Vier benadeelde partijen vorderen een schadevergoeding.
[bedrijf 3]
vordert een schadevergoeding van € 5.684,00 en de wettelijke rente voor feit 1 met parketnummer 02-240538-24.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank volledig toewijsbaar.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gehele schade. Daarom zal de rechtbank de vordering en de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat verdachte niet meer hoeft te betalen voor zover het bedrag door één of meer mededaders is betaald, en andersom.
[bedrijf 4]
vordert een schadevergoeding van € 2.067,97 en de wettelijke rente voor feit 2 met parketnummer 02-240538-24.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank volledig toewijsbaar.
Het gegeven dat de vordering pas één dag voor de zitting is ingediend maakt, anders dan de verdediging meent, niet dat de vordering daardoor niet voor toewijzing in aanmerking komt. Ook het gegeven dat de gevorderde schadevergoeding een ander (lees: lager) bedrag dan in de aangifte is genoemd, maakt dat niet anders. Het verzoek is onderbouwd met een lijst met goederen die de benadeelde partij miste na de diefstal en van die goederen zijn de inkoopfacturen overgelegd, zodat de materiële schade op het gevorderde bedrag kan worden vastgesteld.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit.
[bedrijf 6]
vordert een schadevergoeding van € 2.959,25 en de wettelijke rente voor feit 5 met parketnummer 02-240538-24.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard moet worden in deze vordering, omdat niet is gebleken van een bevoegd gegeven volmacht aan [naam 1] om namens de benadeelde partij op te treden.
De officier van justitie acht de vordering toewijsbaar.
De rechtbank stelt vast dat het verzoek is ingediend namens [bedrijf 6] met als vertegenwoordiger de heer [naam 1] . De heer [naam 1] is degene die namens de benadeelde partij (een familiebedrijf) aangifte heeft gedaan. Ook heeft de heer [naam 2] de heer [naam 1] op briefpapier van de benadeelde partij een volmacht verleend om namens benadeelde partij handelingen uit te voeren met betrekking tot de strafzaak. Dit tezamen maakt dat de rechtbank van oordeel is dat vaststaat dat de heer [naam 1] de vordering namens de benadeelde partij kon indienen. De benadeelde partij is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde schadevergoeding acht de rechtbank volledig toewijsbaar.
Hoewel de vordering ziet op 133 trays met gestolen blikjes Red Bull, terwijl verdachte stelt om en nabij de 70 trays te hebben gestolen, wijst de rechtbank het gevorderde bedrag in zijn geheel toe. De rechtbank acht de vordering voldoende met stukken onderbouwd en vindt de blote betwisting van verdachte van het meerdere aan trays ongeloofwaardig.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit.
[bedrijf 7]
vordert een schadevergoeding van € 8.665,00 en de wettelijke rente voor het feit met parketnummer 10-387648-24.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het verzoek om schadevergoeding niet door een door de benadeelde partij gevolmachtigd persoon is ingediend en dat de benadeelde partij om die reden niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering.
De officier van justitie acht de vordering toewijsbaar.
De rechtbank stelt vast dat het verzoek is ingediend namens [bedrijf 7] met als vertegenwoordiger de heer [naam 3] . Hoewel de heer [naam 3] niet de gevolmachtigde van de benadeelde partij is, is hij wel degene die namens de benadeelde partij aangifte heeft gedaan. Uit de aangifte blijkt dat de heer [naam 3] in het bedrijf werkzaam is als operationeel medewerker. Dit tezamen maakt dat de heer [naam 3] de vordering namens de benadeelde partij mocht indienen. De benadeelde partij is dan ook ontvankelijk in haar vordering.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde gevorderde materiële schadevergoeding acht de rechtbank volledig toewijsbaar.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit.
Schadevergoedingsmaatregel en wettelijke rente
De rechtbank zal in al deze gevallen tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
De rechtbank zal de wettelijke rente, zoals is gevorderd, toewijzen vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
02-240538-24, feit 1: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een vals kostuum;
02-240538-24,feit 2: Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een vals kostuum;
02-240538-24, feiten 3, 4 en 5 en 10-387648-24 telkens: Diefstal;
16-282692-24: Diefstal door twee of meer verenigde personen;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 172 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat de voorwaardelijke straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
* omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* omdat verdachte tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland;
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij deze reclasseringsinstelling (Marconistraat 2, 3029 AK Rotterdam, 088-8041302);
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
- verklaart verbeurd een inbeslaggenomen voorwerp, te weten een PostNL-jas (parketnummer 02-240538-24);
- gelast de teruggave aan verdachte van één inbeslaggenomen voorwerp, te weten een geldbedrag van € 690,00 (parketnummer 10-387648-24);
Vorderingen tenuitvoerlegging
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 8 april 2024 van de Politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant (parketnummer 02-016551-24) af, maar verlengt de proeftijd met één jaar;
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis van de Politierechter in de rechtbank Midden-Nederland op 16 mei 2023 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 16-071616-22 ten uitvoer zal worden gelegd, te weten vier maanden gevangenisstraf;
- gelast dat deze ten uitvoer te leggen gevangenisstraf wordt vervangen door een taakstraf van 240 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
Benadeelde partijen
[bedrijf 3]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van € 5.684,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 25 juni 2024 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [bedrijf 3] (feit 1 met parketnummer 02-240538-24), € 5.684,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 25 juni 2024 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 63 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van € 2.067,97 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 juni 2024 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [bedrijf 4] (feit 2 met parketnummer 02-240538-24), € 2.067,97 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 juni 2024 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 30 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van € 2.959,25 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 20 juni 2024 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [bedrijf 6] (feit 5 met parketnummer 02-240538-24), € 2.959,25 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 20 juni 2024 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 39 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van € 8.665,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 9 mei 2024 tot aan de dag der voldoening.
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [bedrijf 7] (parketnummer 10-387648-24), € 8.665,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 9 mei 2024 tot aan de dag der voldoening.
- bepaalt dat bij niet betaling 78 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J.C. Paijmans, voorzitter, mr. D. van Kralingen en
mr. V.M. Schotanus, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.A.C.M. Roebroeks, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 januari 2025.
Mr. Van Kralingen en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
hij op of omstreeks 25 juni 2024 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een palletwagen en/of 61 (combi)boormachines, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een vals kostuum, te weten een PostNL kostuum en/of jas;
hij op of omstreeks 28 juni 2024 te Waalwijk sanitaire goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een vals kostuum, te weten een PostNL kostuum en/of jas; ( art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 18 mei 2024 te 's-Hertogenbosch sanitaire goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen; ( art 310 Wetboek van Strafrecht )
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 juli 2024 tot en met 24 juli 2024 te Vianen, gemeente Vijfheerenlanden, lading en/of dozen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen; ( art 310 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 20 juni 2024 te Bergen op Zoom een of meerdere blikjes Red Bull, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen; ( art 310 Wetboek van Strafrecht )
Hij op of omstreeks 19 juli 2024 te Soest, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een pallet met cosmetica, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen; ( art 310 Wetboek van Strafrecht )
hij op of omstreeks 9 mei 2024 te Dordrecht, een of meerdere (mond)scanner(s) en/of een computer (Hp Z4g5), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen; ( art 310 Wetboek van Strafrecht )