Hoge Raad, artikel 81 ro-zaken civiel recht overig

ECLI:NL:HR:2024:1719

Op 22 November 2024 heeft de Hoge Raad een artikel 81 ro-zaken procedure behandeld op het gebied van civiel recht overig, wat onderdeel is van het civiel recht. Het zaaknummer is 23/04068, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:HR:2024:1719.

Soort procedure:
Instantie:
Zaaknummer(s):
23/04068
Datum uitspraak:
22 November 2024
Datum publicatie:
21 November 2024
Advocaat:
A.C van Schaick;J.P. Heering

Indicatie

Art. 81 lid 1 RO. Verzekeringsrecht. Geschil over dekking. Uitleg verzekeringsovereenkomst.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 23/04068

Datum 22 november 2024

ARREST

In de zaak van

1. ALLIANZ BENELUX N.V.,

gevestigd te Brussel, België,

2. ATHORA NETHERLANDS N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

3. ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,

gevestigd te Utrecht,

4. NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,

gevestigd te Den Haag,

5. CHINA TAIPING INSURANCE (UK) CO LTD.,

gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk,

6. GOUDSE SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,

gevestigd te Gouda,

EISERESSEN tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,

hierna: de verzekeraars,

advocaat: A.C. van Schaick,

tegen

BANKETBAKKERIJ HORIZON B.V.,

gevestigd te Velp,

VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,

hierna: Horizon,

advocaat: J.P. Heering.

Procesverloop

1
Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:

a. de vonnissen in de zaak C/10/598763 / HA ZA 20-590 van de rechtbank Rotterdam van 9 oktober 2020 en 24 november 2021;

b. het arrest in de zaak 200.307.492/01 van het gerechtshof Den Haag van 25 juli 2023.

De verzekeraars hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Horizon heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.

Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt zowel in het principaal cassatieberoep als in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep tot verwerping.

De advocaat van de verzekeraars heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

Overwegingen

2
Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

Beslissing

3
Beslissing

De Hoge Raad:

- verwerpt het principale beroep;

- veroordeelt de verzekeraars in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Horizon begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien de verzekeraars deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.

Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op 22 november 2024.