Parket bij de Hoge Raad, strafrecht overig

ECLI:NL:PHR:2024:784

Op 27 August 2024 heeft de Parket bij de Hoge Raad een procedure behandeld op het gebied van strafrecht overig, wat onderdeel is van het strafrecht. Het zaaknummer is 22/02242, bekend onder identificatienummer ECLI:NL:PHR:2024:784.

Soort procedure:
Rechtsgebied:
Zaaknummer(s):
22/02242
Datum uitspraak:
27 August 2024
Datum publicatie:
23 July 2024

Indicatie

Conclusie AG. Huisvredebreuk (art. 138 Sr). Demonstratierecht (art. 11 EVRM). 'Sit-in' bij pensioenfonds. Is verweer dat strekt tot ontslag van alle rechtsvervolging met beroep op demonstratierecht toereikend gemotiveerd verworpen? AG verwijst naar conclusie in samenhangende zaak 22/02236 (PHR:2024:769). Conclusie strekt tot partiële vernietiging en tot ontslag van alle rechtsvervolging.

Uitspraak

PROCUREUR-GENERAAL

BIJ DE

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer22/02242

Zitting 27 augustus 2024

CONCLUSIE

D.J.M.W. Paridaens

In de zaak

[verdachte],

geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,

hierna: de verdachte.

Inleiding

1. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bij arrest van 13 juni 2022 het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte is veroordeeld wegens het “wederrechtelijk in het besloten lokaal vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen, terwijl twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen”, bevestigd met uitzondering van de opgelegde straf en met verbetering van de overwegingen over de strafbaarheid van het bewezenverklaarde. Het hof heeft de verdachte veroordeeld zonder oplegging van een straf of maatregel. (Voetnoot 1)

2. Er bestaat samenhang met de zaken 22/02234, 22/02235, 22/02236, 22/02237, 22/02240, 22/02241 en 22/02243. In deze zaken zal ik vandaag ook concluderen.

3. Namens de verdachte heeft W.H. Jebbink, advocaat in Amsterdam, één middel van cassatie voorgesteld.

Het middel

4. Het middel klaagt over de verwerping van het verweer dat strekt tot ontslag van alle rechtsvervolging en over het oordeel dat het bewezenverklaarde strafbaar is.

5. Het middel slaagt en de Hoge Raad kan de zaak zelf afdoen. Voor de redenen daarvoor verwijs ik graag naar mijn conclusie van vandaag in de samenhangende zaak 22/02236 (ECLI:NL:PHR:2024:769). (Voetnoot 2)

Beslissing

Slotsom

6. Het middel slaagt. De Hoge Raad kan de zaak zelf afdoen.

7. Ambtshalve merk ik op dat de Hoge Raad uitspraak gaat doen nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep op 20 juni 2022. Dit brengt mee dat de redelijke termijn zoals bedoeld in art. 6 lid 1 EVRM is overschreden. Gelet op de beslissing die ik hierna voorstel, kan de Hoge Raad mijn inziens volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden en is er geen aanleiding om aan dat oordeel enig ander rechtsgevolg te verbinden. (Voetnoot 3) Ook verder heb ik ambtshalve geen grond voor vernietiging van de uitspraak van het hof aangetroffen.

8. Deze conclusie strekt tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de strafbaarverklaring van het bewezenverklaarde, de strafbaarverklaring van de verdachte daarvoor en de strafoplegging, tot ontslag van de verdachte van alle rechtsvervolging, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

De procureur-generaal

bij de Hoge Raad der Nederlanden

AG

Voetnoot

Voetnoot 1

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 13 juni 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1880.

Voetnoot 2

Ten opzichte van de samenhangende zaak bevat de schriftuur in de voorliggende zaak een extra deelklacht (onder 35-37). Omdat wat mij betreft het middel al slaagt, laat ik deze extra deelklacht onbesproken.

Voetnoot 3

Vgl. HR 26 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:492, r.o. 3.3.