherpe kogelpatronen van het kaliber 9

2 hulzen (Mund Huls) van het kaliber .32

5 knalpatronen (blanks) van het kaliber 9 voorhanden heeft gehad;

4.

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 juni 2018 tot en met

12 juni 2023 te Groningen, althans in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van in totaal 241.157,- euro, in elk geval een (groot) geldbedrag

althans een of meer voorwerp(en),

de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld

heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren

heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)

heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt

terwijl hij, verdachte wist dat/die voorwerp(en) onmiddellijk of middellijk

afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;

subsidiair:

hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 juni 2018 tot en met

12 juni 2023 te Groningen, althans in Nederland, in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

- een geldbedrag van in totaal 241.157,- euro, in elk geval een (groot) geldbedrag althans een of meer voorwerp(en), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat/die voorwerp(en) onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feiten 1, 2, 3 en 4 primair, met uitzondering van het onder 4 primair ten laste gelegde medeplegen en het maken van een gewoonte van het witwassen.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feiten 1, 2, 3 en 4 primair en subsidiair en heeft daartoe het volgende aangevoerd.

Verdachte heeft verklaard dat hij niet degene is geweest die in de periode rondom de doorzoeking in de kamer op nummer 4 verbleef, maar dat dat iemand anders was. De aangetroffen drugs en wapenmunitie waren niet van verdachte. Bovendien bevestigt de vriendin van verdachte dat hij bij haar verbleef sinds januari/februari van dit jaar en sindsdien nooit meer op zijn kamer was geweest. Dat er vervolgens dan ook nog persoonlijke spullen in de kamer worden aangetroffen van een volgens de politie bekende drugsdealer, is wat de verdediging betreft het doorslaggevende bewijs voor de stelling van verdachte dat de aangetroffen drugs en munitie niet van hem waren en dat hij daar ook niets van afwist. In ieder geval kan niet buiten redelijke twijfel worden gesteld dat de verklaring van verdachte onaannemelijk is en dat verdachte degene is geweest die de verschillende hoeveelheden softdrugs, de verschillende soorten hoeveelheden harddrugs en de wapenmunitie zoals ten laste is gelegd aanwezig of voorhanden heeft gehad.

Het subsidiair standpunt is dat het geverbaliseerde gewicht van de softdrugs onbetrouwbaar is en dat niet tot een bewezenverklaring van 61,85 kilogram hasj en 6,01 kilogram hennep kan worden gekomen.

Ten aanzien van het witwasfeit heeft de raadsman het volgende opgemerkt.

Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat bewezen wordt het dat voorwerp in kwestie, het tenlastegelegde geldbedrag, uit misdrijf afkomstig is. Maar het wettige en overtuigende bewijs voor die stelling ontbreekt. Het OM stelt dat de in de woning aangetroffen drugs door verdachte is aangeschaft en het OM heeft berekend wat die drugs dan zou moeten hebben gekost. Vervolgens wordt door het OM gesteld dat verdachte dus op enig moment over dat bedrag moet hebben beschikt en daarmee de drugs heeft aangeschaft. Maar dat gaat de grenzen van de strafbaarstelling van witwassen te buiten. Er is cht onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig om bewezen te kunnen verklaren dat verdachte op enig moment over een dergelijk geldbedrag heeft beschikt en dat het dan uit misdrijf afkomstig zou zijn.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 28 augustus 2023, opgenomen op pagina 141 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023132419 d.d. 3 oktober 2023, inhoudend als verklaring van verdachte:

Ik woonde aan de [adres] . Het is een soort studio. Ik ben daar komen wonen toen ik 19 of 20 was. Ik ben nu 22. Ik woonde in die kamer alleen.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 mei 2023, opgenomen op pagina 86 e.v., inhoudend als verklaring van verbalisant:

Op 24 mei 2023, tussen 16:12 uur en 17:15 uur, was ik samen met andere collega's van de politie Noord- Nederland, in de woning aan de [adres] te Groningen. Ingeschreven op bovengenoemd adres staat: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2000 te Groningen.

