Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/615884/ KG ZA 21-747 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag van 21 oktober 2021;
b. het arrest in de zaak 200.302.894/01 van het gerechtshof Den Haag van 1 maart 2022.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De Staat heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor de Staat toegelicht door zijn advocaat, en mede door M.E.A. Möhring.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.