RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
parketnummer: 02-082460-23
vonnis van de meervoudige kamer van 14 november 2024
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende te [adres] ,
raadsman mr. J.H.E.M. Kersemaekers, advocaat te Breda.
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 31 oktober 2024, waarbij de officier van justitie, mr. A. Verhoeven, en de verdediging namens de niet verschenen verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
De tenlastelegging is als bijlage I van dit vonnis opgenomen. De verdenking komt er, kort en feitelijk, weergegeven op neer dat verdachte, samen met anderen, openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] .
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
7
De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 63 en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen een persoon;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 75 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W.M. Speekenbrink, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en mr. P.B. van Onzenoort, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Andraws, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 november 2024.
Mr. D.H. Hamburger is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.