[...] In de woning werden tijdens de doorzoeking de volgende goederen in beslag genomen:

25 stuks scherpe .32 kogelpatronen van het merk Magtech

25 stuks scherpe 9mm kogelpatronen, merk onbekend

2 stuks .32 hulzen met ingeslagen slaghoed

5 stuks 9mm knalpatronen (blanks), merk onbekend

Doos met opdruk 'Sig Sauer', bestemd voor een vuurwapen

2635 euro contant geld, diverse biljetten van 50, 20, 10 en 5 euro

88 stuks grote blokken hasjiesj met opdruk 'Gorilla Glue', aangetroffen in twee rolkoffers, netto gewicht 48720 gram (48,72 kilogram)

19 stuks grote blokken hasjiesj met opdruk 'Heinz Baked Beans', netto gewicht 6730 gram (6,73 kilogram)

4 stuks grote blokken hasjiesj met opdruk 'La Casa de Papel', netto gewicht 1350 gram (1,35 kilogram)

23 stuks grote blokken hasjiesj met opdruk 'the Devils Glue', netto gewicht 4860 gram (4,86 kilogram)

1 groot blok hasjiesj zonder opdruk, netto gewicht 190 gram (0,19 kilogram)

Wit geperst blok poeder, vermoedelijk cocane

15 stuks plastic zakken met hennep, netto gewicht 6019 gram (6,019 kilogram)

Klein zakje met kristalvormige substantie, vermoedelijk MDMA kristallen, netto gewicht 2,7 gram

Pak met stickers met opdruk 'the Devils Glue', gebruikt voor opdruk hasjiesj blokken

4 stuks weegschalen, vermoedelijk gebruikt om hard en softdrugs te wegen

2 stuks rolkoffers waarin de blokken hasjiesj met opdruk 'Gorilla Glue' zaten

Zwarte Apple iPhone met gebarsten scherm, schermafbeelding van een vuurwapen op de achtergrond

Grinder bedoeld om hasjiesj of hennep te vermalen Totaal netto gewicht hasjiesj: 61,85 kilogram

Totaal netto gewicht hennep: 6019 gram (6,01 kilogram)

Tevens had de verdachte een grote stapel stickers met de tekst: 'the Devils Glue'. Deze stickers werden op 23 grote blokken hasjiesj aangetroffen. Ook had de verdachte een contant geldbedrag van 2635 euro in zijn woning liggen. In de woning van de verdachte werden vijf (5) telefoons aangetroffen, waarvan n nog aan stond. In de woning werd een lege doos van een vuurwapen aangetroffen van het merk 'Sig Sauer', alsmede acht (8) scherpe 9mm kogelpatronen, 25 scherpe .32 kogelpatronen, vijf (5)

9mm knalpatronen en twee (2) afgeschoten .32 kogelpatronen (hulzen) aangetroffen. Ook werden in de woning vier (4) weegschalen aangetroffen om kleine gewichten af te

meten. Mij, verbalisant, is ambtshalve bekend dat deze weegschalen gebruikt worden voor het afwegen van kleine (verkoop)hoeveelheden drugs.

3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal d.d. 21 november 2023 met nummer PL0100-2023104034-70 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:

Na de doorzoeking en inbeslagneming van de verdovende middelen, werd door collega's alles vastgelegd in processen-verbaal of kennisgevingen van inbeslagneming. Daarvoor werden de hoeveelheden drugs gewogen op een weegschaal die beschikbaar was op

Basisteam Groningen-Centrum. De collega's die de softdrugs (hennep, hasj) in beslag hebben genomen konden bevestigen dat de hoeveelheden die in de pv's staan vermeld juist zijn. Gezien de omvang, zwaarte en manier van vervoeren/verpakken (er werden bijvoorbeeld twee rolkoffers vol aangetroffen), kan worden gesteld dat de gemeten waarden juist zijn.

4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdovende middelen d.d. 13 juni 2023, opgenomen op pagina 72 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten, als ook de bijlagen van de NFIDENT d.d. 13 juni 2023:

Een zippzak met witte afbeeldingen, witte schrijfvlakken en het logo van "AH" met daarin een plastic zakje Netto gewicht originele partij : 249,17 gram

Monster SIN : AAQL2042NL

Uitslag identificerend onderzoek: Cocane

Per abuis heb ik, verbalisant, in de communicatie met het NFI een verkeerd gewicht

vermeld. In het rapport NFIDENT over het monster met Kenmerk AAQL2042NL staat bij de omschrijving dat het om 294,17 gram gaat. Dit moet echter 249,17 gram zijn.

