Het hof (Voetnoot 1) heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de looptijd van de schuldsaneringsregeling met 24 maanden (tot 13 oktober 2025) verlengd. Het hof heeft bepaald dat de schuldenares gedurende de verlenging in het kader van de afdrachtverplichting slechts het bewindvoerderssalaris is verschuldigd tot het moment dat de boedelachterstand is ingelopen, waarna de afdrachtverplichting in volle omvang herleeft tot het einde van de termijn is bereikt. Daartoe heeft het hof onder meer het volgende overwogen.
De schuldenares erkent dat de boedelachterstand € 20.271,44 bedraagt. (rov. 2.1)
De schuldenares is tekortgeschoten door de informatieverplichting niet na te komen en een boedelachterstand en nieuwe schulden te laten ontstaan. (rov. 2.4)
Deze tekortkomingen leiden in beginsel ertoe dat de schuldsaneringsregeling wordt beëindigd zonder dat de schone lei wordt verleend. Er is in dit geval aanleiding de looptijd van de schuldsaneringsregeling te verlengen, met dien verstande dat de regeling wordt verlengd met de maximale termijn van 24 maanden en dat de schuldenares enkel wordt vrijgesteld van de reguliere afdrachtverplichting gedurende de termijn waarin de boedelachterstand wordt ingelopen. Nadat de boedelachterstand is ingelopen, herleeft de reguliere afdrachtverplichting voor de resterende verlengde termijn van de schuldsaneringsregeling. (rov. 2.5)
De volgende omstandigheden zijn daarbij in het bijzonder meegewogen. De schuldenares heeft erkend kwalijk te hebben gehandeld en heeft zich gemotiveerd getoond om de schuldsaneringsregeling alsnog tot een goed einde te brengen. De bewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat het plan van de advocaat van de schuldenares haalbaar is en tot een oplossing van de boedelachterstand kan leiden. Ook heeft de bewindvoerder erkend dat een verhoor ten overstaan van de rechter-commissaris in een eerder stadium van de schuldsaneringsregeling wellicht tot een beter resultaat van de regeling had kunnen leiden. Verder heeft de schuldenares een stabiel inkomen en heeft zij de nieuwe schulden al afbetaald. Ten slotte weegt mee dat de schuldeisers een groot belang hebben bij het inlopen van de boedelachterstand. De totale schuldenlast van de schuldenares bedraagt € 137.967,89 en de schuldenares heeft thans een bedrag van € 20.091,57 gespaard voor de schuldeisers, hetgeen 14,56% van de totale schuldenlast behelst. Door het voortzetten van de schuldsaneringsregeling zal de boedel na de verlenging met 24 maanden ten minste € 40.363,01 bevatten en daarmee op bijna 30% van de totale schuldenlast komen. Bovendien zal de schuldenares naar verwachting in staat zijn (nog) meer baten voor de boedel te verwerven gedurende de verlenging van de schuldsaneringsregeling, aangezien zij de boedelachterstand bij stipte maandelijkse afdracht van de volledige afloscapaciteit in minder dan 24 maanden kan inlopen en de reguliere afdrachtverplichting voor de resterende termijn herleeft. Ter zitting in hoger beroep is voorts gebleken dat de bewindvoerder niet was ingelicht over het toegenomen inkomen van de meerderjarige, inwonende zoon van de schuldenares. Het hof verwacht dat de schuldenares alsnog alle benodigde informatie over het inkomen van haar zoon aan de bewindvoerder verstrekt, zodat eventueel een nieuwe berekening van het vrij te laten bedrag kan worden gemaakt. (rov. 2.6)
Bij een verlenging van de schuldsaneringsregeling blijven normaliter alle verplichtingen, waaronder de reguliere afdrachtverplichting, onverkort van toepassing. In de hiervoor weergegeven omstandigheden wordt aanleiding gezien de schuldenares tijdelijk vrij te stellen van de reguliere maandelijkse afdrachtverplichting gedurende de verlenging totdat de boedelachterstand is ingelopen, behoudens salaris bewindvoerder dat te allen tijde
verschuldigd blijft, teneinde haar in staat te stellen het hiervoor beschreven resultaat voor de boedel te bewerkstelligen en gedurende de resterende periode van de schuldsaneringsregeling zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De schuldenares zal gedurende de verlenging van de schuldsaneringsregeling al het inkomen boven het door de bewindvoerder (opnieuw) berekende vrij te laten bedrag maandelijks stipt op de boedelrekening moeten overmaken (ook als dit bedrag hoger is dan het maandelijkse bedrag van € 1.184,09 waarvan het plan van aanpak uitgaat). Deze maandelijkse afdracht (minus het salaris van de bewindvoerder) strekt tot het inlopen van de boedelachterstand. Zodra de boedelachterstand is ingelopen, herleeft de afdrachtverplichting, die zal voortduren tot het einde van de verlengde schuldsaneringstermijn, zodat gedurende de verlenging een extra bedrag voor de schuldeisers wordt gespaard, hetgeen een compensatie is voor de omstandigheid dat de schuldenares zich in de reguliere looptijd van de schuldsanering niet aan alle verplichtingen heeft gehouden. (rov. 2.7)
Tijdens het verdere verloop van de schuldsaneringsregeling blijven alle verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling onverkort van toepassing, voor zover hiervoor niet anders is vermeld, en moet de schuldenares zich aan al haar verplichtingen houden die uit de schuldsaneringsregeling voortvloeien. Na afloop van de verlengde termijn zal bekeken moeten worden of de schuldenares daadwerkelijk alle verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren is nagekomen en of aan haar de schone lei kan worden verleend. (rov. 2.8)