Een gripzakje met een groene rand Poeder en brokjes (kristallen)

Crme gekleurd

Netto gewicht originele partij : 0,94 gram Monster SIN : AAQL2043NL

Uitslag kleurtesten : Indicatie voor MDMA

5. De deskundigenrapporten afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2023.06.13.049 aanvraag 001 en aanvraag 002, beide opgemaakt op 13 juni 2023 door ing. P.H. Wallinga, op de door hem afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn verklaring:

AAQL2042NL brokken en brokjes, wit, 294,17 gram; bevat cocane

AAQL2O43NL poeder en brokjes (kristallen), crmekleurig 0,94 gram; bevat MDMA

6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek munitie d.d. 28 september 2023 met nummer PLO200-2023104034-65 op pagina 243 e.v. van voornoemd dossier als verklaring van verbalisant:

Op 24 mei 2023 te 17:00 uur werd door collegas van de plaatselijk politie tijdens een onderzoek in woning op perceel [adres]

[adres] Groningen de navolgende munitie aangetroffen en inbeslaggenomen. De munitie werd door de collegas ten behoeve van verder onderzoek overgedragen aan de afdeling Wapens Munitie en Explosieven van de Forensische Opsporing, Politie Noord-Nederland:

Centraal vuur kogelpatronen 25 stuks, MAGTECH/Volmantel kaliber .32ACP

Centraal vuur kogelpatronen, 3 stuks, CBC/MAGTECH/Volmantel kaliber 9x19 mm

Centraal vuur kogelpatronen, 1 stuk, Fiocchi (GFL)/Volmantel kaliber 9x19mm

Centraal vuur kogelpatronen, 3 stuks, FNB/Volmantel kaliber 9x19mm

Centraal vuur kogelpatronen, 1 stuk, Tokarev/Volmantel kaliber 7,62x25mm

Centraal vuur kogelpatronen, 2 stuks, S&B kaliber 9mm kort (hulzen)

Centraal vuur kogelpatronen, 5 stuks, UMA, knalpatronen, kaliber 9mm knal

7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal d.d. 8 september 2023 met nummer 2023229816 / 2023104034 op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:

[verdachte] woont sinds 26-10-2020 op de [adres] , een adres voor zelfstandige kamerbewoning. [verdachte] heeft op papier een zeer minimaal inkomen. Uit de bankrekeningen blijken iets meer ontvangsten, onder meer door studiefinanciering, maar nog steeds heeft hij dan een minimaal inkomen. Wel ontvangt hij van derden en van familie geld, wat zijn giraal besteedbare inkomen enigszins vergroot. Zijn uitgaven via de bank zijn minimaal. Ook vanaf het moment dat hij zelfstandig woont zijn de kostenlevensonderhoud zeer laag. Er moet een contante geldstroom zijn geweest. [verdachte] verklaart dat hij het opgenomen, gepinde geld van de afgelopen jaren heeft gebruikt voor de huishoudelijke uitgaven, maar dit lijkt alleen voor die categorie al niet afdoende te zijn geweest. Onduidelijk is over hoeveel aan contanten [verdachte] heeft beschikt. Wel lijkt duidelijk te zijn, op basis van minimaal girale uitgaven, dat er contante uitgaven zijn gedaan. De contante opnames over de afgelopen jaren lijken onvoldoende te zijn om dit te dekken. [verdachte] heeft 50 euro gestort en 16.475 euro opgenomen. Het verschil van 16.425 euro betekent dat [verdachte] de beschikking heeft gehad over dit saldo in contanten om de levenskosten van te betalen. Dit bedrag verlaagt de kasopstelling. Gezien zijn minimale inkomen en zijn minimale girale uitgaven kan hij geen ruimte hebben gehad om ook nog te sparen. De aangetroffen 2.635 euro moet uit onbekende, vermoedelijk illegale bron afkomstig zijn.

[verdachte] verklaarde dat hij 200-300 euro per maand kon sparen en dat hij daarvan ongeveer de helft contant spaarde en de andere helft via de spaarrekening. Maar hij kan niet vertellen hoeveel contant geld hij thuis had liggen. Er is nog onderzoek gedaan naar het deel wat hij via de spaarrekening heeft gespaard. De spaarrekening die [verdachte] heeft, is de bankrekening met IBAN-nummer [rekeningnummer] . Tijdens de onderzoeksperiode is tussen september 2018 en mei 2023 is in totaal 19.232,46 euro bijgeschreven op de

spaarrekening, vanaf de betaalrekening. Maar omgekeerd is er ook weer 16.629,51 euro van de spaarrekening naar de betaalrekening overgeboekt. Per saldo heeft [verdachte] in de afgelopen vijf jaar dus 2.602,95 (19.232,46 16.629,51) bijgeschreven op zijn spaarrekening. Dat is gemiddeld ongeveer 45 euro per maand. Dit wijkt af van de 100-150 euro per maand die hij zegt te hebben gespaard. Al met al kan gesteld worden dat [verdachte] enigszins concreet en verifieerbaar verklaart over de contante geldstroom die aanwezig is geweest, maar dat dit bij verificatie niet blijkt te kunnen. Er moet contant geld uit onbekende bron aanwezig zijn geweest.

8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt aanvullend proces-verbaal d.d. 20 november 2023 met nummer PL0100-2023104034-69 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:

Met dergelijke hoeveelheden is het logischer om uit te gaan van de

groothandel prijzen. Verder ben ik uit gegaan van de prijzen uit het overzicht van 2021 van het Cluster Synthetische Drugs van de Landelijke Eenheid. Inmiddels heb ik de beschikking over het overzicht van 2022, met daarin meer actuele prijzen. Hierin staan onder meer de volgende prijzen:

Cannabis

Wiet (toppen) Groothandel : 3.770,00 per kilogram Hasj (Hars) Groothandel : 3.400,00 per kilogram Cocane

Cocane Groothandel : 22.255,00 per kilogram

Dat leidt tot de volgende aangepaste berekening:

- 249 gram cocane: 0.249 x 22.255 = 5.541 euro

- 6019 gram hennep: 6.019 x 3.770 = 22.691 euro

- 61,85 kilo hasj: 61,85 x 3.400 = 210.290 euro

Totaalsom: 238.552 euro

De drugs vertegenwoordigt een aanzienlijke waarde. De drugs moet zijn betaald. Het is bekend dat drugsgebruikers soms 'op de pof' een gebruikershoeveelheid kopen en dit dan later moeten terugbetalen aan de dealer. Maar bij dergelijke handelshoeveelheden met aanzienlijke waarde lijkt het onwaarschijnlijk dat dit 'op de pof' wordt

verstrekt, ook gezien de financile risico's daarvan. [verdachte] weigert te verklaren of hij de drugs heeft gekocht of iemand anders. Dit is daarom niet te controleren en te verifiren. Er wordt van uit gegaan dat de verdachte deze partij drugs heeft gekocht. Opname contanten 16.475

Storting50

Aangetroffen contanten 2635 Uitgaven:

Aankoop 249 gram cocane 5.541

Aankoop 6,019 kilo hennep 22.691

Aankoop 61,85 kilo hasj 210.290

Totaal238.522

[verdachte] heeft per saldo 16.425 euro contant geld opgenomen (16.475 - 50). Hij heeft dit geld nodig gehad voor de ontbrekende girale uitgaven aan kosten levensonderhoud, hij heeft zelf ook verklaard dat hij het opgenomen geld heeft gebruikt voor de huishoudelijke uitgaven. Hij kan deze 16.425 euro dus niet gespaard hebben of hebben

gebruikt voor de aankoop van drugs. Er is 2.635 euro contant geld aangetroffen bij de doorzoeking m zijn woning. Dit geld is uit onbekende bron afkomstig.

Hij heeft 238.522 euro nodig gehad voor de aankoop van de aangetroffen drugs in zijn woning. Hij wil daar niet over verklaren, daarom kan er niet anders dan van uit worden gegaan dat hij de drugs heeft moeten aankopen. Voorgaande betekent dat de verdachte een onverklaarbaar vermogen heeft (gehad) van de aangetroffen contanten plus het bedrag dat is uitgegeven aan de drugs: 2.635 + 238.522 = 241.157 euro.

Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.

In de woning van verdachte is 6,01 kilogram hennep, 61,85 gram hasj, 0,94 gram MDMA en 249,17 gram cocane aangetroffen. Ook zijn er verschillende kogelpatronen, hulzen en knalpatronen aangetroffen. In verhoor met de politie heeft verdachte aangegeven dat dit zijn woning betrof. De woning stond ook op zijn naam. Ter zitting heeft hij verklaard dat hij hier echter niet meer verbleef, maar dat anderen zijn woning gebruikten. Hij wil geen namen noemen, zodat deze verklaring voor de rechtbank niet te verifiren is. Het schrijven van verdachtes vriendin waarin zij heeft bevestigd dat verdachte sinds langere tijd bij haar verbleef, vindt de rechtbank hierbij niet overtuigend. De rechtbank leidt uit de vermelde feiten en omstandigheden af dat de verdachte gebruik maakte van de woning waar de verdovende middelen en de

munitie zijn aangetroffen. Ook gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte als gebruiker van zijn woning wetenschap had van de aanwezige goederen en dat deze goederen binnen zijn machtssfeer bevonden. Er zijn geen omstandigheden naar voren gekomen die aantonen dat dit anders is. Dat er een pinpas op naam van een vermeende drugsdealer in de woning is gevonden zegt niets over degene zijn verblijft in de woning in die periode.

Voorts is de rechtbank ten aanzien van de aangetroffen hoeveelheden softdrugs van oordeel dat uit het proces-verbaal van bevindingen in samenhang met het aanvullend proces-verbaal blijkt dat de metingen van de aangetroffen hoeveelheden hennep en hasj goed zijn gegaan. De rechtbank heeft geen reden om hieraan te twijfelen.

Samenvattend is de rechtbank van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen in het dossier zij het wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte wist dat de aangetroffen drugs en munitie, zoals is tenlastegelegd onder feiten 1 tot en met 3, in de woning aanwezig waren en dat hij deze opzettelijk aanwezig heeft gehad.

Omtrent het onder 4 tenlastegelegde witwassen overweegt de rechtbank als volgt.

In de woning van verdachte is een geldbedrag van 2.635 euro in contanten aangetroffen. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de waarde die de aangetroffen drugs in zijn woning vertegenwoordigt uitkomt op een bedrag van 238.522 euro. In de praktijk is het niet gebruikelijk om dergelijke hoeveelheden aan drugs op de pof te kopen. Uit het financieel onderzoek naar de legale inkomsten van verdachte in de periode dat hij de woning huurde aan de [adres] in Groningen, zoals een uitkering en soms een geldbedrag dat hij van zijn familie ontvangt, blijkt dat verdachte onvoldoende inkomsten had uit legale bronnen om deze hoeveelheid drugs te kunnen kopen en ook om een dergelijk groot geldbedrag aan contanten te kunnen sparen.

Verdachte heeft zich voorts beroepen op zijn zwijgrecht en geen nadere, verifieerbare verklaring afgelegd. Het kan naar het oordeel van de rechtbank aldus niet anders dan dat verdachte dit heeft betaald met geld waarvan hij wist dat dit uit enig misdrijf afkomstig was, en ook gelet op de tenlastegelegde periode als ook de hoeveelheid geld waarom het gaat, acht de rechtbank bewezen dat verdachte van het plegen van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1, 2, 3 en 4 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

1.

hij op 24 mei 2023 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 6,01 kilogram hennep en ongeveer 61,85 kilogram hasj, zijnde hennep en hasj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;

2.

hij op 24 mei 2023 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 249,17 gram cocane en ongeveer 0,94 gram MDMA, zijnde cocane en MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

3.

hij op 24 mei 2023 te Groningen munitie van categorie II/III van de Wet wapens en munitie, te weten

25 scherpe kogelpatronen van het merk Magtech van het kaliber .32

8 scherpe kogelpatronen van het kaliber 9

2 hulzen (Mund Huls) van het kaliber .32

5 knalpatronen (blanks) van het kaliber 9 voorhanden heeft gehad;

4.

hij in de periode van 26 oktober 2020 tot en met 24 mei 2023 te Groningen een geldbedrag van in totaal

241.147 euro

de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en de verplaatsing heeft verhuld

heeft verhuld wie de rechthebbende op dat geld was

heeft verhuld wie dat geld voorhanden had

heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, of gebruik heeft gemaakt

terwijl hij, verdachte wist dat dat geld onmiddellijk of middellijk afkomstig was uit enig misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.

Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:

Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;

Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;

Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;

Witwassen en van het plegen van witwassen een gewoonte maken.

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Overwegingen

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feiten 1, 2, 3 en 4 primair wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, met aftrek van de periode die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De in beslag genomen munitie en de verdovende middelen kunnen worden onttrokken aan het verkeer en de overige goederen, inclusief het geldbedrag van 2635 euro, kunnen worden verbeurd verklaard omdat hiermee de strafbare feiten zijn gepleegd.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft gepleit voor vrijspraak en als de rechtbank anders oordeelt verzoekt hij de rechtbank dat een eventueel op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet langer duurt dan het voorarrest.

Oordeel van de rechtbank

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de rapportage van de reclassering

d.d. 13 november 2023, het uittreksel uit de justitile documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.

De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van hard- en softdrugs en het gewoonte-witwassen van geld. Verdovende middelen, met name harddrugs, vormen een ernstig gevaar voor de volksgezondheid en het gebruik ervan is bezwarend voor de samenleving, niet in de laatste plaats vanwege de daarmee gepaard gaande criminaliteit. Daarnaast heeft de rechtbank geconstateerd dat de hoeveelheid drugs die is aangetroffen in verdachtes woning een dealerindicatie geeft. Voor de financiering van deze hoeveelheid drugs moet verdachte de beschikking hebben gehad over een grote hoeveelheid geld, ruim 200.000,-. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen. Daarnaast is er munitie aangetroffen, terwijl verdachte recent is veroordeeld voor vuurwapenbezit.

De rechtbank acht, gelet op de Landelijke orintatiepunten voor Straftoemeting, alle punten in acht nemend op zich een hogere straf dan de officier van justitie heeft geist denkbaar.

De rechtbank heeft evenwel ook acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De reclassering ziet verdachte als onvoldoende zelfredzaam en acht ambulante ondersteuning nodig om hem te begeleiden naar zelfstandigheid, in zowel praktisch als sociaal-emotioneel opzicht. In januari 2023 is hij veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, waaronder ambulante behandeling. Afgelopen oktober liet hij weten nog steeds gemotiveerd te zijn voor voortzetting van dit reclasseringstoezicht en professionele ondersteuning. De reclassering ziet voldoende kansen bij verdachte om een delictvrij bestaan op te bouwen, maar voortzetting van het huidige justitieel kader is daarbij noodzakelijk.

Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat de eis van de officier van justitie van 15 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht het inbeslaggenomen geldbedrag ad 2.635,00 en de overige inbeslaggenomen goederen zoals de weegschalen en koffers vatbaar voor verbeurdverklaring nu verdachte het geldbedrag door middel van enig misdrijf heeft verkregen.

De rechtbank acht de aan verdachte toebehorende verdovende middelen vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu zij bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten zijn aangetroffen en zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke strafbare feiten, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen , 33, 33a, 36b, 57, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10, 11 en 13a van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak
De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten het geldbedrag van 2.635,00 en de overige inbeslaggenomen goederen, zoals de weegschalen en koffers, zoals omschreven op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen.

Verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de hennep, hashish,cocane en overige verdovende middelen, zoals omschreven op de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Wolters, voorzitter, mr. M.A.A. van Capelle en mr. K. Offerein- Hulshoff, rechters, bijgestaan door mr. L.S. Gosselaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 07 december 2023.

mr. K. Offerein-Hulshoff en mr. M.A.A. van Capelle zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.